Vlaamse Onderwijsraad Raad Volwassenenonderwijs Leuvenseplein 4 29 april 2003 1000 Brussel RVOL/MDR/ADV/001 Advies over de voorstellen van voorlopige modulaire structuurschema s in het secundair onderwijs voor sociale promotie 1 Situering Op 27 februari 2003 vraagt de Administratie Permanente Vorming het advies over de aanvragen voor nieuwe structuurschema s of voor wijziging van bestaande structuurschema s in uitvoering van artikel 3 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 7 september 1999 houdende de vaststelling van de voorlopige modulaire structuurschema s van het modulair onderwijs voor sociale promotie. Volgens dit artikel konden de centra voorstellen tot wijziging van een bestaand structuurschema of voorstellen van een nieuw structuurschema aan het departement Onderwijs toezenden tot 31 januari 2003. De administratie zendt het voorstel voor advies naar de onderwijsinspectie en de Vlaamse Onderwijsraad. Artikel 75 van het decreet tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs van 2 maart 1999 bepaalt immers dat in afwachting van de nieuwe modulaire structuur, zoals voorzien in de artikels 14 tot 18 van hetzelfde decreet, de huidige modulaire structuur van kracht blijft en dat de regering ook voor andere studiegebieden en categorieën voorlopige structuurschema s kan goedkeuren, overeenkomstig een door haar genomen besluit (cfr. supra). De bestaande modulaire structuurschema s zijn algemeen geldend. Een afdeling waarvoor reeds een modulair structuurschema bestaat kan slechts overschakelen van de lineaire organisatie naar dat structuurschema. De bestaande structuurschema s kunnen geactualiseerd worden ; eens aangepast zijn ze voor elke instelling die deze inricht van kracht. Voor afdelingen waarvoor nog geen modulaire structuurschema s bestaan, kunnen modulaire structuurschema s worden ontwikkeld. Eens goedgekeurd zijn de gewijzigde of nieuwe structuurschema s voor elke instelling van kracht. Met het oog op een tijdige communicatie over de nieuwe schema s en leerinhouden met de centra stelt het besluit in artikel 3 4 dat het departement Onderwijs vóór 31 mei aan het centrum meldt of het voorstel al of niet aanvaard wordt. Zonder bevestiging van het departement wordt het voorstel na 31 mei geacht goedgekeurd te zijn. Mocht de administratie voor 31 mei 2003 de goedkeuring niet kunnen meedelen aan de centra, dan moeten de centra dringend over het verder verloop op de hoogte worden gesteld met het oog op de voorbereiding van het volgend schooljaar. De raad wil de scholen wel de tijd geven voor een degelijke inhoudelijke en organisatorische implementatie. Daarom was de raad er tevreden over dat punt 2.4.1 van de omzendbrief PV/2002/06 van 3 juli 2002 de mogelijkheid bood aan de centra om na wijziging van een structuurschema het oude structuurschema en het oorspronkelijke leerplan nog één jaar te gebruiken. Deze mogelijkheid is vooral van belang voor de centra die zelf geen voorstel indienden, maar wel gevat worden door gewijzigde of nieuwe schema s. De raad is 1
tevreden over de aangepaste overzichtslijst met betrouwbare opgave van alle goedgekeurde modulaire structuurschema s met vermelding van de laatste datum van wijziging zodat centra geen voorbijgestreefde structuurschema s hanteren. De raad vraagt deze lijst te actualiseren met de nieuwe en aangepaste structuurschema s van 2003, en met vermelding van de studiebekrachtiging die voor elk van de schema s geldt (attesten en deelattesten /vs/ deelcertificaten). De raad stelt er prijs op dat de centra in een zo vroeg mogelijk stadium van ontwikkeling van voorlopige modulaire structuurschema s kunnen betrokken worden in een voorbereidend overleg. Door die voorbereiding van het advies van de Vlaamse Onderwijsraad wordt verhinderd dat eenzijdig ontwikkelde voorstellen andere aanbieders