Rapportage Brandveiligheid

Vergelijkbare documenten
STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID (voor nieuwbouw utiliteitsgebouwen, op hoofdlijnen, volgens bouwbesluit 2012 versie 1.0)

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID volgens Bouwbesluit 2012 UTILITEITSGEBOUWEN. Kenmerk: 2013-R-V1.2

NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD

AFD BEPERKING ONTSTAAN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE

Hoefbladstraat te Nieuw-Vennep Beoordeling brandveiligheid. Datum 10 december 2015 Referentie Hoofdweg GH ROTTERDAM

Bouwdeel F/G Brouwhuis aan de Ceresstraat te Breda

<> Inhoudsopgave 1 Algemene projectgegevens Sterkte bij brand (afdeling 2.2) Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situa

Brandpreventie. Werk nr Datum: HOOFDGEBOUW (2014)

Rapenburg 34 Quickscan Definitief Ontwerp Brandveiligheid

Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie

OMGEVINGSVERGUNNING. ProjectManagement Bureau Gemeente Amsterdam Postbus BG AMSTERDAM

project: Houthavens Kavel 1c te Amsterdam - bouwen opdrachtgever: Peter Tuin Holding B.V. document: Rapportage Brandveiligheid kenmerk: 6140R01c

Kapershoekseweg 24. Hoogvliet - Rotterdam

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 10 MEI 2017

Utrechtsestraatweg AS Woerden De heer ing. P. Dunnewold. Strevelsweg 700/ AS Rotterdam De heer G. Zeck

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016

SPLITSING UNITS A-1 EN A-4 WOONBOULEVARD HOOGSTAD TE VLAARDINGEN

Brandveiligheidsplan Leka Oomsberg Vledderveen

Toetsing brandpreventie

Ambulance Zorg Limburd Noord is voornemens een nieuwe ambulancepost in Weert in te realiseren.

Roozen - van Hoppe Bouw en Ontwikkeling bv T.a.v. de heer Jeroen Pel Postbus AD HILVARENBEEK

Checklist woonfunctie

Zorgboerderij Hagelkruisweg 20 te Hegelsom. Rapportage brandveiligheid

Uitbreiding tweede openluchtschool te Amsterdam. Rapportage brandveiligheid. Rapportnr: Datum: Versie: 1 Contactpersoon: L.

BEM Omschrijving : Toetsing bebouwing t.b.v. het houden van een Agrarische Kinderopvang aan De Zeeweg 4 te Nieuw-Vossemeer (Gem. Steenbergen).

RAPPORT BRANDVEILIGHEID s Gravendijkwal 68 Rotterdam DO v Auteur: Leon Zondervan

Verbouwing gezondheidszorgcomplex aan de Zuiderweg 15 te Schagen. Rapportage brandveiligheid

Brandveiligheidstoets Nieuwbouw fustopslag & expeditie FruitNL te Ommeren

Bepaling WBDBO-eisen tussen woningen in een woongebouw

ISOLATIE, MUUR, THERMISCH, VOORGEVORMD (attest, productcertificaat)

Notitie Bouwbesluit. 1 Inleiding. 2 Situatie en uitgangspunten

Checklist bijeenkomstfunctie

Vastgoedtransformatie. het Bouwbesluit. 31 mei Patrick van Loon. Vergunningverlener Stadsontwikkeling

1 Inleiding vereist kwaliteitsniveau... 2

Nieuwbouw kantoor Bon Holding

Infobrief Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht : 1. Stroomschema s en Bouwbesluit nu en in de toekomst

Afdeling Vluchtroutes Nieuwbouw. Artikel Stuurartikel

BNA Roadshow Bouwbesluit Programma. Nieuwe en gewijzigde begrippen Gebruiksfuncties Algemene begrippen Personenbenadering

HOUTWOLPLAAT, MINERAAL GEBONDEN (attest-met-productcertificaat) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Biomassacentrale Ooms. Rapportage brandveiligheid. Rapportnr: Datum: Versie: 1 Contactpersoon: L. Mol

Het Bouwbesluit Vluchten bij brand

BRANDVEILIGHEID EN VLUCHTWEGEN

Bouwbesluit 2012, woongebouw, overige gebruiksfunctie, nieuwbouw, portiekontsluiting, parkeren Datum: 19 mei 2017 Status:

V&L MEMO BRANDVEILIGHEID. Bijlage 25 bij besluit 2017/2543-V1

BRL 2880 " Systemen voor het brandwerend bekleden van lijnvormige stalen bouwconstructies " ( )

project: Bouw Zorgvilla Nieuw Vogelesang a/d Rijksstraatweg 162 te Leersum opdrachtgever: Zorgvilla Nieuw Boszicht Rijksstraatweg 65, 3956 CJ Leersum

