project: Bouw varkensbedrijf aan de Donschotseweg 12a te Deurne opdrachtgever: Madou Agro Varkens CV te Asten Heusden document: Rapportage Brandveiligheid op basis van NEN6060 kenmerk: 6191N01a datum: 4 augustus 2016 projectleider: Ing. Arnold A.M. Roelofs opgesteld door: Ing. Arnold A.M. Roelofs Bureau Veldweg BV Postbus 100 Veldweg 33 A T: (0485) 44 28 01 E: info@bureauveldweg.nl 5430 AC Cuijk 5431 CH Cuijk F: (0485) 44 27 03 W: www.bureauveldweg.nl KvK: 17191758
Inhoudsopgave 1. Algemeen... 3 1.1 Doel van de rapportage... 3 1.2 Uitgangspunten... 4 1.3 Situatieoverzicht... 5 1.4 Overige... 5 1.5 Bijlage(n)... 5 2. Uitwerking gelijkwaardigheidsonderbouwing NEN6060... 6 2.1 Principe van de NEN6060... 6 2.2 Gebruik van de norm... 6 2.3 Toepassing... 7 2.4 Toezichtarrangement... 8 3. Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag... 9 4. Overige brandveiligheidsaspecten... 10 4.1 Bouwconstructie (sterkte bij brand)... 10 4.2 Brandvoortplanting en rookdichtheid van constructieonderdelen... 10 4.3 Brandgevaarlijkheid dak... 11 5. Ontvluchting... 12 6. Installaties en voorzieningen t.b.v. bestrijden van brand... 13 6.1 Brandmeldinstallatie (BMI)... 13 6.2 Ontruimingsalarminstallatie (OAI)... 13 6.3 Algemene noodverlichting... 13 6.4 Vluchtrouteaanduiding... 13 6.5 Brandslanghaspels... 13 6.6 Draagbare blustoestellen... 13 6.7 Bereikbaarheid... 14 6.8 Openbare bluswatervoorziening... 14 7. Conclusie... 16 6191N01a - 4 augustus 2016 - Bouw varkensbedrijf aan de Donschotseweg 12a te Deurne 2/16
1. Algemeen In opdracht van Madou Agro Varkens CV te Asten Heusden heeft Bureau Veldweg BV voor de afwikkeling van de aanvraag omgevingsvergunning bouwen voor de bouw van een varkensstal aan de Donschotseweg 12 a te Deurne de voorliggende brandveiligheidsrapportage opgesteld. De totale gebruiksoppervlakte van het compartiment bedraagt 2.673,8 m 2, waarmee de maximale compartimentsgrootte van 2.500 m 2, zoals gesteld in het bouwbesluit, wordt overschreden. Er wordt middels deze rapportage aangetoond dat de stal als één brandcompartiment kan worden beschouwd op basis van gelijkwaardigheid. In deze rapportage worden daarnaast de voor de aanvraag omgevingsvergunning benodigde brandveiligheids-aspecten behandeld zoals: De constructieve veiligheid; Het beperken van de ontwikkeling en uitbreiding van brand en rook; Het veilig vluchten; De eventuele mogelijkheden tot een veilige repressieve inzet; De toepassing van brandbeveiligingsinstallaties. 1.1 Doel van de rapportage Het doel van deze rapportage is om een brandveilig plan aan te leveren conform de geldende regelgeving, AMvB Bouwbesluit 2012 en de daarbij behorende ministeriele regelingen. Indien afgeweken wordt van de bouwregelgeving kan op basis van het Bouwbesluit 2012 artikel 1.3 gelijkwaardigheid een gelijkwaardige oplossing geboden worden: Artikel 1.3. Gelijkwaardigheidsbepaling Lid 1 Aan een in hoofdstuk 2 tot en met 7 gesteld voorschrift behoeft niet te worden voldaan indien het bouwwerk of het gebruik daarvan anders dan door toepassing van het desbetreffende voorschrift ten minste dezelfde mate van veiligheid, bescherming van de gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en bescherming van het milieu biedt als is beoogd met de in die hoofdstukken gestelde voorschriften. Met deze rapportage wordt ten aanzien van de brandcompartimentering gelijkwaardigheid geboden op basis van de NEN6060. Op basis van deze gelijkwaardigheid is het toegestaan dat een gebouw in één of meer brandcompartimenten wordt ingedeeld die groter zijn dan is bedoeld in de afdeling Beperking van uitbreiding van brand. Voor bestemmingen als bijvoorbeeld een tentoonstellingshal of veilinghal, industriële en agrarische bedrijven kan zo'n grootte van meer dan 1.000 m 2 of 2.500 m² noodzakelijk zijn. Het doel van de voorschriften is het bereiken van een inrichting van deze grote brandcompartimenten welke zodanig is, dat zij een zelfde mate van brandveiligheid bieden als is gewaarborgd door de voorschriften voor brandcompartimenten die wél vallen binnen de gestelde maximumafmetingen. Dit gebeurt door middel van functionele eisen die voor de relevante aspecten van brandveiligheid een gelijk beschermingsniveau vereisen. De aanvrager van de bouwvergunning moet ten genoegen van burgemeester en wethouders aangeven welke voorzieningen zijn getroffen om hieraan te voldoen. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat er een sprinklerinstallatie of een rook- en warmte afvoerinstallatie wordt toegepast, of dat er verhoogde eisen aan de omhulling van het compartiment worden voorgesteld. 6191N01a - 4 augustus 2016 - Bouw varkensbedrijf aan de Donschotseweg 12a te Deurne 3/16
