Schoolondersteuningsprofiel:

Vergelijkbare documenten
Schoolondersteuningsprofiel:

Schoolondersteuningsprofiel:

Schoolondersteuningsprofiel Jorismavo

Schoolondersteuningsprofiel Pax Christi College Druten

Schoolondersteuningsprofiel Pax Christi College Druten

Schoolondersteuningsprofiel (SOP) Helicon VMBO Groen Nijmegen:

Schoolondersteuningsprofiel: 1 Korte beschrijving van het Kandinsky College, locatie Malderburchtstraat

Schoolondersteuningsprofiel: 1 Korte beschrijving van het Kandinsky College Nijmegen

Schoolondersteuningsprofiel (SOP) Helicon VMBO Nijmegen

Schoolondersteuningsprofiel:

Schoolondersteuningsprofiel: 1 Korte beschrijving van het Kandinsky College Nijmegen

Schoolondersteuningsprofiel Metameer

Schoolondersteuningsprofiel:

Schoolondersteuningsprofiel CANISIUS COLLEGE

SchoolOndersteuningsProfiel: Het Rijks vmbo campus

Schoolondersteuningsprofiel: Kandinsky College Molenhoek

Schoolondersteuningsprofiel Dominicus College

AANVULLENDE ZORG EN BEGELEIDING OP MAAT

ZORGPLAN VMBO TRIVIUMCOLLEGE

ZORGPLAN VMBO TRIVIUMCOLLEGE

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL MARITIEME ACADEMIE HARLINGEN

Schoolondersteuningsprofiel Metameer

Schoolondersteuningsprofiel:

Ondersteuningsprofiel

FAQ lijst Hooghuisbreed

Ondersteuningsprofiel

Zorg en begeleiding zijn goed georganiseerd op de NSG. Dat vinden we belangrijk. In hoofdstuk 1 zetten we onze uitgangspunten voor u op een rijtje.

Ondersteuningsprofiel

ondersteuningsstructuren Lorentz Lyceum

ONDERSTEUNING BIJ HET GEMINI COLLEGE

Ondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Ondersteuningsmogelijkheden Thorbecke SG mavo -havo- atheneum januari Spelregels bij de extra ondersteuning

Profiel Schoolondersteuning

Schoolondersteuningsprofiel

Dagelijks tot en werkdagen Tijdens de lessen Vervolgacties Vervolg bij te laat komen bovenbouwleerling

ONZE LEERLINGEN AANDACHT EN ZORG VOOR ELKE LEERLING EXTRA ONDERSTEUNING OP MAAT. c in

Ondersteuningsprofiel

Ondersteuningsprofiel. Oktober 2014

Begeleidingskaart RSG-Enkhuizen Leertechnische ondersteuning en begeleiding schooljaar 2018/2019

Begeleiding. Aandacht voor elke leerling!

Begeleidingskaart RSG-Enkhuizen Leertechnische ondersteuning en begeleiding schooljaar 2018/2019

ALS ONDERWIJS MIJ NIET PAST MAG IK HET DAN RUILEN?

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL. Pro College Regio Nijmegen. Boxmeer Nijmegen Veldstraat Nijmegen Celebesstraat Wijchen

Schoolondersteuningsprofiel Frater van Gemertschool volgens format Portvolio januari 2016

ZORGPLAN MAVO TRIVIUM COLLEGE

Ondersteuningsprofiel

School ondersteuningsprofiel Montessori College Nijmegen/ Groesbeek

Ondersteuningsprofiel. Januari 2015

ONDERSTEUNINGSPLAN MAERLANT-LYCEUM

Het pedagogisch beleid van het OPDC Samenwerkingsverband Zuidoost-Friesland VO

CSG LIUDGER, Splitting. Ondersteuningsplan

Schoolondersteuningsprofiel

Zorgplan Lyceum Oudehoven

Aanmelding en toelating bij het Dockinga College Aanmelding eerste leerjaar:

Schoolondersteuningsprofiel (SOP)

Schoolondersteuningsprofiel

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL VSO de Korenaer Stevensbeek

Passend Onderwijs. VMBO met leerwegondersteuning Leerwegen: BBL, KBL, TL. pomonavmbo.nl

*Schoolondersteuningsprofiel

ZORGPLAN. Christelijk Lyceum Delft VMBO

Schoolondersteuningsprofiel De Nieuwste School

Ondersteuningsprofiel

Vastgesteld op Advies DR Advies MR [DATUM] Looptijd. Schoolondersteuningsprofiel versie 1.2

Leerlingen met een indicatie voor leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) kunnen op al onze leerwegen terecht.


Schoolondersteuningsprofiel. Samenvatting voor ouders

Zorgplan Stedelijk Gymnasium Haarlem. Stedelijk Gymnasium Haarlem Zorgplan

Notitie Ondersteuningstoewijzing op de Gomarus SG. Aanleiding en doel

Ondersteuningsprofiel Gomarus College Assen

Ondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel. Algemeen

School-ondersteuningsprofiel Alfrink College

Ondersteuningsprofiel

Axia College voortgezet speciaal onderwijs. Observatie traject in het VSO


Schoolondersteuningsprofiel

Onderwijsondersteuningsplan formele versie met nadruk op communicatie

Schoolondersteuningsprofiel:

Ondersteuningsprofiel

Inschrijvingsbeleid Poort, school voor havo en mavo en

Vastgesteld op Ouderadviesraad Looptijd Schoolondersteuningsprofiel versie 1.2

Ondersteuningsprofiel

Scholen binnen het Samenwerkingsverband VO-VSO Nijmegen e.o.