vatten. De voorbereiding van de adviezen over de modulaire structuurschema s heeft de Raad voor Volwassenenonderwijs toevertrouwd aan de werkgroep modulair stelsel. Deze heeft de opdracht de ingediende actualiseringen en voorstellen te beoordelen. Deze werkgroep bestaat uit vaste leden en uit wisselende leden, deskundig voor het voorliggend dossier. Bij enige dossiers heeft de Dienst voor Beroepsopleiding en/of de Dienst voor Onderwijsontwikkeling zijn expertise ingebracht. De overheid heeft voor enkele opleidingen definitieve voorstellen uitgewerkt, die door de centra worden voorgedragen als voorlopige schema s. In afwachting van een definitieve opleidingenstructuur kan voor een overgangsperiode een gunstig advies worden verleend aan een aantal aanvragen. De raad wijst op het belang van dit advies omdat het een aantal inzichten weergeeft, die ook voor de voorstellen van modularisering van opleidingen die de overheid voorbereidt, hun betekenis hebben. Het artikel 15 van het decreet van 2 maart 1999 geeft een adviesbevoegdheid aan de Vlaamse Onderwijsraad over het minimale aantal lestijden dat de afdelingen, opleidingen of opties moeten tellen, over het minimale aantal lestijden van elke module, over het minimale aantal lestijden praktische vakken dat een module moet bevatten, over het beginniveau en eindniveau van elke module en over het/de vak(ken) waarmee een module wordt gelijkgesteld. 2 Advies Dit advies bevat als bijlagen de modulaire structuurschema s, de vakkenlijst, en de bijbehorende minimale leerinhouden en de doelstellingen per afdeling. De Raad Volwassenenonderwijs brengt dit advies uit op 29 april 2003. De raad heeft unaniem in aanwezigheid van 22 stemgerechtigde leden het hiernavolgend advies verleend. 2.1 In het studiegebied Algemene vorming Vooraf: De opleidingen in het studiegebied algemene vorming zijn opgenomen in bijlage 1 van het structuurdecreet 1/12/2000. Tot dit studiegebied behoren: - voor ASO: zowel het gedeelte algemene vorming van de opleiding (hierna basisvorming ASO genoemd), als het specifiek gedeelte van de opties (hierna specifiek gedeelte genoemd); - voor TSO en BSO: enkel het gedeelte algemene vorming (hierna basisvorming TSO of basisvorming BSO genoemd). 2
De opleidingen uit dit studiegebied hebben tot doel volwassen cursisten toe te laten een diploma secundair onderwijs te behalen dat volledig gelijkwaardig is aan dat in het secundair onderwijs met volledig leerplan (SOVL). Het is dan ook van fundamenteel belang dat de benamingen die in dit studiegebied worden gehanteerd, volledig sporen met die van het SOVL, alsook dat de opleidingen inhoudelijk maximaal zijn afgestemd op die van het SOVL. Voor de duidelijkheid geeft de raad hierna een overzicht van de terminologie en de structuur die momenteel in het SOVL gangbaar is: Terminologie: In het SOVL onderscheidt men in een opleiding of studierichting 2 onderdelen: 1) basisvorming, waarop eindtermen van toepassing zijn; en 2) specifiek gedeelte; in dit specifiek gedeelte wordt vervolgens een onderscheid gemaakt tussen a. het fundamenteel gedeelte (waarop specifieke eindtermen van toepassing zijn) en b. het complementair gedeelte (waarop noch eindtermen noch specifieke eindtermen van toepassing zijn) Structuur: In het SOVL zijn volgende herstructureringen aan de orde in het kader van de reductie van studierichtingen 1 : - Op het niveau ASO2 zullen na omzetting nog volgende benamingen voorkomen: - Economie - Grieks-Latijn - Grieks - Humane wetenschappen - Latijn - Rudolf Steinerpedagogie S - Wetenschappen - Yeshiva S - Op het niveau ASO3 zullen na omzetting nog volgende benamingen voorkomen: - Economie-moderne talen - Economie-wiskunde - Grieks-Latijn - Grieks-wetenschappen - Grieks-wiskunde - Humane wetenschappen - Latijn-moderne talen - Latijn-wetenschappen - Latijn-wiskunde - Moderne talen wetenschappen - Moderne talen wiskunde - Rudolf Steinerpedagogie S - Wetenschappen wiskunde - Yeshiva S - Tenslotte bestaat in het ASO van het SOVL als Voorbereidend leerjaar op het hoger onderwijs: - Bijzonder wetenschappelijke vorming S 1 Bron: Omzendbrief SO60 - Bijlage 3 Studiegebied algemeen secundair onderwijs 3