NIEUWBOUW BEDRIJFSPAND OSSEBROEKEN 13 BEILEN

Renovatie/verbouwing H. Hartkerk/ Pastorie aan de Baronielaan te Breda

AVR Afvalverwerking BV Nieuwbouw Stortbordes december 2011

NIEUWBOUW KINDERDAGVERBLIJF DE ARK AGRA MATIC BV

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Brandveiligheidsadvies

RAPPORTAGE TOETSING BRANDVEILIGHEID

InleIDInG ReGelGeVInG en BouwBeSluIT

Houthaven Blok 5A/B te Amsterdam

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN

nieuwbouw melkveebedrijf: Werktuigenberging C, Jongveestal D, Ligboxenstal E jc Cotenoeverseweg 105, Brummen

ADVIES. Beschrijving. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus BV Rotterdam

Woongebouw familie James Callantsoog. Rapportage brandveiligheid

Beleid bestaande bouw - beleidspakket. Kwaliteit brandveiligheid

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN 3. TOETSKADER: BOUWBESLUIT 2012

BRANDPREVENTIE TOETSING

Bouwbesluit naar BBL. Onderwerpen Indeling Nieuwe begrippen Veranderingen bouwkundig Veranderingen installaties

ADVIES. Pagina 1 van 6. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat info@adviescommissiebrandveiligheid.

Brandveiligheid. Onderwerp: Advies nieuwbouw rijhal "Hippisch Recreatiepark Ter Maarsch" Adres: Vledderweg 3 Stadskanaal Aanvrager: HPF Projecten BV

Brandveiligheidsadvies

Seniorenappartementen Graafdijk Oost. Rapportage brandveiligheid

Brandveiligheidsadvies Nieuwbouw winkel en bedrijfsruimten Binnenweg te Heemstede te Naarden

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

ADVIES. Registratienummer: 1019 Twee bouwblokken ontsloten via één portiek

SCHIPHOL HOTEL BADHOEVEDORP

Herontwikkeling Bedrijfspand Kruisbergseweg 10, Hengelo (Gld)

Uitbreiding Farm Dairy te Lelystad Onderwerp Brandveiligheidsplan Projectnummer AN11476 Documentnummer BA-v1.0

Beach hotel te Zoutelande. Rapportage berekening permanente vuurbelasting

Verdiepingsmodule brandveiligheid. Programma Korte herhaling wijzigingen en begrippen algemeen Wijzigingen brandveiligheid

WAND, BINNENSPOUWBLAD, NIET DRAGEND, BETON (attest, productcertificaat)

Wat is een veiligheidstrappenhuis?

De totale gebruiksoppervlakte is exclusief de woonfuncties ruim groter dan 1000 m 2.

Gemeente Heerhugowaard D. Kooij Postbus AJ HEERHUGOWAARD. Beste meneer Kooij,

Brandveiligheidsrapportage - Pastorie. Renovatie/verbouwing H. Hartkerk/ Pastorie aan de Baronielaan te Breda

AMS1 Schiphol-Rijk. Brandveiligheid in het kader van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

datum 20 januari 2016 project Global Switch Amsterdam - tijdelijke vestiging Arnhem omgevingsvergunning kantoorunits uw kenmerk -

Bouwbesluit Rapport Verbouw

Beoordeling brandveiligheid t.b.v. aanvraag gebruiksvergunning

Onderbouw. Brandveiligheidseisen ONDERBOUW. Om voor optoppen in aanmerking te komen moet een woongebouw aan

NIEUWSBRIEF 2019-ERB-P001

Brandveiligheidsadvies Gelijkwaardigheid

Brandbeveiligingsconcept. Ten behoeve van: Woonvoorziening met dagbesteding OTT De Ring te Hoofddorp

WAND, BINNEN, NIET DRAGENDE, MONTAGEWAND, GIPSPLATEN (attest, productcertificaat)

Brandcompartimenten in Bouwbesluit 2012

Beschrijving. Adviesvraag ADVIES

Brandbeveiligingsconcept. Ten behoeve van: Realisatie hotel in bestaand bedrijfspand Beltstraat 79 Hippolytushoef

Popcentrum MIO te Maastricht Brandveiligheid

rand rapport Project: Herinrichting 't Klooster Rilland Werknummer:ZF15-06 Datum:

Bouwbesluit 2012, kantoorfunctie, nieuwbouw, vluchtroute, brandmeldinstallatie (BMI), Datum: 25 maart 2019 Status:

In dit schrijven is de beoordeling en het gelijkwaardigheidsvoorstel weergegeven.

doorstroomcapaciteit vluchtroutes Business Center

Standaardzinnen in het kader van toezicht en advisering handhaving brandveiligheid Bouwbesluit 2012

Toetsing Brandveiligheid Bouwbesluit BB 2012

Projectgegevens. Projectteam. PROJECT De groene verbinding Nieuwbouw 15 duurzame woningen Pallandtmarke te Zwolle

Transcriptie:

Projectmanager E.J. de Graaf Rapportage Brandveiligheid Middelstegracht 145 t/m 151 8 appartementen hofjeswoningen Brandveiligheid Rookproductie Brand- en Rookcompartimentering Edwin@bouwconsultancydegraaf.nl 02-08-2016

