De kloof blijft, maar is minder groot

Vergelijkbare documenten
Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Gemengd Amsterdam * in cijfers*

J CONSlf. Gedragswetenschappelijke kennis in het verkeer- en vervoerbeleid. Rapport mobiliteitsontwikkelingen

Allochtonen op de arbeidsmarkt

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Samenvatting WijkWijzer 2017

Parken in Deventer Een peiling onder de Deventer bevolking naar bekendheid met en bezoek aan Rijsterborgherpark, Nieuwe plantsoen en Worpplantsoen

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

12. Vaak een uitkering

8. Werken en werkloos zijn

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie

Fact sheet. Autochtonen in Amsterdam. Helft Amsterdammers is autochtoon. nummer 2 maart 2007

Een Vlaming maakt in 2000 gemiddeld 2,8 (2,76) verplaatsingen per dag en legt hierbij gemiddeld 33 (32,7) km af.

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR)

Geslacht sexe Frequency mannelijk vrouwelijk

Gebruik jeugdhulp in Drenthe: 2016 vergeleken met 2015

Bekendheid Norm Gezond Bewegen

Fietsmobiliteit in Nederland, Denemarken en Vlaanderen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Achtergrond en thuissituatie. jongeren en het leefklimaat waarbinnen zij opgroeien.

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2008

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren,

10 SAMENVATTING Schets van de steekproef Kencijfers huishoudens Kencijfers personen

Fact sheet. Amsterdam fietsstad

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Gebruik jeugdhulp in Groningen: 2016 vergeleken met 2015

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

MONITOR ALLOCHTONE OUDEREN IJSSELMONDE

Je bent jong en je wilt wat... minder auto?

Arbeidsdeelname van paren

Uitgevoerd in opdracht van de afdeling Beleid, dienst Sociale Zaken en Werk, gemeente Groningen

Vervoer in het dagelijks leven

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

Kinderopvang in Arnhem

10. Veel ouderen in de bijstand

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 66%.

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%)

Huishoudensontwikkelingen bij allochtonen

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Artikelen. Huishoudensprognose : uitkomsten. Coen van Duin en Suzanne Loozen

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Anders onderweg De mobiliteit van allochtonen en autochtonen vergeleken

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Tabel 69: Verdeling van het gavpppd volgens geslacht en hoofdvervoerswijze. meerdere verplaatsingen heeft gemaakt.

maatschappelijke afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

Waarom jongvolwassenen de auto minder gebruiken

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen ( ) Analyserapport

Fact sheet. dat de segregatie in het voortgezet onderwijs

Stadsenquête A4 Uit hoeveel personen bestaat uw huishouden, uzelf meegerekend? personen

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen: blijvende groei Amsterdamse bevolking

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie

Betalen aan de kassa 2016

Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: Feiten en cijfers 2016 Bevolking

Migranten in de Nederlandse Antillen Deel 1

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Resultaten fietsenquête

Binnensteden en hun bewoners

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Internetpanel over de proef met de gratis bus

Mobiliteitskeuzes van Amsterdam(mers) in beweging

Bevolkingsprognose Deventer 2015

2. De niet-westerse derde generatie

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten

Huishoudens,

Armoedemonitor Den Haag 2008

Onderzoek verplaatsingsgedrag Vlaanderen ( ) Analyserapport

Huishoudensprognose : ontwikkelingen naar type en grootte

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

szw Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding

Beroepsbevolking en Pendel 2013

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

Outcome monitor Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht 2016 DEEL 2: BUURTAANPAK

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Hoofdpunten en kansen voor beleid. Beter Benutten. Gedragsmeting 2016

Leefstijlen, verkeer en vervoer Schattingen uit de Omnibusenquêtes

Sociaal-economisch wijkprofiel: De Wierden en gebied 1354

Uit huis gaan van jongeren

BEVOLKING & DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELINGEN IN HET NEDERLANDSE WADDENGEBIED

11. Stijgende inkomens

De analyse van stadsdeel Noord is opgebouwd uit een drietal componenten:

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011

GGD Amsterdam Eenzaamheid in Beeld

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: Feiten en cijfers 2017 Bevolking

Mannen en vrouwen in Nederland

Auteur: Onderzoek en statistiek gemeente Dronten Datum: 28 januari 2016 Voor vragen: Feiten en cijfers 2015 Bevolking

WIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER?

