Voorwoord. Dit rapport bevat drie soorten documenten :

Vergelijkbare documenten
Respiratoir Syncytiaal Virus

Respiratoir Syncytiaal Virus

Respiratoir Syncytiaal Virus

Mycoplasma pneumoniae

in vergelijking met 2002, stabilisatie van het aantal laboratoria die ten minste één geval diagnosticeerden (tabel 2).

in vergelijking met 2001, lichte stijging van het aantal laboratoria die ten minste 1 infectie registreerden (tabel 2).

Oostende Waremme

in vergelijking met 2002 en 2003, daling van het aantal laboratoria die ten minste 1 geval diagnosticeerden (tabel 2).

Streptococcus pyogenes

Influenza B. Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk. Peillaboratoria. 1. Doelstellingen. 2. Representativiteit in 2004

Bordetella pertussis

Chlamydia trachomatis

Bordetella pertussis

Haemophilus influenzae

Lokalisatie Aantal stalen Lokalisatie Aantal stalen

in vergelijking met 2002, daling van het aantal laboratoria die ten minste 1 geval diagnosticeerden in Wallonië (2002 : N=19, 2003 : N=14; tabel 2).

Dankwoord. Peillaboratoria

Philippeville

Respiratoir Syncytiaal Virus

Dr. B. BROCHIER W.I.V. - Virologie J. Wytsmanstraat, Brussel Tel. : 02/ Fax : 02/

Respiratoir Syncytiaal Virus

Dr. B. BROCHIER W.I.V. - Virologie J. Wytsmanstraat, Brussel Tel. : 02/ Fax : 02/

Arrondissement N % N % N % N % N % N % N % N % N % Antwerpen

Jaar N Jaar N. Leeftijdsgroep < 1 j. 0 1 j. - 4 j. 4 5 j j j j j j j j. 88 > 65 j.

Arrondissement N % N % N % N % N % N % N % N % N % N %

Jaar N Jaar N. Leeftijdsgroep < 1 j. 0 1 j. - 4 j j j j j j j j j. 96 > 65 j.

Chlamydia trachomatis

Dankwoord. Peillaboratoria

Dankwoord. Peillaboratoria

Borrelia burgdorferi. Gegevens van de Referentielaboratoria. Inleiding. Voornaamste epidemiologische karakteristieken

Dankwoord. Peillaboratoria

Borrelia burgdorferi. Gegevens van de Referentielaboratoria. Inleiding. Voornaamste epidemiologische karakteristieken

Dankwoord. Peillaboratoria

Dankwoord. Peillaboratoria

Dankwoord. Peillaboratoria

Aminoglycosiden. Gegevens van het Referentielaboratorium. Analysen verricht in het kader van het referentiecentrum. Referentielaboratorium

Lokalisatie Aantal stalen Lokalisatie Aantal stalen

Voorwoord. Dit rapport bevat drie soorten documenten :

Aminoglycosiden. Analysen verricht in het kader van het referentiecentrum. Referentielaboratorium

Voorwoord. Dit rapport bevat drie soorten documenten :

Voorwoord. Dit rapport bevat drie soorten documenten :

Neisseria meningitidis

Voorwoord. Dit rapport bevat drie soorten documenten:

Voorwoord. Dit rapport bevat drie soorten documenten :

Voorwoord. Dit rapport bevat drie soorten documenten :

O 2 H N 2. Deoxystreptamine

Voorwoord Peillaboratoria Referentielaboratoria Peillaborato- ria + Referentielaboratoria

Neisseria meningitidis

Statistiques Médecins - Geneesheren Statistieken toetreding akkoord , 2/3/2016, geografisch

Chômeurs complets mis au travail en ateliers protégés - Hommes - LIEU D'HABITATION

Nombre de travailleurs assujettis à l'o.n.s.s. répartis par classe d'âge - Hommes - LIEU D'HABITATION

Chômeurs complets mis au travail en ateliers protégés - Unités physiques - Hommes - LIEU D'HABITATION

Chômeurs complets de 58 ans et plus (50 ans et plus avec passé professionnel) (*) - Unités physiques - Hommes - LIEU D'HABITATION

Nombre de patients uniques ayant subi une oesophagectomie, par hôpital en 2012 en Belgique

Chômeurs complets de 58 ans et plus (50 ans et plus avec passé professionnel) (*) - Hommes - LIEU D'HABITATION

NEISSERIA MENINGITIDIS STAMMEN AFGEZONDERD IN BELGIE, IN 2002

Algemene ziekenhuizen : erkenningssituatie : huidig erkende functies per vestigingsplaats

2004 NATIONAAL REFERENTIECENTRUM VOOR NEISSERIA MENINGITIDIS

2005 NATIONAAL REFERENTIECENTRUM VOOR NEISSERIA MENINGITIDIS

Algemene ziekenhuizen : erkenningsbesluiten : momenteel geldend voor niercentra

Chômeurs complets dispensés d'inscription (*) - Unités physiques - Hommes - LIEU D'HABITATION

Total des attributaires sur base de prestations de travail - LIEU D'HABITATION

VREDEGER AR CORR 2009 Arrondissementen % van gemiddelde aantal < 100 % Subtotaal 5707 Ger. Arr. Dend. Afd. Aalst

THEMA I.2. Aantal ligdagen in klassieke hospitalisatie

VREDEGER B-reeks VERSCHIL Arrondissementen % 1 Aalst I Aalst II Ninove Subtotaal Ger.

Statistiques Médecins - Artsen Statistieken 19/3/2018 (eindtabel akkoord )

MANDATARISSEN PER PE 40 ZETELS MANDATAIRES PAR EP 40 SIEGES Berekening van het aantal zetels Mode de calcul du nombre de sièges (art.

Neisseria gonorrhoeae

JAARVERSLAG. Nationaal Referentiecentrum voor Neisseria meningitidis. Neisseria meningitidis stammen afgezonderd in België in 2007

Volume complexe ingrepen VAN

Algemene ziekenhuizen : erkenningssituatie : hospitalisatiediensten : huidig aantal erkende bedden per vestigingsplaats

Algemene ziekenhuizen : erkenningssituatie : hospitalisatiediensten : huidig aantal erkende bedden per vestigingsplaats

Streptococcus pneumoniae

Algemene ziekenhuizen : erkenningssituatie : huidig erkende functies per vestigingsplaats

ZIEKENHUISTARIEVEN EN INFORMATIEVERSTREKKING

Streptococcus pneumoniae

Streptococcus pneumoniae

Algemene ziekenhuizen : erkenningsbesluiten : momenteel geldend voor niercentra

PSEUDO-CODE DE LA NOMENCLATURE SAMBREVILLE (AUVELAIS) BORNEM 43,93 SINT-J OZEFKLINIEK BORNEM

THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven

Neisseria meningitidis

JAARVERSLAG. Nationaal Referentiecentrum voor Neisseria meningitidis. Neisseria meningitidis stammen afgezonderd in België in 2008

Nombre de patients uniques ayant subi une oesophagectomie, par hôpital en 2012 en Belgique

Antwerpen U.Z. ANTWERPEN DIENST ENDOCRINOLOGIE WILRIJKSTRAAT EDEGEM : 03/ : 03/

Prix par journée - Prijs per dag

Lijst met GKB-codes zoals deze eind 2009 van kracht waren

Surveillance van Yersinia enterocolitica en Yersinia pseudotuberculosis in België

Prix par journée - Prijs per dag

Prix par journée - Prijs per dag

Zorgvragers en zorgverstrekkers Amai! Wat een uitdaging

THEMA IV.4. Ischemisch Hartlijden

Aantal unieke patiënten waarbij oesofagectomie werd uitgevoerd, per ziekenhuis in 2012 in België

IC-01. Oostende. Brussel. Luik. Eupen. Dienstregelingen geldig vanaf

Algemene ziekenhuizen : erkenningssituatie : hospitalisatiediensten : huidig aantal erkende bedden per vestigingsplaats

nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK s)

Analyse van de uitgaven

Nood aan concentratie van expertise voor zeldzame en complexe aandoeningen

IC-23A. Brussel-Nat.-Luchthaven. Brussel. Gent. Brugge. Dienstregelingen geldig vanaf

IC-03. Genk. Landen. Leuven. Brussel. Gent. Brugge. Knokke/Blankenberge. Dienstregelingen geldig vanaf

Algemene ziekenhuizen : erkenningsbesluiten : momenteel geldend voor niercentra

Transcriptie:

Voorwoord Dit rapport bevat drie soorten documenten : de documenten die door het WIV zijn opgemaakt op basis van de gegevens verzameld door een netwerk van peillaboratoria in het kader van de surveillance van infectieuze aandoeningen (cf. hoofding Peillaboratoria), de documenten die door de referentielaboratoria zijn opgemaakt per ziektekiem waarvoor zij verantwoordelijk zijn (cf. hoofding Referentielaboratoria), de documenten die door het WIV zijn opgemaakt op basis van de gegevens verzameld door een netwerk van peil- en referentielaboratoria, in het kader van de surveillance van infectieuze aandoeningen (cf. hoofding Peillaboratoria + Referentielaboratoria). Voorwoord

Peillaboratoria Dankwoord Wij bedanken de verantwoordelijken van de peillaboratoria die aan de registratie van hebben deelgenomen. De lijst van deze laboratoria wordt per provincie en per postcode voorgesteld. Antwerpen Centraal Laboratorium Antwerpen Antwerpen Instituut Tropische Geneeskunde 8 Antwerpen Alg. Medisch Laboratorium 8 Antwerpen Clinilabo Antwerpen A.Z. Middelheim 6 Antwerpen A.Z. Stuivenberg 7 Merksem A.Z. Jan Palfijn Herentals Centrum voor Medische Analyse Herentals St.-Elisabethziekenhuis Heist-op-den-Berg Somedi Lab 3 Turnhout A.Z. St.-Jozef 3 Turnhout St.-Elisabethziekenhuis 44 Geel Alg. Z. St.-Dimpna 5 Lier Cedibel 57 Duffel A.Z. St.-Norbertus 65 Edegem U.Z.-Antwerpen 8 Mechelen St.-Jozefziekenhuis 8 Mechelen Stedelijk O.L.V.-Ziekenhuis 8 Bonheiden Imeldaziekenhuis 85 Boom A.Z. Van Enschodt 93 Braschaat Ziekenhuis Vesalius 98 Zoersel A.Z. St.-Jozef Dankwoord