Ondersteuning. school voor mavo met determinatie onderbouw vmbo-k/g/t

WELKOM. Focus op jou!

Bijlage 6 Visie op (basis)ondersteuning van de scholen van RegSam (versie: sept. 2011)

Checklist onderwijszorgprofielen schooljaar 2011/2012

Verzuimbeleid Jorismavo

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL

Ondersteuningsprofiel van Lyceum Ypenburg

Schoolondersteuningsprofiel

Vastgesteld op: Advies MR Looptijd: Schoolondersteuningsprofiel versie 1.2

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL OSG PITER JELLES DE FOORAKKER

OPDC SWV Fultura. Maatwerk. Sneek, april SWV Fultura Beschrijving Maatwerk

SchoolOndersteuningsProfiel 16/17. Canisius College locatie De Goffert

SchoolOndersteuningsProfiel van

Informatieavond De Apollo

Transcriptie:

Schoolondersteuningsprofiel: 1 Korte beschrijving van de locatie De Jorismavo realiseert VMBO-T onderwijs. De school wordt bezocht door ongeveer 160 leerlingen die afkomstig zijn uit een grote regio (Nijmegen, Ubbergen, Groesbeek, Gennep, Malden, Heumen, Wijchen, Grave, Cuijk, Boxmeer, Overbetuwe, Lingewaard, West Maas en Waal). De onderbouw afdeling (klas 1 en 2) en de bovenbouw afdeling (klas 3 en 4) werken t.b.v. de organisatie van onderwijs, begeleiding en activiteiten in een afdelingsteam dat bestaat uit de mentoren, docenten, de afdelingsleider en de orthopedagoog. De school is gehuisvest net buiten het centrum van Nijmegen in Nijmegen-Oost. De school is goed bereikbaar met het openbaar vervoer. NS Station Heyendaal ligt op loopafstand van de school. Het gebouw beschikt over een lift en een gehandicaptentoilet. 2 Visie op ondersteuning Het belangrijkste doel dat de Jorismavo beoogt, is dat de leerlingen, indien nodig met de specifieke ondersteuning die onze school kan bieden, een volwaardig VMBO-T diploma behalen en daarmee een passende aansluiting kunnen maken met het vervolgonderwijs. Om onze doelstellingen te verwezenlijken wordt onderwijs gegeven in groepen van gemiddeld achttien leerlingen per klas. Hierdoor is een intensief contact tussen docent en leerling mogelijk en heeft de docent meer ruimte en aandacht voor de hulpvraag van elke individuele leerling. Het team van de Jorismavo, docenten en begeleiders, bezit veel expertise om met leerlingen met een grotere ondersteuningsbehoefte om te gaan. Het onderwijs is voornamelijk klassikaal, waarbij door middel van de verschillende didactische werkvormen ruimte wordt geboden voor samenwerking en individuele ontplooiing. Deze kleinschalige werkomgeving biedt zowel leerlingen als docenten de mogelijkheid elkaar goed te leren kennen. De school straalt hiermee betrokkenheid en veiligheid uit. Leerlingondersteuning vindt in eerste instantie plaats binnen de klas, waarbij de voortgang van het leren centraal staat. Indien nodig kan er een aanvullend ondersteuningsarrangement worden ingezet. (zie procedure aanvullend ondersteuningsarrangementen bijlage 1) 3 Basisondersteuning (1 e lijn) (De basisondersteuning is onderverdeeld in lijnen van eenvoudige ondersteuning naar meer ondersteuning) 3.1 Vakdocent, mentor en onderwijsteam. - Alle medewerkers van de Jorismavo scheppen een klimaat waarin leerlingen optimaal kunnen leren. Docenten hanteren de regels zoals afgesproken in de 10 gouden regels voor de docent (zie bijlage 2) - De mentor is de spil van de begeleiding. Hij/zij is het aanspreekpunt voor de leerling, voor ouders en voor collega s. De mentor verzorgt de mentorles. Hij/ zij zorgt voor een goede onderlinge sfeer en heeft oog voor de leerling - Er is een pedagogisch medewerker, die alle leerlingen kent en op de hoogte is van belangrijke afspraken ten aanzien van het welzijn van de leerling. Hij is degene die een leerling opvangt wanneer het in de les niet lukt, of wanneer een leerling een time-out inzet. - Het docententeam is verdeeld in een onder- en een bovenbouwteam, aangevuld met de orthopedagoog en de afdelingsleider. Binnen deze teams worden de leerlingen op de voet gevolgd en kunnen er snel afspraken worden gemaakt. - De verzuimregistratie gebeurt door de administratie van de school. De verzuimcoördinator geeft vervolgacties aan te laat meldingen en absenties. Bij twijfel over absentie neemt de verzuimcoördinator contact op met ouders. De verzuim coördinator en afdelingsleiders hebben regelmatig overleg om het verzuim te monitoren. - Leerlingen halen bij te laat komen een passeerbriefje en moeten dezelfde dag nablijven of zich de volgende ochtend om 8 uur melden. Als leerlingen ongeoorloofd afwezig zijn (spijbelen) worden alle gemiste lesuren SOP Jorismavo Pagina 1 van 9