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Transcriptie:

De kloof blijft, maar is minder groot Een onderzoek naar het verplaatsingsgedrag van etnische minderheden H. J. Niepoth Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer AMSTERDAM Bijdrage Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 2004 op 25 en 26 november 2004 te Zeist

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. VERVOERMIDDELEN EN ETNICITEIT...1 3. AANTAL VERPLAATSINGEN EN AFSTAND...5 4. VERVOERSWIJZE...9 5. WERKKRING EN TYPE HUISHOUDEN...11 6. LEEFTIJD...12 7. CONCLUSIE...16

Samenvatting De kloof blijft, maar is minder groot Het rijbewijs- en autobezit is bij alle bevolkingsgroepen gestegen, maar de achterstand van de etnische minderheden met de overige bevolkingsgroepen blijft. Opmerkelijk is dat het bezit van een rijbewijs bij de etnische minderheden eerder leidt tot de aanschaf van een auto. Het fietsbezit onder de etnische minderheden is weliswaar gestegen, maar ook hier blijft het verschil bestaan. Het fietsgebruik bij de minderheden is laag vergeleken bij de overige bevolkingsgroepen. Het gebruik van de fiets onder de jongeren blijft zelfs sterk achter. Wat autogebruik betreft hebben de minderheden een inhaalslag gemaakt. Het autogebruik bij de etnische minderheden is sterk gestegen en nu gelijk aan dat van de overige groepen. In de modal split is het aandeel voor beide groepen 41 procent. Vooral in de groep 30 tot 60- jarigen is het autobezit gestegen en daarmee het gebruik van de auto. De etnische minderheden zijn ten opzichte van de overige groepen meer verplaatsingen per dag gaan maken, maar de verplaatsingsafstand is bij hen minder sterk gestegen. De etnische minderheden lijken meer dan de anderen georiënteerd op de directe omgeving. Een mogelijke oorzaak voor de verschuivingen in het autobezit- en gebruik is dat de etnische minderheden veelal naar de periferie zijn verhuisd, waar geen parkeervergunningen nodig zijn. De autochtone bevolking woont nu juist vaker in de oude stad, waar het lastig is een auto te hebben en de fiets veelal sneller is. Summary The gap remains, but not as wide Driver's license and car possession has increased across all population groups, but the gap between ethnic minorities and the rest of the population remains. It is remarkable that the possession of a driver's license leads to the purchase of a car far more rapidly among ethnic minorities. Bicycle possession among ethnic minorities has indeed increased, but here too the difference persists. Bicycle use among the minorities is low compared with the rest of the population. The use of the bicycle amongst the young people lags even more noticeably behind. As far as car use is concerned ethnic minorities have caught up. The car use among minorities has greatly increased and is equal to that of other groups. In the modal split the car use share lies at 41 percent for both groups. Car possession and the concomitant car use has increased in particular in the 30-60 year old age group. Ethnic minorities have increased the number of displacements per day in relation to the other groups, but the displacement distance has not increased as strongly. Ethnic minorities seem more oriented on the direct surroundings than other population groups. A possible cause for the shifts in car and bicycle use may be that the ethnic minorities have, to a large extent, moved to the peripheral parts of the city, where parking permits are not required. The autochthonous population now lives more often in the old city, where it is inconvenient to have a car and the bicycle is, in general, faster.