Inhoudsopgave Inleiding... 3 Algemene gegevens... 4 Brandveiligheid Appartementen... 5 Veilig vluchten... 6 Voorzieningen voor het kunnen vluchten... 7 Brand- en Rookklassen... 9 Brandklassen... 9 Brandveiligheid en Rookproductie van toegepaste materialen.... 11 Brandcompartimentering... 12 Algemeen... 12 Brandveiligheid hofjeswoningen... 14 Veilig vluchten... 15 Voorzieningen voor het kunnen vluchten... 16 Brand- en Rookklassen... 18 Brandklassen... 18 Brandveiligheid en Rookproductie van toegepaste materialen.... 20 Bluswatervoorzieningen... 21 Brandcompartimentering... 23 Algemeen... 23 Begane grond nieuwe situatie... 23 Eerste verdieping nieuwe situatie... 24 2

Inleiding Algemeen In dit bouwkundige rapport wordt de brandveiligheid van het project in kaart gebracht. Dit rapport betreft aanvraag Middelstegracht 145 t/m 151 Doel: Het doel van deze rapportage is het aantonen van de brandveiligheid. In deze rapportage wordt de brandveiligheid, de rookproductie van toegepaste materialen, brand- en rookcompartimentering uiteen gezet. Werkwijze: De brandveiligheid en rookproductie wordt uitgeschreven. De brand- en rookcompartimentering wordt op tekening aangeleverd. 3

Algemene gegevens Gegevens object: Soort: - Adres: Middelstegracht 45 t/m 151 Monumentennummer: - Stadsgebied: Centrum Status: Beschermd gezicht Gegevens rapportage: Opdrachtgever: Bolero BV Eigenaar: Bolero BV Aanvrager: BouwConsultancy de Graaf Architect: E.J. de Graaf Aannemer: Bolero BV Contactpersoon gemeente: R. Loomans Plantoetser ELO: - Bouwhistoricus ELO: - 4

Brandveiligheid Appartementen Inleiding Gevels van gebouwen zijn de belangrijkste onderdelen als het gaat om de bescherming van de inhoud van het gebouw en het comfort van de gebruikers. De gevel is de veiligheid barrière tussen omgeving en inhoud en andersom. Niet alleen bepaalt de gevel de kans op het ontstaan van brand van buitenaf door brandstichting, maar een gevel kan ook de branduitbreiding naar de rest van het gebouw en de omgeving voorkomen. Zo kan de brand beheersbaar blijven voor de brandweer. De gevels en het dak zijn bepalend voor de omvang van de brand. Regelgeving De appartementen uit deze aanvraag dienen te voldoen aan de volgende wet- en regelgeving: Arbeidsomstandighedenwet, met het Arbobesluit en technische regelingen; Wet Milieubeheer, met eisen voor o.a. terreinen, opslag en gebouwen; Woningwet, met het Bouwbesluit en Bouwverordening t.b.v. de Gebruiksvergunning Uitgangspunt hierbij is het Bouwbesluit, met als aanvullende eisen die van de brandweer op het gebied van beheersbaarheid van brand en de eisen van verzekeraars. Voor deze omgevingsvergunning is alleen de gebruiksfunctie wonen van toepassing. De algemene uitgangspunten zijn: binnen 15 minuten na het ontstaan van een brand moet die brand zijn ontdekt en moeten de door die brand bedreigde personen en de brandweer zijn gealarmeerd; binnen 15 minuten na die alarmering moeten de door de brand bedreigde personen zonder hulp van de brandweer kunnen vluchten; de brandweer is aanwezig en operationeel binnen 15 minuten na het melden van de brand; en de brandweer moet de brand binnen 60 minuten na het ontstaan onder controle hebben, hetgeen inhoudt dat voorkomen wordt dat de brand verder uitbreidt naar naastgelegen percelen. Op dat moment moeten de laatste door de brand bedreigde personen met behulp van de brandweer zijn gered. Het uitgangspunt van de eisen is dat op elk punt op een voor personen bestemd gedeelte van een vloer een vluchtroute begint, die eindigt op een veilige plaats. Een veilige plaats is het aansluitende terrein, vanwaar de openbare weg kan worden bereikt of een plaats die een gelijkwaardige veiligheid biedt. 5