Dankwoord Peillaboratoria Brussel Hôpital Ste-Anne/St-Jean Brussel St.-Pieter Ziekenhuis 4 Brussel Centraal Labo 5 Brussel Centre Hosp. Etterbeek-Ixelles 5 Brussel W.I.V. - Afdeling Bacteriologie 6 Brussel Biorim 7 Brussel Erasmus Ziekenhuis 8 Brussel Hôpital Français Reine Elisabeth 9 Brussel A.Z. - V.U.B. 9 Brussel C.H.U. Brugmann Brussel Militair Hosp. Koningin Astrid Brussel U.C.L. St-Luc Brussel Cebiodi Dankwoord

Peillaboratoria Dankwoord 34 Ottignies Clin. St-Pierre 4 Braine-l'Alleud Hôpital de Braine-l'Alleud-Waterloo Dankwoord 3

Dankwoord Peillaboratoria 8 Vilvoorde Van Helmont Ziekenhuis 3 Leuven H. Hartkliniek 3 Leuven Medisch Centrum voor Huisartsen 3 Leuven U.Z. Gasthuisberg 39 Diest A.Z. Diest 33 Tienen H. Hartkliniek 4 Dankwoord

Peillaboratoria Dankwoord 8 Brugge A.Z. St.-Jan 8 Brugge Lab voor Medische Biologie 83 Brugge A.Z. St.-Lucas 84 Oostende A.Z. Damiaan 85 Kortrijk Kliniek Maria's Voorzienigheid 85 Kortrijk Medisch Lab Bruyland 87 Tielt St.-Andriesziekenhuis 879 Waregem Lab Klinische Biologie 879 Waregem Kliniek O.L.V.-Lourdes 88 Roeselare H. Hartziekenhuis 88 Roeselare Stedelijk Ziekenhuis 88 Torhout Kliniek St.-Rembert 887 Izegem St.-Jozefkliniek 89 Ieper O.L.V.-Gasthuis Moederhuis 893 Menen St.-Joriskliniek en Materniteit Dankwoord 5

Dankwoord Peillaboratoria 9 Gent A.Z. St.-Lucas 9 Gent Alg. Ziekenhuis 9 Gent Kliniek Maria Middelares 9 Gent U.Z. - R.U.G. 9 St.-Niklaas Alg. Kliniek Maria Middelares 9 St.-Niklaas A.Z. Waasland 96 Lokeren Lab Lokeren 9 Dendermonde A.Z. St.-Blasius 9 Dendermonde Medisch Lab Medina 93 Aalst Lab Aalst 93 Aalst Median Lab 93 Aalst O.L.V.-Ziekenhuis 96 Zottegem Alg. Z. St.-Elisabeth 988 Aalter Medina 99 Eeklo H. Hartkliniek 994 Gent Lab Parijs-Nuytinck 6 Dankwoord

Peillaboratoria Dankwoord 6 Charleroi C.H.U. Charleroi 64 Gosselies Clin. Notre-Dame de Grâce 66 Gilly Clinique St-Joseph 6 Montigny-Le-Tilleul Hôpital Vésale 646 Chimay Centre de Santé des Fagnes 653 Thuin L.P.M.E. 654 Lobbes Clin. St-Joseph 7 Mons Hôpital Ambroise Paré 7 Mons Labo Libem 76 Soignies Labo d'anal. Médicales La Bassos 79 Braine-le-Comte Labo d'anal. Médicales La Bassos 7 La Louvière Centre Hospitalier de Tivoli 73 Binche Labo Frère-Larebio 733 Baudour Clin. L. Caty 75 Tournai Clin. La Dorcas 75 Tournai I.M.C. 77 Mouscron Clin. Refuge de la Ste-Famille 77 Mouscron Labo d'analyses Médicales 78 Ath Centre Hospitalier du Pays d'ath 785 Enghien Labo de Biologie Médicale Dankwoord 7

Dankwoord Peillaboratoria 4 Liège Clin. St-Joseph 4 Liège U.Lg. 4 Liège Inst. Prov. E. Malvoz 43 Chênée Clin. Notre-Dame des Bruyères 45 Huy Centre Hospitalier Hutois 46 Fléron Labo d'analyses Médicales Ralet 47 Eupen Hôpital St-Niklaus 48 Verviers Centre de Diagnostic 48 Verviers Centre Hospitalier Peltzer La Tourelle 496 Malmédy Clin. Reine Astrid 8 Dankwoord

Peillaboratoria Dankwoord 35 Hasselt Salvatorziekenhuis 35 Hasselt Virga Jesse Ziekenhuis 355 Heusden-Zolder St.-Franciskusziekenhuis 36 Genk Ziekenhuis Oost-Limburg 38 St.-Truiden Regionaal Ziekenhuis St.-Trudo 39 Neerpelt H. Hartkliniek 39 Lommel Maria Middelaresziekenhuis. Dankwoord 9

Dankwoord Peillaboratoria 67 Arlon Clin. du Sud-Luxembourg 68 Libramont Clin. de Libramont Dankwoord

Peillaboratoria Dankwoord 5 Namur Centre Hospitalier Régional 5 Belgrade Labo Medic 54 Namur Labo Médical du Sud 56 Auvelais Centre Hospitalier Reine Fabiola 55 Dinant Clin. Ste-Anne 553 Yvoir U.C.L. Mont-Godinne Dankwoord

Dankwoord Peillaboratoria Wij danken ook de verantwoordelijken voor de referentielaboratoria (bijlage ) die aan de surveillance van hebben deelgenomen : Dokters G. BIGAIGNON, V. LUYASU en M. VAN RANST voor Borrelia burgdorferi; Dokter S. LAUWERS voor Bordetella pertussis, Corynebacterium diphteriae en Legionella penumophila; Dokter J. GODFROID voor Brucella; Dokter G. ZISSIS voor Campylobacter; Mevrouw M. TURNEER voor Clostridium botulinum; Dokter D. SWINNE voor Cryptococcus neoformans; De heer T. VERVOORT voor Cryptosporidium, Cyclospora, Entamoeba histolytica, Leishmania, Leptospira en Plasmodium; Dokter H. GOOSSENS voor Enterococcus en Streptococcus pyogenes; Dokter D. PIERARD voor Escherichia coli; Dokter F. CROKAERT voor Haemophilus influenzae; Dokter C. VANDENVELDE voor Hantavirus; Dokter R. VRANCKX voor Hepatitis A, B, C; Dokter M. STRUELENS voor Legionella pneumophila en Staphylococcus aureus; Dokter M. YDE voor Listeria monocytogenes; Dokters F. PORTAELS en M. DUFAUX voor Mycobacterium; Mevrouw F. CARION voor Neisseria meningitidis; Dokter F. COSTY voor Rabies; Dokter J.M. COLLARD voor Salmonella en Shigella; Dokter C. GODARD voor Staphylococcus aureus (faagtypering); Dokter P. MELIN voor Streptococcus agalactiae; Dokter J. VERHAEGEN voor Streptococcus pneumoniae en Yersinia; Dokters M. UYDEBROUCK en A. AERTS voor multiresistente tuberculose; Dokters G. WAUTERS en M. DELMEE voor Yersinia en Yersinia pestis; Dokter R. VANHOOF voor resistentie tegen aminoglycosiden. Wij bedanken ook de volgende leden van de afdeling Epidemiologie van het W.I.V. voor hun kostbare bijdrage : Dokters F. VAN LOOCK en G. HANQUET als verantwoordelijken voor het surveillanceprogramma, De heer Y. DUPONT voor het gegevensbeheer, Mevrouw M. MEGANCK en Mevrouw E. DE BLANC voor de gegevensinvoer, Mevrouw L. DE GENDT voor de gegevensvalidatie, De heer G. JEANFILS voor het verwerken van de gegevens en het maken van de figuren in dit verslag, Mevrouw A. MOTTE voor de vertaling van de documenten in dit verslag. Tot slot bedanken wij ook het personeel van de drukkerij voor het drukken van dit document. Dankwoord