ingehaald. Ongeoorloofd verzuim wordt schriftelijk gemeld aan de ouders/verzorgers. Het verzuimprotocol van de gemeente Nijmegen is leidend in de uitvoering van het verzuimbeleid. 3.2 De organisatie van de 1 e lijnondersteuning: Er is 3x per jaar een leerlingbespreking per klas. Deze besprekingen staan in de jaarplanning en aanwezigheid van alle lesgevers is verplicht. Ook de orthopedagoog en de afdelingsleider zijn bij deze besprekingen aanwezig. Indien wenselijk kan ook de schoolmaatschappelijk werker/ BPO-er /decaan aanschuiven. Daarnaast kunnen ook de externe begeleiders worden uitgenodigd. In dat geval wordt de betreffende leerling eerst besproken, in verband met de privacy. Ook binnen de reguliere afdelingsteam vergaderingen wordt stilgestaan bij het functioneren en het welbevinden van de leerlingen of van een groep. Ook bij de rapportvergaderingen (4x per jaar) worden de resultaten en de voortgang van alle leerlingen besproken. Door de kleinschaligheid van de school, zijn de lijnen tussen docenten, mentoren en ondersteuningsteamleden kort. De mentor stelt een groepshandelingsplan op en maakt voor alle leerlingen een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). De orthopedagoog biedt ondersteuning in de opstelling van dit plan. Dit OPP wordt met ouders besproken en getekend. Het OPP wordt, indien nodig, gebruikt om een ondersteuningspakket aan te vragen bij het Samenwerkingsverband. In het groepshandelingsplan wordt een aanpak gemaakt voor de hele klas en worden de doelen uit de OPP s per leerling opgenomen, om zo in de leerlingbespreking goed te volgen of de gewenste doelen worden bereikt of eventueel moeten worden aangepast. De informatie uit de leerlingbespreking wordt in het groepshandelingsplan meegenomen en aan het eind van het jaar worden de OPP s geëvalueerd en is er een warme overdracht met de nieuwe mentor. De mentor onderhoudt de contacten met ouders, 2x per jaar zijn er rapportavonden waarop ouders een afspraak kunnen maken voor een gesprek. Ook buiten deze momenten zijn er altijd mogelijkheden voor een gesprek. Alle klassen hebben een lesuur per week mentorles. Deze les is gericht op studievaardigheden (plannen, organiseren). Ook worden activiteiten met de klas besproken en voorbereid, daarnaast is er in de les ruimte aandacht te besteden aan het welbevinden van individuele leerlingen en de groep. In klas 1 is het vak Leefstijl in het lesrooster opgenomen. Hierin wordt aandacht besteed aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen en aan groepsvorming. Ook pestgedrag, omgaan met je beperkingen en sociale vaardigheden komen in dit uur aan bod. Vanwege het grote aantal dyslectici binnen onze school is de keuze gemaakt om geen Frans aan te bieden. Duits wordt vanaf klas 1 aangeboden. Hoe wij de leerling systematisch volgen: - De prestaties van de leerling worden gevolgd via de toetsresultaten en rapportcijfers. Cijfers zijn voor alle betrokkenen inzichtelijk via Magister. Er is een Programma van toetsing in de onderbouw (PTO) en in de bovenbouw een programma van toetsing en afsluiting (PTA). In deze programma s wordt weergegeven wat de planning is ten aanzien van de verschillende vakken. Deze programma s zijn terug te vinden op de website van de school. - In klas 1 en 2 wordt Cito Studeon afgenomen. Dit is een vragenlijst die studievaardigheden en het welzijn van de leerling op school meet. - Gedurende de eerste 3 leerjaren wordt de leerling gevolgd voor Nederlands, Engels en rekenen/ wiskunde via het Volg Advies Systeem (VAS) van Cito. - In klas 2 wordt er een determinatie onderzoek uitgevoerd. Doel van dit onderzoek is het doen van een betrouwbare voorspelling met betrekking tot de haalbaarheid van het VMBO-T diploma. Deze determinatie bestaat uit de NIO, dit is een klassikaal af te nemen intelligentietest. Verder worden de Cito VAS toetsen en de resultaten van Cito Studeon gebruikt. Het ondersteuningsteam geeft aan de hand van de testgegevens in combinatie met de dossierinformatie een advies ten aanzien van de haalbaarheid van VMBO-T in de bovenbouw. Daarnaast geeft ook het docententeam een advies, dat gelijk weegt met het advies van het ondersteuningsteam. Het advies van de vakdocenten is gebaseerd op de resultaten van de leerlingen bij vaardighedentoetsen en de regulier behaalde cijfers, in combinatie met de gedragskenmerken (werkhouding, inzicht, gedrag en planning). Het uiteindelijke advies wordt via de mentor met ouders gecommuniceerd. Aan de leerlingen voor wie VMBO-T niet haalbaar wordt geacht, geven we een passend leerwegperspectief. - Leerlingen worden gevolgd in het Leerlingvolgsysteem Magister. In dit systeem worden absentie, cijfers, gedragskenmerken bijgehouden. Docenten kunnen lesnotities bijhouden en belangrijke informatie (leerlingbesprekingen, contact ouders/ externe instanties, besprekingen intern of extern ondersteuningsteam) worden bijgehouden in het logboek. SOP Jorismavo Pagina 2 van 9

