Sinds 1 januari 2012 zijn de voorwaarden om recht te hebben op uitkeringen tijdens een periode van tijdskrediet strenger geworden. Zo werd een langere loopbaan vereist van de werknemer, en werd het recht op uitkeringen verder beperkt in de tijd. De voorwaarden om recht te hebben op tijdskrediet wijzigden echter niet. Hierdoor ontstond er een discrepantie, en kon het dus zijn dat iemand wel recht had op tijdskrediet, maar geen recht op uitkeringen voor dat tijdskrediet. Om deze discrepantie tussen het recht op uitkeringen en het recht op schorsing wegens tijdskrediet weg te werken, werd onlangs een nieuwe CAO over tijdskrediet 1 afgesloten. We overlopen de nieuwe voorwaarden om recht te hebben op een schorsing wegens tijdskrediet met of zonder motief. In een volgend nieuwsbericht bespreken we de nieuwe voorwaarden van het tijdskrediet voor oudere werknemers. Ook deze keer wijzigt er niets aan de thematische verloven. Loonbaanonderbreking in het kader van ouderschapsverlof, medische bijstand of palliatief verlof blijft dus nog steeds mogelijk onder dezelfde voorwaarden als voordien. 1. Tijdskrediet zonder motief a. Anciënniteitsvoorwaarde De werknemer moet vóór de schriftelijke kennisgeving een beroepsloopbaan als loontrekkende van minimum 5 jaar kunnen aantonen, en moet gedurende 2 jaar verbonden geweest zijn door een arbeidsovereenkomst met de huidige werkgever. Deze voorwaarde geldt niet voor werknemers die hun recht op ouderschapsverlof voor alle rechtgevende kinderen hebben uitgeput en die onmiddellijk na dit ouderschapsverlof tijdskrediet willen opnemen. Voor de werknemers die 1/5 e tijdskrediet willen opnemen, is dit een versoepeling. Zij moesten voordien immers minstens 5 jaar anciënniteit in de onderneming hebben. Bij halftijds 1 Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen. 1
en voltijds tijdskrediet was echter maar 12 maanden anciënniteit vereist in de laatste 15 maanden, zodat de nieuwe regeling voor hen strenger is. b. Tewerkstellingsvoorwaarde Voor werknemers die voltijds tijdskrediet opnemen, zijn er geen tewerkstellingsvoorwaarden voorzien. Werknemers die halftijds tijdskrediet willen nemen, moeten minstens 3/4 e van een voltijdse betrekking gewerkt hebben in de onderneming in de 12 maanden vóór de schriftelijke kennisgeving. Werknemers die 1/5 e tijdskrediet willen nemen, moeten gewoonlijk tewerkgesteld zijn in een arbeidsregeling gespreid over 5 dagen of meer, én moeten voltijds gewerkt hebben in de onderneming in de 12 maanden vóór de schriftelijke kennisgeving. De tewerkstellingsvoorwaarden wijzigen dus niet ten opzichte van de bestaande regeling. c. Duur De duur van het recht op tijdskrediet zonder motief is beperkt tot het equivalent van 12 maanden voltijds tijdskrediet over de hele beroepsloopbaan. Concreet heeft de werknemer dus recht op tijdskrediet gedurende: 12 maanden bij voltijds tijdskrediet; 24 maanden bij halftijds tijdskrediet; 60 maanden bij 1/5 e tijdskrediet; een combinatie van het voorgaande, met een maximum van het equivalent van 12 maanden voltijds tijdskrediet. 2. Tijdskrediet met motief Wanneer de werknemer tijdskrediet opneemt omwille van bepaalde vastgelegde redenen, zijn de voorwaarden soepeler en is er langer recht op tijdskrediet. Het gaat meer bepaald om tijdskrediet omwille van volgende motieven: De opvoeding van een kind tot de leeftijd van 8 jaar; Het verlenen van palliatieve verzorging; Het verlenen van medische bijstand aan een zwaar ziek gezins- of familielid; Het volgen van een opleiding voor betere kansen op de arbeidsmarkt; De zorg voor een gehandicapt kind tot de leeftijd van 21 jaar; Het verlenen van medische bijstand aan een zwaar ziek kind. 2