Peillaboratoria Samenvatting Doelstellingen van het peillaboratorianetwerk jaarlijkse en maandelijkse opvolging van de epidemiologische trends van de geregistreerde micro-organismen; opsporing van infectiehaarden; schatting van de incidentie van de geregistreerde kiemen op nationaal en arrondissementsniveau : de schatting van de incidentie kan worden gebruikt voor de analyse van de epidemiologische trends van de geregistreerde micro-organsimen; aangezien niet alle laboratoria van het land aan de surveillance deelnemen, is de schatting een onderschatting van de reële incidentie, maar zij kan als indicator worden gebruikt. De schatting brengt echter moeilijkheden teweeg wanneer we ze willen vergelijken met de cijfers van andere landen; verspreiding van de verzamelde informatie onder de deelnemende laboratoria, de autoriteiten en de instellingen/personen die betrokken zijn bij de surveillance van infectieuze aandoeningen. Aantal deelnemende laboratoria peillaboratoria, dit is 5% van het totaal aantal laboratoria erkend voor microbiologie in ; ligging van de peillaboratoria : 55% in Vlaanderen, 33% in Wallonië en % in Brussel; de ligging is vergelijkbaar voor alle laboratoria voor microbiologie : 5% in Vlaanderen, 35% in Wallonië en 3% in Brussel. Evolutie van de nationale incidentie van de voornaamste ziektekiemen (N/ 5 inw.) bevestiging van de sinds stijgende trend van de incidentie van seksueel overdraagbare aandoeningen met C. trachomatis ( : 6,7/ 5, : 7,5/ 5, :,3/ 5 ) en N. gonorrhoeae ( :,4/ 5, :,4/ 5, :,8/ 5 ); sinds 999, toename van de incidentie van infecties met Borrelia burgdorferi volgens de gegevens van de peillaboratoria (999 : 8,/ 5, :,3/ 5 ) en van de referentielaboratoria (999 :,4/ 5, : 9,7/ 5 ) : de toename kan worden toegeschreven aan de toename van het aantal gevallen gediagnosticeerd in Vlaanderen; in vergelijking met, stabilisatie van de incidentie van infecties met S. pneumoniae ( : 5,/ 5, : 5,/ 5 ); in vergelijking met en, stabilisatie van de incidentie van infecties met Campylobacter ( : 73/ 5, : 7/ 5, : 7/ 5 ), met een vergelijkbaar aantal laboratoria die ten minste kiem registreerden (N=5); in vergelijking met, daling van de incidentie van infecties met N. meningitidis volgens de gegevens van de peillaboratoria ( :,5/ 5, :,7/ 5 ) en van het referentielaboratorium ( : 3,7/ 5, :,5/ 5 ) : deze daling kan worden toegeschreven aan een daling van het aantal infecties van serogroep C ( : N=79, : N=89); in vergelijking met, daling van de incidentie van infecties met M. pneumoniae ( : 39,6/ 5, : 6,4/ 5 ) : wij herinneren eraan dat tijdens de winter van, het aantal gediagnosticeerde gevallen heel hoog was in vergelijking met de winters van en ( : N=94-75 laboratoria; : N=688-65 laboratoria; : N=95-58 laboratoria). Beschrijving van enkele infectiehaarden. Campylobacter opmerkelijk is het feit dat de incidentie al enkele jaren gemiddeld twee keer hoger ligt in Vlaanderen ( : 87/ 5 )dan in Wallonië ( : 43/ 5 ); 9% van de gevallen (5/7354) zijn in de provincie Antwerpen gediagnosticeerd : 789 gevallen waren gelokaliseerd in het arrondissement Turnhout (999 : N=65, : N=735, : N =69); 9 gevallen waren gelokaliseerd in het arrondissement Antwerpen (999 : N=574, : N=77, : N =8); we voegen hier nog aan toe dat ook het aantal gevallen gediagnosticeerd in het arrondissement Leuven hoog blijft (999 : N=636, : N=775, : N=749, : N=85).. Chlamydia trachomatis opmerkelijk is de toename van het aantal gevallen gediagnosticeerd in het arrondissement Antwerpen ( : N=33, : N=7, : N=7) en in Brussel ( : N=3, : N=65, : N=336); de toename werd vooral bij vrouwen tussen 5 en 44 jaar vastgesteld. 3. Neisseria gonorrhoeae opmerkelijk is de toename van het aantal gevallen gediagnosticeerd in het arrondissement Antwerpen ( : N=4, : N=7, : N=84) en in Brussel ( : N=, : N=3, : N=6); de gevallen werden vooral bij mannen tussen 5 en 44 jaar vastgesteld. Samenvatting

Samenvatting Peillaboratoria 4. Mycoplasma pneumoniae opmerkelijk is het sinds enkele jaren hoge aantal gevallen gediagnosticeerd in de arrondissementen Turnhout ( : N=487, : N=7, : N=4) en Charleroi ( : N=55, : N=6, : N=464). 5. N. meningitidis opmerkelijk is de daling, in vergelijking met, van het aantal gevallen van serogroep C gediagnosticeerd in het arrondissement Antwerpen ( : N=47, : N=6). 6. Hepatitis A opmerkelijk is het feit dat 7% (6/9) van de gevallen gediagnosticeerd in zijn gelokaliseerd in de provincie Henegouwen; in werd 8% (6/35) van de gevallen in deze provincie gediagnosticeerd; het aantal gevallen gediagnosticeerd in deze provincie blijft met andere woorden stabiel terwijl het aantal gevallen in de andere provincies van het land daalt; in vergelijking met voorgaande jaren, daling van het aantal gevallen gelokaliseerd in Brussel (999 : N=5, : N=58, : N=, : N=6); van de 6 gevallen waren /6 (35%) kinderen tussen 5 en 4 jaar terwijl voor dit type infectie en voor deze leeftijdsgroep het gemiddelde voor het hele land 7% bedraagt. Aanbevelingen omdat in bepaalde Belgische arrondissementen heel wat aandoeningen (S. pneumoniae, H. influenzae, hepatitis A) optreden waarvoor een vaccin bestaat, strekt efficiëntere vaccinatie van de doelgroepen tot de aanbeveling; het is van belang dat de bevolking wordt ingelicht over mogelijke preventieve maatregelen om minder snel één of andere infectieziekte op te lopen (hepatitis A, ziekte van Lyme, hantavirose, humane alveolaire echinococcose, gastro-intestinale infecties, cf. website van het WIV); het zou nuttig zijn om een grondige studie te maken over de oorzaak van het hoge aantal infecties met Campylobacter en Giardia in bepaalde arrondissementen van het land. Samenvatting

Peillaboratoria Inleiding Sinds 983 coördineert de Afdeling Epidemiologie van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV), voorheen Instituut voor Hygiëne en Epidemiologie (IHE), de nationale surveillance van infectieuze aandoeningen via een netwerk van laboratoria voor microbiologie, peillaboratoria genoemd. Aan dit surveillanceprogramma zijn een veertigtal referentielaboratoria verbonden. Zij bevestigen de diagnose die door de peillaboratoria en andere Belgische laboratoria is gesteld, typeren de ontvangen stalen, bestuderen de antibioticaresistentie van de stalen, bieden andere kostbare epidemiologische gegevens omtrent de verzamelde informatie (bijlage ). Doelstellingen van het surveillancenetwerk jaarlijkse en maandelijkse opvolging van de epidemiologische trends van de geregistreerde micro-organismen, opsporing van infectiehaarden, opvolging van de invloed van de vaccinatieprogramma s op de evolutie van het aantal diagnoses per leeftijdscategorie, verspreiding van de verzamelde gegevens onder de deelnemende laboratoria, de overheid en de instellingen die zich bezighouden met de preventie van aandoeningen die het gevolg zijn van micro-organismen. Doelstellingen van het jaarrapport beschrijving van de epidemiologische trends van de geregistreerde micro-organismen, voorstelling van de doelstellingen van de surveillance van elke geregistreerde kiem, voorstelling van de representativiteit van het surveillancenetwerk voor elke geregistreerde kiem, voorstelling van de evolutie van de incidentie van de geregistreerde infecties op nationaal en arrondissementsniveau, beschrijving van de voornaamste epidemiologische kenmerken van de patiënten met een positieve diagnose wat betreft de geregistreerde kiemen, met name verdeling per geslacht en leeftijdsgroep, voorstelling van de evolutie van de verspreiding van de diagnoses in functie van de oorsprong van de afgenomen stalen, voorstelling van de seizoensevolutie van de voornaamste geregistreerde kiemen, voorstelling van de geografische lokalisatie van de geregistreerde kiemen in, voorstelling van een reeks aanbevelingen die het mogelijk moeten maken om het aantal geregistreerde infecties te beperken. Doelstellingen van de rapporten van de referentielaboratoria voorstelling van de voornaamste epidemiologische kenmerken van de patiënten van wie een staal naar het referentielaboratorium is verstuurd door een peillaboratorium of door een ander Belgisch laboratorium voor microbiologie, voorstelling van de geografische lokalisatie van de stalen die in zijn ontvangen, beschrijving (en opvolging van de evolutie) van de verschillende stamtypes die in zijn geanalyseerd, onderzoek (en opvolging van de evolutie) naar de antibioticaresistentie van de stammen die in zijn geanalyseerd in functie van hun type en de oorsprong van het afgenomen staal. Inleiding

Peillaboratoria Methoden Basisprincipes van het surveillancenetwerk de deelname van de peillaboratoria gebeurt op vrijwillige basis en wordt niet vergoed; elk deelnemend laboratorium wordt door een bioloog geleid; de registratie gebeurt op regelmatige tijdstippen, m.a.w. wekelijks; de aangifte van de patiënt blijft anoniem. Inhoud van de registratie infecties ter hoogte van de luchtwegen en het centraal zenuwstelsel, acute luchtweginfecties, gastro-intestinale infecties, zoönosen, seksueel overdraagbare aandoeningen, geïmporteerde infecties. Registratiewijze met behulp van een registratieformulier, via elektronische weg, met behulp van het programma Epi-Lab. Hiermee kunnen de gegevens worden ingevoerd en naar de server van het WIV worden verstuurd. Beschrijving van de registratie betreffende het laboratorium : toegekend identificatienummer in functie van de lokalisatie van het laboratorium; betreffende de patiënt : geslacht, geboortedatum, postcode van de woning of van de plaats waar de besmetting vermoedelijk plaats heeft gehad of het land van oorsprong van de infectie; betreffende het staal : week waarin de diagnose werd gesteld, plaats waar het staal werd afgenomen. Definities A.L.I. : acute luchtweginfecties, C.S.V. : cerebrospinaal vocht, incidentie : in dit rapport gaat het om een indicator van de incidentie aangezien slechts 5% van de Belgische laboratoria voor microbiologie aan het netwerk deelneemt; toch moet worden gepreciseerd dat de meeste grote laboratoria, meestal verbonden aan een ziekenhuis, aan dit surveillanceprogramma deelnemen; de vermelde incidentiecijfers in dit rapport zijn dus bruikbaar als indicator voor de nationale incidentie en de evolutie ervan, ook al houden de cijfers een onderschatting van de werkelijke incidentie in, O.R. : Odds Ratio, P.L. : peillaboratorium, R.L. : referentielaboratorium, R.S.V. : respiratoir syncytiaal virus, registratiefrequentie : aantal jaarlijks geregistreerde diagnoses door de peillaboratoria/aantal jaarlijks ontvangen formulieren. Methoden