In het SOVL wordt deze nieuwe structuur verplicht van kracht volgens onderstaand tijdspad: - op 1/09/02: 1 ste leerjaar ASO2 - op 1/09/03: 2 de leerjaar ASO2 - op 1/09/04: 1 ste leerjaar ASO3 - op 1/09/05: 2 de leerjaar ASO3 Dit betekent dat volgend schooljaar op ASO2-niveau nog enkel studiebewijzen met de nieuwe benamingen zullen worden uitgereikt in het SOVL, en op ASO3-niveau vanaf het schooljaar 05-06. Deze timing dient bijgevolg ook in het Onderwijs voor sociale promotie (OSP) te worden nagestreefd. In het OSP zijn op dit ogenblik volgende opleidingen en benamingen gangbaar 2 : - op het niveau ASO2: - economie-moderne talen - op het niveau ASO3: - economie-wiskunde - menswetenschappen - moderne talen-wiskunde - wetenschappen-wiskunde Om te blijven sporen met het SOVL dienen bijgevolg in het OSP volgende aanpassingen te gebeuren: - op het niveau ASO2: - economie-moderne talen moet uiterlijk tegen het schooljaar 03-04 omgevormd zijn naar economie - op het niveau ASO3 moet uiterlijk tegen het schooljaar 05-06 de opleiding Menswetenschappen omgevormd zijn naar humane wetenschappen. De benamingen van de tweepolige afdelingen sporen reeds met het SOVL: economiewiskunde, moderne talen-wiskunde, wetenschappen-wiskunde en economiemoderne talen (dit laatste is een nieuw voorstel dat dit jaar ter advies voorligt) Hoever staat de afstemming van het OSP op het SOVL in het ASO? ASO2: Vorig jaar werden aanpassingen doorgevoerd in de basisvorming ASO2 in functie van de goedgekeurde eindtermen. In het specifiek gedeelte economie-moderne talen dienen in het fundamenteel gedeelte nog de specifieke eindtermen te worden geïmplementeerd, en dient de structuur (van tweepolig naar éénpolig) nog te worden aangepast. De raad raadt de centra aan om, in samenspraak m et de D.V.O., onverwijld de noodzakelijke inhoudelijke afstemming van het specifiek gedeelte economie aan te vatten. De raad vraagt dat de overheid nu reeds de gewijzigde benaming van het specifiek gedeelte economie in het structuurbesluit zou opnemen (ter vervanging van economiemoderne talen ASO2) teneinde in het tweedekansonderwijs dezelfde studiebekrachtiging te kunnen uitreiken als in het SOVL. ASO3: Dit jaar liggen een aantal voorstellen ter advies voor ter aanpassing van de basisvorming ASO3. 2 Bron: Bijlage 1 van het structuurdecreet van 1/12/2000 4
De voorliggende voorstellen vormen een eerste maar dringende en noodzakelijke stap naar de inhoudelijke afstemming van het OSP op het SOVL. Op het vak Lichamelijke Opvoeding na, nemen de centra voor volwassenenonderwijs (TKO) alle eindtermen over. De raad raadt de centra aan om ook de inhoudelijke afstemming van de specifieke gedeelten van de opties economie-wiskunde, humane wetenschappen, moderne talen-wiskunde, economie-moderne talen en wetenschappen-wiskunde aan te vatten van zodra de decretale specifieke eindtermen hiervoor zijn goedgekeurd. In zijn advies betreffende de decretale specifieke eindtermen in het ASO vroeg de Vlor ook de mogelijkheid tot schrapping van bepaalde specifieke eindtermen voor het VO. De minister ging op dit verzoek niet in, en wijst erop dat de decretale specifieke eindtermen onverkort ook voor het volwassenenonderwijs gelden. De raad vraagt een afbouwperiode van 2 JAAR van het oude structuurschema ASO3 van 1999 om de centra de nodige overgangstijd te laten om de nieuwe structuur te implementeren en om cursisten die reeds in de opleiding zijn ingestapt, de kans te bieden deze opleiding ook af te werken in de aangevatte structuur. 