1 1. INLEIDING De grootste groepen etnische minderheden in Amsterdam zijn de Marokkanen, Turken, Surinamers en Antilianen. Deze vormen samen 25 procent van de Amsterdamse bevolking en worden in dit artikel verder etnische minderheden genoemd. Het vermoeden bestaat dat het verplaatsingsgedrag van deze bevolkingsgroepen wezenlijk verschilt van dat van de overige bevolking. Dit onderzoek toont aan in hoeverre dit vermoeden juist is en in welke mate het verplaatsingsgedrag van de etnische minderheden afwijkt. De autochtone bevolking plus de overige nationaliteiten zijn samengenomen onder het kopje overig Amsterdam. De tabellen en grafieken in dit artikel zijn gebaseerd op cijfers uit de Perovam Huisenquête, waarbij lijks enkele stadsdelen worden bezocht.. Inmiddels beschikt de dienst IVV over vier volledige rondes waarin de hele stad is bestreken. De rondes 1986-1991, 1994-1997 en 2000-2003 zijn gebruikt voor deze analyse. In de Perovam Huisenquête worden alle inwoners van 12 en ouder gevraagd naar hun persoonskenmerken, bezit van vervoermiddelen en hun verplaatsingen. De etniciteit van een inwoner is bepaald op grond van het geboorteland van de hoofdbewoner, ook al is de respondent in kwestie in Nederland geboren. De achterliggende gedachte is dat de hoofdbewoner in grote mate ook het verkeers- en vervoersgedrag van de andere leden van het huishouden bestempelt. 2. VERVOERMIDDELEN EN ETNICITEIT We beginnen met een analyse over van het bezit van een rijbewijs, vervoermiddelen en een openbaar vervoerabonnement bij de etnische minderheden, zoals we dat uit de huisenquêtes kunnen meten. Onder de etnische minderheid heeft 47 procent van de inwoners van 18 en ouder een rijbewijs. Bij de overige inwoners is dit 66 procent. In de loop der jaren is het rijbewijsbezit onder de etnische minderheden weliswaar gestegen, maar iets minder dan bij de overige bevolking, zodat de achterstand nog iets groter is geworden.

2 Figuur 2.1: rijbewijsbezit in Amsterdam rijbewijsbezit en etniciteit percentage inwoners 18 e.o. 62% 66% 55% 44% 47% 39% 1986-1991 1994-1997 2000-2003 etnische minderheden overig Amsterdam Het autobezit laat hetzelfde beeld zien. Het autobezit is in de onderzoeksperiode 2000-2003 onder de etnische minderheid 28 procent, bij de overige bevolking 39 procent. Sinds 1986 is onder beide groepen het autobezit fors gestegen, maar het gat tussen beide is slechts een procentpunt kleiner geworden. Figuur 2.2: ontwikkeling autobezit in Amsterdam autobezit en etniciteit percentage inwoners 18 e.o. 39% 36% 33% 28% 25% 21% 1986-1991 1994-1997 2000-2003 etnische minderheden overig Amsterdam Uit de cijfers blijkt ook dat het bezit van een rijbewijs bij de etnische minderheid eerder leidt tot de aanschaf van een auto dan bij de overige bevolking. Van de rijbewijsbezitters onder de etnische minderheid heeft slechts 19 procent geen auto, van de overige bevolking is dit 27 procent.

Figuur 2.3: autobezit in Amsterdam naar etniciteit 3 autobezit en herkomstland 2000-2003 percentage inwoners 40% 35% 26% 27% 31% 27% 37% Nederland Antillen Marokko Suriname Turkije elders totaal Het autobezit is bij de Marokkanen het laagst met 26 procent. Ook in 1986 was bij deze groep het autobezit met 23 procent het laagst. Tot de grootste stijgers behoren de Antilianen, waarvan in 1986 nog slechts 18 procent een auto bezat. Kijken we naar het fietsbezit dan blijken de verschillen opvallend groot.. Figuur 2.4 laat zien dat het fietsbezit zowel bij de etnische groepen als bij de overige bevolking is gestegen, maar de verschillen blijven. Figuur 2.4: fietsbezit in Amsterdam fietsbezit en etniciteit 67% 74% 75% percentage inwoners 12 e.o. 32% 42% 40% 1986-1991 1994-1997 2000-2003 etnische minderheden overig Amsterdam Vooral onder de Marokkanen blijkt het fietsbezit erg laag. Surinamers en Turken vertonen sinds de onderzoeksperiode 1986-1991 de grootste toename met respectievelijke 19 en 11 procent. Onder Antilianen is het fietsbezit zelfs gedaald.