Methoden Peillaboratoria Representativiteit van het netwerk in deelname van peillaboratoria verspreid over 34 van de 43 arrondissementen in het land, dit is 5% (/38) van alle in erkende laboratoria voor microbiologie, geen laboratoria voor microbiologie in de arrondissementen Philippeville, Virton en Waremme, geen peillaboratoria in de arrondissementen Diksmuide, Veurne, Oudenaarde, Tongeren, Bastogne, Marche-en-Famenne, deelname van ten minste de helft van de erkende laboratoria in 7 arrondissementen, lokalisatie van de peillaboratoria : 55% in Vlaanderen, 33% in Wallonië en % in Brussel (tabel ), vergelijkbare lokalisatie van de laboratoria voor microbiologie : 5% in Vlaanderen, 35% in Wallonië en 3% in Brussel (figuur ), indeling van de peillaboratoria in 7% laboratoria verbonden aan een ziekenhuis en 3% privé-laboratoria : deze indeling verschilt van de indeling van alle laboratoria erkend voor microbiologie, respectievelijk 49,5% en 5,5%. Tabel : verspreiding van de peillaboratoria per arrondissement (N, 998-) 998 999 Arrondissement N T % N T % N T % N T % N T % Antwerpen 8 43 8 43 4 46 5 6 Mechelen 6 6 6 9 67 6 9 67 6 9 67 6 6 Turnhout 6 5 6 5 6 9 67 6 9 67 5 7 7 Halle-Vilvoorde 7 4 7 9 7 9 7 9 6 7 Leuven 5 6 83 5 6 83 5 6 83 5 6 83 5 8 63 Brugge 4 36 4 36 4 4 4 4 4 9 44 Diksmuide Ieper 3 6 5 3 6 5 3 6 5 Kortrijk 6 8 75 5 7 7 5 7 7 5 6 83 5 5 Oostende 3 5 6 3 5 6 3 5 6 3 3 3 33 Roeselare 3 4 75 4 5 4 5 4 5 3 4 75 Tielt Veurne 3 33 3 33 3 33 5 Aalst 4 8 5 4 8 5 4 8 5 4 7 57 4 7 57 Dendermonde 3 67 Eeklo Gent 6 4 43 7 4 5 7 3 54 7 58 6 55 Oudenaarde 5 4 4 3 3 St.-Niklaas 3 3 3 3 3 9 33 3 8 38 3 6 5 Hasselt 7 7 6 6 6 55 6 6 5 5 Maaseik 3 67 3 67 3 67 3 67 3 67 Tongeren 3 Vlaanderen 76 57 48 75 53 49 74 44 5 7 8 56 67 55 Brussel 5 36 4 3 36 36 3 36 36 6 3 53 4 3 45 Nivelles 8 8 8 Ath 3 33 3 33 5 5 5 Charleroi 5 8 63 5 7 7 5 7 7 5 6 83 4 7 57 Mons 3 3 3 9 33 3 8 38 3 8 38 3 8 38 Mouscron Soignies 4 6 67 4 5 8 4 5 8 3 5 6 4 5 8 Thuin 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 Tournai 4 5 3 3 3 67 3 67 4 5 Huy 5 5 5 5 5 Liège 6 9 5 8 8 5 8 8 5 6 3 5 8 8 Verviers 4 7 57 4 7 57 4 7 57 4 7 57 4 7 57 Waremme -- -- -- -- -- Arlon 5 5 Bastogne 3 33 Marche-en-Fam. Neufchâteau Virton -- -- Dinant Namur 3 8 38 3 7 43 3 7 43 3 7 43 4 8 5 Philippeville -- -- -- -- -- Wallonië 4 96 44 4 87 47 4 83 48 39 79 49 4 85 47 België 33 89 46 9 76 47 7 63 48 7 37 54 38 5 N : aantal peillaboratoria T : aantal laboratoria voor microbiologie WIV - Epidemiologie LV Methoden

Peillaboratoria Methoden Figuur : verspreiding van de peillaboratoria per arrondissement (%, ) AL : AR : AT : AW : B : BG : BS : CR : DK : DM : DN : EK : GT : HS : HV : HY : IP : KR : LG : LV : MC : MH : MN : MR : MS : NC : NM : NV : OD : OS : PV : RS : SG : SN : TG : TH : TL : TN : TR : VR : VT : VV : WR : * 4/7 / / / 4/3 4/9 / 4/6 / / / / 6/ 5/9 /6 / / 5/5 5/6 5/8 / 6/ 3/8 / /3 / 4/8 / /3 /3 / 3/4 4/5 3/6 /3 5/7 / 4/4 /4 / / 4/7 / : Aalst : Arlon : Ath : Antwerpen : Brussel : Brugge : Bastogne : Charleroi : Diksmuide : Dendermonde : Dinant : Eeklo : Gent : Hasselt : Halle-Vilvoorde : Huy : Ieper : Kortrijk : Liège : Leuven : Mouscron : Mechelen : Mons : Marche-en-Fam. : Maaseik : Neufchâteau : Namur : Nivelles : Oudenaarde : Oostende : Philippeville : Roeselare : Soignies : St.-Niklaas : Tongeren : Turnhout : Tielt : Thuin : Tournai : Veurne : Virton : Verviers : Waremme VR DK IP OS MC RS BG TL KR TR EK GT OD AT MN AL DM SG SN HV TN CR % > - 49% > 49-99% % geen erkend labo B AW MH NV PV TH LV NM DN MS HS TG TG WR LG HY MR BS NC AR VT VV WIV-LV * : aantal peillaboratoria/aantal laboratoria voor microbiologie Aantal deelnemende laboratoria in indiening van 648 registratieformulieren, dit is 98% van het aantal verwachte formulieren, 96/ laboratoria verstuurden de 5 verwachte formulieren. Figuur : evolutie van het wekelijks aantal ontvangen formulieren in (N, %; 3// - 9//) aantal formulieren % WIV-LV 5 95 J F M A M J J A S O N D Methoden 3

Methoden Peillaboratoria Evolutie van het peillaboratorianetwerk sinds 996, lichte daling van het aantal peillaboratoria die deelnemen aan het surveillancenetwerk ten gevolge van de fusie van sommige laboratoria voor microbiologie (tabel ). Tabel : evolutie van het aantal peillaboratoria (983-) Jaar N %* Jaar N %* 983 5 993 4 37 984 4 8 994 4 4 985 59 4 995 5 43 986 54 38 996 4 44 987 5 37 997 34 44 988 39 34 998 33 46 989 39 35 999 9 47 99 4 35 7 48 99 44 36 7 54 99 4 36 5 * : (aantal peillaboratoria/totaal aantal laboratoria voor microbiologie) x Verspreiding van de verzamelde gegevens wekelijkse rapporten over de frequentie van de geregistreerde kiemen voor wie over het programma Epi-Lab beschikt, wekelijkse rapporten over A.L.I., van september tot april beschikbaar op papier en op de website http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/index.htm, maandelijkse rapporten om de aandacht van de lezers te vestigen op het feit dat in bepaalde maanden sommige kiemen in bepaalde Belgische arrondissementen toenemen; beschikbaar op papier en op de website (bijlage 3), jaarlijkse rapporten met als belangrijkste doelstelling de epidemiologische trends van een welbepaalde kiem sinds het begin van de registratie te bepalen; beschikbaar op papier en op de website, rubriek Infectieuze aandoeningen : nieuws! met wekelijks nieuwe informatie uit België, Europa en de rest van de wereld, informatiebrochures over sommige ziektes voor de bevolking (nu beschikbaar : echinococcose, hepatitis A, Lyme-ziekte, hantavirose, meningitis, voedseltoxi-infectie); de brochures hebben tot doel de bevolking in te lichten omtrent het bestaan van de ziektes, de mogelijke preventieve maatregelen en de te treffen maatregelen indien een van de ziektes wordt vermoed; de informatie is beschikbaar op papier en op de website, internetadres voor het programma Surveillance van infectieuze aandoeningen door een netwerk van peillaboratoria : www.iph.fgov.be/epidemio/labo. Lijst van de software voor de statistische verwerking Clipper, versie 5. Excel Epi-Info, versie 6.4 4 Methoden

Peillaboratoria Algemene Resultaten Evolutie van de registratiefrequentie In vergelijking met wordt het volgende vastgesteld : toename van infecties met C. trachomatis en N. gonorrhoeae, stabilisatie van infecties met Campylobacter en S. pneumoniae, daling van infecties met N. meningitidis, M. pneumoniae, Giardia en Cryptosporidium (tabel ). Tabel : frequentie van de geregistreerde kiemen (996-) Kiem 996 997 998 999 - N N/lab N N/lab N N/lab N N/lab N N/lab N N/lab N N/lab D* Adenovirus 6, 443 3,4 653 5, 837 6,7 8 6,3 95 7, 876 7,4 +,3 Campylobacter 499 37,7 567 43,6 66 5,8 654 5, 7473 58,5 7356 57,9 7354 6, +4,3 C. trachomatis 787 5,9 69 5,4 7 5,7 793 6,4 689 5,4 77 6, 64 9, +,9 Cryptosporidium 43 3, 63 4,7 833 6,5 834 6,7 659 5, 58 4,6 77,3 -,3 E. histolytica 56,9 89, 94,3 6, 4,9 4,7 6,9 +, Giardia 663,6 557, 899 4,9 93 5,3 669 3, 665 3, 36,5 -,6 Hantavirus 4,7 55,4 49,4 4, 68,5,9 5,4 -,5 Hepatitis A 565 4,3 467 3,6 57 4, 43 3, 437 3,4 358,8 36, -,8 M. pneumoniae 563 4,3 356,5 97 7, 49, 3635 8,6 45 3,9 74 3, -8,9 N. gonorrhoeae,8 7,9 66,3 78,4 45, 4,9 89,4 +,5 N. meningitidis 75,3 87,5 64,3 7,8 6,7 6, 7,4 -,6 Parainfluenza,6 58, 34,4 386 3, 78, 4 3, 93,5 -,7 Plasmodium 36,5 36,5 334,7 369,9 337,6 37,6 99,5 -, R.S.V. 95 8,3 9 5,7 374 9, 368 9, 446 3,7 455 3,9 454 35, +3, Shigella - -, 8, 97,4 8,6 4,9 3,9, S. pneumoniae 53,5 48,9 45, 4, 36,6 537, 56 3, +, S. pyogenes 69, 5,9 99,3 97,4 388 3, 355,8 39,6 -, Y. enterocolitica 589 4,5 49 3,8 44 3,4 568 4,6 57 4, 375,9 33,8 -, Totaal 49 6337 889 5 356 38 797 D* : verschil tussen het aantal isolaties per laboratorium in en Algemene Resultaten