2.1.1 Advies over het voorstel van modulair structuurschema voor de opleiding economie-wiskunde ASO3 Deze aanvraag behelst een gedeeltelijke aanpassing van het bestaand voorlopig structuurschema algemene vorming ASO3 van 3 november 1999. De voorgestelde wijzigingen hebben enkel betrekking op de basisvorming ASO3 (blz. 1 van het structuurschema). De indieners beogen een grondige aanpassing van dit gedeelte teneinde te sporen met de eindtermen van het SOVL. Naar analogie met de schema s van de 2 de graad ASO, worden ook hier voorschakeleenheden geïntroduceerd. Dit is het geval voor Frans (Ab1), Engels, (Ac1), aardrijkskunde (Bb1), wiskunde/fysica (Ca1 en Ca2) en chemie/biologie (Cb1). Zij behoren niet tot de leerstof van de graad zelf, maar zijn noodzakelijk om indien nodig de cursist de leerstof te laten opfrissen. De indieners menen dat zo n voorschakeling niet accuraat genoeg kan gebeuren door modules op ASO2-niveau te volgen. De overeenkomstige modules ASO2 zijn immers veel omvangrijker en zouden het leertraject nodeloos verlengen. Bovendien sluiten de inhouden onvoldoende aan, en verschilt het profiel van de cursist duidelijk in tweede en derde graad. In totaal omvat de basisvorming ASO3 1460 lestijden. Wat het specifiek gedeelte betreft, en hoewel hiervoor tot dusver geen structurele noch inhoudelijke aanpassingen worden in aangebracht, wijst de raad erop dat de oude benaming economische wetenschappen, die nog voorkomt op het schema van 1999, dient te worden herbenoemd in economie-wiskunde, overeenkomstig het structuurbesluit van 1 december 2000 en overeenkomstig de lijst van gangbare structuurschema s (bijlage 7 van de omzendbrief PV/2002/06) en conform de benaming in het SOVL. De raad geeft een gunstig advies aan dit voorstel. 5
2.1.2 Advies over het voorstel van modulair structuurschema voor de opleiding wetenschappen-wiskunde ASO3 Deze aanvraag behelst een gedeeltelijke aanpassing van het bestaand voorlopig structuurschema algemene vorming ASO3 van 3 november 1999. Idem 2.1.1 voor wat betreft de basisvorming ASO3. De benaming van het specifiek gedeelte wetenschappen-wiskunde behoeft geen aanpassing. De raad geeft een gunstig advies aan dit voorstel. 2.1.3 Advies over het voorstel van modulair structuurschema voor de opleiding menswetenschappen ASO3 Deze aanvraag behelst een gedeeltelijke aanpassing van het bestaand voorlopig structuurschema algemene vorming ASO3 van 3 november 1999. Idem 2.1.1 voor wat betreft de basisvorming ASO3. De benaming van het specifiek gedeelte menswetenschappen spoort voorlopig nog met die van het SOVL. Met ingang van het schooljaar 2005-2006 zal echter een herbenoeming noodzakelijk zijn naar humane wetenschappen. Op dat ogenblik zal de benaming menswetenschappen ook in bijlage 1 van het structuurbesluit dienen te worden vervangen door humane wetenschappen en zullen uiteraard ook de inhouden moeten worden afgestemd op de SET van de studierichting Humane Wetenschappen van het SOVL. De raad geeft een gunstig advies aan dit voorstel. 2.1.4 Advies over het voorstel van modulair structuurschema voor de opleiding moderne talen-wiskunde ASO3 Deze aanvraag behelst een gedeeltelijke aanpassing van het bestaand voorlopig structuurschema algemene vorming ASO3 van 3 november 1999. Idem 2.1.1 voor wat betreft de basisvorming ASO3. Wat het specifiek gedeelte betreft, en hoewel hiervoor tot dusver geen structurele noch inhoudelijke aanpassingen worden in aangebracht, wijst de raad erop dat de oude benaming moderne talen, die nog voorkomt op het schema van 1999, dient te worden herbenoemd in moderne talen-wiskunde, overeenkomstig het structuurbesluit van 1 december 2000 en overeenkomstig de lijst van gangbare structuurschema s (bijlage 7 van de omzendbrief PV/2002/06) en conform de benaming in het SOVL. Het traject dat gestalte geeft aan het specifiek gedeelte moderne talen wiskunde ASO3 is de som van H + Fa (uitbreiding wiskunde) + naar keuze twee deelcertificaten die behoren tot een ander fundamenteel gedeelte ASO3 of tot het complementair gedeelte ASO3. De raad geeft een gunstig advies aan dit voorstel. 6