Veilig vluchten Algemeen Voor woonfuncties, ook als ze zijn gelegen in een woongebouw, geldt dat elke afzonderlijke woning een brandcompartiment is. Dat geld ook voor dit project. De verblijfsgebieden binnen de woning liggen in een subbrandcompartiment en gebruiksfuncties waarin geslapen wordt dienen een beschermd subbrandcompartiment te zijn. Een vluchtroute start op elk punt op een voor personen bestemd gedeelte van een vloer in de woning. De loopafstand tussen een punt in een gebruiksgebied van de woning en de uitgang van de woning mag maximaal 30 meter bedragen (artikel 2.102, lid 4) Bij dit project hebben we te maken met een zogenaamde portiekflat. Waarbij de toegangen van de woningen direct op het trappenhuis uitkomen. Voor het vluchten uit betreffende woningen is slechts een trappenhuis aanwezig, dit betekend dat we te maken hebben met een extra beschermde vluchtroute. Deze situatie is alleen onder bepaalde voorwaarden toegestaan1. Of aan die voorwaarden wordt voldaan, blijkt uit de tekst onderaan het stroomschema. Wordt niet aan de hierna genoemde voorwaarden voor een portiekflat voldaan, dan is het gebouw geen portiekflat in de zin van het Bouwbesluit en zal een tweede vluchtroute of een veiligheidsvluchtroute moeten worden gemaakt. De concrete voorwaarden voor een portiekontsluiting zijn: Op de enkele vluchtroute mogen niet meer dan 6 woonfuncties zijn aangewezen en geen vloer van een verblijfsgebied van die woonfuncties mag hoger liggen dan 6 meter boven meetniveau, of Het totale gebruiksoppervlak van de woonfuncties die op de enkele vluchtroute zijn aangewezen mag niet groter zijn dan 800 m1 Aan een trappenhuis van een portiekflat kunnen in de ministeriële regeling nog nadere eisen worden gesteld (artikel 2.104, lid 4). Hieraan is de Regeling Bouwbesluit 2012 echter nog geen invulling gegeven. m2, er mag geen vloer van een verblijfsgebied van de woonfuncties hoger liggen dan 12,5 meter boven meetniveau en geen van de woonfuncties mag een gebruiksoppervlakte hebben van meer dan 150 m2. 6

Voorzieningen voor het kunnen vluchten Meld- en alarm installaties In bijlage 1 van het Bouwbesluit 2012 is een tabel opgenomen waarmee, in combinatie met artikel 6.20, voor elke gebruiksfunctie kan worden bepaald of en zo ja, welk type brandmeldinstallatie aangeduid conform NEN 2535 in een gebouw moet worden aangebracht. Rookmelders Voor een aantal gebruiksfuncties is in artikel 6.21 voorgeschreven dat rookmelders moeten worden toegepast. Dit moet conform NEN 2555 en voldoen aan primaire inrichtingseisen uit die norm. Dit geld in de volgende gevallen: Bij nieuwbouw van woonfuncties en bij functiewijziging naar een woonfunctie (voor woonfuncties voor kamergewijze verhuur: zie 3b van deze brochure). In deze woningen moet in elke ruimte die wordt gepasseerd vanaf de uitgang van een verblijfsruimte tot de uitgang van de woning een rookmelder De belangrijkste primaire inrichtingseisen uit NEN 2555, waar de rookmelders aan moeten voldoen, zijn: NEN-EN 14604 (specifieke eisen aan o.a. de techniek, testmethoden, uiterlijke kenmerken, gebruikersinstructies); de rookmelder moet een optische rookdetector bevatten; de rookmelder moet worden aangesloten op de elektriciteitsvoorziening (230 V); de rookmelder moet van een secundaire energievoorziening, bijvoorbeeld een batterij, zijn voorzien; de rookmelder moet gekoppeld worden als dit nodig is om in alle verblijfsruimten en vluchtroutes van de gebruiksfunctie te voldoen aan het vereiste geluidniveau Aanduiding vluchtroutes In vrijwel alle niet tot bewoning bestemde gebruiksfuncties moet vluchtrouteaanduiding worden aangebracht (artikel 6.24). De vluchtrouteaanduiding is bedoeld om de gebruikers van een gebouw duidelijkheid te geven over het verloop van vluchtroutes, zodat ook personen die niet of minder bekend zijn met een specifieke vluchtroute of zich door rook of duisternis niet meer kunnen oriënteren, voldoende snel het aansluitend terrein kunnen bereiken. De vluchtrouteaanduiding moet voldoen aan NEN 6088 (zie figuur 5.1) en aan de zichtbaarheidseisen uit artikel 5.2 t/m 5.6 van NEN-EN 1838. Als in een ruimte een noodverlichtingsinstallatie als bedoeld in artikel 6.3 vereist is, moet binnen 15 seconden na het uitvallen van de stroom de vluchtrouteaanduiding nog gedurende ten minste 60 minuten voldoen aan de zichtbaarheidseisen uit artikel 5.2 t/m 5.6 van NEN-EN 1838. 7

Deuren in de vluchtroute Artikel 6.25 stelt eisen aan deuren in vluchtroutes. Voor woonfuncties geldt bij nieuwbouw van een woongebouw dat een deur op een gemeenschappelijke vluchtroute die toegang geeft tot een trappenhuis, niet tegen de vluchtrichting in mag draaien (bij bestaande bouw geldt dit niet). Bij aanwezigheid van personen in het bouwwerk moet elke deur die zich in een vluchtroute bevindt, zonder gebruik te hoeven maken van een sleutel, onmiddellijk over de ten minste vereiste breedte kunnen worden geopend (artikel 7.12). Dit basisprincipe is bij een woonfunctie alleen van toepassing op een gemeenschappelijke vluchtroute.. 8