Loopbaanoriëntatie : De decaan draagt er, samen met de mentoren (en docenten), zorg voor dat leerlingen vanaf klas 2 vaardigheden en competenties aanleren die nodig zijn om bewust en gefundeerd te kunnen kiezen. Zij/hij draagt er zorg voor dat de leerlingen actief kennis maken met vervolgopleidingen en de daaraan gekoppelde beroepen. Op de Jorismavo werken we volgen een vast programma: DeDecaannet. Deze link is gekoppeld aan de startpagina van de Jorismavo en zowel de leerling als de ouder(s) hebben hiervoor een inlogcode. - In klas 2 VMBO volgen de leerlingen ter oriëntatie op hun sectorkeuze enkele uren praktische sectororiëntatie. Dit vindt plaats tijdens het mentoruur. Verder doorlopen zij het DeDecaannet waarin enkele opdrachten gedaan moeten worden. Aan het einde van klas 2 kiezen leerlingen voor het volgen van Duits of Nask in klas 3. - In klas 3 VMBO wordt het DeDecaannet volledig gevolgd. Hierin zitten verplichte opdrachten, een interessetest en een beroepskeuzetest. Aan het einde van klas 3 kiezen de leerlingen een vakkenpakket in de sector gericht op hun vervolgopleiding. - In klas 4 VMBO wordt ook het programma van DeDecaannet weer volledig gevolgd. Ook nu zijn er verplichte opdrachten en een beroepentest gericht op doorstroom naar het ROC. DeDecaannet houdt een CV en een portfolio bij die de leerling kan uitprinten aan het einde 'van de rit' (klas 4) en wat zij kunnen meenemen naar hun intake bij de vervolgopleiding. De mentoren klas 4 zorgen voor invulling van het doorstroomformulier van de vervolgopleiding en de decaan is de aangesproken persoon om leerling en ouder te begeleiden indien de keus nog niet gefundeerd is. de ouderavonden van klas 2, 3 en 4 wordt hier veel aandacht besteed ook om ouders volledig bij dit proces te betrekken. Leerling en zijn/haar ouders/ verzorgers zijn verantwoordelijk voor inschrijving bij een vervolgopleiding. Ze worden hierin ondersteund door de decaan en/of de mentor. - De decaan is de regievoerder bij tussentijdse uitstroom naar een andere school (met uitzondering van VSO en het Flex College) Protocollen: - 10 gouden regels voor de docent - Pest Preventie Protocol - Dyslexieprotocol - Veiligheidsplan Jorismavo - Protocol informatievoorziening gescheiden ouders. - Protocol meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. - Protocol schorsing en verwijdering - Mediacode Jorismavo - Actieplan voor de Gezonde school - Verzuimprotocol 4 Basisondersteuning (2 e lijn): Als er wat is met een kind 4.1 Gespecialiseerde medewerkers: - De pedagogische medewerker beheert de dug-out : een plek waar leerlingen naartoe gaan als ze uit de les worden gestuurd, of een time-out nemen/krijgen. Het gaat hierbij om de eerste opvang. Hij kan de leerling eventueel doorverwijzen naar het ondersteuningsteam of naar de afdelingsleider. De pedagogisch medewerker is tevens EHBO-er. - De orthopedagoog adviseert mentor en docententeam bij het omgaan met de verschillende problematieken en is op de hoogte van de achtergrond van de verschillende leerlingen. Er is een orthopedagoog voor de onderbouw en voor de bovenbouw. De orthopedagoog ondersteunt in de opstelling van de handelingsplannen en bewaakt in de inhoud van deze plannen. Indien nodig kan diagnostisch onderzoek worden verricht, zoals intelligentieonderzoek, dyslexie onderzoek of persoonlijkheidsonderzoek. Daarnaast kan de orthopedagoog individuele begeleiding geven aan leerlingen (zie procedure aanvullende ondersteuningsarrangementen). De orthopedagogen verzorgen de leefstijllessen in klas 1, faalangstreductietraining en examenvreestraining. - Twee dagen per week is de schoolmaatschappelijk werkende aanwezig. Zij voert gesprekken met leerlingen en adviseert het docententeam ten aanzien van gedragsproblemen voortvloeiend uit gezinsproblematiek, rouwverwerking en mogelijkheden voor hulpverlening. Ook kan zij ingezet worden voor Agressie regulatie training (Chill out). - Vanuit het Samenwerkingsverband zijn er drie begeleiders Passend Onderwijs (BPO) werkzaam op de Jorismavo. Twee ervan maken volledig deel uit van het ondersteuningsteam. Zij ondersteunen leerlingen en SOP Jorismavo Pagina 3 van 9