2.1.5 Advies over het voorstel van modulair structuurschema voor de opleiding economie-moderne talen ASO3 Dit betreft een voorstel voor een nieuw modulair structuurschema. De studierichting economie-moderne talen komt ook voor in de derde graad ASO van het SOVL en kan dus aanleiding geven tot een volwaardig diploma SO. Voor het gedeelte basisvorming: idem 2.1.1. Wat het specifiek gedeelte betreft, stemt de raad ermee in om voorlopig een aantal modules over te nemen uit het oude schema ASO3 van 1999. Het betreft Fa1 en Fa4 (2 modules wiskunde uitbreiding), G (economie) en H (talen). De raad geeft een gunstig advies aan dit voorstel, en wijst erop dat, indien de overheid het voorstel goedkeurt, de opleiding ASO3 economie-moderne talen, ook dient te worden opgenomen in bijlage 1 van het structuurbesluit. 2.1.6 Advies over het voorstel van modulair structuurschema voor de opleiding Algemene Vorming TSO3 Deze aanvraag behelst een aanpassing van een bestaand schema, namelijk Algemene Vorming TSO3 van 22 december 2000. De inhouden werden afgestemd op de eindtermen van het SOVL. Dit brengt o.m. met zich mee dat de modules m.b.t. de tweede moderne vreemde taal in dit schema worden geschrapt en worden opgenomen in het structuurschema Secretariaat Talen van het studiegebied Handel (zie onder punt 2.3.1 hieronder). De raad geeft een gunstig advies aan dit voorstel. De raad vraagt een overgangsperiode van één schooljaar om het oude schema af te voeren. Bijlage 1 bij dit advies geeft een overzicht van de aanpassingen die aan bijlage 1 van het structuurbesluit dienen te gebeuren indien de minister een gunstig gevolg geeft aan de hierboven vermelde adviezen van de Raad Volwassenenonderwijs. 2.2 In het studiegebied Chemie 2.2.1 Advies over het voorstel van modulair structuurschema voor de afdeling Biochemie TSO3 Het gaat om een voorstel voor een nieuw modulair structuurschema, dat de modularisering beoogt van de bestaande lineaire afdeling Biochemie TSO3. Het modulariseringsvoorstel moet tegemoetkomen aan enerzijds de vraag naar meer specialisatie en anderzijds de nood aan een flexibelere organisatie. Het beoogt ook de alignering op het 7 e specialisatiejaar Biochemie dat in het technisch SOVL voorkomt. Het accent in deze TSO3-afdeling zal liggen op de technische kennis, nodig voor de productie en de controle. De cursisten dienen aandacht te hebben voor de problematiek van veiligheid en milieu in de verschillende biochemische sectoren. 7
De richting Biochemie TSO3 bestaat uit een reeks algemene modules ( A Biochemie basis ) die in totaal 480 lestijden omvatten, aangevuld met één van de specialisatiemodules (.Wijn, Brouwerij, Likeuren en destillaten, Zuivel, Bakkerijtechnologie of Vleeswarentechnologie). Het certificaat Biochemie TSO3 kan worden behaald na minimum 800 lestijden (afhankelijk van de gekozen specialisatie). Een aantal modules zijn uitwisselbaar met de eveneens nieuwe voorstellen van structuurschema s Chemie TSO3 (de modules Organische Chemie en Analytische Chemie) en Farmaceutisch-Technisch Assistent TSO3 (alle modules A Biochemie Basis ). De raad geeft aan dit voorstel een gunstig advies. 