4 Figuur 2.5: fietsbezit en etnische groep fietsbezit en herkomstland 2000-2003 78% 68% percentage inwoners 49% 27% 51% 37% 58% Nederland Antillen Marokko Suriname Turkije elders totaal Het bezit openbaar vervoerabonnement laat een heel ander plaatje zien. Hier zijn de etnische minderheid in de meerderheid. Figuur 2.6: bezit openbaar vervoerabonnement in Amsterdam bezit ov-abonnement en etniciteit 30% 28% 28% percentage inwoners 12 e.o. 17% 19% 17% 1986-1991 1994-1997 2000-2003 etnische minderheden overig Amsterdam Met 28 procent bezitters van een ov-abonnement ligt het cijfer elf procentpunten hoger dan bij de overige Amsterdammers. Het percentage ov-kaartbezitters is in de loop der jaren weliswaar iets afgenomen, maar de verschillen tussen beide groepen blijven bijna even groot.

Figuur 2.7: bezit openbaar vervoerabonnement uitgesplitst naar etnische groep 5 ov-abonnement en herkomstland 2000-2003 33% percentage inwoners 16% 26% 26% 22% 24% 19% Nederland Antillen Marokko Suriname Turkije elders totaal Hoewel het bezit van een ov-abonnement onder Surinamers sinds 1986 met vijf procent is gedaald is, blijkt een ov-kaart onder deze bevolkingsgroep nog steeds erg populair. De Nederlanders steken hier met 16 procent povertjes af. 3. AANTAL VERPLAATSINGEN EN AFSTAND De etnische minderheden zijn minder mobiel dan de overige bevolkinggroepen en maken minder verplaatsingen per dag. Het aantal verplaatsingen is echter wel gestegen van 2,6 in de eerste periode tot 3,1. Het aantal verplaatsingen van de overige bevolkinggroepen is na een forse stijging zelfs gedaald. Figuur 3.1: ontwikkeling aantal verplaatsingen in Amsterdam aantal verplaatsingen per persoon per dag en etniciteit 3.7 4.1 3.1 3.1 3.6 2.6 aantal 1986-1991 1994-1997 2000-2003 etnische minderheden overig Amsterdam

Figuur 3.2: ontwikkeling aantal verplaatsingen in Amsterdam excl. lopen 6 aantal verplaatsingen per persoon per dag exclusief lopen en etniciteit 2.6 3.0 2.7 aantal 1.7 2.1 2.0 1986-1991 1994-1997 2000-2003 etnische minderheden overig Amsterdam De toename van het aantal verplaatsingen per dag onder de etnische minderheden blijkt voor en groot deel te wijten aan meer lopen. Het aantal nam sinds 1986 met 0,2 toe, bij de overige bevolkinggroepen nam het aantal verplaatsingen te voet juist met een zelfde getal af. Afgezien van lopen blijkt het aantal verplaatsingen per dag onder de etnische minderheden ook sterker toegenomen dan bij de overige groepen. Figuur 3.3: aantal verplaatsingen en etnische groep in Amsterdam 2000-2003 aantal verplaatsingen per dag en herkomstland 2000-2003 1,4 1,3 1,1 1,1 aantal 0,9 0,9 0,9 0,8 0,6 0,7 0,8 1,0 0,8 0,8 0,7 0,9 0,4 0,4 0,2 0,3 Nederland Antillen Marokko Suriname Turkije verplaatsingen met ov verplaatsingen met fiets verplaatsingen met auto verplaatsingen lopend

7 Vooral Marokkanen en Turken blijken veel te lopen. Nederlanders maken de meeste fiets- en autoverplaatsingen. Surinamers en Antilianen verplaatsen zich het vaakst met het openbaar vervoer. Figuur 3.4: aantal verplaatsingen en etnische groep in Amsterdam 1986-1991 aantal verplaatsingen per dag en herkomstland 1986-1991 1,2 1,1 1,3 1,2 aantal 0,9 0,9 0,9 0,8 0,6 0,5 0,8 0,3 0,9 c 0,6 0,7 0,7 0,4 0,2 0,2 0,2 Nederland Antillen Marokko Suriname Turkije verplaatsingen met ov verplaatsingen met auto verplaatsingen met fiets verplaatsingen lopend Ten opzichte van de periode 1986-1991 valt vooral de stijging van het aantal autoverplaatsingen op onder de etnische minderheden. Voor alle bevolkingsgroepen is de gemiddelde verplaatsingsafstand vanaf de woning (hemelsbreed gemeten over alle vervoerswijzen) sinds 1986 aanzienlijk gestegen. Voor de etnische minderheden is deze toename echter minder groot dan voor de overige inwoners van Amsterdam.. De etnische minderheden blijken meer dan de overige groepen georiënteerd op de directe omgeving. Was het verschil in de gemiddelde afstand in de eerste onderzoeksperiode nog geen kilometer, in de laatste was deze toegenomen tot meer dan twee kilometer. Zie figuur 3.5.