docenten op het gebied van o.a. pestproblematiek, planning, huiswerkondersteuning etc. De derde is gespecialiseerd in problematiek omtrent lichamelijke beperkingen en langdurige ziekte en is op afroep beschikbaar om leerlingen en docenten te begeleiden. - Vanuit Kentalis is er een ambulant begeleider binnen school die ondersteuning biedt aan leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis en/ of slechthorendheid. - Er is een docent opgeleid en werkzaam als interne coach en gespecialiseerd in School Video Interactiebegeleiding (SVIB). - De zorgcoördinator coördineert de aanvullende ondersteuning, ze is voorzitter van het intern en extern zorgoverleg (Zorg adviesteam). Ze onderhoudt contacten met externe partijen en is het eerste aanspreekpunt op het gebied van ondersteuning, voor zowel interne als externe partijen. - De decaan (zie loopbaanoriëntatie). Het is altijd mogelijk om als ouders contact te hebben met één van de leden van het ondersteuningsteam. Bij de rapportavonden, kan worden ingevuld met welk ondersteuningsteamlid een gesprek gewenst is. Tussentijds kunnen er ook gesprekken worden aangevraagd. Welke ondersteuning kan de locatie aanbieden? - Alle leerlingen worden geplaatst in groepen van maximaal 18 leerlingen, waardoor er binnen de reguliere les ruimte is voor extra instructie en ondersteuning. - Begeleiding bij studie-aanpak, in eerste instantie door de mentor, maar ook de BPO-er / orthopedagoog kan hierbij worden ingeschakeld. Er kan gewerkt worden met een studieplanner die door mentor en ouders moet worden afgetekend. - Huiswerkklas: drie keer een uur per week kunnen leerlingen onder begeleiding van een docent en een BPO-er huiswerk maken op school. Hier wordt extra aandacht besteed aan plannen en organiseren van het werk. Deze begeleiding is kosteloos. - Dyslexie: er wordt gewerkt met het programma Claroread. Leerlingen kunnen deze auditieve ondersteuning gebruiken bij toetsen. In sommige gevallen werkt de leerling in de klas met een (eigen) laptop. Alle dyslectische leerlingen krijgen extra tijd bij toetsen. Dyslectische leerlingen krijgen een voorzieningenpas waarop aangegeven wordt welke faciliteiten nodig zijn, zie dyslexieprotocol. - Dyscalculie: gezien de ontwikkelingen op dit gebied en de daarmee samenhangende onzekerheid over de mogelijkheden, is er nog geen dyscalculie protocol. In zeer uitzonderlijke gevallen kan gekozen worden voor dispensatie voor het vak wiskunde. Gezien de beperkingen die dit met zich meebrengt, zijn wij zeer terughoudend met deze maatregel. - Voor alle leerlingen wordt door de mentor (met ondersteuning van de orthopedagoog) een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) opgesteld. Dit wordt door ouders getekend. Door het jaar wordt middels leerlingbesprekingen het OPP aangevuld. Aan het eind van het jaar wordt het OPP geëvalueerd en warm overgedragen aan de nieuwe mentor. - Door het de orthopedagogen en schoolmaatschappelijk werker kunnen diverse trainingen worden aangeboden: Faalangstreductietraining Examenvreestraining Chill-out training (agressie regulatie) Sociale vaardigheidstraining Psychomotorische training (PMT), verzorgd door studenten van de HAN. - Aanvullende ondersteuningsarrangementen kunnen worden ingezet op het gebied van: Leerproblemen: Extra ondersteuning ten aanzien van rekenvaardigheid, wiskunde, dyslexie, taalvakken, studie-aanpak, planning, samenvatten. Gedragsproblemen: kortdurende begeleiding ter bevordering van welbevinden, check-in/ check out, : handicapacceptatie, rouwverwerking, weerbaarheid, werken met een time-outkaart en een signaleringskaart. - Binnen de klas kan, indien nodig, gewerkt worden met een gedragsschrift waarbij het gedrag van de leerling in de verschillende lessen wordt gemonitord. Dit is overigens een tijdelijke maatregel gericht op het verkrijgen van inzicht in eigen gedrag van de leerling. - Leerlingen die last hebben van oplopende spanningen kunnen gebruik maken van een time-out kaart. Hiervoor wordt eerst een signaleringskaart ingevuld met de leerling door de orthopedagoog/ SMW. Hierop wordt aangegeven welke stadia van spanning er zijn en wanneer je welke stappen kunt ondernemen. Wanneer een leerling zijn time-outkaart inzet, wordt er in de dug out een formulier ingevuld, waarop ingevuld dient te worden wat er gebeurde en wat dat voor gevoelens / gedachten opriep. SOP Jorismavo Pagina 4 van 9