a. Anciënniteitsvoorwaarde De werknemer moet gedurende 2 jaar vóór de schriftelijke kennisgeving verbonden geweest zijn door een arbeidsovereenkomst met de huidige werkgever. Er is dus geen beroepsloopbaan van 5 jaar als loontrekkende vereist. Ook hier geldt deze voorwaarde niet voor werknemers die hun recht op ouderschapsverlof voor alle rechtgevende kinderen hebben uitgeput en die onmiddellijk na dit ouderschapsverlof tijdskrediet willen opnemen. b. Tewerkstellingsvoorwaarde De tewerkstellingsvoorwaarden zijn dezelfde als bij tijdskrediet zonder motief. Voor werknemers die voltijds tijdskrediet opnemen, zijn er dus geen tewerkstellingsvoorwaarden voorzien. Werknemers die halftijds tijdskrediet willen nemen, moeten minstens 3/4 e van een voltijdse betrekking gewerkt hebben in de onderneming in de 12 maanden vóór de schriftelijke kennisgeving. Werknemers die 1/5 e tijdskrediet willen nemen, moeten gewoonlijk tewerkgesteld zijn in een arbeidsregeling gespreid over 5 dagen of meer, én moeten voltijds gewerkt hebben in de onderneming in de 12 maanden vóór de schriftelijke kennisgeving. c. Duur Er is recht op 36 of 48 maanden bijkomend tijdskrediet, afhankelijk van het motief: 36 maanden bij de opvoeding van een kind tot 8 jaar, palliatieve verzorging, medische bijstand aan een gezins- of familielid of opleiding; 48 maanden bij de zorg voor een gehandicapt kind tot 21 jaar of medische bijstand aan een zwaar ziek kind. Deze 36 of 48 maanden komen bovenop de 12 maanden voltijds equivalent van het tijdskrediet zonder motief. In tegenstelling tot het tijdskrediet zonder motief, gaat het hier niet om een voltijds equivalent. De duur van het recht op tijdskrediet met motief is dus steeds 36 of 48 maanden, ongeacht welke vorm van tijdskrediet opgenomen wordt (voltijds, halftijds of 1/5 e ). De 36 en 48 maanden kunnen bovendien niet gecumuleerd worden. Iemand die dus al 36 maanden heeft opgenomen voor de opvoeding van een kind, zal nadien geen recht meer hebben op 36 maanden voor palliatieve verzorging. Er zullen wel nog 12 maanden opgenomen kunnen worden voor bijvoorbeeld de zorg voor een gehandicapt kind (namelijk 48 maanden min de reeds opgenomen 36 maanden). De minimumduur waarvoor het tijdskrediet opgenomen moet worden, is verschillend per motief. U vindt deze minimumduur terug in het schema achteraan. Er kan echter afgeweken worden van de minimumduur indien het overblijvende saldo lager is dan de voorziene minimumduur. 3
Er is slechts recht op 36 bijkomende maanden voltijds of halftijds tijdskrediet indien dit voorzien is in een sectorale of ondernemings-cao. Over de 36 bijkomende maanden 1/5 e tijdskrediet wordt echter niets gezegd in CAO nr. 103, zodat hiervoor geen sectorale of ondernemings-cao vereist is. Voor het bijkomend recht van 48 maanden tijdskrediet met motief, is geen sectorale of ondernemings-cao vereist. 3. Overgangsmaatregelen De nieuwe CAO nr. 103 treedt pas in werking zodra het Koninklijk Besluit betreffende het tijdskrediet aangepast is. Ze zal ten laatste in werking treden op 1 september 2012. De oude regeling van CAO nr. 77bis blijft echter van toepassing in de volgende gevallen: Voor alle eerste aanvragen en verlengingsaanvragen voor tijdskrediet die vóór de datum van inwerkingtreding van CAO nr. 103 ter kennis gegeven werden aan de werkgever; Voor werknemers van minstens 50 jaar die vóór de inwerkingtreding van CAO nr. 103 hun loopbaan al hebben verminderd overeenkomstig CAO nr. 77bis, en die na de inwerkingtreding van CAO nr. 103 een eerste verlengingsaanvraag indienen; Voor werknemers die vóór de inwerkingtreding van CAO nr. 103 al gewoon halftijds tijdskrediet hebben genomen volgens CAO nr. 77bis, en die willen overstappen naar het halftijds tijdskrediet voor oudere werknemers volgens CAO nr. 77bis, indien voldaan is aan volgende voorwaarden: o De werkgever werd vóór 28 november 2011 schriftelijk op de hoogte gebracht van het tijdskrediet; o Het tijdskrediet voor oudere werknemers volgt onmiddellijk aansluitend op en in dezelfde vorm als het lopende tijdskrediet. Ten laatste vanaf 1 september, zullen er dus 3 systemen naast elkaar bestaan: De oude regeling van vóór 1 januari 2012, voor de werknemers die onder de toen bepaalde overgangsbepalingen vielen; De regeling die geldt sinds 1 januari 2012, voor de werknemers die vóór 1 september tijdskrediet genomen hebben, en onder de overgangsbepalingen van de nieuwe CAO nr. 103 vallen; De nieuwe regeling van CAO nr. 103, die ten laatste vanaf 1 september 2012 van toepassing is. 4
