Herziene versie 2017 Tweede Kamerverkiezingen groepen 6-8
inhoud 1. Inleiding 3 2. Democratie 4 3. Politieke partijen 5 4. De Tweede Kamer 8 5. Kiezen 9 6. De uitslag 10 7. De meerderheid 11 8. Ministers 12 9. De regering 13 10. De oppositie 14 11. Het kabinet valt 15 12. Filmpjes 16 Werkblad verkiezingen 18 Kruiswoordpuzzel verkiezingen 19 Zoek de 7 verschillen 20 Bronnen 21 DIT BOEK MAG VRIJ GEKOPIEERD WORDEN EN DOORGESTUURD WORDEN NAAR DERDEN.
1. Inleiding Op 15 maart 2017 zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer. Op die dag kiest Nederland welke partijen en politici het land voor de komende 4 jaar mogen gaan regeren. In dit boek lees je meer over deze verkiezingen. Je krijgt o.a antwoord op de volgende vragen: Wat is een democratie? Wat wordt er bedoeld met het programma van een politieke partij? Wat is een lijsttrekker? Hoeveel stoelen of zetels heeft de Tweede Kamer? Wat is een coalitie? Wat is het kabinet? Wat is een regering? Wat wordt bedoeld met de oppositie? Wat wordt bedoeld met de val van een kabinet???
2. Democratie Het volk regeert Nederland is een democratisch land. Het woord democratie komt van het Griekse woord demos dat volk betekent en van het woord krateo dat regeren betekent. In een democratie regeert het volk. Het betekent dat alle mensen van 18 jaar en ouder mee mogen beslissen over wat er gebeurt of gaat gebeuren in ons land. STEMHOKJE 1 Kiezen Dat regeren doet niet iedereen op zijn eigen houtje. Dat zou een chaos worden. Alle Nederlanders van 18 jaar of ouder mogen hun stem aan iemand geven. Die stem is voor een politicus die een politieke partij vertegenwoordigt. Je kiest iemand in de plaats van jou. Dit noem je kiesrecht of stemrecht (1). Een politicus (2) vertegenwoordigt een deel van het volk. Je kiest die vertegenwoordiger die het best jouw ideeën vertegenwoordigt. Is er geen politieke partij met jouw ideeën dan kun je ook nog zelf een politieke partij oprichten. 2 HET VOLK REGEERT
3. Politieke partijen De lijsttrekker Aan de verkiezingen in maart doen 28 politieke partijen mee, Elke politieke partij heeft een leider. Tijdens de verkiezingen noem je die leider de lijsttrekker. De lijsttrekker is het gezicht van de politieke partij. De kandidatenlijst Elke politieke partij heeft een kandidatenlijst. Het is een lijst met namen waaruit gekozen kan worden. De lijsttrekker staat op de eerste plaats. Hoe meer stemmen een partij krijgt hoe meer kandidaten van de lijst in de Tweede Kamer komen. Het programma Een politieke partij heeft ook een verkiezingsprogramma (1). In het programma staat wat de partij belangrijk vindt. Het programma vertelt alle plannen die een partij heeft mocht de partij gekozen worden om te regeren. In het programma staat wat een partij gaat doen op het gebied van onderwijs, belastingen, gezondheidszorg, veiligheid, economie en immigratie. 1 1 Hiernaast zie je de drie lijsttrekkers van de drie grootste partijen bij de laatste verkiezingen. Op de volgende bladzijde lees je meer over de politieke partijen, lijsttrekkers en programma s. 1
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie Mark Rutte Programma Zeker Nederland. Minder regels, nadruk op immigratie en inburgering. Partij van de Arbeid Lodewijk Asscher Programma Een verbonden samenleving. Eerlijk delen, vast werk, goed wonen, een gezond leven en scholing. Partij voor de Vrijheid Geert Wilders Programma Nederland weer van ons. Terugdringen van de islam, meer zorg, meer politie, meer defensie, uit de Europese Unie. Socialistische Partij Emiel Roemer Programma Nu Wij. Gericht op goede zorg, armoedebestrijding en huurverlaging. Christen Democratisch Appèl Sybrand van Haersma Buma Programma Keuzes voor een beter Nederland. Gericht op waarden en tradities, familie en gezin en zorg voor elkaar Democraten 66 Alexander Pechthold Programma Samen sterker-kansen voor iedereen. Gericht op onderwijs, schone groei, banen en voor Europa. MEER WEGEN MEER GROEN MEER WERK MEER ZORG
