De morele intuïtie van kinderen Respect en verantwoordelijkheid, vrijheid en geweten Tom Kroon
Eerder publiceerde Tom Kroon de theoretische toelichting bij een methode morele vorming en een brochure voor ouders getiteld Zo zijn onze manieren. De morele intuïtie van kinderen Respect en verantwoordelijkheid, vrijheid en geweten Tom Kroon ISBN 90 6665 687 5 NUR 849/854 2005 B.V. Uitgeverij SWP Amsterdam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j het Besluit van 20 juni 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij het besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot Uitgeverij SWP (Postbus 257, 1000 AG Amsterdam) te wenden.
Inhoud 1 Moraal en ethiek 11 1.1 Doel van opvoeding 11 1.2 Leraren aan het woord 13 1.3 Moraal 14 1.4 Moreel handelen 16 1.5 Etiquette en fatsoen 17 1.6 Verantwoording afleggen 17 1.7 Moraal en gewoonte 18 1.8 Het belang van training voor morele opvoeding 20 1.9 Moraal en levensbeschouwing 22 1.10 Publieke moraal en privé-moraal 22 1.11 Amoreel versus moreel en immoreel 24 2 Waarden en normen 25 2.1 Waarden 25 2.2 Waardebegrippen: voorstelling en gevoel 26 2.3 De persoonlijke waarden 27 2.4 Morele waarden hebben oude papieren 33 2.5 Waarden van de mens als burger 34 2.6 Normen 38 2.7 Onze waardebegrippen en bijbehorende normen 39 2.8 De wanorde van onze waardebegrippen 40 2.9 Morele waarden en goede gewoonten 41 2.10 Moreel beraad 43 2.11 De waarden van het beraad 46 2.12 Moreel beraad in een dynamische samenleving 48 2.13 Het belang van waarden en normen voor een open en pluriforme samenleving 49 2.14 Nogmaals: de inconsistentie van waardebegrippen 50 2.15 De onhaalbaarheid van het goede 51 3 Deugden, competenties en burgerschapsvorming 55 3.1 De meester-leerling verhouding 55 3.2 Morele intuïtie 58 7
De morele intuïtie van kinderen 3.3 De puberteit 59 3.4 Leemtes en gevaren 60 3.5 Opnieuw een beeld 61 3.6 Sociale en morele competentie 62 3.7 Deugden 63 3.8 Het affectieve aspect 64 3.9 Waar deugden toe leiden 65 3.10 Van waarden naar deugden 66 3.11 De burger 68 3.12 Burgerschapsvorming 69 3.13 De deugden van de burger 69 3.14 Mondiale solidariteit 72 3.15 De deugden van het beraad 73 3.16 De kleine gecombineerd met de grote deugden 74 3.17 De gevoelscomponent van deugden en bekwaamheden 75 4 Morele emoties 77 4.1 Gevoelens, stemmingen en emoties 77 4.2 Morele en niet-morele emoties 78 4.3 Twee categorieën morele emoties 79 4.4 Empathie en altruïstische emoties 80 4.5 Plicht en plichtsgevoel 84 4.6 Plichtsemoties 85 4.7 Altruïstische en plichtsemoties zetten aan tot moreel handelen 89 4.8 Altruïstische en plichtsemoties bevorderende opvoedingstechnieken 91 5 Het geweten 95 5.1 Het geweten onder druk 95 5.2 Gewetensvorming: juist wel 98 5.3 Mensen aan het woord 100 5.4 Functies van het geweten 101 5.5 Een stem uit de pedagogiek 102 5.6 Wanneer het geweten kan opspelen 103 5.7 Wanneer speelt het geweten een rol? 108 5.8 Het ontstaan van het geweten 109 5.9 Elementen van het geweten 110 5.10 Hoe het geweten tot stand komt 110 5.11 Hoe het geweten werkt 111 5.12 Alledaags taalgebruik 112 5.13 De werking van gevoelens 112 8
Inhoud 5.14 Het geweten als verzameling van scripts 113 5.15 Als gewetensvorming niet plaatsvindt 114 5.16 Angst voor straf en verlies van vrienden 115 5.17 Schuld en schaamte nader bekeken 116 5.18 Plaatsvervangende schaamte en plaatsvervangende schuld 119 5.19 Het sentimentele geweten 119 5.20 Het conservatieve karakter van het geweten 120 5.21 Het ideologisch bepaalde geweten 120 5.22 De opvoeder 121 6 Ontwikkelingslijn 123 6.1 Ontwikkelingspsychologische feiten en pedagogische adviezen 123 6.2 Van heteronomie naar autonomie 124 6.3 De bouwstenen van moreel competent gedrag 126 6.4 Drie gulden regels 129 6.5 Wat draagt een kind/een leerling zelf bij? 130 6.6 Ontwikkelingselementen 131 6.7 De baby en dreumes: verleiden 132 6.8 De peutertijd: confronteren 135 6.9 De kleutertijd: inwijden 137 6.10 Het jongere schoolkind: verankeren 139 6.11 Het oudere schoolkind: herscheppen 147 6.12 Samenvatting van de opbouw van de morele intuïtie 151 6.13 De morele bekwaamheden van de leerkracht 152 6.14 Praktische opvoedingsadviezen voor de leerkracht 153 7 Gedrag dat waarden geweld aandoet 157 7.1 De noodzaak om normen (soms) te overtreden 157 7.2 Waarden- en normencrisis? 158 7.3 Plichtsgevoel en angst voor straf 163 7.4 Een grens door het politieke bewind 164 7.5 Grenzen getrokken door het gezin 167 7.6 Grenzen in het kind zelf 171 7.7 Grenzen in het onderwijs 174 Colofon 176 9