Figuur 3.5: ontwikkeling verplaatsingsafstand vanaf de woning in Amsterdam 8 ontwikkeling verplaatsingsafstand en etniciteit 6.5km percentage inwoners 12 e.o. 3.6km 4.5km 3.9km 5.1km 4.4km 1986-1991 1994-1997 2000-2003 etnische minderheid overige bevolking Laten we lopen buiten beschouwing dan zijn de verschillen relatief iets minder groot. In absolute zin maken de etnische minderheden wel veel minder lange afstanden. Figuur 3.6: ontwikkeling verplaatsingsafstand excl. lopen vanaf de woning in Amsterdam ontwikkeling verplaatsingsafstand en etniciteit exclusief lopen 8.3km percentage inwoners 12 e.o. 5.1km 6.1km 5.3km 6.8km 6.2km 1986-1991 1994-1997 2000-2003 etnische minderheid overige bevolking

9 4. VERVOERSWIJZE Samenhangend met het bezit van vervoermiddelen of een ov-abonnement, mogen we verwachten dat ook de keuze voor een vervoerswijze onder de etnische minderheid verschilt. De figuren 4.1 en 4.2 maken duidelijk dat de etnische minderheden minder vaak de fiets nemen.en relatief veel vaker van het openbaar vervoer gebruik maken. Ook lopen de etnische minderheden vaker dan de overige bevolkingsgroepen. Wat de auto betreft doen de etnische minderheden niet veel onder bij de overige bevolkingsgroepen. Het aandeel autoverplaatsingen ligt slechts 4 procent lager. Figuren 4.1 en 4.2: vervoerswijze en bevolkingsgroep 2000-2003 verdeling vervoerswijzen etnische minderheid 2000-2003 verdeling vervoerswijzen overige bevolking 2000-2003 lopen 35% overig 1% openbaar vervoer 27% lopen 26% overig 2% openbaar vervoer 13% auto 26% (brom)fiets 11% auto 30% (brom)fiets 29% Het is interessant om naar dezelfde grafieken uit de eerste onderzoeksperiode te kijken. Toen was het aandeel auto onder de etnische minderheden met 18 procent veel lager dan bij de overige bevolkingsgroepen. De stijging is bijna geheel ten koste gegaan van het aandeel openbaar vervoer. Bij de overige groep gaat de afname van het percentage openbaar vervoer gepaard aan een toename van het aandeel fiets. Opvallend is verder dat het aandeel auto bij de overige bevolkingsgroepen gelijk is gebleven.

10 Figuren 4.3 en 4.4: modal split en bevolkingsgroep 2000-2003 modal split etnische minderheid 2000-20003 modal split overige bevolking 2000-20003 auto 41% openbaar vervoer 42% auto 41% openbaar vervoer 18% (brom)fiets 17% (brom)fiets 41% Bezien we echter de modal split dan blijkt wat keuze voor de auto betreft er geen verschil tussen de beide groepen. De verschillen tussen fiets en openbaar vervoer zijn echter groot. Figuren 4.5 en 4.6: modal split en bevolkingsgroep 1986-1991 modal split etnische minderheden 1986-1991 modal split overige bevolking 1986-1991 auto 28% auto 44% openbaar vervoer 24% (brom)fiets 14% openbaar vervoer 58% (brom)fiets 32%