1.2 Uitgangspunten Het object heeft daarom als functie lichte industriefunctie voor het bedrijfsmatig houden van dieren. In de gebruikte methodiek wordt geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende industriefuncties. Met betrekking tot de gelijkwaardigheidsonderbouwing is de navolgende gebruiksfunctie aangehouden: Industriefunctie(lichte) voor het bedrijfsmatig houden van dieren Nieuwbouw Bezetting minder dan 1 persoon per 30 m 2 De onderbouwingen voor gelijkwaardigheid in dit document zijn ontleend aan genoemde literatuur en omschreven uitgangspunten: Bouwkundig tekenwerk van ROBA Advies te Deurne, projectnummer 150215Gelijkwaardigheidsonderbouwing op basis van NEN6060:2015, Brandveiligheid van grote brandcompartimenten, d.d. juni 2015; Vuurlastberekening is uitgevoerd conform NEN 6090 van de toegepaste brandbare materialen op basis van aangereikte tekeningen, kenwaarden en informatie gebruiker; Berekeningen/vaststelling WBDBO uitgewerkt conform NEN6060:2015; 6191N01a - 4 augustus 2016 - Bouw varkensbedrijf aan de Donschotseweg 12a te Deurne 4/16
1.3 Situatieoverzicht Figuur 1: Situatietekening met beschouwd brandcompartiment 1.4 Overige Tenzij anders vermeld, wordt bij het Bouwbesluit bedoeld het Besluit van 29 augustus 2011 houdende vaststelling van voorschriften met betrekking tot het bouwen, gebruiken en slopen van bouwwerken (Bouwbesluit 2012), Stb. 2011. Publicatiedatum: 24-11-2015. 1.5 Bijlage(n) Bijlage A: Berekeningsbijlage NEN6060 Bijlage B: Stralingsberekeningen naar de omgeving 6191N01a - 4 augustus 2016 - Bouw varkensbedrijf aan de Donschotseweg 12a te Deurne 5/16
2. Uitwerking gelijkwaardigheidsonderbouwing NEN6060 2.1 Principe van de NEN6060 De NEN6060:2015 geeft géén bepaalde, vaste omvang aan voor brandcompartimenten, maar stelt de omvang afhankelijk van de situering, van aan te brengen voorzieningen en van de hoeveelheid brandbaar materiaal aan en in een groot brandcompartiment. Het gaat hier om brandbare bestanddelen van de constructie (permanente vuurbelasting) plus de beoogde maximale inhoud aan brandbaar materiaal (variabele vuurbelasting). De verbrandingswaarde van de materialen is daarbij van belang. De methode is dus gebaseerd op de hoeveelheid brandbaar materiaal. Bij weinig brandbaar materiaal kan men met beperkte voorzieningen tot veel grotere compartimenten komen dan 1.000 m² respectievelijk 2.500 m² in nieuwbouwsituaties. Is meer brandbaar materiaal aanwezig, dan nemen de vereiste voorzieningen toe, maar zijn nog steeds brandcompartimenten van aanzienlijke omvang mogelijk. De hoeveelheid brandbaar materiaal wordt vertaald in een totale vuurlast, in tonnen vurenhout equivalent of in GigaJoules en een vuurbelasting in termen van kilogram vurenhout equivalent per vierkante meter of in MegaJoules/m². De WBDBO, de vereiste weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van de omhulling, hangt (meestal) af van de maatgevende vuurbelasting. Dat is de vuurbelasting op of boven de 1.000 m² van het grondvlak van het compartiment waar zich de hoogste vuurbelasting bevindt. De bedoelde omhulling bestaat uit de wanden en vloeren die als begrenzing van het compartiment dienen, met inbegrip van de aanwezige ruimte op eigen terrein en langs de perceelgrenzen. Met de bepalingsmethode NEN6060 wordt het betrokken gebouw/brandcompartiment afgestemd op het beoogde gebruik. De gekozen grootte, de constructie en eventuele brandbeveiligingsvoorzieningen zijn daarop afgestemd. Dit houdt wel in dat een bijpassende gebruiksbeperking moet worden vastgelegd. Een vorm van toezicht is daarbij noodzakelijk om onbeheersbaarheid van brand te voorkomen (vergelijk: inspectie en certificering van brandbeveiligingsinstallaties). 