Christen Unie Gert-Jan Segers Programma Hoopvol Realistisch. Gericht op de toekomst voor volgende generaties, het meetellen van iedereen en (godsdienst)vrijheid. Groen links Jesse Klaver Programma Tijd voor verandering. Gericht op duurzame energie, eerlijke verdeling en zorg voor elkaar. Staatkundig Gereformeerde Partij Kees van der Staaij Programma Stem voor het leven Gericht op familie en gezin. Partij voor de Dieren Marianne Thieme Programma Plan B-Hou vast aan je idealen. Gericht op rechten voor dieren en vergroening van de economie. 50 Plus Jan Nagel Programma Omdat ouderen het niet meer pikken. Gericht op ouderen en hun pensioenen en hun kans op een baan.
4. De Tweede Kamer Om de vier jaar Verkiezingen voor de Tweede Kamer worden om de 4 jaar gehouden. Nederlanders van 18 jaar en ouder mogen hun stem geven aan een politicus. De politici met de meeste stemmen krijgen een plaats in de Tweede Kamer. Zetels De Tweede Kamer heeft 150 stoelen of zetels (1). Bij voldoende stemmen, krijgt een politicus zo n zetel. Die zetels worden volgens regels verdeeld. Het totaal van de stemmen wordt gedeeld door het getal 150 (het aantal stoelen). Als er 9 miljoen mensen stemmen, betekent dat elke 60.000 stemmen een zetel oplevert voor die partij. Hoe meer stemmen een partij krijgt hoe meer zetels dat in de Tweede Kamer oplevert. Taken De Tweede Kamer is een belangrijk onderdeel van het bestuur van ons land. De Tweede Kamer: 1. controleert de regering (kabinet+koning). 2. kan wetten voorstellen. 3. vertegenwoordigt het volk. De verdeling van de zetels in de Tweede Kamer op dit moment. 1
5. Kiezen De stempas Alle mensen met stemrecht (de stemgerechtigden) krijgen ruim voor 15 maart, de dag van de verkiezingen, hun stempas (1) thuisbezorgd. Op die stempas staat precies waar en wanneer ze moeten stemmen. Naar het stembureau In alle gemeenten van Nederland zijn stembureaus of stemlokalen. Meestal zijn dat openbare gebouwen. Veel basisscholen doen dienst als stembureau. Stemgerechtigden moeten hun stempas daar inleveren en zich ook legitimeren. Ze krijgen dan in ruil voor hun stemkaart een stembiljet (2). Op dit biljet staan alle partijen naast elkaar. Onder elke partij staat de rij met kandidaten. Bovenaan staat bij elke partij de lijsttrekker. In het stemhokje (3) maakt de kiezer één rondje voor een persoon rood. Twee rode rondjes maakt de stem ongeldig. Daarna gaat het stembiljet in de stembus (4). 2 1 4 3
6. De uitslag Tellen Om 21.00 uur sluiten de stembureaus. De stembussen worden geopend. Men sorteert eerst alle stembiljetten op partij (1). Alle ongeldige biljetten worden apart gelegd. Daarna worden van elke partij de stemmen van elke persoon geteld. Iedere gemeente verzamelt alle stemmen per partij en per persoon. Zetels Daarna worden alle gegevens van alle gemeenten in Nederland verzameld en wordt het totaal aantal stemmen bekend. Je hebt al gelezen dat het totaal door 150 (het aantal stoelen in de Tweede Kamer) gedeeld wordt. Nu wordt bekend hoeveel zetels (2) een partij in de Tweede Kamer krijgt. Ook wordt bekend welke kandidaten van een partij een zetel gaan krijgen. Het is echter nog lang niet zeker welke partijen zullen gaan regeren. 1 2