11 5. WERKKRING EN TYPE HUISHOUDEN Het bezit van vervoermiddelen en openbaar vervoerabonnementen hangt samen met het wel of niet hebben van een werkkring en het type huishouden. Etnische minderheden blijken veel meer in de traditionele gezinssituatie te wonen. Respectievelijk 66 en 63 procent van de Marokkanen en Turken wonen als echtpaar met kinderen. De overige Amsterdammers wonen vaker alleen of samen zonder kinderen. Opvallend is het aantal gebroken gezinnen onder de etnische minderheden. Van de ondervraagde Surinamers leeft 41 procent als éénoudergezin. Figuur 5.1: typen huishoudens in Amsterdam type huishouden en etniciteit percentage inwoners 12 e.o. 34% 11% 11% 30% 48% 23% 25% 8% alleenwonend paar geen kind. echtpaar kinderen eenoudergezin etnische minderheden overig Amsterdam De arbeidsparticipatie is voor alle bevolkingsgroepen sinds 1986 fors gestegen, maar in het hebben van een werkkring blijven de etnische minderheid achter. De kloof is in de laatste periode zelfs groter geworden. Figuur 5.2: arbeidsparticipatie in Amsterdam werkkring en etniciteit percentage inwoners 12 e.o. 29% 45% 39% 55% 43% 62% 1986-1991 1994-1997 2000-2003 etnische minderheden overig Amsterdam

12 De arbeidsparticipatie is het kleinst onder de Marokkanen, slechts 33 procent heeft een werkkring. Van de Antilianen en Surinamers blijkt een steeds groter deel aan het arbeidsproces deel te nemen. In 1986 had slechts respectievelijk 34 en 32 procent een werkkring. Figuur 5.3: arbeidsparticipatie en etnische groep in Amsterdam werkkring en etniciteit 2000-2003 percentage inwoners 12 e.o. 63% 63% 33% 50% 39% 55% 58% Nederland Antillen Marokko Suriname Turkije elders totaal 6. LEEFTIJD Ten slotte hebben we beide bevolkingscategorieën opgesplitst in drie leeftijdsklassen. Dan blijken de verschillen zich in alle leeftijdsklassen voor te doen en zich ook te handhaven. Zie de figuren 6.1, 6.1 en 6.3 voor de ontwikkeling autobezit en leeftijdsklasse.

13 Figuren 6.1, 6.1 en 6.3: ontwikkeling autobezit en leeftijdsklasse autobezit, etniciteit en leeftijd 1986-1991 autobezit, etniciteit en leeftijd 1994-1997 autobezit, etniciteit en leeftijd 2000-2003 18-29 14% 25% 18-29 16% 26% 18-29 16% 26% 30-59 28% 42% 30-59 43% 32% 30-59 37% 45% 60- plus 9% 25% 60-plus 13% 31% 60-plus 13% 32% percentage inwoners 18 e.o. etnische minderheid overige bevolking Het meest in het oog springt in deze grafiek de toename van het autobezit in de leeftijdsgroep 30-59 bij de etnische minderheden, terwijl dit bij de overige slechts weinig is toegenomen. Bij de overige bevolkingsgroepen zijn het juist de ouderen die meer autobezit krijgen. Onder de jongeren is er weinig verschuiving te bespeuren. Figuren 6.4, 6.5 en 6.6: ontwikkeling bezit ov-abonnement en leeftijdsklasse bezit ov-abonnement, etniciteit en leeftijd 1986-1991 bezit ov-abonnement, etniciteit en leeftijd 1994-1997 bezit ov-abonnement, etniciteit en leeftijd 2000-2003 12-29 39% 25% 12-29 42% 37% 12-29 36% 45% 30-59 15% 20% 30-59 14% 20% 30-59 17% 13% 60- plus 13% 30% 60- plus 10% 9% 60-plus 6% 5% percentage inwoners 12 etnische minderheid overige bevolking

14 Het bezit van een ov-abonnement laat binnen de leeftijdcategorieën belangrijke verschillen zien. In de groep 12-29 jarigen is voor alle bevolkingsgroepen het bezit van een ovabonnement met 11 procentpunten gestegen. In de categorie 30-59 neemt het bezit bij beide groepen af. Bij de ouderen, zowel bij de minderheden als de overige groepen, neemt het bezit van een ov-kaart zelfs fors af. Blijkbaar voelen de ouderen zich in het openbaar vervoer niet meer veilig. In alle gevallen blijft het bezit van een ov-abonnement bij de etnische minderheden hoger, maar de verschillen zijn wel iets kleiner geworden. Figuren 6.7, 6.8 en 6.9: ontwikkeling fietsbezit en leeftijdsklasse fietsbezit, etniciteit en leeftijd 1986-1991 fietsbezit, etniciteit en leeftijd 1994-1997 fietsbezit, etniciteit en leeftijd 2000-2003 12-29 34% 79% 12-29 49% 78% 12-29 43% 79% 30-59 30% 72% 30-59 40% 81% 30-59 41% 82% c 60- plus 12% 43% 60-plus 10% 54% 60- plus 20% 51% percentage inwoners 12 e.o. etnische minderheid overige bevolking Het fietsbezit liet in de tweede periode een forse toename onder jongeren in de etnische minderheden zien, maar is in de laatste periode weer afgenomen. De toename in de leeftijdscategorie 30-59 heeft zich bij beide bevolkingsgroepen gehandhaafd.