2.2 Gebruik van de norm Met het oog op de gewenste inrichting en het gewenste gebruik van het gebouw kan er gekozen worden uit verschillende maatregelpakketten. Een maatregelpakket bevat aanwijzingen voor de uit oogpunt van beheersing van brand te treffen voorzieningen. Die voorzieningen zijn primair gericht op het voorkomen van schade buiten het brandcompartiment en verschillen onder andere in de mate van schadebeperking er binnen. De pakketten hebben elk een eigen toepassingsgebied in termen van gebruiksfuncties, de aard van betrokken brandcompartimenten en combinatiemogelijkheden daarvan in gestapelde bouw. Maatregelpakket I In dit maatregelpakket is de totale vuurlast aan en in het brandcompartiment voor nieuwbouw beperkt tot 600 ton vurenhoutequivalent (= 11.400 GJ). De gemiddelde vuurbelasting geeft vervolgens aan hoe groot het brandcompartiment mag zijn. Wanneer het beoogde gebruik een hogere vuurlast met zich meebrengt, is een onderverdeling in meer brandcompartimenten nodig, of een ander maatregelpakket. De eisen aan de omhulling van brandcompartimenten volgens pakket I, hangen vooral af van de zogenaamde maatgevende vuurbelasting. Afhankelijk van de maatgevende vuurbelasting, de omvang van de brandscheidingen en de eventuele vrije ruimte langs gevels, dient men extra marge te nemen in de wbdbo van de omhulling ter plaatse van deze maatgevende vuurbelasting. 6191N01a - 4 augustus 2016 - Bouw varkensbedrijf aan de Donschotseweg 12a te Deurne 6/16
De totale wbdbo-eis kan per zijde of gedeelte van een zijde variëren van 60 tot 240 minuten. Bij aanbouw of opbouw vertaalt deze eis zich direct in onder andere de vereiste brandwerendheid van de scheidingswand of de scheidende vloer. Voor gevels hangt de precieze eis mede af van de situering; vooral van de vrije ruimte die voor de gevel aanwezig is. De methode bevat een specifieke berekening van de afstandsbijdrage tot de wbdbo. 2.3 Toepassing Van het brandcompartiment zijn de gemiddelde en maatgevende vuurbelasting bepaald. Op basis van de toepassing van bouwmaterialen is de permanente vuurbelasting bepaald en de variabele vuurbelasting is bepaald op basis van gegevens betreffende het gebruik van de ruimte. In de berekeningen(bijlage A) zijn de aantallen, afmetingen en gewichten vermeld met de bijbehorende verbrandingswaarden waarmee de gemiddelde en maatgevende vuurbelasting zijn bepaald. De gemiddelde vuurbelasting is bepaald voor het gehele bouwdeel en de maatgevende vuurbelasting is bepaald over de aaneengesloten 1.000 m 2 van het bruto grondoppervlak waar(boven) zich de grootste bijdrage aan de vuurlast bevindt. Gezien de afmeting en de indeling van het gebouw is de maatgevende vuurbelasting gelijkgesteld aan de gemiddelde vuurbelasting De aanwezige vuurbelasting wordt weergegeven in MJ/m 2 en in het vurenhoutequivalent (vheq) hiervan. Dit geeft de vuurlast weer in een hoeveelheid vurenhout, die daarmee in theorie dezelfde brandduur heeft als de aanwezige materialen. 1 kg vheq/m 2 staat gelijk aan 1 minuut brandduur en is daarmee direct gerelateerd aan de vereiste brandwerendheid van de omhulling. Vuurbelasting MJ/m 2 kg/m 2 vurenhoutequivalent Permanent 116,5 6,1 Variabel 1.261,3 66,4 Gemiddeld 1.377,9 72,5 Totale vuurlast: 3.684.163 MJ 193.903 kg vheq Tabel 1: Vuurbelasting beschouwd compartiment volgend uit bijlage A Met de aanwezige gemiddelde vuurbelasting is het gewenste brandcompartiment met een totale gebruiksoppervlakte van 2.673,8 m 2 toelaatbaar. Gekozen is voor maatregelenpakket I. Hiermee is aangetoond dat het grote brandcompartiment op basis van NEN 6060 kan worden geaccepteerd. Het oppervlak waar de dieren verblijven is daarbij kleiner dan 2.500 m 2 waarmee voldaan wordt aan de voorwaarden voor de toepassing van de NEN 6060 voor de lichte industrie functie voor bedrijfsmatig houden van dieren. De technische ruimten en kleedruimten worden daarbij met 60 minuten brandwerende wanden en plafonds uitgevoerd waarmee bij brand dit pas na 60 minuten bij de dierenverblijven zou komen. Conform het brandbeveiligingsconcept is er daarmee een beheersbaar brandcompartiment waarbij de overige aspecten, gerelateerd aan de afmetingen van het compartiment, zoals wbdbo, sterkte bij brand en ontvluchting nader dienen te worden. 6191N01a - 4 augustus 2016 - Bouw varkensbedrijf aan de Donschotseweg 12a te Deurne 7/16