Brand- en Rookklassen De Nederlandse klassering voor brandgedrag werd tot 2012 bepaald op basis van de normen NEN 1775, NEN 6064, NEN 6065 en NEN 6066. Het Bouwbesluit 2012 wijst voor nieuwbouw de nieuwe Europese klassering voor brandgedrag NEN-EN 13501-1 aan. Materialen worden hierbij ingedeeld in brand- en rookklassen. In het Bouwbesluit 2012 worden de Europese normen alleen aangestuurd voor nieuwbouw; voor bestaande bouw mogen nog de oude Nederlandse klasseringen worden gehanteerd. In dit hoofdstuk worden de Europese klasseringen verder toegelicht. Brandklassen De brandklassen die in het Bouwbesluit worden vereist zijn de Europese brandvoortplantingsklasse als bedoeld in NEN-EN 13501-1, onderdeel Classification criteria for construction products. De Europese klassen lopen van A1 tot en met F, waarbij A1 de hoogste klassering aangeeft en F de laagste. NEN 13501-1 maakt onderscheid tussen materiaal dat wordt toegepast op de vloer en materiaal dat op een andere plaats wordt gebruikt. De eerste heeft in de codering fl als toevoeging, wat staat voor Floor (vloer). Speciaal voor aanduidingen van dakbedekkingsmaterialen (NEN-EN 13501-5) wordt de toevoeging roof gebruikt. Voor bestaande situaties mag ook gebruik gemaakt worden van NEN 13501. De tabel hieronder geeft een overzicht van de Europese brandklassen De klassering A1 t/m F betreft een klassering op basis van het warmtevermogen, warmte-inhoud, ontsteking en vlamuitbreiding van het materiaal. Daarnaast is er ook een aparte klassering op de rookproductie. Voor de rookproductie wordt onderscheid gemaakt tussen 3 klassen: S1 geringe rookproductie S2 gemiddelde rookproductie S3 grote rookproductie Verder zijn er nog de brandende druppels, delen zijn een direct gevaar voor personen en voor het ontstaan van nieuwe brandhaarden op andere plaatsen: 9

D0 geen productie van brandende delen D1 delen branden korten dan 10 seconden D2 delen branden langer dan 10 seconden Beperken van ontstaan van brandgevaarlijke situaties Artikel 2.57 1) Materiaal op of nabij een stookplaats (openhaar o.i.d.) moet voldoen aan brandklasse A1, en wanneer het een vloer betreft aan brandklasse A1fl. 2) Materiaal toegepast aan de binnenzijde van een schacht of koker met een oppervlakte groter dan 0,015m2 moet voldoen aan brandklasse A2. (n.v.t. op leidingschachten die enkel door badruimten voeren) Artikel 2.67 Constructieonderdelen en materialen die grenzen aan de binnen lucht moeten voldoen aan onderstaande brandklasse; Grenzend aan normale ruimte Brandklasse D Grenzend aan beschermde vluchtroute Brandklasse D, bij slaapgebouwen B, en rookklasse s2 Grenzend aan extra beschermde vluchtroute Brandklasse B Artikel 2.68 1) Constructieonderdelen en materialen die grenzen aan de buitenlucht moeten voldoen aan onderstaande brandklasse; Hoogste VG < 5,0 meter Hoogste VG > 5,0 meter Deur, raam en kozijn Brandklasse D Onderste 2,5 meter gevel: brandklasse B Gevel hoger dan 13,0 meter: brandklasse B Overige: brandklasse D Brandklasse D Voor constructieonderdelen die grenzen aan (extra) beschermde vluchtrouten geldt dat minimaal moet worden voldaan aan brandklasse C. Artikel 2.71 1) De bovenzijde van een dak is conform NEN6063 niet brandgevaarlijk. Dit is niet van toepassing wanneer de hoogte vloer niet hoger ligt dan 5,0 meter boven meetniveau, wanneer het gebouw kleiner is dan 50m2 of wanneer het gebouw op meer dan 15 meter van de perceelgrens gelegen is 10

Brandveiligheid en Rookproductie van toegepaste materialen. Constructie De constructie van dit project bestaat uit HSB, dit heeft een klassering van C dit is in praktijk brandbaar. De isolatie in de HSB bestaat uit steenwol dit heeft een klassering van A1 en is praktisch onbrandbaar. Daarnaast zijn de binnen wanden afgewerkt met dubbel gips klassering A2, s1 en d0. Vloeren De vloeren bestaan uit HSB met op de vloer dubbel fermacell, geïsoleerd met minerale wol en in geval van een verdiepingsvloer zijn de plafonds afgewerkt met gips. Dak Het dak is geïsoleerd met PUR-platen of terwijl Polyurethaanschuim. Dit materiaal is een thermoharder met brandklasse B. De schil van het dak bestaat uit gesmoorde Hollandse pannen, brandklasse A1 Schil De schil bestaat uit bakstenen brandklasse A1 Kozijnen De kozijnen bestaan uit geschilderd hardhout brandklasse B Schachten Schachten worden in dit project afgewerkt met gips. Het bouwbesluit stelt dat materialen die in een schacht worden verwerkt ten minste Klasse A2 dienen te hebben. 11