Algemene Resultaten Peillaboratoria. Seksueel overdraagbare aandoeningen toename van de registratiefrequentie van infecties met C. trachomatis sinds en N. gonorrhoeae sinds 996 (figuur ). Figuur : C. trachomatis en N. gonorrhoeae : evolutie van de registratiefrequentie (N, 986-) N / jaar WIV-RG 5 C. trachomatis 5 N. gonorrhoeae 986 988 99 99 994 996 998. Infecties ter hoogte van de luchtwegen en het centraal zenuwstelsel Op basis van de stalen uit bloed en/of C.S.V. blijkt het volgende : lichte toename van het aantal infecties met S. pneumoniae, stabilisatie van het aantal infecties met H. influenzae, daling van het aantal infecties met N. meningitidis (figuur ). Figuur : S. pneumoniae, N. meningitidis en H. influenzae : evolutie van de registratiefrequentie (N, 99-) N / jaar.. WIV-RG S. pneumoniae 8 6 4 N. meningitidis H. influenzae 99 99 993 994 995 996 997 998 999 Algemene Resultaten

Peillaboratoria Algemene Resultaten 3. Gastro-intestinale infecties in vergelijking met, stabilisatie van de registratiefrequentie van infecties met Campylobacter, in vergelijking met, daling van de registratiefrequentie van infecties met Y. enterocolitica (figuur 3). Figuur 3 : Campylobacter en Y. enterocolitica : evolutie van de registratiefrequentie (N, 986-) N / jaar WIV-RG 8 6 Campylobacter 4 Y. enterocolitica 986 988 99 99 994 996 998 daling van de registratiefrequentie van Cryptosporidium en Giardia (figuur 4). Figuur 4 : Giardia en Cryptosporidium : evolutie van de registratiefrequentie (N, 986-) N / jaar 5 Giardia WIV-RG 5 5 Cryptosporidium 986 988 99 99 994 996 998 Algemene Resultaten 3

Algemene Resultaten Peillaboratoria Seizoensevolutie per infectietype. Gastro-intestinale infecties piek van infecties met Campylobacter in de zomer, ook al werden infecties met Y. enterocolitica het hele jaar door waargenomen, toch was tegen het einde van de zomer of bij aanvang van de herfst een lichte toename merkbaar (figuur 5). Figuur 5 : Campylobacter en Y. enterocolitica : vergelijking van de seizoensevolutie (N, 99-) N / 4 weken 8 6 4 Campylobacter 99 99 993 994 995 996 997 998 999 Y. enterocolitica WIV-RG piek van infecties veroorzaakt door Giardia en Cryptosporidium op het einde van de zomer en/of bij aanvang van de herfst (figuur 6). Figuur 6 : Giardia en Cryptosporidium : vergelijking van de seizoensevolutie (N, 99-) N / 4 weken 5 5 5 99 99 993 994 995 996 997 998 999 Giardia Cryptosporidium WIV-RG 4 Algemene Resultaten

Peillaboratoria Algemene Resultaten. Infecties ter hoogte van de luchtwegen en het centraal zenuwstelsel piek van infecties met S. pneumoniae en H. influenzae in de winter, infecties met N. meningitidis werden het hele jaar door geïsoleerd (figuur 7). Figuur 7 : S. pneumoniae, H. influenzae en N. meningitidis : vergelijking van de seizoensevolutie (N, 99-) N / 4 weken S. pneumoniae 5 5 H. influenzae N. meningitidis ISP-RG 99 99 993 994 995 996 997 998 999 Algemene Resultaten 5

Algemene Resultaten Peillaboratoria Evolutie van de nationale incidentie. Seksueel overdraagbare aandoeningen in vergelijking met, toename van de incidentie van infecties met N. gonorrhoeae ( :,4/ 5, :,4/ 5, :,8/ 5 ) en C. trachomatis ( : 6,7/ 5, : 7,5/ 5, :,3/ 5 ) (tabel );. Gastro-intestinale infecties stabilisatie van de incidentie van infecties met Campylobacter (999 : 64/ 5, : 73/ 5, : 7/ 5, : 7,3/ 5 ) (tabel ); 3. Infecties ter hoogte van de luchtwegen en het centraal zenuwstelsel in vergelijking met, stabilisatie van de incidentie van infecties met S. pneumoniae ( : 3,3/ 5 ; : 5,/ 5, : 5,/ 5 ) en daling van de incidentie van infecties met N. meningitidis ( :,/ 5 ; :,5/ 5, :,7/ 5 ) (tabel ). Tabel : evolutie van de nationale incidentie en van het aantal laboratoria per kiem (993-) 993 994 995 996 997 998 999 Kiem Inc.* N** Inc.* N** Inc.* N** Inc.* N** Inc.* N** Inc.* N** Inc.* N** Inc.* N** Inc.* N** Inc.* N** Adenovirus - - - - - -,5 4,4 6 6,4 3 8, 37 7,8 43 8,8 48 8,5 45 B. burgdorferi,7 3,3 7, 6,9 4, 39 5, 4 8, 43 4, 47 9,7 43,3 53 Campylobacter 43,6 3 48,3 3 47, 5 49, 3 55, 4 65, 5 64, 73, 9 7, 5 7,3 4 C. trachomatis, 77 9,6 76 9,3 7 7,8 6 6,8 6 7, 57 7,8 65 6,7 6 7,5 55,3 49 Cryptosporidium, 4 3,5 3 7,3 43 4, 46 5,9 49 8, 57 8, 58 6,4 53 5,7 59,7 55 E. histolytica, 39, 3,6 35,5 3,8 37,9 34,6 37,3 35, 9, 3 Giardia 3,7 6 5,7 8 7,6 4 6,4 5 5,3 98 8,7 5 8,6 5 6,3 6, 97 3, Hantavirus - - - - - -, 6,5 3,5 3, 6,7 4, 4,5 3 Hepatitis A - - 7, 64 5,6 63 5,6 69 4,6 58 5, 6 4, 63 4,3 6 3,5 54,3 48 Listeria - -,3,4 5,5 8,4,6 3,5 8,5 4,6 8,4 4 M. pneumoniae - - - - - - 5,5 3 3,3 6,6 69 4,4 77 35,5 73 39,6 69 6,4 68 N. gonorrhoeae,3 46, 4,3 45, 38, 37,6 37,7 39,4 34,4 5,8 46 N. meningitidis, 49,3 57,8 63,7 7,8 66,6 63, 7, 7,5 7,7 6 Parainfluenza - - - - - -, 7,5 6 3, 8 3,8,7 8 4, 8,8 Plasmodium 3, 3 4, 3 3, 6 3, 33 3, 7 3,3 4 3,6 36 3, 9 3, 3,9 9 RSV - - - - - -,7 7, 6 36,5 79 3, 79 39,5 85 39,6 78 4,3 79 Shigella - - - - - - - -, 5,8 59,9 56, 39 5,5 6, 56 S. pneumoniae,6 5,4 7, 5, 9 3,8 3,9 3,7 4 3,3 4 5, 94 5, 96 S. pyogenes - -,7 6,9 57,7 7,5 66,9 7,6 66 3,8 73 3,5 64 3, 68 Y. enterocolitica 8, 7,4 6,3 5 5,8 4,8 93 4,3 84 5,6 9 5, 86 3,7 8 3, 8 Inc.* : N/. inwoners N** : N Labos WIV-Epidemiologie K6-86 6 Algemene Resultaten

