Effectevaluatie Wegingslijst PIJ-verlenging



Vergelijkbare documenten
SAMENVATTING Inleiding Methode van onderzoek

(Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria adolescentenstrafrecht. Studiedag 18 april Lieke Vogelvang & Maaike Kempes

Samenvatting. Aanleiding onderzoek

Adolescentenstrafrecht

Wegingslijst adolescentenstrafrecht

Wegingslijst adolescentenstrafrecht

Gelet op artikel 21b, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van

Onderzoeksrapport Taskforce TBS Den Haag, december 2012

Informatie voor betrokkenen

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

Maatregelopties voor jong volwassenen: Gedragsbeïnvloedende Maatregel, Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen. Terbeschikkingstelling

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

Adolescentenstrafrecht

Samenvatting. Doel. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Leidraad in de keten. Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) Contactgegevens

Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken. Informatie voor onderzochte

Plan van aanpak onderzoek Jeugdreclassering

Samenvatting. Vraagstelling en aanpak. Conclusies

Sessie Weigerende observandi. Kijken naar mensen die niet bekeken willen worden

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

P R O J U S T I T I A

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Samenvatting. Aanleiding onderzoek

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

NIFP OPLEIDING RAPPORTEUR NIFP. Verdiep en vergroot uw kennis van de forensische diagnostiek!

PIJ-indicatie, beelden en effecten

Kansen, aandachtspunten en prioriteiten voor de advocatuur, naar aanleiding van het werkcafé adolescentenstrafrecht

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest

Middelengebruik bij jongens in Justitiële Jeugdinrichtingen

Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie

Voor de ontwikkeling van de werkwijze is binnen het ForCA de werkgroep observatiemethodiek in het leven geroepen. Deze heeft naar eigen zeggen de

Observatieafdeling Teylingereind. Informatie voor ouders

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing?

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 oktober 2013 Onderwerp Weigerende observandi

De TBS anno Toegang tot de tbs en de dilemma s

Het Pieter Baan Centrum. Algemene informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Observatieafdeling Teylingereind. Informatie voor jongeren

Rooster Algemeen deel, Opleiding Rapporteur ROOSTER ONDER VOORBEHOUD Lestijden ochtend: uur Lestijden middag:

III. Rapportage Civiel (beslissingsdiagnostiek jeugd) 7. Rapportages civiel (bladzijde 26) 7.1 Jeugdigen Productie 7.1.

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Aanbestedende diensten vaak de winnaar in rechtszaken over aanbestedingen

Informatie voor betrokkene(n)

Verzoek tot aantekening in het gezagsregister van een gezagsvoorziening na overlijden over een minderjarig kind

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Het adolescentenstrafrecht

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Samenvatting. Doelstelling en onderzoeksvragen

Leren van eerder gemaakte fouten. Leren van Delict

Het adolescentenstrafrecht

ECLI:NL:RBZWB:2017:3349

Management samenvatting

Informatie voor betrokkene(n)

VVRVereniging van Pro Justitia Rapporteurs

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ECLI:NL:RBMNE:2016:7750

'Integrale zorg voor mensen met een licht verstandelijke beperking en problematisch middelengebruik'

ECLI:NL:GHARL:2014:1650 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer TBS P

Rapport. Rapport over een klacht over de Raad voor de Kinderbescherming, Directie Noord-West, Vestiging Amsterdam. Datum: 23 december 2013

Arbeidsrecht Juridische wegwijzer

Overeenkomst toeleiding

Psychologische en psychiatrische rapportage in civiele zaken. Informatie voor betrokkene

Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs. 1. Informatieplicht

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg

Uitnodiging. Congres: Het gezin centraal. Gezinsgericht werken vanuit de (gesloten) instelling

Samenvatting. Opzet, werkwijze en onderzoeksgroep. Wat, hoe en waarom

Het detentieverloop van Michael P. Plan van aanpak

Het Netwerk- en Trajectberaad Oktober 2009

Panische paniek voor de PIJ

IN EERSTE HALFJAAR Paula van der Brug en Robert Selten. April Het aantal gestarte trajecten in het eerste halfjaar van 2002.

Een niet vrijwillige opname in het verpleeghuis

Wat dat betreft heeft de implementatie van (elementen uit) het landelijke kader zijn eigen dynamiek. Omdat het onderhavige onderzoek geen

Wie zijn onze patiënten?

Samenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen

Aanleiding. Probleemstelling en onderzoeksopzet. Samenvatting procesevaluatie doorzorgfunctionaris

Samenvatting Evaluatie Landelijk Kader Forensische Diagnostiek Jeugd

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

Bijlage 1: Uitwerking per regio

Bruikbaarheid nogmaals belicht

Tenuitvoerlegging van een straf of maatregel in een Justitiële Jeugdinrichting

Omvang van verschillende sanctiegroepen; volwassen en jeugdige daders met minstens één strafzaak afgedaan in 1997

Zorgen voor het bedreigde kind. Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda

Inhoud. Deel I Inleidende beschouwingen 1. Deel II Juridische beschouwingen 17. Hoofdstuk 1 Gedragsdeskundigen in strafzaken 3

Een niet vrijwillige opname in het verpleeghuis. Informatie voor familie. Ouderen. Mondriaan. voor geestelijke gezondheid

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

Middelengebruik behandelen en terugdringen. Brains4Use

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Kennis- en informatiepositie van het OM en de ZM met betrekking tot de tenuitvoerlegging en de doelgroep van de PIJ-maatregel

Ondertoezichtstelling (OTS) Wat betekent een ondertoezichtstelling voor u en uw kind? Wat kunt u verwachten?

ECLI:NL:RBMNE:2015:7843

Advies Besluit van (...), houdende vaststelling van het Besluit adviescommissie gegevensverstrekking weigerende observandi

Datum 15 juli 2015 Onderwerp NIFP standpunt m.b.t. het toerekennen en wijziging standaardvraagstelling. Geachte heer/mevrouw,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VOORBEREIDING EVALUATIE WETSWIJZIGING JEUGDBESCHERMING

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Monitor Mediation

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Hertoets bij Pactum

Raad voor de Kinderbescherming Ministerie van Justitie en Veiligheid. De gedragsbeïnvloedende. maatregel (GBM)

Transcriptie:

Onderzoeksrapport 2015-1 Effectevaluatie Wegingslijst PIJ-verlenging Melissa Willemsen Iris Berends Maaike Kempes Nils Duits Uitgave van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie

Onderzoeksrapport Deze reeks omvat rapporten van onderzoeken die door het bureau Wetenschap en Opleidingen van het NIFP is verricht. Opname in de reeks betekent niet dat de inhoud van de rapporten het standpunt van het NIFP weergeeft. Contactpersoon: E-mail: Nils Duits N.Duits@dji.minjus.nl Alle rapporten van het bureau Wetenschap en Opleidingen zijn gratis te downloaden van nifpnet.nl Wetenschap en Opleidingen, NIFP onderzoeksrapport 2015-1 2

Inhoud Afkortingen 5 Samenvatting 6 1. Inleiding 8 1.1. Doel van het onderzoek 12 1.1.1. Vraagstelling 12 2. Methoden 13 2.1. Participanten 13 2.1.1. Behandelaren 13 2.1.2. Kinderrechters 14 2.1.3. Dossiers 16 2.2. Instrumenten 17 2.2.1. Wegingslijst 17 2.2.2. Training 18 2.2.3. Scoring dossiers 18 2.2.4. Contactformulier 20 2.3. Procedure 20 2.3.1. Geplande procedure 20 2.3.2. Communicatie 21 2.3.3. Veranderingen in procedure 21 2.4. Statistische analyse 23 3. Resultaten 24 3.1. Beschrijving dossiers 24 3.1.1. Verlengingsadviezen 24 3.1.2. Beschikkingen 24 3.2. Aantal indicatiecriteria en domeinen 25 3.2.1. Verlengingsadviezen 25 3.2.2. Beschikkingen 27 3.3. Kwaliteit advies 28 3.4. Contraire beslissingen 29 3.5. Kwalitatieve bevindingen 32 Wetenschap en Opleidingen, NIFP onderzoeksrapport 2015-1 2