2.4 Toezichtarrangement Bij het toepassen de NEN 6060 is een toezichtarrangement een algemene verplichting ongeacht het te hanteren maatregelpakket, wanneer men een gelijkwaardige situatie wil aantonen middels een dergelijk onderzoek. De frequentie van het toezichtarrangement moet worden afgestemd met het bevoegd gezag. Voorstel is om de frequentie laag te houden en een review eens per vijf jaar te laten uitvoeren. Verder dient bij een voorgenomen wijziging qua gebruik en/of object eveneens te worden geanalyseerd of het geen (significante) negatieve invloed heeft op de werkingssfeer van voorliggend document. Het toezichtarrangement moet worden uitgevoerd door een onafhankelijke en deskundige instelling en is aanvullend op en komt niet in de plaats van toezicht en handhaving door het bevoegd gezag. De werkwijze zoals verwoord onder de algemene voorwaarden van de norm, dient te worden aangehouden. Het bevoegd gezag ontvangt op basis van het gekozen toezichtarrangement een inspectierapport waarin de bevindingen zijn vastgelegd. De kosten hiervan zijn voor rekening van de belanghebbende. 6191N01a - 4 augustus 2016 - Bouw varkensbedrijf aan de Donschotseweg 12a te Deurne 8/16
3. Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag Volgend uit de vuurbelasting en de gelijkwaardigheidsonderbouwing uit de NEN6060 is er bij een maatgevende vuurbelasting van 72,5 kg/m 2 een weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (wbdbo) eis van 72,5 minuten van toepassing. De te hanteren wbdbo-toeslag naar direct aangrenzende brandcompartimenten wordt bepaald door onderstaande grafiek, behalve wanneer er op het betrokken perceel voor de betreffende scheidingen een onbebouwde (vrije) ruimte aanwezig is van minimaal 5 m loodrecht op de scheiding. In dat geval wordt de veiligheidsmarge geacht aanwezig te zijn en mag voor de toeslag een waarde van 0 worden ingevuld. Tabel 2: Toeslagbepaling m.b.t. het scheidend oppervlak Omdat er geen sprake is van inwendige scheidingen en omdat voor de overige gevels de minimale afstand van 5 meter aanwezig is, is op basis van het gelijkwaardigheidsconcept en de bijbehorende vuurbelasting voor de gevels géén marge vereist en kan worden volstaan met 60 minuten wbdbo (minimum NEN6060), wat volgens het de norm spiegelsymmetrisch om de perceelgrens bepaald dient te worden. De onderstaande waarden zijn hierbij van toepassing: Gevel Hoogte (m) Breedte (m) Afstand (m) Straling (KW/m 2 ) WBDBOeis (min) Afstandsbijdr age (min) Westgevel 3,5 71,0 5,15 13,43 72,5 72,3 Noordgevel 7,0 37,9 50 2,67 72,5 240 Oostgevel 3,5 71,0 50 1,43 72,5 240 Zuidgevel 7,0 37,9 60 2,13 72,5 240 Tabel 3: Bepaling afstandsbijdrage Uit de berekeningen blijkt dat er ter plaatse van de gevels voldoende afstand richting de beoogde bebouwing op eigen terrein aanwezig is om brandoverslag tegen te gaan. 6191N01a - 4 augustus 2016 - Bouw varkensbedrijf aan de Donschotseweg 12a te Deurne 9/16
4. Overige brandveiligheidsaspecten 4.1 Bouwconstructie (sterkte bij brand) Uitgangspunt hierbij is dat in het (sub-)brandcompartiment waarin een brand heerst, de bouwconstructie mag bezwijken, zolang dit binnen een bepaalde tijdsduur maar niet leidt tot het bezwijken van bouwconstructies buiten dit (sub-)brandcompartiment. Het gaat om het voorkomen van voortschrijdende instorting. Artikel 2.10 lid 4 is niet van toepassing, omdat er in het gebouw geen gebruiksgebied hoger of lager is gelegen dan 5,0 meter boven of onder meetniveau (aansluitende terrein). Er is daarmee geen eis voor brandwerendheid met betrekking tot bezwijken voor die bouwconstructies die leiden tot voortschrijdende instorting in een ander brandcompartiment. Bij brand in een subbrandcompartiment mogen de vluchtroutes buiten dit subbrandcompartiment niet binnen 30 minuten bezwijken. Dit is niet van toepassing omdat er vanuit het brandcompartiment direct naar buiten kan worden gevlucht en er derhalve geen sprake is van vluchtroutes door een ander subbrandcompartiment. 4.2 Brandvoortplanting en rookdichtheid van constructieonderdelen De constructieonderdelen aan de buitengevel (m.u.v. kozijn/deurconstructies) van de bouwdelen dienen vanaf maaiveld te voldoen aan brandklasse D overeenkomstig NEN 13501-1. Naar de besloten ruimten toegekeerde zijde van een constructieonderdelen dienen te worden uitgevoerd met een rookklasse S2, overeenkomstig NEN 13501-1. De constructieonderdelen van de dierenverblijven, grenzend aan de binnenlucht, dienen te worden uitgevoerd met tenminste brandklasse B en rookklasse s2, overeenkomstig NEN 13505-1, De vloeren en bovenzijden van trappen dienen te voldoen aan brandklasse D fl en rookklasse s1 fl van de NEN 13501-1. 6191N01a - 4 augustus 2016 - Bouw varkensbedrijf aan de Donschotseweg 12a te Deurne 10/16