Brandcompartimentering Algemeen Weerstand tegen brandoverslag en branddoorslag tussen 2 brandcompartimenten; basis eis 60 minuten. De WBDBO eis tussen een beschermd sub brandcompartiment naar andere ruimte in een brandcompartiment is 30minuten (artikel 2.94) De WBDBO tussen een extra beschermde vluchtroute en de aangrenzende ruimten is minimaal 60 minuten. Een extra beschermde vluchtroute ligt namelijk niet in een brandcompartiment (artikel 2.017) = Brandcompartiment = Beschermd subbrandcompartiment = Vluchtroute = Extra beschermde vluchtroute = Brandmelder = Brandcompartiment = Beschermd subbrandcompartiment = Vluchtroute = Extra beschermde vluchtroute = Brandmelder 12

= Brandcompartiment = Beschermd subbrandcompartiment = Vluchtroute = Extra beschermde vluchtroute = Brandmelder 13

Brandveiligheid hofjeswoningen Inleiding Gevels van gebouwen zijn de belangrijkste onderdelen als het gaat om de bescherming van de inhoud van het gebouw en het comfort van de gebruikers. De gevel is de veiligheid barrière tussen omgeving en inhoud en andersom. Niet alleen bepaalt de gevel de kans op het ontstaan van brand van buitenaf door brandstichting, maar een gevel kan ook de branduitbreiding naar de rest van het gebouw en de omgeving voorkomen. Zo kan de brand beheersbaar blijven voor de brandweer. De gevels en het dak zijn bepalend voor de omvang van de brand. Regelgeving De appartementen uit deze aanvraag dienen te voldoen aan de volgende wet- en regelgeving: Arbeidsomstandighedenwet, met het Arbobesluit en technische regelingen; Wet Milieubeheer, met eisen voor o.a. terreinen, opslag en gebouwen; Woningwet, met het Bouwbesluit en Bouwverordening t.b.v. de Gebruiksvergunning Uitgangspunt hierbij is het Bouwbesluit, met als aanvullende eisen die van de brandweer op het gebied van beheersbaarheid van brand en de eisen van verzekeraars. Voor deze omgevingsvergunning is alleen de gebruiksfunctie wonen van toepassing. De algemene uitgangspunten zijn: binnen 15 minuten na het ontstaan van een brand moet die brand zijn ontdekt en moeten de door die brand bedreigde personen en de brandweer zijn gealarmeerd; binnen 15 minuten na die alarmering moeten de door de brand bedreigde personen zonder hulp van de brandweer kunnen vluchten; de brandweer is aanwezig en operationeel binnen 15 minuten na het melden van de brand; en de brandweer moet de brand binnen 60 minuten na het ontstaan onder controle hebben, hetgeen inhoudt dat voorkomen wordt dat de brand verder uitbreidt naar naastgelegen percelen. Op dat moment moeten de laatste door de brand bedreigde personen met behulp van de brandweer zijn gered. Het uitgangspunt van de eisen is dat op elk punt op een voor personen bestemd gedeelte van een vloer een vluchtroute begint, die eindigt op een veilige plaats. Een veilige plaats is het aansluitende terrein, vanwaar de openbare weg kan worden bereikt of een plaats die een gelijkwaardige veiligheid biedt. 14

Veilig vluchten Algemeen Voor woonfuncties, ook als ze zijn gelegen in een woongebouw, geldt dat elke afzonderlijke woning een brandcompartiment is. Dat geld ook voor dit project. De verblijfsgebieden binnen de woning liggen in een subbrandcompartiment en gebruiksfuncties waarin geslapen wordt dienen een beschermd subbrandcompartiment te zijn. Een vluchtroute start op elk punt op een voor personen bestemd gedeelte van een vloer in de woning. De loopafstand tussen een punt in een gebruiksgebied van de woning en de uitgang van de woning mag maximaal 30 meter bedragen (artikel 2.102, lid 4) Bij dit project hebben we te maken met de ontwikkeling van 5 kleinschalige woningen. De woningen bestaat uit de begane grond met op de eerste verdieping 2 slaapkamers in de kap. De oppervlakte van de woningen varieert tussen de 66m2 en 81m2. Maximale loopafstand in de vluchtroute wordt hier niet gehaald. 15