Wanneer er sprake is van een aanvullend zorgarrangement worden ouders op de hoogte gesteld en wordt de voortgang via Magister vastgelegd. Er wordt gestreefd naar kortdurende begeleiding gericht op snelle terugkeer in het primaire proces, namelijk de klas. Indien nodig wordt externe begeleiding geadviseerd. Zie procedure aanvullende ondersteuningsarrangementen. Samenwerking met ketenpartners: De school onderhoudt contact met de gemeente, het samenwerkingsverband VO, het Flex College m.n. de Rebound, Kentalis,, de GGD (jeugdarts en schoolverpleegkundige), leerplicht en indien nodig de wijkagent. Indien een leerling begeleid wordt door externe instanties (bijvoorbeeld: Bureau Jeugdzorg, Pro Persona, Inzicht, Karakter, Entréa) is er onderling contact wanneer dat wenselijk is, hiervoor wordt vooraf toestemming gevraagd van ouders. 4.2 De organisatie van de 2 e lijnondersteuning: Voordat een leerling op school komt: Aanname vanuit groep 8: - Iedere leerling met een VMBO-T advies kan worden aangemeld op de Jorismavo. - Wanneer een leerling wordt aangemeld vanuit groep 8 hanteren wij de afspraken en de tijdlijn zoals deze binnen het Samenwerkingsverband wordt gehanteerd. Zie voor deze informatie: http://www.schoolkeuzegidsregionijmegen.nl/ - Alle leerlingen worden bij aanmelding samen met hun ouders uitgenodigd voor een intakegesprek met één van de orthopedagogen. In dit gesprek wordt kennisgemaakt met de leerling, het dossier van de leerling en de reden van aanmelding wordt besproken. - Na het intakegesprek worden de gegevens van de basisschool opgevraagd en andere relevante dossierstukken verzameld. Er wordt met iedere basisschool contact opgenomen om de overdracht zo goed mogelijk te kunnen doen. Indien nodig kan er een tweede gesprek worden gepland. - In de aannamecommissie, bestaande uit beide orthopedagogen en de afdelingsleider van de onderbouw, worden alle dossiers besproken en onderzocht of onze school de ondersteuning kan bieden die de leerling nodig heeft. Indien dit niet het geval is, wordt door ons gezocht naar een passend alternatief. Het uiteindelijke besluit en het passende alternatief wordt schriftelijk naar ouders gecommuniceerd. - Vanuit de basisschool moet er een VMBO-T advies zijn gegeven om tot plaatsing over te gaan. Leerlingen met een K/T advies en leerlingen met een T/H advies kunnen ook geplaatst worden. - Wanneer er geen VMBO-T advies gegeven is, moet aantoonbaar worden gemaakt middels het onderliggende dossier (gegevens leerlingvolgsysteem, CITO eindtoets, intelligentieonderzoek, LWOO onderzoek e.d.) dat de leerling in staat is met goed gevolg eindexamen te doen op VMBO-T niveau. Bij aanmelding met een ander advies dan VMBO-T heeft de Jorismavo geen zorgplicht. Zij-instroom: - Leerlingen die al op een VO of VSO school zitten, kunnen zich aanmelden via een aanmeldformulier, zie website. - Instroom kan plaatsvinden aan het begin van het schooljaar (klas 2,3 en 4) of gedurende het schooljaar (klas 1,2, en 3). Tussentijdse instroom kan tot ongeveer maart van het schooljaar. Bij instroom wordt een intakegesprek gehouden met leerling, ouders, de orthopedagoog en de betreffende afdelingsleider. Er kan dan bij aanname van een instroom leerling gekozen worden voor een proefperiode, waarbij wordt vastgesteld aan welke voorwaarden moeten worden voldoen, om voor definitieve plaatsing in aanmerking te komen. De school kan pas definitief na de laatste rapportvergadering bepalen hoeveel plekken er beschikbaar zijn voor instroom. Wij hanteren een maximum van 18 leerlingen per klas. - Ouders dienen bij schriftelijke aanmelding aan te geven wanneer zij hun zoon/dochter op meerdere scholen aanmelden. Op dit formulier moeten zij ook aangeven welke school de voorkeur heeft, die school heeft dan zorgplicht. - Van alle nieuwe leerlingen wordt door de orthopedagoog voor de start op school een psychologisch verslag gemaakt, dit is een samenvatting van de relevante informatie uit het onderwijskundig rapport en onderzoeksverslagen. Hierin komt informatie met betrekking tot de intelligentie, leerachterstanden, relevante gegevens ten aanzien van de ontwikkeling van de leerling et cetera. Voor de lesgevende docenten wordt door de orthopedagoog een selectie gemaakt van de informatie die van direct belang is voor het handelen van de klas. Op de eerste schooldag wordt deze informatie met de lesgevers besproken. Ook wanneer een leerling bijvoorbeeld dyslectisch is, komt dit aan de orde, zodat er in de klas direct maatregelen kunnen worden ondernomen. SOP Jorismavo Pagina 5 van 9

Als de leerling al op school zit: - Alle nieuwe leerlingen worden aan de start van het schooljaar besproken met alle lesgevers. 3x per jaar worden alle leerlingen besproken in de leerlingbesprekingen die per afdeling worden georganiseerd. Hierbij is altijd de orthopedagoog aanwezig. Er wordt vervolgens voor alle leerlingen een OPP gemaakt. - 3x per jaar is er rapportvergadering waarbij alle lesgevers aanwezig zijn om de studievoortgang van de leerlingen te bespreken. - Er is een intern zorgoverleg waarin leerlingen worden besproken waarover zorg is. In dit overleg zitten de orthopedagogen, de zorgcoördinator, schoolmaatschappelijk werker en de BPO-ers In dit overleg worden nieuwe verzoeken voor ondersteuning besproken en begeleidingstajecten geëvalueerd. Tevens worden leerlingen besproken waarbij er meer ondersteuning nodig is, om samen te onderzoeken welke ondersteuningsmogelijkheden er zijn. Ondersteuning vindt vooral plaats binnen de klas. Er is ruimte voor individuele ondersteuning, maar deze trajecten zijn kortdurend van aard. 5x per jaar is er een Zorg Advies Team overleg. Wanneer eer leerling in het ZAT wordt besproken licht de zorgcoördinator ouders per brief in. In het ZAT nemen de volgende partijen zitting: Vanuit school: de zorgcoördinator, de orthopedagogen, schoolmaatschappelijk werk De schoolarts De leerplichtambtenaar Een medewerker van Entréa. 4.3 Als een kind medische beperkingen heeft, moet altijd met de school besproken worden of de school in staat is de nodige medische handelingen te verrichten en/of welke faciliteiten er nodig zijn. Er kan door school advies worden ingewonnen bij de GGD (schoolarts of schoolverpleegkundige) om de mogelijkheden te onderzoeken. 5 Extra ondersteuning (3 e lijn): als er meer voor het kind geregeld moet worden 5.1 Als er zwaardere beperkingen zijn Alle leerlingen en hun ouders hebben, wanneer zijn voldoen aan het inrichtingsbesluit, bij aanmelding een intake gesprek met één van de orthopedagogen. Hierin wordt besproken welke ondersteuning de leerling nodig heeft en welke ondersteuning onze school kan bieden. Wat wij verwachten van een leerling met een zwaardere beperking: Voor álle kinderen op onze school geldt dat zij zich moeten conformeren aan de gangbare regels en omgangsvormen binnen school. Veel leerlingen op onze school hebben extra ondersteuning nodig. De evenredige verdeling van de aandacht voor leerlingen, mag niet in het geding komen door gedrag van een leerling. De leerling bezit het vermogen de regels van de school te respecteren en op te volgen: d.w.z. de toelating vormt geen bedreiging voor de rust en de veiligheid in de school. De leerling is in staat zich leerbaar en corrigeerbaar op te stellen, bij ernstige gedragsproblemen is het niet mogelijk een adequate leeromgeving te realiseren. Er is een evenwichtige verhouding tussen de gevraagde hulp van de leerling en de aandacht om hulp die de overige leerlingen vragen, er dreigt geen verstoring voor het leerproces van andere leerlingen. De zwaarte van de handicap en de mate van verzorging/behandeling vraagt niet zoveel tijd en energie dat het onderwijs niet tot zijn recht komt; De betreffende leerling is in staat om zelfstandig het onderwijsproces te volgen (wel hulpmiddelen, maar geen begeleiders in de klas); De leerling is in staat het niveau van het onderwijs op de Jorismavo met voldoende resultaat te kunnen volgen; De leerling moet kunnen omgaan met drukte in pauzes en tijdens leswisselingen. Ook moet de leerling kunnen omgaan met verschillende docenten en met verschil in aanpak per leerling. Kinderen met een lichamelijke beperking: de leerling is mobiel en in staat de algemene dagelijkse handelingen zelfstandig te verrichten. Indien er medische handelingen nodig zijn, moet er een schriftelijke verklaring van ouders komen waarin de afspraken omtrent de aard van de handelingen worden beschreven. De mate van verzorging en / of behandeling vraagt niet zoveel tijd en energie dat het onderwijs niet tot zijn recht komt. SOP Jorismavo Pagina 6 van 9