Peillaboratoria Algemene Resultaten Registratiefrequentie per gewest vooral in Wallonië is de registratiefrequentie van Hantavirus hoog, vooral in Vlaanderen is de registratiefrequentie van Campylobacter, Giardia en N. gonorrhoeae hoog, opmerkelijk is het toenemende aantal gevallen van B. burgdorferi in Vlaanderen (tabel 3). Tabel 3 : verspreiding van de registratiefrequentie per gewest (N, 998-) Brussel Vlaanderen Wallonië Totaal (a) Kiem 998 999 998 999 998 999 998 999 Adenovirus 63 33 35 37 34 43 9 36 44 97 4 37 53 7 653 837 8 95 876 B. burgdorferi 8 9 8 8 344 53 7 688 879 3 74 36 83 356 53 836 44 997 69 Campylobacter 57 58 653 546 68 448 469 5 596 598 97 94 44 5 438 66 654 7473 7356 7354 C. psittaci 3 3 8 6 5 7 4 5 5 3 8 3 3 C. trachomatis 54 9 3 65 336 87 33 3 39 5 8 84 8 88 8 7 793 689 77 64 Cryptosporidium 96 9 37 5 39 49 369 443 9 35 6 88 5 65 833 834 659 58 77 Cyclospora 6 3 33 7 3 4 6 3 4 6 4 6 9 43 34 E. histolytica 68 55 44 44 47 8 46 38 8 44 4 5 46 34 9 94 6 4 4 6 Giardia 8 78 7 95 98 9 5 94 338 366 34 38 899 93 669 665 36 Hantavirus 3 3 7 5 9 5 37 4 5 83 4 49 4 68 5 Hepatitis A 3 58 6 65 44 35 4 9 8 3 34 98 76 57 43 437 358 36 Listeria 7 3 4 5 38 9 9 33 3 4 3 4 4 6 46 48 57 44 M. pneumoniae 5 34 584 89 4 395 734 999 444 736 89 49 436 97 97 49 3635 45 74 N. gonorrhoeae 43 43 3 6 73 77 84 63 86 37 53 34 43 37 66 78 45 4 89 N. meningitidis (d) 5 9 3 4 4 6 3 79 8 3 45 48 63 33 64 7 6 6 7 Parainfluenza 63 9 47 7 9 75 3 9 3 7 43 5 3 6 44 34 386 79 4 93 Plasmodium 83 95 6 64 69 85 74 84 84 64 55 9 85 75 64 334 369 337 37 99 RSV 66 4 94 753 88 57 95 3 3 99 779 3 964 35 374 368 446 455 454 Shigella 69 75 58 83 5 35 4 8 354 4 67 73 3 87 4 8 97 8 563 3 S. pneumoniae (d) 97 67 8 99 77 76 79 8 863 43 476 447 483 474 45 4 36 537 56 S. pyogenes (d) 43 5 6 6 7 3 3 9 6 9 4 6 7 3 99 97 388 355 39 Y. enterocolitica 47 3 8 3 393 367 6 88 99 93 86 86 44 568 57 375 33 TOTAAL 943 993 3496 3474 3394 9 83 3943 567 3787 59 574 685 64 5643 58 6 4679 54 367 N labos (b) 5 3 3 3 4 76 75 74 73 67 4 4 4 4 4 33 9 7 7 (%) (c) 93 96 95 99 99 97 97 97 9 97 94 97 99 9 98 96 97 98 9 98 (a) totaal van de gewesten + onbekend (postcode van patiënt onbekend) (b) verdeling volgens de ligging van het laboratorium (c) deelnamepercentage (aantal opgestuurde formulieren / aantal verwachte formulieren) x (d) diepe lokalisaties WIV - Epidemiologie Algemene Resultaten 7

Algemene Resultaten Peillaboratoria Nationale en regionale incidentie opmerkelijk is de hoge nationale incidentie (in dalende volgorde) van Campylobacter, R.S.V., M. pneumoniae, S. pneumoniae en Giardia; opmerkelijk, in vergelijking met de twee andere gewesten, is de hoge incidentie van C. trachomatis, R.S.V. en hepatitis A in Brussel; opmerkelijk is de hoge incidentie van Campylobacter in Vlaanderen (tabel 4). Tabel 4 : vergelijking van de incidentie (N/. inwoners) per gewest (998-) Brussel Vlaanderen Wallonie Totaal Kiem 998 999 998 999 998 999 998 999 Adenovirus, 7,6 34,6 33,9 3,4 5,3 7, 4,9 6, 6,9,9 3,7 4, 4,6 3,5 6,4 8, 7,8 8,8 8,5 B. burgdorferi,3,9 3,,9,9 4, 6, 7,3,6 4,7 7,7 5,5,8 8,5,6 5, 8, 4, 9,7,3 Campylobacter 54,4 6,8 68, 56,9 63, 7, 7, 84,5 87,5 87, 39, 35,8 37,3 45, 4,8 65, 63,8 73, 7,8 7,3 C. psittaci,,,,,3,,,,,3,,,,,,,,,, C. trachomatis 6,,9 3,6 7, 34,3 4,9 5,3 5, 6,6 8,5 5,4 5,5 5,4 5,6 5,4 7, 7,8 6,7 7,5,3 Cryptosporidium, 3,5 4,3,6, 5, 7, 6, 7,5 3,,6 6,8,6 3,,9 8, 8, 6,4 5,7,7 Cyclospora,,,,6,3,6,,3,5,4,,,,,,4,,,4,3 E. histolytica 7, 5,8 4,6 4,6 4,8 3,,5,3,,4,7,5,4,,9,9,6,3,, Giardia 3,, 9, 8,6 7,5 8,6 8,5 7, 8,8 5,8,, 9,4 9,8 6,6 8,7 8,6 6,3 6, 3, Hantavirus,3,3,,7,,,,,,, 3,,5,5,,5,,7,,5 Hepatitis A 3,7,7 6,5,7 6,3,8,4,3,4,5 6,3 4, 4,,9,3 5, 3,9 4,3 3,5,3 Listeria,7,3,4,,5,6,5,5,6,4,4,4,4,7,4,6,5,5,6,4 M. pneumoniae, 6,4 35,7 6,9 9,5,6 3,5 9, 33,7 4,, 4,3 44,6 43, 8,9,6 4,4 35,5 39,6 6,4 N. gonorrhoeae 4,5 4,5, 3, 6,,,3,4,7 3,,,6,,3,,6,7,4,4,8 N. meningitidis (a),6, 3,3,5,4,9,7, 3,,,,4,4,9,,6,,,5,7 Parainfluenza 7,,9 5,3 3,7 3,,3,9,5,7,8,3,5,9,8,3 3, 3,8,7 4,,8 Plasmodium 8,7, 6,4 6,7 7, 3,,9 3, 3,,7,7,7,5,,9 3,3 3,6 3,3 3,,9 RSV 69,6 4,9 94, 78,5 89,9 33,9 9,5 3,9 38,9 33,5 8, 3,4 33,6 8,9 36,8 36,5 3, 39,5 39,6 4,3 Shigella 7,3 7,9 6, 8,7 5,,3,4, 6,,,,,9,6,,8,9, 5,5, S. pneumoniae (a),,6 7,4,7,3 3,,9, 3,8 4,4, 4,3 3,4 4,5 4, 3,9 3,7 3,3 5, 5, S. pyogenes (a) 4,5 5, 6,4 6,4 7,4,,9 3,,7, 3,4 3,8 3,8 3,7 3,4,9,9 3,8 3,5 3, Y. enterocolitica 7,3 4,9 3,,3,8,3 6,6 6, 4,4 3,7, 3,,8,6,6,8 5,6 5, 3,7 3, (a) diepe lokalisaties WIV - Epidemiologie Evolutie van het aantal deelnemende laboratoria per kiem in vergelijking met, geen opvallend verschil wat betreft het aantal laboratoria die in ten minste één kiem diagnosticeerden (tabel 5). Tabel 5 : aantal (%) laboratoria die kiem diagnosticeerden (995-) Kiem 995 (35 labs) 996 (4 labs) 997 (34 labs) 998 (33 labs) 999 (9 labs) (7 labs) (7 labs) ( labs) N % N % N % N % N % N % N % N % Campylobacter 5 93 3 88 4 93 5 94 95 9 94 5 9 4 94 C. trachomatis 7 53 6 44 6 46 57 43 65 5 6 47 55 43 49 4 C. neoformans 8 6 7 5 8 6 4 3 6 4 7 6 5 Cryptosporidium 43 3 46 33 49 37 57 43 58 45 53 4 59 46 55 45 E. histolytica 35 6 3 3 37 8 34 6 38 9 35 8 9 3 3 5 Giardia 4 77 5 75 98 73 5 79 5 8 79 97 76 83 Listeria 5 9 8 3 6 3 7 8 4 4 8 4 N. gonorrhoeae 45 33 38 7 37 8 37 8 39 3 34 7 5 39 46 38 N. meningitidis 63 47 7 5 66 49 63 47 7 56 7 56 7 56 6 5 Plasmodium 6 9 33 4 7 4 3 36 8 9 3 3 5 9 4 S. pneumoniae 75 9 78 8 83 4 8 4 8 94 74 96 79 S. pyogenes 57 4 7 5 66 49 7 53 66 5 73 58 64 5 68 56 Y. enterocolitica 5 78 7 93 69 84 63 9 7 86 68 8 65 8 66 8 Algemene Resultaten

Peillaboratoria Adenovirus Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk. Doelstellingen schatting trend van infecties met het Adenovirus (996-), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau, voorstelling van de voornaamste epidemiologische kenmerken van de patiënten.. Representativiteit in 45 laboratoria die ten minste infectie registreerden, dit is 37% van alle peillaboratoria, verspreiding van de 45 laboratoria over 3/43 arrondissementen : in Vlaanderen, 9 in Wallonië en 5 in Brussel (tabel ). Tabel : Adenovirus : verspreiding van de laboratoria per arrondissement (N, %; 998-) 998 999 998 999 Arrondissement N % N % N % N % N % Arrondissement N % N % N % N % N % Antwerpen 4 33 5 4 5 45 5 45 6 5 Brussel 5 33 5 38 5 38 7 44 5 36 Mechelen 7 7 Nivelles 5 5 5 5 5 Turnhout 7 3 5 4 Ath Halle-Vilvoorde Charleroi 3 6 4 5 Leuven Mons Brugge 5 5 5 5 5 Mouscron 5 5 5 Diksmuide -- -- -- -- -- Soignies 5 5 5 33 3 75 Ieper 33 33 Thuin 5 5 5 3 75 3 75 Kortrijk 7 3 6 4 4 4 Tournai 5 33 5 Oostende 33 33 33 Huy Roeselare 5 33 Liège 7 4 4 3 6 4 Tielt Verviers 5 5 5 5 5 Veurne -- -- Waremme -- -- -- -- -- Aalst 5 5 5 5 Arlon Dendermonde 5 5 5 Bastogne -- -- -- -- Eeklo Marche-en-Fam. -- -- -- -- -- Gent 7 9 3 43 9 7 Neufchâteau Oudenaarde -- -- -- -- -- Virton -- -- -- -- -- St.-Niklaas 67 67 Dinant 5 5 5 Hasselt 4 33 33 Namur 5 Maaseik 5 Philippeville -- -- -- -- -- Tongeren -- -- -- -- -- Wallonie 9 5 37 5 38 5 38 9 48 Vlaanderen 3 7 7 3 3 3 6 36 3 België 3 3 37 9 43 34 48 38 45 37 N : aantal peillaboratoria die ten minste geval diagnosticeerden % : (aantal peillaboratoria die ten minste geval diagnosticeerden/ totaal aantal peillaboratoria) x WIV - Epidemiologie K8 3. Evolutie van het aantal deelnemers in vergelijking met, toename van het aantal laboratoria die ten minste geval diagnosticeerden in Wallonië ( : N=5, : N=9 en daling van het aantal laboratoria die ten minste geval diagnosticeerden in Vlaanderen ( : N=6, : N=) (tabel ). Tabel : Adenovirus : evolutie van het aantal deelnemers (996-) Jaar Laboratoria die ten minste geval diagnosticeerden N % 996 9 997 6 9 998 3 3 999 37 9 43 34 48 38 45 37 Adenovirus