Voorzieningen voor het kunnen vluchten Meld- en alarm installaties In bijlage 1 van het Bouwbesluit 2012 is een tabel opgenomen waarmee, in combinatie met artikel 6.20, voor elke gebruiksfunctie kan worden bepaald of en zo ja, welk type brandmeldinstallatie aangeduid conform NEN 2535 in een gebouw moet worden aangebracht. Rookmelders Voor een aantal gebruiksfuncties is in artikel 6.21 voorgeschreven dat rookmelders moeten worden toegepast. Dit moet conform NEN 2555 en voldoen aan primaire inrichtingseisen uit die norm. Dit geld in de volgende gevallen: Bij nieuwbouw van woonfuncties en bij functiewijziging naar een woonfunctie (voor woonfuncties voor kamergewijze verhuur: zie 3b van deze brochure). In deze woningen moet in elke ruimte die wordt gepasseerd vanaf de uitgang van een verblijfsruimte tot de uitgang van de woning een rookmelder De belangrijkste primaire inrichtingseisen uit NEN 2555, waar de rookmelders aan moeten voldoen, zijn: NEN-EN 14604 (specifieke eisen aan o.a. de techniek, testmethoden, uiterlijke kenmerken, gebruikersinstructies); de rookmelder moet een optische rookdetector bevatten; de rookmelder moet worden aangesloten op de elektriciteitsvoorziening (230 V); de rookmelder moet van een secundaire energievoorziening, bijvoorbeeld een batterij, zijn voorzien; de rookmelder moet gekoppeld worden als dit nodig is om in alle verblijfsruimten en vluchtroutes van de gebruiksfunctie te voldoen aan het vereiste geluidniveau Aanduiding vluchtroutes In vrijwel alle niet tot bewoning bestemde gebruiksfuncties moet vluchtrouteaanduiding worden aangebracht (artikel 6.24). De vluchtrouteaanduiding is bedoeld om de gebruikers van een gebouw duidelijkheid te geven over het verloop van vluchtroutes, zodat ook personen die niet of minder bekend zijn met een specifieke vluchtroute of zich door rook of duisternis niet meer kunnen oriënteren, voldoende snel het aansluitend terrein kunnen bereiken. De vluchtrouteaanduiding moet voldoen aan NEN 6088 (zie figuur 5.1) en aan de zichtbaarheidseisen uit artikel 5.2 t/m 5.6 van NEN-EN 1838. Als in een ruimte een noodverlichtingsinstallatie als bedoeld in artikel 6.3 vereist is, moet binnen 15 seconden na het uitvallen van de stroom de vluchtrouteaanduiding nog gedurende ten minste 60 minuten voldoen aan de zichtbaarheidseisen uit artikel 5.2 t/m 5.6 van NEN-EN 1838. 16

Deuren in de vluchtroute Artikel 6.25 stelt eisen aan deuren in vluchtroutes. Voor woonfuncties geldt bij nieuwbouw van een woongebouw dat een deur op een gemeenschappelijke vluchtroute die toegang geeft tot een trappenhuis, niet tegen de vluchtrichting in mag draaien (bij bestaande bouw geldt dit niet). Bij aanwezigheid van personen in het bouwwerk moet elke deur die zich in een vluchtroute bevindt, zonder gebruik te hoeven maken van een sleutel, onmiddellijk over de ten minste vereiste breedte kunnen worden geopend (artikel 7.12). Dit basisprincipe is bij een woonfunctie alleen van toepassing op een gemeenschappelijke vluchtroute. 17

Brand- en Rookklassen De Nederlandse klassering voor brandgedrag werd tot 2012 bepaald op basis van de normen NEN 1775, NEN 6064, NEN 6065 en NEN 6066. Het Bouwbesluit 2012 wijst voor nieuwbouw de nieuwe Europese klassering voor brandgedrag NEN-EN 13501-1 aan. Materialen worden hierbij ingedeeld in brand- en rookklassen. In het Bouwbesluit 2012 worden de Europese normen alleen aangestuurd voor nieuwbouw; voor bestaande bouw mogen nog de oude Nederlandse klasseringen worden gehanteerd. In dit hoofdstuk worden de Europese klasseringen verder toegelicht. Brandklassen De brandklassen die in het Bouwbesluit worden vereist zijn de Europese brandvoortplantingsklasse als bedoeld in NEN-EN 13501-1, onderdeel Classification criteria for construction products. De Europese klassen lopen van A1 tot en met F, waarbij A1 de hoogste klassering aangeeft en F de laagste. NEN 13501-1 maakt onderscheid tussen materiaal dat wordt toegepast op de vloer en materiaal dat op een andere plaats wordt gebruikt. De eerste heeft in de codering fl als toevoeging, wat staat voor Floor (vloer). Speciaal voor aanduidingen van dakbedekkingsmaterialen (NEN-EN 13501-5) wordt de toevoeging roof gebruikt. Voor bestaande situaties mag ook gebruik gemaakt worden van NEN 13501. De tabel hieronder geeft een overzicht van de Europese brandklassen De klassering A1 t/m F betreft een klassering op basis van het warmtevermogen, warmte-inhoud, ontsteking en vlamuitbreiding van het materiaal. Daarnaast is er ook een aparte klassering op de rookproductie. Voor de rookproductie wordt onderscheid gemaakt tussen 3 klassen: S1 geringe rookproductie S2 gemiddelde rookproductie S3 grote rookproductie Verder zijn er nog de brandende druppels, delen zijn een direct gevaar voor personen en voor het ontstaan van nieuwe brandhaarden op andere plaatsen: 18