NB: De Jorismavo is geen speciaal onderwijs. Indien de ondersteuningsvraag te complex is en de mogelijkheden van de school overschrijdt, wordt het Samenwerkingsverband om advies gevraagd en kan er een Toelaatbaarheidsverklaring worden aangevraagd voor plaatsing op Speciaal Onderwijs. 5.2 Organisatie van de 3 e lijnondersteuning: Voordat de leerling met een zwaardere beperking op school zit: Met alle leerlingen wordt een intakegesprek gepland. In dit gesprek wordt besproken welke ondersteuning de leerling nodig heeft en wat de mogelijkheden zijn van onze school. Er wordt door de orthopedagoog altijd contact opgenomen met de school van herkomst. Voor alle leerlingen wordt een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) gemaakt, waarin de ondersteuning wordt beschreven en waarin doelen worden gesteld. Dit wordt met ouders besproken en door ouders ondertekend. Vanuit de ondersteuningsbehoefte van een leerling wordt gekeken naar welke mogelijkheden er zijn hier zo goed mogelijk op aan te sluiten. Hierbij is van belang dat het behalen van een VMBO-T diploma niet in geding komt. Zo kan er een mogelijk gewerkt worden met bijvoorbeeld een opbouwrooster of aanpassingen in de lesstof, maar niet wanneer dat de kansen tot het behalen van de onderwijsdoelen onmogelijk maakt. Wat hiertoe de mogelijkheden zijn is (mede)afhankelijk van de middelen die de school ter beschikking krijgt vanuit het Samenwerkingsverband. Als een leerling al op school zit: Wanneer een leerling tijdens de schoolloopbaan extra ondersteuning nodig heeft, worden de stappen gevolgd zoals beschreven in de 2 e lijns ondersteuning. De mentor is de spil, ook wanneer het gaat om extra ondersteuning. Er wordt gekeken welke ondersteuning de leerling nodig heeft om de opleiding te vervolgen en of deze ondersteuning geboden kan worden. De leerling wordt aangemeld bij het ZAT (Zorg advies team). Het ZAT wordt geleid door de zorgcoördinator en bestaat uit interne partijen (orthopedagoog, schoolmaatschappelijk werk en eventueel afdelingsleider) en externe partners (Leerplicht, de schoolarts en een medewerker van Entréa). Ouders worden schriftelijk op de hoogte gesteld wanneer hun zoon/ dochter in het ZAT wordt besproken. Gemaakte afspraken worden vastgelegd in het zorgdossier van de leerling. Leerlingen die in enkele of meerdere lessen, niet meer in hun klas kunnen functioneren, kunnen tijdelijk worden geplaatst in de trajectklas. Hier wordt kortdurende intensieve ondersteuning geboden door de pedagogisch medewerker op gebied van leren en sociaal-emotioneel functioneren. Deze ondersteuning wordt in overleg met docenten, ondersteuningsteam, leerling en ouders vorm gegeven. Doel van deze intensieve vorm van ondersteuning is om op korte termijn weer binnen de reguliere klas te kunnen functioneren. Als dat niet haalbaar blijkt te zijn dan kan de leerling worden verwezen naar een passender vorm van onderwijs. Als de leerling niet verder kan: Indien er sprake is van ernstige problemen in het functioneren van de leerling kan het zijn dat het niet meer mogelijk is om een adequate leeromgeving voor een kind te realiseren. In dat geval wordt advies gevraagd bij het Platform Advies en Ondersteuning van het Samenwerkingsverband. Hierbij kan het gaan om een tijdelijk plaatsing voor observatie en onderzoek op de Rebound (Flex College). Het kan ook gaan op plaatsing op Flex Eigenwijs of Voortgezet Speciaal onderwijs. Ouders worden uiteraard op de hoogte gehouden van de stappen en moeten toestemming geven om hun zoon/dochter aan te melden bij het Flex College en ook voor het aanvragen van een Toelaatbaarheidsverklaring voor het Speciaal Onderwijs. Indien de veiligheid, of het gevoel van veiligheid, op school niet meer gewaarborgd kan worden, of als het vertrouwen in een goed verder verloop van het onderwijsproces van de leerling op onze school is opgezegd, kan er besloten worden om een verwijderingsprocedure in gang te zetten. Op dat moment zal er een traject richting passender onderwijs worden ingezet. Indien een leerling aantoonbaar niet voldoet aan de eisen die gesteld worden op VMBO-T, kan een leerling ook verwezen worden naar een lager niveau. Een leerling mag op de Jorismavo eenzelfde jaar slechts eenmaal doubleren. SOP Jorismavo Pagina 7 van 9