Extra beschermde vluchtroute Beschermde vluchtroute Overig Extra beschermde vluchtroute Beschermde vluchtroute Overig Extra beschermde vluchtroute Beschermde vluchtroute Overig Gebruiksfunctie Art. 2.67 Art. 2.68 Art. 2.69 Zijde constructieonderdeel grenzend aan de binnenlucht Zijde constructieonderdeel grenzend aan de buitenlucht Bovenzijde vloer/trap/hellingbaan grenzend aan de binnenlucht Industriefunctie - lichte industriefunctie voor bedrijfsmatig B B B C D D C fl D fl D fl houden van dieren - andere industriefunctie B D D C D D C fl D fl D fl Tabel 3: Brand- en rookklassen conform bouwbesluit 2012 Op ten hoogste 5% van de totale oppervlakte van de constructieonderdelen van elke afzonderlijke ruimte, waarvoor volgens de artikelen 2.67 tot en met 2.69 een eis geldt, is die eis niet van toepassing. 4.3 Brandgevaarlijkheid dak De bovenzijde van een dak van een bouwwerk dient, bepaald volgens NEN 6063, niet brandgevaarlijk te zijn. Er geldt vanuit het bouwbesluit geen eis met betrekking tot de brandgevaarlijkheid van het dak. 6191N01a - 4 augustus 2016 - Bouw varkensbedrijf aan de Donschotseweg 12a te Deurne 11/16
5. Ontvluchting In samenhang met de bezetting en de gebruiksfunctie van de gebruiksoppervlakte of het verblijfsgebied zijn de loopafstanden gelimiteerd volgens het bouwbesluit 2012. Zo is de loopafstand voor de (lichte)industriefunctie met een bezetting van > 30 m 2 /persoon maximaal 60 meter. Artikel 2.102 lid 5 en lid 7 is hierbij van toepassing waarbij het gebruiksgebied als niet nader in te delen gebruiksgebied wordt beschouwd en niet met de gecorrigeerde loopafstand gerekend moet worden. Omdat voldaan wordt aan de loopafstanden zoals gesteld in het bouwbesluit is geen verdere gelijkwaardigheidsonderbouwing in relatie tot grote brandcompartimenten vereist. De vluchtdeuren moeten zonder losse hulpmiddelen van binnen uit te openen zijn. Schuifdeuren mogen ook als vluchtdeuren dienen mits deze zonder losse hulmiddelen direct te openen zijn en voor regulier gebruik dienen. Een nooddeur is een deur die uitsluitend voor vluchten wordt gebruikt en mag niet als schuifdeur worden uitgevoerd. Bovenstaande geldt eveneens voor roldeuren, welke in geval van nooddeur voorzien dienen te worden van een loopdeur. 6191N01a - 4 augustus 2016 - Bouw varkensbedrijf aan de Donschotseweg 12a te Deurne 12/16
6. Installaties en voorzieningen t.b.v. bestrijden van brand 6.1 Brandmeldinstallatie (BMI) Op grond van de gebruiksoppervlakte en gebruiksfuncties is er voor dit plan op basis van het bouwbesluit 2012 geen brandmeldinstallatie vereist. 6.2 Ontruimingsalarminstallatie (OAI) Omdat er geen brandmeldinstallatie vereist is hoeft er ook geen ontruimingsalarminstallatie te worden gerealiseerd. 6.3 Algemene noodverlichting Er is op grond van het bouwbesluit geen vereiste voor noodverlichting in het gebouw omdat er geen verblijfsruimte is voor meer dan 75 personen en er geen subbrandcompartimentering is waarbij er door een besloten ruimte een beschermde vluchtroute voert. 6.4 Vluchtrouteaanduiding Er is op grond van het bouwbesluit geen vereiste voor een vluchtrouteaanduiding conform NEN 6088. 6.5 Brandslanghaspels Volgens het bouwbesluit is er geen vereiste voor de toepassing van brandslanghaspels voor de lichte industriefunctie. 6.6 Draagbare blustoestellen Op basis van het bouwbesluit worden draagbare blustoestellen vereist. Dit is vereist als er geen brandslanghaspels vereist zijn en als er stoffen zijn die alleen geblust kunnen worden met een andere blusstof dan water. Die andere blusstof, die uit poeder, schuim of gassen kan bestaan, bevindt zich in draagbare blustoestellen. Op basis van de ARBO wet zijn brandblusmiddelen vereist: nabij de keuken minimaal 6 kg poederblusser; bij open vuur een blusdeken; nabij opslagkasten en kluizen met gevaarlijke stoffen een blustoestel met minimaal een blusequivalent van 6 kg poeder; in ruimten waar brandbare stoffen worden verwerkt. Met betrekking tot de omgevingsvergunning voor het bouwen zijn draagbare blustoestellen vereist. Daarvoor dienen nabij de vluchtdeuren (toegangen tot de stal) en in de technische ruimte 9 liter sproeischuimblustoestellen te worden opgehangen. 6191N01a - 4 augustus 2016 - Bouw varkensbedrijf aan de Donschotseweg 12a te Deurne 13/16