Figuren 6.10 en 6.11: vervoerswijze (modal split) en leeftijdsklasse bij etnische minderheden 15 modal split en leeftijd etnische minderheden 1986-1991 modal split en leeftijd etnische minderheden 2000-2003 12-29 63% 17% 20% 12-29 59% 17% 24% 30-59 52% 11% 37% 30-59 29% 18% 53% 60-plus 71% 0% 29% 60-plus 45% 7% 48% ov (brom)fiets auto ov (brom)fiets auto De ontwikkeling van de vervoerswijze bij de etnische minderheden laat vooral in leeftijdscategorie 30-59 en de ouderen een grote verschuiving zien van ov-gebruik naar de auto. Bij de jongeren is de verschuiving veel minder groot. Figuren 6.12 en 6.13: vervoerswijze (modal split) en leeftijdsklasse bij overige bevolkingsgroepen modal split en leetijd overige bevolking 1986-1991 modal split en leeftijd overige bevolking 2000-2003 12-29 25% 42% 33% 12-29 26% 47% 27% 30-59 20% 30% 50% 30-59 15% 41% 44% 60-plus 35% 17% 48% 60-plus 21% 26% 52% ov (brom)fiets auto ov (brom)fiets auto Bij de overige bevolkingsgroepen is in de leeftijdscategorie 30-59 juist een afname in het autogebruik waar te nemen, terwijl het fietsgebruik fors is toegenomen. Vooral de ouderen kiezen minder vaak voor het openbaar vervoer.

16 7. CONCLUSIE Hoewel het autobezit onder de etnische minderheden in Amsterdam fors is toegenomen, blijft deze groep achter in autobezit. Het type huishouden gezin met kinderen maakt een auto wel erg gewenst. Ook het fietsbezit onder de etnische minderheden is toegenomen, maar de achterstand in fietsbezit blijft bestaan. Voor beide groepen geldt dat het bezit van een ovabonnement nagenoeg gelijk is gebleven, maar dit is vooral te danken aan de jongeren. Vooral de 60-plussers keren het o.v. massaal de rug toe. Wat het autogebruik betreft zijn de minderheden en overige bevolkingsgroepen naar elkaar gegroeid. De etnische minderheden gebruiken vaker de auto, de overige bevolking juist minder. Marokkanen en Turken maken opvallend meer verplaatsingen te voet dan de overige groepen. Het gebruik van het openbaar vervoer is vooral bij Nederlanders en Surinamers iets gedaald, desondanks maken de Surinamers nog steeds de meeste ov-verplaatsingen. Het fietsgebruik bij de etnische minderheden is weliswaar iets toegenomen, maar blijft veel lager dan bij de overige groepen. Een mogelijke oorzaak voor de verschuivingen in het autogebruik is dat de etnische minderheden veelal naar de periferie zijn verhuisd, waar geen parkeervergunningen nodig zijn. De autochtone bevolking woont nu juist vaker in de oude stad, waar het lastig is een auto te hebben en de fiets veelal sneller is. De conclusie geldt voor die huishoudens waarvan de hoofdbewoner in Marokko, Turkije, Suriname of de Antillen is geboren. Dit kunnen nieuwkomers zijn of mensen die al geruime tijd in Nederland wonen. Over de etnische huishoudens waarvan de hoofdbewoner in Nederland is geboren, kunnen we op grond de huisenquêtes geen uitspraak doen. Deze worden in dit onderzoek als Nederlander gerekend.