4. Conclusie en Discussie 35 4.1. Beantwoording onderzoeksvragen 35 4.2. Overige conclusies ten aanzien van de Wegingslijst PIJ-verlenging 36 4.3. Overige conclusies 36 4.4. Kanttekeningen 37 4.5. Aanbevelingen en implementatie 37 4.6. Conclusie 38 Literatuur 39 Bijlage 1 PIJ-maatregel 41 Bijlage 2 Verlenging PIJ-maatregel 43 Bijlage 3 Ontwikkeling Wegingslijst PIJ-indicatie 46 Bijlage 4a Algemene gegevens 47 Bijlage 4b Indicatiecrieria Wegingslijst 48 Bijalge 4c Kwaliteit van het verlengingsadvies 50 Wetenschap en Opleidingen, NIFP onderzoeksrapport 2015-1 3

Afkortingen Btj DJI FGzP ForCA IDO IJZ JJI NIFP NIP NOVA OM PIJ STER STP TBS TK WODC Besluit tenuitvoerlegging jeugdstrafrecht Dienst Justitiele Inrichtingen Federatie voor Gezondheidspsychologen Forensisch Consortium Adolescenten Inhoudelijk Directeuren Overleg afdeling Individuele Jeugdzaken Justitiele Jeugdinrichting Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en psychologie Nederlands Instituut voor Psychologen Nederlandse Orde van Advocaten Openbaar Ministerie Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen Standaard Evaluatie Rapportage pro Justitia Scholings- en trainingsprogramma terbeschikkingstelling Tweede Kamer Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Wetenschap en Opleidingen, NIFP onderzoeksrapport 2015-1 5

Samenvatting De PIJ-maatregel is de meest verstrekkende maatregel in het jeugdstrafrecht en kan sinds 1 april 2014, onder bepaalde voorwaarden ook worden omgezet in een TBS-maatregel. Het is dus van groot belang dat zowel het advies voor verlenging of beëindiging van een PIJ-maatregel als de uiteindelijke beslissing door de rechters zorgvuldig worden afgewogen en dat er afstemming ontstaat tussen gedragsdeskundige en rechter. Eerder onderzoek, waarbij rechters werden geïnterviewd, laat zien dat de rechters in minimaal een kwart van de gevallen de PIJ-verlengingszaken de PIJ-maatregel contrair beëindigen. Dit wijst op de noodzaak tot een betere onderbouwing van advies en beschikking over de eventuele PIJ-verlenging en een betere afstemming tussen gedragsdeskundige en rechter. In het voorliggende onderzoek werd onderzocht of gebruik van een Wegingslijst de onderbouwing van advies en beschikking van de PIJ-verlenging kan verbeteren. Het doel van het onderzoek is de effectiviteit te meten van een training waarbij behandelaren en rechters leren werken met de Wegingslijst PIJ-verlenging en specifiek van het gebruik van de Wegingslijst PIJverlenging bij PIJ-verlengingsadviezen en beschikkingen. Deelvragen zijn: 1. Heeft de interventie effect op het aantal genoemde indicatiecriteria en domeinen in de dossiers? 2. Heeft de interventie effect op de kwaliteit van het advies? 3. Daalt het aantal contraire beslissingen na de interventie? In dit onderzoek zijn 58 behandelaren van justitiële jeugdinrichtingen en 80 rechters getraind, die over verlenging van de PIJ-maatregel adviseren respectievelijk beslissen. De training bestond uit een theoretisch en een praktisch deel. Het theoretische deel verschafte inzicht in de belangrijkste indicatiecriteria voor de PIJ-maatregel en de onderliggende concepten. Ook kwam het ontstaan en de werkwijze van de Wegingslijst PIJ-verlenging aan bod. Deze lijst is gebaseerd op de Wegingslijst PIJ- indicatie. Het praktische deel bestond uit het leren werken met de Wegingslijst aan de hand van casuïstiek, waarbij een gezamenlijke weging en onderbouwing van indicatiecriteria plaatsvond. Om het effect van de training en Wegingslijst PIJ-verlenging vast te stellen, zijn 50 verlengingsadviezen en 50 beschikkingen van vóór de training verzameld en vergeleken met 61 verlengingsadviezen en 50 beschikkingen van ná de training. Het inclusiecriterium voor de adviezen en beschikkingen van na de training is dat het advies of de beschikking geschreven is door een getrainde behandelaar respectievelijk kinderrechter. De Wegingslijst is bij 39 adviezen en 8 beschikkingen gebruikt. Om te onderzoeken of de training en, meer specifiek, het gebruik van de Wegingslijst leidt tot een betere onderbouwing van het advies en beschikking zijn de indicatiecriteria en domeinen in adviezen en beschikkingen gescoord. Daarnaast is de kwaliteit van het advies van de verlengingsadviezen onderzocht aan de Wetenschap en Opleidingen, NIFP onderzoeksrapport 2015-1 6