2.2.2 Advies over het voorstel van modulair structuurschema voor de afdeling Chemie TSO3 Het betreft een voorstel voor een nieuw modulair structuurschema, dat de modularisering beoogt van meerdere bestaande lineaire opleidingen uit het studiegebied Chemie, met name: Proceschemie, Industriële chemie, Basisopleiding chemische technologie. De raad wenst met deze afdeling de mogelijkheid te creëren om een volwaardig diploma secundair onderwijs uit te uitreiken. Het diploma Chemie TSO3 wordt ook uitgereikt in het technisch SOVL. Om deze reden stelt de raad voor ook in het volwassenenonderwijs de nieuwe opleidingsbenaming Chemie op te nemen (i.p.v. een bestaande benaming als Scheikunde bvb). Het voorstel van modulair structuurschema is inhoudelijk volledig afgestemd op de gelijknamige afdeling van het dagonderwijs. Qua structuur berust het voorstel op 3 pijlers: Inleiding Fysica, Inleiding Chemie en Procesbeheersing. Een aantal modules zijn uitwisselbaar met Biochemie TSO3 (zie hierboven in punt 2.2.1). Het certificaat Chemie TSO3 kan worden behaald na minimum 880 lestijden. De raad geeft een gunstig advies aan dit voorstel. De raad vestigt er de aandacht op dat de benaming Chemie nieuw is; indien de minister dit voorstel goedkeurt, dient de benaming ook te worden opgenomen in het structuurbesluit. Indien de afdeling ook wordt toegevoegd aan bijlage 1 van dit besluit, kan zij aanleiding geven tot een volwaardige diplomering in het kader van het tweedekansonderwijs. 2.2.3 Advies over het voorstel van modulair structuurschema voor de afdeling Farmaceutisch-Technisch Assistent TSO3 Het betreft een voorstel voor een nieuw modulair structuurschema. Het voorstel Farmaceutisch-Technisch Assistent TSO3 behelst de modularisering van wat in de lineaire structuur een optie is van de afdeling Biochemie. De raad is van mening dat dit voorstel best als een afzonderlijk structuurschema wordt beschouwd, en dit om volgende redenen. De afdeling is inhoudelijk volledig gealigneerd op de bepalingen van het Koninklijk besluit van 5 februari 1997 betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van farmaceutisch-technisch assistent en houdende vaststelling 8
van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een apotheker kan worden belast. Cursisten die deze opleiding met vrucht gevolgd hebben, verwerven een studiebekrachtiging die is erkend door hogergenoemd K.B. De opleiding richt zich zowel tot mensen die reeds in het bezit zijn van een diploma secundair onderwijs, en enkel de kennis en vaardigheden die specifiek zijn voor het beroep van farmaceutisch-technisch assistent willen verwerven (= de B-modules: in totaal 540 lestijden), als tot mensen die in het volwassenenonderwijs tegelijkertijd een volwaardig diploma TSO3 willen behalen. Dit laatste is mogelijk indien de 2 deelcertificaten (Biochemie Basis en Farmaceutische technologie) - in totaal minimum 900 lestijden - worden aangevuld met de opleiding Algemene vorming TSO3. Het diploma Farmaceutisch-Technisch Assistent wordt immers ook in het SOVL uitgereikt. Het voorstel streeft dan ook een zo groot mogelijke alignering na op de gelijknamige afdeling van het SOVL. De raad geeft aan dit voorstel een gunstig advies. De raad vestigt er de aandacht op dat de benaming Farmaceutisch-Technisch Assistent nieuw is; indien de minister dit voorstel goedkeurt, dient de benaming ook te worden opgenomen in het structuurbesluit. Indien de afdeling ook wordt toegevoegd aan bijlage 1 van dit besluit, kan zij aanleiding geven tot een volwaardige diplomering in het kader van het tweedekansonderwijs. 2.3 In het studiegebied Handel 2.3.1 Advies over het voorstel van modulair structuurschema voor de opleiding Secretariaat Talen TSO3 De aanvraag betreft een aanpassing van het bestaand structuurschema van 22 december 2000. De aanpassing gaat uit van de centra voor tweedekansonderwijs en hangt samen met de wijziging die werd voorgesteld in de Basisvorming TSO3 (zie punt 2.1.7 van dit advies). Als gevolg van de afstemming van de basisvorming op de eindtermen van het SOVL, werden de modules m.b.t. de tweede vreemde taal ondergebracht in het specifiek gedeelte Secretariaat Talen van het studiegebied Handel, analoog met wat in het SOVL gebeurt. De raad geeft een gunstig advies aan dit voorstel. De raad vraagt een overgangsperiode van één schooljaar om het oude schema af te voeren. 