D0 geen productie van brandende delen D1 delen branden korten dan 10 seconden D2 delen branden langer dan 10 seconden Beperken van ontstaan van brandgevaarlijke situaties Artikel 2.57 1) Materiaal op of nabij een stookplaats (openhaar o.i.d.) moet voldoen aan brandklasse A1, en wanneer het een vloer betreft aan brandklasse A1fl. 2) Materiaal toegepast aan de binnenzijde van een schacht of koker met een oppervlakte groter dan 0,015m2 moet voldoen aan brandklasse A2. (n.v.t. op leidingschachten die enkel door badruimten voeren) Artikel 2.67 Constructieonderdelen en materialen die grenzen aan de binnen lucht moeten voldoen aan onderstaande brandklasse; Grenzend aan normale ruimte Brandklasse D Grenzend aan beschermde vluchtroute Brandklasse D, bij slaapgebouwen B, en rookklasse s2 Grenzend aan extra beschermde vluchtroute Brandklasse B Artikel 2.68 1) Constructieonderdelen en materialen die grenzen aan de buitenlucht moeten voldoen aan onderstaande brandklasse; Hoogste VG < 5,0 meter Hoogste VG > 5,0 meter Deur, raam en kozijn Brandklasse D Onderste 2,5 meter gevel: brandklasse B Gevel hoger dan 13,0 meter: brandklasse B Overige: brandklasse D Brandklasse D Voor constructieonderdelen die grenzen aan (extra) beschermde vluchtrouten geldt dat minimaal moet worden voldaan aan brandklasse C. Artikel 2.71 1) De bovenzijde van een dak is conform NEN6063 niet brandgevaarlijk. Dit is niet van toepassing wanneer de hoogte vloer niet hoger ligt dan 5,0 meter boven meetniveau, wanneer het gebouw kleiner is dan 50m2 of wanneer het gebouw op meer dan 15 meter van de perceelgrens gelegen is 19

Brandveiligheid en Rookproductie van toegepaste materialen. Constructie De constructie van dit project bestaat uit HSB, dit heeft een klassering van C dit is in praktijk brandbaar. De isolatie in de HSB bestaat uit steenwol dit heeft een klassering van A1 en is praktisch onbrandbaar. Daarnaast zijn de binnen)wanden afgewerkt met dubbel gips klassering A2, s1 en d0. Vloeren De vloeren bestaan uit HSB met op de vloer dubbel fermacell, geïsoleerd met minerale wol en in geval van een verdiepingsvloer zijn de plafonds afgewerkt met gips. Dak Het dak is geïsoleerd met PUR-platen of terwijl Polyurethaanschuim. Dit materiaal is een thermoharder met brandklasse B. De schil van het dak bestaat uit gesmoorde Hollandse pannen, brandklasse A1 Schil De schil bestaat uit bakstenen brandklasse A1 Kozijnen De kozijnen bestaan uit geschilderd hardhout brandklasse B Schachten Schachten worden in dit project afgewerkt met gips. Het bouwbesluit stelt dat materialen die in een schacht worden verwerkt ten minste Klasse A2 dienen te hebben. 20

Bluswatervoorzieningen Bij een standaardinzet in een woning zal men over een voorziening van 1000 liter per minuut (primair of secundair) moeten beschikken. Bij een dergelijke inzet houdt men al bij voorbaat rekening met escalatie van de brand. De standaardinzet gaat uit van 2xHD (hoge druk), aangevuld met 2xLD (lage druk) door de 2e TS(tankautospuit) of in totaal 4xLD. Voor de afstand tussen de primaire bluswatervoorziening van 500 liter per minuut en de opstelplaats wordt 40 meter tot maximaal 100 meter aangehouden. Idealiter bevindt de primaire bluswatervoorziening zich zo dicht mogelijk bij de grootste risico objecten in een woonwijk. Met andere woorden: een primaire bluswatervoorziening zoals een brandkraan, wordt zo strategisch mogelijk geplaatst. Voor een tankautospuit kunnen de volgende afmetingen worden aangehouden voor een opstelplaats (deze kan en zal vaak samenvallen met de openbare weg, zie ook afbeelding 4.7): 21

Inrichting Deze tekening bevat de inrichting van het bij het bouwwerk behorende terrein met daarop aangeven de voorzieningen voor de bereikbaarheid en de plaats van bluswatervoorzieningen en opstelplaatsen brandweer voertuigen. Opstelplaats brandweer voertuigen Droge blusleiding Opstelplaats brandweer voertuigen 22

Brandcompartimentering Algemeen Weerstand tegen brandoverslag en branddoorslag tussen 2 brandcompartimenten; basis eis 60 minuten. De WBDBO eis tussen een beschermd sub brandcompartiment naar andere ruimte in een brandcompartiment is 30minuten (artikel 2.94) De WBDBO tussen een extra beschermde vluchtroute en de aangrenzende ruimten is minimaal 60 minuten. Een extra beschermde vluchtroute ligt namelijk niet in een brandcompartiment (artikel 2.017) Begane grond nieuwe situatie 23

Eerste verdieping nieuwe situatie 24