4. Schema A. TIJDSKREDIET ZONDER MOTIEF VOLTIJDS TIJDSKREDIET HALFTIJDS TIJDSKREDIET 1/5 e TIJDSKREDIET ANCIËNNI- TEITSVOOR- WAARDE 2 TEWERK- STELLINGS- VOORWAARDE DUUR 1. Beroepsloopbaan als loontrekkende hebben van minimum 5 jaar vóór de schriftelijke kennisgeving. EN 2. Vóór de aanvraag verbonden geweest zijn door een arbeidsovereenkomst met de werkgever gedurende 2 jaar. Geen Minimum: 3 maanden Maximum: 12 maanden Minstens 3/4 e gewerkt hebben in de 12 maanden vóór de schriftelijke kennisgeving. Minimum: 3 maanden Maximum: 24 maanden 1. Gewoonlijk tewerkgesteld zijn in een regeling gespreid over 5 dagen of meer. EN 2. Voltijds gewerkt hebben in de 12 maanden vóór de schriftelijke kennisgeving. Minimum: 6 maanden Maximum: 60 maanden OPM: Het recht op tijdskrediet is beperkt tot het equivalent van maximum 12 maanden volledige schorsing tijdens de volledige beroepsloopbaan. Dus: 12 maanden voltijds tijdskrediet OF 24 maanden halftijds tijdskrediet OF 60 maanden 1/5 e tijdskrediet OF een combinatie van het voorgaande met een maximum van het equivalent van 12 maanden voltijds. BEDRAG UIT- KERINGEN (BRUTO) Vanaf 1/02/2012 471,58/maand 628,78/maand 235,78/maand 314,38/maand OPM: Voor deeltijdse werknemers die hun arbeidsprestaties volledig of halftijds schorsen, wordt het bedrag van de vergoeding geproratiseerd volgens hun arbeidsstelsel. OPM: Geen extra Vlaamse aanmoedigingspremie mogelijk bovenop deze bedragen! B. TIJDSKREDIET MET MOTIEF 155,27/maand 200,38/maand (alleenstaande) ANCIËNNI- TEITS- VOORWAARDE VOLTIJDS TIJDSKREDIET HALFTIJDS TIJDSKREDIET 1/5 e TIJDSKREDIET Vóór de aanvraag verbonden geweest zijn door een arbeidsovereenkomst met de werkgever gedurende 2 jaar. 3 Motieven: - de opvoeding van een kind tot de leeftijd van 8 jaar; - verlenen van palliatieve verzorging; - verlenen van medische bijstand aan een zwaar ziek gezins- of familielid; - volgen van een opleiding voor betere kansen op de arbeidsmarkt; - de zorg voor een gehandicapt kind tot de leeftijd van 21 jaar; - verlenen van medische bijstand aan een zwaar ziek kind. 2 Deze voorwaarden gelden niet voor werknemers die hun recht op ouderschapsverlof voor alle rechtgevende kinderen hebben uitgeput en die onmiddellijk na dit ouderschapsverlof tijdskrediet willen opnemen. 3 Deze voorwaarde geldt niet voor werknemers die hun recht op ouderschapsverlof voor alle rechtgevende kinderen hebben uitgeput en die onmiddellijk na dit ouderschapsverlof tijdskrediet willen opnemen. 5
TEWERK- STELLINGS- VOORWAARDE DUUR 4 Geen Minstens 3/4 e gewerkt hebben in de 12 maanden vóór de schriftelijke kennisgeving. 1. Gewoonlijk tewerkgesteld zijn in een regeling gespreid over 5 dagen of meer. EN 2. Voltijds gewerkt hebben in de 12 maanden vóór de schriftelijke kennisgeving. Bijkomend recht 5 bovenop de periode van tijdskrediet zonder motief: Maximum 36 maanden bij opvoeding, palliatieve verzorging, medische bijstand aan een gezins- of familielid of opleiding; Maximum 48 maanden bij zorg voor een gehandicapt kind of medische bijstand aan een kind. OPM: De 36 bijkomende maanden voltijds of halftijds tijdskrediet moeten voorzien zijn in een sectorale of ondernemings-cao. Dit geldt niet voor de 36 maanden 1/5 e tijdskrediet of voor de 48 bijkomende maanden tijdskrediet. BEDRAG UIT- KERINGEN (BRUTO) Vanaf 1/02/2012 Minimum per 3 maanden (voltijds of halftijds) of per 6 maanden (1/5 e ): opvoeding kind, volgen van een opleiding of zorg voor een gehandicapt kind; Minimum per 1 maand, maximum per 3 maanden: medische bijstand zwaar ziek gezins- of familielid of zwaar ziek kind; Minimum per 1 maand, kan per patiënt met 1 maand verlengd worden: palliatieve verzorging. 471,58/maand 628,78/maand 235,78/maand 314,38/maand OPM: Voor deeltijdse werknemers die hun arbeidsprestaties volledig of halftijds schorsen, wordt het bedrag van de vergoeding geproratiseerd volgens hun arbeidsstelsel. 155,27/maand 200,38/maand (alleenstaande) OPM: Geen extra Vlaamse aanmoedigingspremie mogelijk bovenop deze bedragen! 4 Afwijking mogelijk indien saldo lager dan minimumduur. 5 Steeds beperkt tot 36 of 48 maanden, ongeacht de formule (voltijds, halftijds of 1/5 e ). 6