Adenovirus Peillaboratoria Voornaamste epidemiologische kenmerken. Incidentie en registratiefrequentie in nationale incidentie van 8,5/ 5 inwoners; opmerkelijk is het feit dat van de 37 gevallen gediagnosticeerd in Brussel ( : N=35), 4 gevallen zijn gelokaliseerd in Laken, 38 in Anderlecht en 37 in Brussel-Stad (figuur ). Figuur : Adenovirus : incidentie per arrondissement (N/ 5 inw., ) AL: Aalst AR: Arlon AT : Ath AW : Antwerpen B: Brussel BG: Brugge BS: Bastogne CR: Charleroi DK: Diksmuide DM: Dendermonde DN: Dinant EK: Eeklo GT: Gent HS: Hasselt HV: Halle-Vilvoorde HY: Huy IP: Ieper KR: Kortrijk LG: Liège LV: Leuven MC: Mouscron MH: Mechelen MN: Mons MR: Marche-en-Fam. MS: Maaseik NC: Neufchâteau NM: Namur NV: Nivelles OD: Oudenaarde OS: Oostende PV: Philippeville RS: Roeselare SG: Soignies SN: St.-Niklaas TG: Tongeren TH: Turnhout TL: Tielt TN: Thuin TR: Tournai VR: Veurne VT : Virton VV: Verviers WR: Waremme AW OS BG EK SN VR DK TL GT DM MH RS IP KR OD AL B HV MC TR AT NV SG MN CR TN PV incidentie/. inwoners > - 4 > 4-8 > 8 TH LV NM DN MS HS TG TG WR LG HY MR BS NC AR VT VV WIV-K8 Figuur : Adenovirus : verspreiding van de registratiefrequentie per arrondissement (N; ) N = 848 37 WIV-K8 Aw Mh Th HV Lv Bg Dk Ip Kr Os Rs Tl Vr Al Dm Ek Gt Od SN Hs Ms Tg B Nv At Cr Mn Mc Sg Tn Tr Hy Lg Vv Wr Ar Bs Mr Nc Vt Dn Nm Pv 7 8 3 5 5 5 5 5 7 4 4 8 5 5 3 3 7 6 3 6 7 5 54 Adenovirus

Peillaboratoria Adenovirus. Evolutie van de incidentie en registratiefrequentie toename van de incidentie in Vlaanderen, vooral in de arrondissementen Antwerpen ( : N=69) en Oostende ( : N=33); opmerkelijk is het feit dat een van de laboratoria in Brussel 89 gevallen heeft gediagnosticeerd in, 385 in, 48 in, 93 in 999, 6 in 998 en 6 in 997 (tabel 3). Tabel 3 : Adenovirus : evolutie incidentie/arrondissement (N/ 5 inw., 997-) Arrondissement 997 998 999 Arrondissement 997 998 999 Antwerpen 4, 9,5 7,4 7,8 7,4 3, Brussel 8,, 7,6 34,6 33,9 3,4 Mechelen,7 4, 8,9,9 5,6 5,5 N totaal 7 63 33 35 37 Turnhout 3,3,5 4,,7 3,9, Nivelles,6,3,6,3 4,6,4 Halle-Vilvoorde 5,6 4, 7,7 4,7 6,8 7,8 Ath, 5, 5,,5,5,5 Leuven 6,6,6, 4,,,7 Charleroi,4 3, 4,5 5,7,4 5,5 Brugge 4,5 8,6,5 3,7,3 7,4 Mons,,4,,,, Diksmuide, 4,, 4,,, Mouscron,,,9,4,4,9 Ieper,,9 3,8,9, 4,8 Soignies 5, 9,9 9,8, 6,4 5,7 Kortrijk 6,5,9 4,,8, 5,4 Thuin,8 3,4 8, 4,,,6 Oostende,,8 3,4 4,7 3, 37,5 Tournai,,7,7,,4, Roeselare,,4,,7,,4 Huy, 8, 4, 3, 4,, Tielt,3 3,7 4,8,3 4,5 5,7 Liège,7,9,7,,4, Veurne, 9, 7, 8,9 7,7 8,7 Verviers,8,9 3,8 6,4,7 6, Aalst,4,8,5,3 4, 6,9 Waremme, 3, 4,4,5,5, Dendermonde 7, 9, 4,8, 5,9 8, Arlon 3,9 9,5 3, 5, 36,6 3,8 Eeklo,, 8,8,5 3,8 6,3 Bastogne,,5,5 4,9,,4 Gent,8 4, 4,,8,8,4 Marche-en-Fam.,,,,,, Oudenaarde 5,3,5 6,,9,9,9 Neufchâteau,,,,8 3,6,8 St.-Niklaas 4,5 5, 6,3,3 4,,8 Virton, 6,3 6, 8,6,7 6, Hasselt,5 3,7, 5, 5,5, Dinant 3, 3,, 4, 5, 6, Maaseik,9 3,3 5, 3, 3,7,9 Namur,7,8,8,7,4,5 Tongeren 3,7 4,8,6,,,5 Philippeville,,,6 6,5 6,5 8, Vlaanderen 3,4 5,3 7, 4,9 6, 6,9 Wallonie,5,9 3,7 4, 4,6 3,5 N totaal 34 43 9 36 44 N totaal 49 97 4 37 53 7 Onbekend België 4,4 6,4 8, 7,8 8,8 8,5 N totaal 3 7 4 67 8 N totaal 443 653 837 8 95 876 van de arrondissementen met een incidentie > gemiddelde + S.A.) voor het beschouwde jaar van de arrondissementen met een incidentie > gemiddelde + S.A.) voor het beschouwde jaar WIV-Epidemiologie K8 876 gevallen gediagnosticeerd door 45 laboratoria; dit aantal is vergelijkbaar met de 95 gevallen die in door 48 laboratoria werden gediagnosticeerd (tabel 4). Tabel 4 : Adenovirus : evolutie van de registratiefrequentie (996-) Jaar Aantal gevallen Gemiddeld aantal gevallen/lab/jaar 996 6, 997 443 3,4 998 653 5, 999 837 6,7 8 6,3 95 7, 876 7,4 Adenovirus 3

Adenovirus Peillaboratoria 3. Verdeling per geslacht en leeftijd 56% van de gevallen werd gediagnosticeerd bij mannen (geslachtsverhouding M/V :,3); 77% van de gevallen werd gediagnosticeerd bij kinderen < 5 jaar (figuur 3, tabel 5). Figuur 3 : Adenovirus : verdeling per leeftijd (N, ) N 35 3 WIV-K8 5 5 5 3 4 5 6 7 8 9 leeftijd (jaar) Tabel 5 : Adenovirus : verdeling per geslacht en leeftijdsgroep (N, %; ) Leeftijdsgroep Mannen Vrouwen (jaar) N % N % < 45,5 6 3,7-4 8 37,4 45 37,7 5-4 39 8, 33 8,6 5-4 3,6 9,3 5-44 9 3,9 8 7,3 45-64 9,9 8 4,7 65 3,7 6 6,8 Totaal 484, 385, 4 Adenovirus

Peillaboratoria Adenovirus 4. Seizoensevolutie Adenovirussen worden het hele jaar door waargenomen maar naargelang de jaren vooral in de winter, in de lente en in de herfst (figuur 5); opmerkelijk is de piek die wordt vastgesteld in week, d.i. eind maart (figuur 4). Figuur 4 : Adenovirus : evolutie van het aantal diagnoses per week () N / week 5 WIV-K8 4 3 J F M A M J A J S O N D Figuur 5 : Adenovirus : evolutie van het aantal diagnoses per 4 weken (996-) N / 4 weken WIV-K8 8 6 4 996 997 998 999 Conclusie Het is van belang om per provincie of zelfs per arrondissement de ziekteverwekker verantwoordelijk voor niet-griepale acute respiratoire infecties te diagnosticeren opdat de huisartsen de therapie die zij voorschrijven zouden aanpassen in functie van de bacteriën en/of virussen die in omloop zijn. Adenovirus 5