7. De meerderheid Meer dan de helft Om te kunnen regeren moet een partij een meerderheid (1) hebben in de Tweede Kamer. Een partij moet dan meer dan de helft van de 150 zetels in de Kamer bezetten. Het is Nederland bijna onmogelijk dat een partij de meerderheid krijgt. Dat komt, doordat er zoveel partijen zijn in Nederland. Samenwerken Vandaar dat sommige partijen moeten samenwerken om te kunnen regeren. Zo n samenwerking noem je ook wel een coalitie. De regering op dit moment is ook zo n coalitie (2). Het zijn de partijen VVD (41 zetels) en PvdA (38 zetels). Zij hebben een meerderheid van 79 zetels. Die partijen kunnen het onderling oneens zijn over hoe bijvoorbeeld het onderwijs in Nederland er moet uitzien. Door gesprekken proberen ze het eens te worden met elkaar. Tijdens die gesprekken wordt er veel onderhandeld. Soms mislukt dat, maar het kan ook zijn dat de partijen er samen uitkomen. 150 zetels De helft + 1 of meer is de meerderheid WELKE KANT GAAN WE NOU OP? 2 1
8. Ministers Op zoek naar ministers Als de gesprekken klaar zijn en de twee of meer partijen (de coalitie) besluiten samen te werken, volgt een nieuwe stap. De partijen zoeken binnen hun partij naar goede ministers (1). Deze ministers geven leiding aan een ministerie. Ministeries Een ministerie is een soort afdeling. In Nederland zijn er 11 ministeries met 13 ministers: Het ministerie van Algemene Zaken, Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Het ministerie van Buitenlandse Zaken, Het ministerie van Defensie, Het ministerie van Economische Zaken, Het ministerie van Financiën, Het ministerie van Infrastructuur en Milieu, Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2), Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Het ministerie van Veiligheid en Justitie, Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. 1 2
Plannen uitvoeren Alle ministers vormen samen het kabinet (1). Alle ministers (het kabinet) vormen samen met de koning de regering (2) van ons land. De minister-president (3) is de leider van het kabinet. De minister-president bezoekt elke week de koning. Zo blijft hij op de hoogte van alle staatszaken. De koning ondertekent alle wetten en hij vertegenwoordigt het land in binnen en buitenland. Ministers worden geholpen door staatssecretarissen en ambtenaren. Op elk ministerie maakt men nieuwe wetten om zaken in het verkeer, het onderwijs of ziekenzorg te verbeteren. Door het maken van die wetten kunnen politieke partijen na de verkiezingen hun plannen ook echt uitvoeren. Het Binnenhof De Tweede Kamer vergadert in het Binnenhof (4) in Den Haag. Het is een oud kasteel uit 1229 van graaf Floris IV van Holland. Het kasteel groeide steeds verder uit tot een groot aantal gebouwen. De minister-president heeft er zijn werkkamer in het Torentje (5). 9. De regering 1 4 5 2 3
10. De oppositie Tegenpartij In de Tweede Kamer zijn de meeste stoelen bezet door de regeringspartijen (de coalitie). Dat zijn nu 79 stoelen voor de VVD en PvdA. Alle andere 71 stoelen worden bezet door politici van andere partijen. Die partijen vormen de oppositie of de tegenpartij. Wetten De oppositie kan ervoor zorgen dat de nieuwe wet van een minister niet doorgaan. Hoe? Voor er gestemd wordt, mag iedereen in de Tweede Kamer zijn zegje doen over wat hij van de wet vindt. Je noemt dat een debat (1). De voorzitter (3) van de Tweede Kamer zorgt dat iedereen zich aan de regels houdt. Zo kan een politicus andere politici van gedachten proberen te veranderen. Over elke nieuwe wet of elk plan moet de Tweede Kamer stemmen (2). Alleen bij een meerderheid van stemmen die voor zijn (76 of meer), gaat de wet door. Kamerleden die in de oppositie zitten, kunnen ook een voorstel voor een nieuwe wet doen. Daar wordt ook over gedebatteerd. En uiteindelijk moet ook daarover gestemd worden, 1 2