6.7 Bereikbaarheid Op basis van het bouwbesluit worden er eisen gesteld aan de bereikbaarheid van bouwwerken. Afhankelijk van de situering en de diepte van het terrein zal er een opstelplaats voor een brandweervoertuig op het terrein gerealiseerd moeten worden met een afmeting van 4 x 10 meter, een vrije hoogte van 4,2 meter, bestand tegen een as-last van 10 ton en een totaal gewicht van 15 ton. Deze opstelplaats dient bereikbaar te zijn voor een brandweervoertuig waardoor er een rijbaan gerealiseerd dient te worden met een rijbaanbreedte van 3,5 meter, een doorgangshoogte van 4,2 meter welke bestand is tegen een as-belasting van 10 ton en een maximaal gewicht van 15 ton. In verband met de bestaande bebouwing op het eigen terrein is er aan de voorzijde van het object een opstelplaats voor de TAS. 6.8 Openbare bluswatervoorziening Op basis van het bouwbesluit worden er eisen gesteld aan de brandblusvoorzieningen Bij afwezigheid van een toereikende openbare bluswater voorziening moet worden voorzien in een doeltreffende niet openbare bluswatervoorziening. Een niet openbare bluswatervoorziening is bijvoorbeeld een: aansluiting op het distributienet van de drinkwaterleiding; aansluiting op een leidingnet voor water, geen drinkwater; waterput of bron; oppervlakte water; speciale gegraven blusvijver. Een openbare bluswatervoorziening is niet toereikend indien de afstand tussen de openbare brandkraan en de (brandweer)toegang van het object te groot is. De maximale afstand van 40 meter wordt hierbij in acht genomen. In verband met de bestaande bebouwing mag worden verondersteld dat er een toereikende bluswatervoorziening langs de openbare weg is voorzien. Er is dan ook geen aanvullende voorziening voor bluswater vereist bij deze uitbreiding. Indien er geen openbare bluswatervoorziening is, dient er een te worden voorzien door de gemeente of kan voorzien worden in een niet openbare bluswatervoorziening op eigen terrein. De vereiste bluswatercapaciteit hiervan dient gelijk te zijn aan die van een openbare bluswatervoorziening; minimaal 60 m 3 /h gedurende onbepaalde tijd of 90 m 3 /h gedurende een onafgebroken levertijd van vier uur. 6191N01a - 4 augustus 2016 - Bouw varkensbedrijf aan de Donschotseweg 12a te Deurne 14/16
TAS Figuur 2: Situatietekening met bereikbaarheid en bluswatervoorzieningen Legenda: Brandweertoegang TAS Opstelplaats TAS (tankautospuit) 4x10 m Uitgaande van de aanwezigheid van een openbare bluswatervoorziening binnen 40 meter van de brandweeringang ( een brandkraan of een gesloten geboorde put) langs de openbare weg Contouren beoordeeld object 6191N01a - 4 augustus 2016 - Bouw varkensbedrijf aan de Donschotseweg 12a te Deurne 15/16
7. Conclusie Samenvattend is het beschouwde brandcompartiment op basis van gelijkwaardigheid bepaald conform de NEN6060, als één brandcompartiment toegestaan. Hiermee is aangetoond dat het grote brandcompartiment op basis van NEN 6060 kan worden geaccepteerd. Het oppervlak waar de dieren verblijven is daarbij kleiner dan 2.500 m 2 waarmee voldaan wordt aan de voorwaarden voor de toepassing van de NEN 6060 voor de lichte industrie functie voor bedrijfsmatig houden van dieren. De wbdbo naar de omgeving, c.q. andere brandcompartimenten is voldoende waarbij brandoverslag voorkomen wordt geacht. Ten aanzien van ontvluchting wordt voldaan aan de gestelde eisen in het bouwbesluit. Vluchtdeuren dienen van binnen uit zonder losse hulpmiddelen te openen zijn. Ervan uitgaande dat er een toereikende primaire bluswatervoorziening en opstelplaats voor de TAS binnen de gestelde afstand van 40 meter aanwezig zijn, hoeft er geen aanvullende niet openbare bluswatervoorziening gemaakt te worden of bestaand aanwezig zijn. De conclusie is dat op basis van het bouwkundige pakket van maatregelen en installatietechnische voorzieningen in combinatie met de vuurbelasting volgend uit het gebruik, er een beheersbaarheid is voorgesteld, zoals in het brandbeveiligingsconcept NEN6060, Brandveiligheid van grote brandcompartimenten, waarmee het plan als gelijkwaardig wordt beschouwd aan de beoogde veiligheid conform Bouwbesluit 2012. 6191N01a - 4 augustus 2016 - Bouw varkensbedrijf aan de Donschotseweg 12a te Deurne 16/16
Bijlage A Vuurlastberekening conform NEN6090