2.3.2 Advies over het voorstel van modulair structuurschema voor de afdeling Maritiem Medewerker TSO3 Dit is een voorstel voor een nieuw modulair structuurschema. Het betreft een modulair alternatief voor de bestaande lineaire afdeling Maritieme Handel TSO3, die aan een inhoudelijke actualisering toe was. Het voorstel kwam tot stand in samenspraak met de Dienst voor Beroepsopleiding. Het voorstel streeft naar transparantie met de opleiding internationaal transport en goederenvervoer uit het voltijds leerplan. Verder was er aandacht voor een flexibele structuur en voor praktijkgerichtheid, wat de opleiding attractiever maakt voor de volwassen 9
cursist. De cursist verwerft in deze opleiding inzicht in specifieke vormen van wegvervoer en wegtransportdocumenten, spoorwegvervoer, zeevervoer, luchtvervoer en binnenvaart, en leert vervoercombinaties vergelijken. Hij verwerft inzicht in aspecten van infrastructuur, trafiek, beheersvormen, hinterland, informatica.. eigen aan een haven en leert de verschillende partners in de haventrafiek kennen. Hij leert begrippen uit transportverzekeringen en basisprincipes van de BTW-wetgeving hanteren. Daarnaast beoogt de opleiding ook het bijbrengen van basisvaardigheden in de ICT. Daartoe werden de modules Tekstverwerking 1, Rekenblad 1 en Gegevensbeheer 1 overgenomen uit de afdeling Informatica-Toepassingssoftware TSO3. De cursist behaalt het certificaat Maritiem Medewerker TSO3 na een totaal van 760 lestijden. Hoewel het studiegebied Handel nog niet volledig is uitgewerkt, kan toch worden aangenomen dat dit voorstel een voorafbeelding is van het definitieve schema. De raad geeft een gunstig advies aan dit voorstel, en wijst erop dat de benaming Maritiem medewerker dient te worden opgenomen in het structuurbesluit. 2.4 In het studiegebied Voeding 2.4.1 Advies over het voorstel van structuurschema van de afdeling Hotelbedrijf BSO3 Het voorstel betreft een aanpassing van het bestaande structuurschema van 22 december 2000. De indiener signaleert een aantal inconsequenties in de volgorderelaties van de specilisaties (blz. 2 van het structuurschema). De pijl die een volgorderelatie schijnt vast te leggen tussen A1 Basissen en alle eenheden van Sd Brasserie Tearoom vormt in het schema een inconsequentie, vermits 4 van de 6 eenheden van deze module in hetzelfde schema instapvrij zijn (Sd1=B2=Sh2; Sd3=Sh3; Sd4=Sb3; Sd6 = Si5). De raad is van mening dat er geen inhoudelijke redenen zijn die een verplichte volgorderelatie verantwoorden. De raad wijst er ook op dat de pijlen in Sb in het schema van 2000 niet éénduidig zijn weergegeven. De raad oordeelt dat enkel de eenheid Sb1 (Nagerechten) de noodzakelijke voorkennis vormt voor de eenheden Sb2 (Fijngebak), Sb5 (Stukgebak en taarten) en Sb8 (Desserten). De raad geeft een gunstig advies aan de voorgestelde wijzigingen. 3 Implementatie In enkele structuurschema s zijn geen strikte volgorderelaties vastgelegd. De raad blijft bij zijn opvatting dat de inrichters rekening houdend met de beginsituatie van de concrete cursistengroepen moeten instaan voor een logische opbouw van de te verwerven competenties. De inrichters moeten met deze opdracht zorgzaam omspringen. De raad geeft zich rekenschap dat toenemende autonomie meer verantwoordelijkheid legt bij de 10