11. Het kabinet valt Oneens Alle ministers in een kabinet vergaderen regelmatig met elkaar. Dat noem je ook wel de ministerraad (1). Het kan wel eens gebeuren dat ministers van de verschillende partijen het oneens worden over een plan of een afspraak. Zo n kabinet heeft niet meer de steun van de meerderheid van de 150 stoelen in de kamer. Het betekent het einde van de regering. Er wordt ook wel gezegd dat het kabinet is gevallen. Dat gebeurde in april 2014 met het kabinet Rutte 1 (2). Dit kabinet kon het niet eens worden over bezuinigingen voor dat jaar. Nieuwe verkiezingen Er moeten zo snel mogelijk nieuwe verkiezingen komen. Tot die tijd regeert het oude kabinet nog wel door. Zo n gevallen kabinet dat nog even door blijft regeren, noem je een demissionair kabinet. Bij de nieuwe verkiezingen krijgen opeens de andere partijen weer een nieuwe kans om te regeren. 1 2
12. Filmpjes Stemmen. Wie heeft de beste plannen Politieke parijen. Wat zijn dat? Bekijk het filmpje Bekijk het filmpje Parlementszetels. Wie krijgt wat? Bekijk het filmpje
Bij Eduboek kun je: Boeken lenen Boeken kopen Naar boeken luisteren Bij boeken van Eduboek vind je Een gratis werkblad Materiaal voor hoogbegaafden 3-4. Materiaal voor hoogbegaafden 5-8. met gratis materialen De Eduboek Ballade (voor kinderen die extra uitdaging nodig hebben) met gratis materialen Alle 300 boeken inkijken 24 uur gratis boeken lenen Dit boek mag vrij gekopieerd en rondgestuurd worden. EDUBOEK
Werkblad Verkiezingen 1. Zijn de volgende zinnen waar of niet waar? goed /fout Verkiezingen 3. Zoek de goede politieke leiders bij de partij. Trek een lijn. A. Normaal gesproken worden er elke 4 jaar verkiezingen voor de Tweede Kamer gehouden. waar/niet waar B. De leider van een politieke partij heet een ministerpresident. waar/niet waar C. De Twee Kamer telt 150 zetels. waar/niet waar D. Op een stempas laat je zien op wie je wilt stemmen. waar/ niet waar E. De zetels van de oppositiepartijen in de Tweede kamer vormen altijd een minderheid. waar/niet waar Alexander Pechtold CDA PVV PvdA Lodewijk Asscher Sybrand van Haersma Buma VVD Mark Rutte 2. Vul de nummers voor de woorden in op de juiste plaats. Kies uit: 1. staatssecretaris, 2. democratie, 3. programma, 4. demissionair, 5. coalitie, 6. wetten D66 A. Als partijen gaan samenwerken en een meerderheid krijgen om te regeren, noem je dat een. B. Als een volk zijn politieke leiders kan kiezen, noem je dat een. C. Op een ministerie worden gemaakt. D. Als een gevallen kabinet nog door blijft regeren tot de volgende verkiezingen noem je dat een kabinet. E. De plannen van een politieke partij staan opgeschreven in het van de partij. F. Ministers worden geholpen door een. www.eduboek.nl Emiel Roemer SP 4. Wat betekenen de volgende afkortingen. VVD CDA PvdA PVV Geert Wilders
Kruiswoordpuzzel Van links naar rechts 3. Dit recht heeft elke Nederlander van 18 jaar en ouder. 6. Biljet waarop met een rood poltood een keuze gemaakt wordt voor een politicus. 7. Staatsvorm waarbij het volk regeert. 9. Kaart waarop staat waar en wanneer je mag stemmen. 10. De leider van een politieke partij. 1 2 3 4 5 6 Van boven naar beneden 1. Alle partijen in de Tweede kamer die niet regeren. 2. Persoon die leiding geeft aan een ministerie. 4. Partijen die samenwerken en samen regeren. 5. Persoon die de minister helpt. 8. Een ander woord voor een stoel in de Tweede Kamer. 7 9 8 10 EclipseCrossword.com www.eduboek.nl
Zoek de 7 verschillen.