Berekening vuurbelasting conform NEN6090 Gebouwgegevens Bepaling gebruiksoppervlakten conform NEN2580 van de beschouwde bouwdelen De gebruiksoppervlakte van een ruimte of van een groep van ruimten is de oppervlakte, gemeten op vloerniveau, tussen de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten omhullen. Brandcompartiment 1 Nieuwe stal 2.673,8 m² Totaal gebruiksoppervlak 2.673,8 m² Bepaling permanente en variabele vuurbelasting De permanente vuurbelasting is de bijdrage aan vuurbelasting van de brandbare materialen in de constructie-onderdelen die zich binnen het (beschouwde gedeelte van het) bouwwerk bevinden dan wel begrenzen. De variabele vuurbelasting is de vuurbelasting van het (beschouwde gedeelte van het) bouwwerk verminderd met de permanente vuurbelasting. totale permanente vuurbelasting 311.613 MJ 16.401 kg vurenhout totale variabele vuurbelasting 3.372.550 MJ 177.503 kg vurenhout totale vuurbelasting 3.684.163 MJ 193.903 kg vurenhout permanente vuurbelasting 116,5 MJ/m² 6,1 kg/m² vurenhout variabele vuurbelasting 1261,3 MJ/m² 66,4 kg/m² vurenhout Bepaling gemiddelde en maatgevende vuurbelasting De gemiddelde vuurbelasting (q) is de hoeveelheid warmte die per vierkante meter gebruiksoppervlakte vrijkomt bij volledige verbranding van alle aanwezige brandbare materialen. De maatgevende vuurbelasting (qm) wordt bepaald over de aaneengesloten 1.000 m² van de bruto grondoppervlakte waar(boven) zich de grootste bijdrage aan de vuurlast bevindt. Gezien het gebruik en de inrichting is de maatgevende vuurbelasting gelijkgesteld aan de gemiddelde vuurbelasting. gemiddelde vuurbelasting 1.377,9 MJ/m² 72,5 kg/m² vurenhout maatgevende vuurbelasting 1.377,9 MJ/m² 72,5 kg/m² vurenhout
Berekening vuurbelasting conform NEN6090 Permanente vuurbelasting aantal volume soort. massa verbr.waarde verbr.waarde per aantal kg/eenheid Mj/eenheid Mj Dak Geïsoleerd sandwichpaneel 2.673,8 m² 0,050 30,0 30,0 120.323,0 Stalen spanten stalen gordingen Gevels Prefab betonelementen isoaltie 341,0 m² 0,060 30,0 30,0 18.411,8 PVC kunsstof ramen 83,0 st 13,0 17,0 18.343,0 zeil 56,8 m² 1,4 17,0 1.350,9 vogelgaas 56,8 m² 0,3 17,0 289,5 houten balk/muurplaat 217,7 m² 0,008 700,0 19,0 21.719,6 gootsteun houten balken 283,9 m² 0,005 700,0 19,0 18.878,0 betontriplex 56,7 m² 0,018 700,0 19,0 13.578,8 Vloer Betonvloer Diversen massieve deuren 29,0 stuks 2,3 450,0 30.015,0 houten kozijnen 162,4 m 0,0076 700,0 19,0 16.497,5 vul- en stelhout 2,7 m³ 470,0 19,0 23.877,4 Onvoorzien 10,0 % 28.328,4 totale vuurbelasting 311.612,9
Berekening vuurbelasting conform NEN6090 Variabele vuurbelasting Stal inrichting aantal volume soort. massa verbr.waarde verbr.waarde per aantal kg/eenheid Mj/eenheid Mj PP afdeling scheidingen 1.008,0 m² 13,0 46,0 602.784,0 PP hokafscheidingen 1.089,5 m² 13,0 46,0 651.521,0 PP verhoogde vloer 691,2 m² 13,0 46,0 413.337,6 prefab ventilatie kokers 17,0 st 1.500,0 25.500,0 luchtwasser ventilatoren 8,0 st 1.000,0 8.000,0 luchtkanaal PUR 60 mm 1.656 m² 0,060 30,0 30,0 89.424,0 luchtwasser 276,5 m3 62,6 18,0 310.672,3 houten stijl en regelwerk 1.559,8 m 0,0050 700,0 19,0 103.726,7 plafond HWC plaat 2.449,0 m² 0,025 700,0 16,0 685.732,6 minerale wol isolatiedeken 2.449,0 m² 0,060 3,6 0,5 264,5 PVC leidingen installaties 2.673,8 m² 1,0 17,0 45.455,4 technische en kleedruimte 49,0 m² 30,0 19,0 27.930,0 Verlichting/Installatie kenwaarde 2 kg/m² GO 2.673,8 m² 2,0 19,0 101.606,1 Onvoorzien 10,0% 306.595,4 totale vuurbelasting 3.372.549,6
Bijlage B WBDBO-bepaling naar de omgeving
Bepaling WBO bijdrage conform NEN6060:2015 (industriefunctie) Locatie gevel: Westgevel ten opzichte van bestaande bebouwing op eigen perceel Invoergegevens: gebruiksoppervlak (A) 2.673,8 m² maatgevende vuurbelasting (qm) 72,5 kg vh/m² hoogte van de gevel (h): 3,5 m stralings breedte (b): 71,0 m afstand tot het observatiepunt (x): 5,2 m stralingsemittantie: 45 KW/m² Bepaling van de in rekening te brengen vlamhoogte Kleinste waarde van: 10 1. 1 1 1 h v = 3,2 m Berekening van de warmtestraling op de overliggende doelgevel φ doel = φ bron Fv waarin: φ doel - doel stralingsintensiteit (KW/m²) φ bron - bronstraling (KW/m²) 45 KW/m² Fv - zichtfactor 0,299 Stralingsflux φ doel = 13,43 kw/m² Vertaling van de warmtestraling naar een WBO-bijdrage conform NEN6060:2013 De afstandsbijdrage van de scheiding tussen twee naburige brandcompartimenten is afhankelijk van de warmtestraling vanuit het beschouwde brandcompartiment naar het andere. De norm NEN6060:2013 hanteert de volgende normatieve uitgangspunten voor het bepalen van de afstandsbijdrage tot de WBO (zie grafiek): 1) bij een stralingsniveau van 0 kw/m² tot en met 9 kw/m² is er 240 minuten afstandsbijdrage; 2) bij een stralingsniveau tussen 9 kw/m² en 15 kw/m² is er sprake van een dalende functie met een afstandsbijdrage van 240 minuten tot 60 minuten; 3) wordt het stralingsniveau van 15 kw/m² overschreden dan is de afstandsbijdrage 0 minuten. Uit de grafiek volgt dat bij de berekende stralingsflux een weerstand tegen brandoverslag in minuten aanwezig is van: Afstandsbijdrage = 72,3 min.