inrichters en dringt aan op degelijke kwaliteitsbewaking en controle. Bovendien doet de raad volgende voorstellen met betrekking tot de implementatie: De scholen moeten de gelegenheid hebben zich organisatorisch voor te bereiden op de invoering van structuurschema s die in belangrijke mate zijn gewijzigd; cursisten die een opleiding hebben aangevat volgens de modaliteiten van een bepaald structuurschema, moeten de mogelijkheid hebben hun opleiding ook volgens die voorwaarden af te werken. Daarom wordt gepleit voor een geleidelijke invoering. Een overgangsperiode van minimum één schooljaar is noodzakelijk. De centra moeten ook de gelegenheid hebben hun leerplannen tegen 1 maart 2004 aan de nieuwe schema s aan te passen. De raad roept trouwens de leden van de verschillende werkgroepen modulair stelsel op om in eenzelfde geest van constructieve samenwerking een gemeenschappelijk leerplan tot stand te brengen, dat evenwel voldoende ruimte en openheid laat voor de individuele accenten die de centra willen leggen. 4 Bijzondere aandachtspunten De raad betuigt zijn appreciatie over het feit dat de centra het afgelopen werkjaar tijdig hun intenties m.b.t. wijzigingen of voorstellen voor nieuwe modulaire structuurschema s bekend maakten. Dit heeft de voorbereidende werkzaamheden in de werkgroepen in positieve zin beïnvloed: centra met verwante initiatieven konden van in het beginstadium met mekaar in contact worden gebracht; de voorstellen hebben een minimale tijd gehad om te rijpen en tot een consensus te leiden bij de betrokken centra. Toch blijft ook het nieuwe tijdspad krap. De raad neemt zich dan ook voor ook dit jaar nog voor eind juni de centra te bevragen m.b.t. hun intenties inzake modulaire structuurschema s. Afhankelijk van het studiegebied waarbinnen de intentieverklaringen zich situeren, rekening houdend met het voornemen van de overheid om in een aantal studiegebieden de nieuwe modulaire structuur te introduceren, zal de raad uitmaken of de voorstellen nog dienen te worden uitgewerkt in het kader van de voorlopige dan wel de nieuwe modulaire structuur. In het laatste geval zal de raad deze intenties onverwijld aan de overheid communiceren, met het verzoek de haalbaarheid en de plaats van de initiatieven te onderzoeken in het licht van de definitieve modulaire structuur. De raad vestigt nogmaals de aandacht op de nodige aanpassingen aan het structuurbesluit en geeft hierna een overzicht van de noodzakelijke aanpassingen: Overzichtslijst van de benamingen die in het structuurbesluit dienen te worden opgenomen: Studiegebied Algemene Vorming: Economie ASO2 (ter vervanging van Economie-moderne talen ASO2) Economie-Moderne talen ASO3 Studiegebied Chemie: Chemie TSO3 Farmaceutisch-Technisch Assistent TSO3 Studiegebied Handel: 11
Maritiem Medewerker TSO3 Bijlagen: Bijlage 1: Secundair OSP: aanvulling en aanpassing van de bijlage 1 van het structuurbesluit Bijlage 2: structuurschema s en vakkenlijsten van: Algemene vorming (basisvorming) ASO3 Algemene Vorming TSO3 Chemie TSO3 Biochemie TSO3 Farmaceutisch-technisch assistent TSO3 Maritiem medewerker TSO3 Secretariaat-Talen TSO3 Hotelbedrijf BSO3 (enkel structuurschema: enkel wijziging in volgorderelaties) M. De Ridder P. Weyn secretaris voorzitter 12
Bijlage 1: Secundair OSP: aanvulling en aanpassing van de bijlage 1 van het structuurbesluit studiegebied opleiding optie duur niveau advies Algemene vorming Algemene vorming ASO Economie modulair ASO2 Aanpassing benaming (van tweepolig naar éénpolig), zie punt 2.1 Economie-Moderne talen modulair ASO3 Gunstig, zie punt 2.1.5 Menswetenschappen modulair ASO3 Opmerking: vanaf het schooljaar 2005-2006 zal de benaming dienen te worden gewijzigd in Humane wetenschappen studiegebied opleiding duur niveau Advies Personenzorg Kinderzorg Jeugd- en gehandicaptenzorg Modulair modulair BSO3 TSO3 Gunstig (zie advies RVOL/ADV/003 van 30 april 2002) Gunstig (zie advies RVOL/ADV/003 van 30 april 2002) Chemie Chemie modulair TSO3 Gunstig (zie punt 2.2.2 hierboven) Farmaceutisch-technisch assistent modulair TSO3 Gunstig (zie punt 2.2.3 hierboven) Handel Maritiem medewerker modulair TSO3 Gunstig (zie punt 2.3.2 hierboven) 13