Bronnen https://nl.wikipedia.org/wiki/verkiezing https://www.rijksoverheid.nl/ http://nl.wikipedia.org/wiki/tweede_kamer_der_staten-generaal https://nl.wikipedia.org/wiki/lijst_van_nederlandse_ministeries
Antwoordenblad Verkiezingen 1. Zijn de volgende zinnen waar of niet waar? goed /fout Verkiezingen 3. Zoek de goede politieke leiders bij de partij. Trek een lijn. A. Normaal gesproken worden er elke 4 jaar verkiezingen voor de Tweede Kamer gehouden waar/niet waar B. De leider van een politieke partij heet een ministerpresident. waar/niet waar C. De Twee Kamer telt 150 zetels. waar/niet waar D. Op een stempas laat je zien op wie je wilt stemmen. waar/ niet waar E. De zetels van de oppositiepartijen in de Tweede kamer vormen altijd een minderheid. waar/niet waar Alexander Pechtold CDA PVV PvdA Lodewijk Asscher Sybrand van Haersma Buma VVD Mark Rutte 2. Vul de nummers voor de woorden in op de juiste plaats. Kies uit: 1. staatssecretaris, 2. democratie, 3. programma, 4. demissionair, 5. coalitie, 6. wetten D66 A. Als partijen gaan samenwerken en een meerderheid krijgen om te regeren, noem je dat een 5. B. Als een volk zijn politieke leiders kan kiezen, noem je dat een 2. C. Op een ministerie worden 6 gemaakt. D. Als een gevallen kabinet nog door blijft regeren tot de volgende verkiezingen noem je dat een 4 kabinet. E. De plannen van een politieke partij staan opgeschreven in het 3 van de partij. F. Ministers worden geholpen door een 1. www.eduboek.nl SP Geert Wilders 4. Wat betekenen de volgende afkortingen. Gebruik het internet als extra informatiebron: VVD CDA PvdA PVV Emiel Roemer Volkspartij voor Vijheid en Democratie Christen Democratisch Appèl Partij van de Arbeid Partij voor de Vrijheid
Kruiswoordpuzzel oplossing Van links naar rechts 3. Dit recht heeft elke Nederlander van 18 jaar en ouder. 6. Biljet waarop met een rood poltood een keuze gemaakt wordt voor een politicus. 7. Staatsvorm waarbij het volk regeert. 9. Kaart waarop staat waar en wanneer je mag stemmen. 10. De leider van een politieke partij. Van boven naar beneden 1. Alle partijen in de Tweede kamer die niet regeren. 2. Persoon die leiding geeft aan een ministerie. 4. Partijen die samenwerken en samen regeren. 5. Persoon die de minister helpt. 8. Een ander woord voor een stoel in de Tweede Kamer. 7 D 1 2 O P P O S I T I E M O C EclipseCrossword.com 9 S 3 4 S R T 6 8 10 T S A Z E T E L E T T M Y M E I P S 5 R A M B T E N A A R T E B S T C O A L I T I E R H L E T J K E K M I N I S T E R E R www.eduboek.nl
oplossing