Bepaling WBO bijdrage conform NEN6060:2015 (industriefunctie) Locatie gevel: Noordgevel ten opzichte spiegeling om de perceelgrens Invoergegevens: gebruiksoppervlak (A) 2.673,8 m² maatgevende vuurbelasting (qm) 72,5 kg vh/m² hoogte van de gevel (h): 7,0 m stralings breedte (b): 37,9 m afstand tot het observatiepunt (x): 50,0 m stralingsemittantie: 45 KW/m² Bepaling van de in rekening te brengen vlamhoogte Kleinste waarde van: 10 1. 1 1 1 h v = 6,4 m Berekening van de warmtestraling op de overliggende doelgevel φ doel = φ bron Fv waarin: φ doel - doel stralingsintensiteit (KW/m²) φ bron - bronstraling (KW/m²) 45 KW/m² Fv - zichtfactor 0,059 Stralingsflux φ doel = 2,67 kw/m² Vertaling van de warmtestraling naar een WBO-bijdrage conform NEN6060:2013 De afstandsbijdrage van de scheiding tussen twee naburige brandcompartimenten is afhankelijk van de warmtestraling vanuit het beschouwde brandcompartiment naar het andere. De norm NEN6060:2013 hanteert de volgende normatieve uitgangspunten voor het bepalen van de afstandsbijdrage tot de WBO (zie grafiek): 1) bij een stralingsniveau van 0 kw/m² tot en met 9 kw/m² is er 240 minuten afstandsbijdrage; 2) bij een stralingsniveau tussen 9 kw/m² en 15 kw/m² is er sprake van een dalende functie met een afstandsbijdrage van 240 minuten tot 60 minuten; 3) wordt het stralingsniveau van 15 kw/m² overschreden dan is de afstandsbijdrage 0 minuten. Uit de grafiek volgt dat bij de berekende stralingsflux een weerstand tegen brandoverslag in minuten aanwezig is van: Afstandsbijdrage = 240,0 min.
Bepaling WBO bijdrage conform NEN6060:2015 (industriefunctie) Locatie gevel: Oostgevel ten opzichte van spiegeling om de perceelgrens Invoergegevens: gebruiksoppervlak (A) 2.673,8 m² maatgevende vuurbelasting (qm) 72,5 kg vh/m² hoogte van de gevel (h): 3,5 m stralings breedte (b): 71,0 m afstand tot het observatiepunt (x): 50,0 m stralingsemittantie: 45 KW/m² Bepaling van de in rekening te brengen vlamhoogte Kleinste waarde van: 10 1. 1 1 1 h v = 3,2 m Berekening van de warmtestraling op de overliggende doelgevel φ doel = φ bron Fv waarin: φ doel - doel stralingsintensiteit (KW/m²) φ bron - bronstraling (KW/m²) 45 KW/m² Fv - zichtfactor 0,032 Stralingsflux φ doel = 1,43 kw/m² Vertaling van de warmtestraling naar een WBO-bijdrage conform NEN6060:2013 De afstandsbijdrage van de scheiding tussen twee naburige brandcompartimenten is afhankelijk van de warmtestraling vanuit het beschouwde brandcompartiment naar het andere. De norm NEN6060:2013 hanteert de volgende normatieve uitgangspunten voor het bepalen van de afstandsbijdrage tot de WBO (zie grafiek): 1) bij een stralingsniveau van 0 kw/m² tot en met 9 kw/m² is er 240 minuten afstandsbijdrage; 2) bij een stralingsniveau tussen 9 kw/m² en 15 kw/m² is er sprake van een dalende functie met een afstandsbijdrage van 240 minuten tot 60 minuten; 3) wordt het stralingsniveau van 15 kw/m² overschreden dan is de afstandsbijdrage 0 minuten. Uit de grafiek volgt dat bij de berekende stralingsflux een weerstand tegen brandoverslag in minuten aanwezig is van: Afstandsbijdrage = 240,0 min.
Bepaling WBO bijdrage conform NEN6060:2015 (industriefunctie) Locatie gevel: Zuidgevel spiegelsymmetrisch ten opzichte van het hart van de openbare weg Invoergegevens: gebruiksoppervlak (A) 2.673,8 m² maatgevende vuurbelasting (qm) 72,5 kg vh/m² hoogte van de gevel (h): 7,0 m stralings breedte (b): 37,9 m afstand tot het observatiepunt (x): 60,0 m stralingsemittantie: 45 KW/m² Bepaling van de in rekening te brengen vlamhoogte Kleinste waarde van: 10 1. 1 1 1 h v = 6,4 m Berekening van de warmtestraling op de overliggende doelgevel φ doel = φ bron Fv waarin: φ doel - doel stralingsintensiteit (KW/m²) φ bron - bronstraling (KW/m²) 45 KW/m² Fv - zichtfactor 0,047 Stralingsflux φ doel = 2,13 kw/m² Vertaling van de warmtestraling naar een WBO-bijdrage conform NEN6060:2013 De afstandsbijdrage van de scheiding tussen twee naburige brandcompartimenten is afhankelijk van de warmtestraling vanuit het beschouwde brandcompartiment naar het andere. De norm NEN6060:2013 hanteert de volgende normatieve uitgangspunten voor het bepalen van de afstandsbijdrage tot de WBO (zie grafiek): 1) bij een stralingsniveau van 0 kw/m² tot en met 9 kw/m² is er 240 minuten afstandsbijdrage; 2) bij een stralingsniveau tussen 9 kw/m² en 15 kw/m² is er sprake van een dalende functie met een afstandsbijdrage van 240 minuten tot 60 minuten; 3) wordt het stralingsniveau van 15 kw/m² overschreden dan is de afstandsbijdrage 0 minuten. Uit de grafiek volgt dat bij de berekende stralingsflux een weerstand tegen brandoverslag in minuten aanwezig is van: Afstandsbijdrage = 240,0 min.