Organisatie van uitplaatsing: Wanneer er sprake is van uitplaatsing is dit iets wat al meermaals met mentor en orthopedagoog of afdelingsleider is besproken. Ouders worden voortdurend geïnformeerd over de stand van zaken en de mogelijkheden van uitplaatsing. De zorgcoördinator onderhoudt het contact met het Samenwerkingsverband, Flex Rebound/ Flex Eigenwijs of het VSO om zo te komen tot een goed voortzetting van de schoolloopbaan voor de betreffende leerling. School geeft advies over de haalbaarheid van een plaatsing buiten de Jorismavo. Dossierinformatie wordt altijd via ouders of met toestemming van ouders naar de betreffende school gestuurd. 6 Communicatie met ouders De ouders worden zoveel mogelijk betrokken bij de voortgang en het welbevinden van hun kind. Na het 1 e en 2 e rapport nodigt de mentor ouders uit voor een rapportgesprek. Indien wenselijk vanuit ouders of vanuit de mentor kunnen ouders worden uitgenodigd voor een gesprek. Ook zal de mentor tussentijds contact opnemen wanneer er problemen zijn (verzuim, te veel gele kaarten, werkhouding etc.). Ouders kunnen via Magister de cijfers en absentie van hun zoon/dochter volgen. Ook kunnen ze hier de agenda van de leerling volgen met het opgegeven huiswerk. Ieder jaar zijn er voor alle ouders algemene ouderavonden waarin uitleg wordt gegeven over de zaken die dat jaar aan de orde zijn. Voor alle leerlingen wordt elk jaar een ontwikkelingsperspectiefplan opgesteld door de mentor. Dit plan wordt door ouders ondertekend, waarbij er ruimte is voor aanvullingen en opmerkingen. Indien een leerling besproken wordt in een ZAT overleg worden ouders hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld door de zorgcoördinator. Van ouders verwachten wij dat zij: meewerken aan een goede onderlinge (school-ouder-kind) communicatie. School op de hoogte houden van relevante informatie betreffende de leerling. vertrouwen hebben in het beleid, de leefregels en de omgangsvormen van de school en handelen als zodanig. Ondersteunend zijn in het leerproces van hun zoon/dochter, PLAATSING OP DE SCHOOL VAN AANMELDING NIET ALTIJD MOGELIJK De school streeft ernaar dat alle leerlingen geplaatst kunnen worden op de school van aanmelding. Echter, niet altijd past de leerling bij de school van aanmelding. Er zijn vier redenen voor doorverwijzing naar een andere school: 1. Het kind voldoet niet aan het niveau van de school. Wanneer een leerling van groep 8 zich aanmeldt, waarbij er een advies is gegeven door de basisschool anders dan VMBO-T, zijn wij niet verplicht de leerling te plaatsen. Er is dan geen sprake van zorgplicht volgens de Wet Passend Onderwijs. In sommige gevallen kan het zijn dat we wel kijken naar de mogelijkheden om tot plaatsing over te gaan. Wanneer een leerling tussentijds instroomt, moet de school van herkomst een overgangsbewijs kunnen overleggen naar het betreffende leerjaar op T niveau. M.a.w. de leerling moet bevorderbaar zijn naar het leerjaar van aanmelding. 2. De school kan niet voldoen aan de te specifieke ondersteuningsvraag. Wanneer de ondersteuningsbehoefte van de leerling groter is dan de Jorismavo kan bieden, wordt er onderzoek gedaan om vast te stellen wat die ondersteuningsbehoeften inhouden. Indien de vraag van de leerling de mogelijkheden van de school aantoonbaar overschrijdt, zal de school in overleg met ouders op zoek gaan naar een passende school. 3. Een teveel aan kinderen met bepaalde ondersteuningsvragen kan de ondersteuningskracht van de school te boven gaan. 4. Er is geen plaats. Wanneer een leerling zich tussentijds aanmeldt, hanteert de Jorismavo een maximale klassengrootte van 18 leerlingen. Wanneer deze is bereikt, is er geen ruimte voor instroom. Een leerling die zich schriftelijk aanmeldt, kan dan op een wachtlijst worden geplaatst. SOP Jorismavo Pagina 8 van 9

De scholen van Nijmegen en omgeving maken onderdeel uit van het Samenwerkingsverband Nijmegen en omgeving. Het SWV zorgt ervoor dat elke leerling een onderwijsplek op een school krijgt. In overleg met ouders/verzorgers, de school van herkomst, de school van aanmelding en de andere school wordt de leerling door het Samenwerkingsverband op een school geplaatst waar voldaan wordt aan de zorgvraag van het kind. SOP Jorismavo Pagina 9 van 9