Referentielaboratorium Aminoglycosiden Het referentielaboratorium verantwoordelijk voor de bestudering van de resistentie tegen aminoglycosiden bevindt zich in het Pasteur Instituut te Brussel. Aminoglycosiden worden nog steeds veelvuldig gebruikt in het ziekenhuismilieu. Toxiciteit en de ontwikkeling van resistentie zijn de belangrijkste factoren die hun klinische bruikbaarheid beperken. Resistentie tegen aminoglycosiden kan te wijten zijn aan een (i) ribosomiale mutatie, (ii) de aanwezigheid van aminoglycoside modificerende enzymen (AME), (iii) een verminderde opname en aan (iv) een verhoogde efflux van aminoglycosiden. AME-resistentie is veruit het belangrijkste mechanisme omdat de genetische determinanten meestal plasmide- of transposongebonden zijn. Dit laatste verklaart de belangrijke disseminatie van deze genen bij zowel Gram-positieve als Gram-negatieve bacteriën. Aminoglycosiden bevatten in hun structuur amino- en hydroxylgroepen die enzymatisch geacetyleerd, gefosforyleerd en genucleotidyleerd kunnen worden. De enzymen die deze activiteit uitvoeren zijn dus aminoglycoside-n-acetyltransferasen (AAC), aminoglycoside-o-fosforyltransferasen (APH) en aminoglycoside-o-nucleotidyltransferasen (ANT). Deze drie groepen van enzymen worden nog verder ingedeeld in functie van de plaats van het C-atoom met de amino- of hydroxylgroep die gemodificeerd wordt door het enzym. De plaats van de modificatie wordt na de afkorting van het enzym tussen haakjes weergegeven door een cijfer. Verder kunnen de enzymen van een bepaalde groep nog worden onderscheiden op basis van het substraatprofiel. Deze ondertypen worden weergegeven door een Romeins cijfer na het enzymtype en de plaats van modificatie : APH(3')-I, APH(3')-II, APH(3')-III, APH(3')-VI, APH(3')-V, APH(3')-IV. Ten slotte kunnen bepaalde enzymen worden gecodeerd door verschillende genen en de specificatie van dit gen wordt in de regel weergegeven door een kleine letter na het enzymtype, bijv. aac(6')ia, aac(6')ib, aac(6')ic, aac(6')if, aac(6')ig, enz. Analysen verricht in het kader van het referentiecentrum In het kader van de normale activiteit van het referentiecentrum ontvingen we in een totaal van 5 stammen voor onderzoek naar de aanwezigheid van een resistentiemechanisme. De geografische herkomst van de stalen is weergegeven in tabel. Tabel : Aminoglycosiden : geografische herkomst van de stalen (N; ) Lokalisatie Aantal stalen Lokalisatie Aantal stalen Brussel 9 Hasselt Sint-Truiden 5 Herentals Maasmechelen 4 Hoevenen Brasschaat 3 Kalmthout Antwerpen Kapellen Genk Kortrijk Sambreville Lanaken Schoten Landen Berendrecht Nieuwerkerken Diest Zoutleeuw Gilly Totaal 5 In totaal betrof het 4 Enterobacteriaceae (9,5%), 4 Pseudomonas aeruginosa stammen of niet fermenters (5,6%) en 4 Staphylococcus spp stammen (84,9%) (tabel ). Tabel : Aminoglycosiden : overzicht van de kiemen (N; ) Kiemen Aantal Kiemen Aantal Enterobacteriaceae : 4 Pseudomonas en non-fermenters : 4 Escherichia coli 9 Pseudomonas aeruginosa Proteus mirabiluis 5 A. xylosoxidans Enterobacter aerogenes 4 A. baumannii Morganella morganii S. maltophilia Serratia marcescens : Gram-positieve kokken : 4 K. oxytoca : Staphylococcus aureus 3 Y. enterocolitica S. epidermidis Totaal 5 Aminoglycosiden

Aminoglycosiden Referentielaboratorium Voor stammen (83,3%) ontbrak informatie over het afgenomen staal. Voor de overige stammen was etter (6,%) de meest voorkomende staal, gevolgd door urine en sputum (beide 4,8%) (tabel 3). Tabel 3 : Aminoglycosiden : overzicht van de afgenomen stalen (N; ) Afgenomen stalen N Afgenomen stalen N Etter 5 Faeces Urine Onbekend Sputum Bloed Totaal 5 Door middel van een microdilutietest werd de gevoeligheid van deze stammen bepaald tegenover klinisch belangrijke aminoglycosiden, nl. Amikacine (Ak), Gentamicine (Gm), Isepamicine (Ip), Netilmicine (Nt) en Tobramycine (Tm). Op basis van deze gevoeligheidsbepaling, uitgevoerd volgens de NCCLS criteria, werden de fenotypische resistentieprofielen vastgelegd (tabel 4). Tabel 4 : Aminoglycosiden : aanwezigheid van aminoglycoside-resistentiefenotypen (AGRP) in de verschillende kiemen () AGRP* Enterobacteriaceae Niet-ferment Gram-positief Totaal AkGmIpNtTm 6 4 GmNtTm 3-5 AkGmIp - - AkGmTm - - GmTm 5 3 36 NtTm - - Gm 7-4 Tm 5-93 98 Gevoelig (S) 3 3 3 9 Niet getest (NG) - - 79 79 Totaal 4 4 4 5 * Ak = Amikacine; Gm = Gentamicine; Ip = Isepamicine; Tm = Tobramycine; Nt = Netilmicine; S = gevoelig Negen stammen (,8%) die ons werden toegestuurd, bleken gevoelig terwijl voor 79 stammen (3,4%) de gevoeligheid niet werd getest. In totaal werden dus 64 stammen gecontroleerd op fenotypische resistentie. Van deze stammen bleken er 5 (9,7%) resistent te zijn tegen Tobramycine, 65 (39,6%) tegen Gentamicine, 7 (,4%) tegen Netilmicine, 3 (7,9%) tegen Amikacine en (7,3%) tegen Isepamicine. Het meest voorkomende resistentieprofiel binnen de groep van de resistente stammen was geïsoleerde resistentie tegen Tm (59,8 %) gevolgd door GmTm (,%). De verschillende resistentiemechanismen in de diverse kiemen zijn weergegeven in tabel 5. In de 5 stammen werden er in totaal 45 mechanismen gevonden. In het merendeel van de stammen (nl. 3/45; 94,%) vonden we alleen de aanwezigheid van een modificerend enzym (AME-genen) en in 7 stammen (,9%) vonden we permeabiliteitresistentie, terwijl in 7 andere stammen (,9%) de impermeabiliteit geassocieerd was met een AME-gen. Een resistentiemechanisme kon niet worden gedetecteerd in 3 gevoelige stammen en 4 stammen waarvoor het fenotype niet werd bepaald. Het meest geïsoleerde mechanisme betrof het ant(4,4 ) gen (6,%) gevolgd door de combinatie aph( )-aac(6 ) + ant(4,4 ) (,%). De permeabiliteitresistentie (5,7%) werd alleen waargenomen bij de niet-fermenters en de helft van deze stammen bleken positief voor het MexZGH (efflux) gen. Aminoglycosiden

Referentielaboratorium Aminoglycosiden Tabel 5 : Aminoglycosiden : aanwezigheid van aminoglycoside-resistentiemechanismen () Resistentiemechanismen Enterobacteriaceae Niet-fermenters Gram-positief Totaal aac(3)-iic - - aac(6 )- Ib 4 - - 4 aac(6 )-Ic - - aac(6 )-Ig - - ant( )-Ia - - ant(4, 4 ) - - 5 5 aph( )-aac(6 ) - - 5 5 aph( )-aac(6 )+ ant(4, 4 ) - - 5 5 aph( )-aac(6 )+ aph(3 ) 9 9 aac(3)-ii c+ aac(3)- IVa - - aac(3)- II c+ ant( )- Ia - - Impermeabiliteit - 3-3 Impermeabiliteit (MexZGH) - 4-4 Impermeabiliteit + aac(6 )-Ib - - MexZGH + aac (6 )-Ib - - MexZGH +ant( )-Ia - - MexZGH +aac(6 )-Il+aac(6 )-IIa - - MexZGH +aac(6 )-Ib+aac(6 )-IIa Niet gedetecteerd : S-stammen - 3 Niet gedetecteerd : NG-stammen - - 4 4 Totaal 4 4 4 5 *S = gevoelige stammen; NG = niet getest voor AGRP Tabel 6 verstrekt informatie over de relatie tussen de verschillende resistentiemechanismen en de fenotypische expressie. In zes van de negen gevoelige stammen bleek toch een resistentiemechanisme aanwezig te zijn nl. een aac(6 )-Ib gen, een ant(4,4 ) gen en een MexZGH gen. Anderzijds blijkt ook uit deze tabel dat de aanwezigheid van een resistentiemechanisme niet noodzakelijk leidt tot een fenotypische expressie van de resistentie. Tabel 6 : Aminoglycosiden : verband tussen resistentiemechanisme en resistentiefenotype () Resistentiemechanisme Totaal Resistentiefenotypen AkGmIpNtTm GmNtTm AkGmIp AkGmTm GmTm NtTm Gm Tm S* NG* aac(3)- Iic - 3 - - - 6 - - - aac(6 )-Ib 4 - - - - - - - 3 - aac(6 )-Ic - - - - - - - - - aac(6 )-Ig - - - - - - - - - Ant( )-Ia - - - - - - - - - ant(4, 4 ) 5 - - - - - - 9 56 aph( )-aac(6 ) 5 - - - - 8-4 - - 3 aph( )-aac(6 )+ ant(4, 4 ) 5 3 - - - - - 9 aph( )-aac(6 )+ aph(3 ) 9 - - - - - - - 7 aac(3)-ii c+ aac(3)- IVa - - - - - - - - - aac(3)- II c+ ant( )- Ia - - - - - - - - - Impermeabiliteit 3 3 - - - - - - - - - Impermeabiliteit (MexZGH) 4 - - - - - - - 3 - Impermeabiliteit + aac(6 )-Ib - - - - - - - - - MexZGH + aac (6 )-Ib - - - - - - - - MexZGH +ant( )-Ia - - - - - - - - - MexZGH +aac(6 )-Il+aac(6 )-IIa - - - - - - - - - - MexZGH +aac(6 )-Ib+aac(6 )-IIa - - - - - - - - - Niet gedetecteerd: S-stammen 3 - - - - - - - - 3 - Niet gedetecteerd: NG-stammen 4 - - - - - - - - - 4 Totaal 5 5 36 98 9 79 *S = Gevoelige stammen; NG = niet getest voor AGRP Aminoglycosiden 3