hand van een aangepaste versie van de STER (STandaard Evaluatie Rapportage pro Justitia). Om te onderzoeken of er contrair beslist werd, zijn de adviezen waarvan een beschikking aanwezig was, vergeleken met de uiteindelijke beslissing in deze beschikkingen. Als laatste zijn behandelaren en rechters die een advies of beschikking hebben geschreven in een PIJ-verlengingszaak naar hun ervaringen met het gebruik van de Wegingslijst gevraagd. Uit de resultaten blijkt dat na het volgen van de training de adviezen van de behandelaren meer argumenten bevatten die gebaseerd zijn op indicatiecriteria en er meer domeinen worden betrokken in de weging dan de verlengingsadviezen van voor de training. Dit geldt alleen als de Wegingslijst ook daadwerkelijk wordt gebruikt. Dit effect lijkt niet afhankelijk te zijn van verschillen in groepssamenstelling voor en na de training. Hoewel in de beschikkingen waarbij de Wegingslijst is gebruikt gemiddeld twee keer zoveel argumenten worden gebruikt dan bij de beschikkingen zonder Wegingslijst, is dit verschil door het lage aantal beschikkingen waarbij een Wegingslijst is gebruikt niet significant. De kwaliteit van de adviezen blijkt gemiddeld genomen na de training beter te zijn dan de kwaliteit voor de training. Bovendien blijkt uit dit onderzoek dat bij adviezen waar de behandelaren een Wegingslijst hebben gebruikt de rechter significant minder vaak de PIJ-maatregel contrair beëindigd. Tenslotte blijkt uit contact met behandelaren en rechters dat zij de Wegingslijst als nuttig ervaren bijvoorbeeld ter voorbereiding van de zitting en wanneer de behandelaar twijfelt of de PIJ verlengd of beëindigd moet worden. Samengevat kan worden gesteld dat de Wegingslijst PIJ-verlenging niet alleen als houvast wordt ervaren door zowel behandelaren en rechters maar dat het ook leidt tot een betere onderbouwing en formele kwaliteit van het verlengingsadvies. Daarnaast zijn er voorzichtige aanwijzingen dat de onderbouwing van de beschikkingen verbetert. Bovendien leidt het gebruik van de Wegingslijst tot minder contraire beschikkingen. Het is daarom nodig het gebruik van de Wegingslijst PIJ-verlenging (en PIJ-indicatie) actief en blijvend te bevorderen. Dat is in het belang van de betrokkenen en van de maatschappij, mede gezien de nieuwe wetswijzigingen waarin de PIJmaatregel kan worden omgezet in een TBS-maatregel. Het NIFP wil en kan daar graag aan bijdragen. Wetenschap en Opleidingen, NIFP onderzoeksrapport 2015-1 7

1. Inleiding De maatregel Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen (PIJ-maatregel) is de meest verstrekkende maatregel van het jeugdstrafrecht. De rechter legt de maatregel slechts op, nadat hij zich een met redenen omkleed, gedagtekend en ondertekend advies heeft doen overleggen van ten minste twee gedragsdeskundigen van verschillende disciplines. Van deze gedragsdeskundigen dient er één een psychiater te zijn. Dit is een zogenaamde dubbelrapportage (Duits, 2011). Een dergelijk advies heeft voor de jongere en maatschappij verstrekkende gevolgen. Een goede afweging is daarom van belang. Eerder onderzoek liet zien dat de onderbouwing van pro Justitia adviezen en vonnissen van de PIJmaatregel in eerste aanleg dient te verbeteren en de afstemming tussen adviseur en rechter ook beter kan (ten Berge, de Beurs, Duits, & van der Hoorn, 2009). Uit recent onderzoek blijkt dat gebruik van een wegingslijst leidt tot een significant betere onderbouwing van het pro Justitia advies en een betere onderbouwing van het vonnis (Berends & Duits, 2012). Ook voor de verlenging van de PIJmaatregel geldt de noodzaak van een betere onderbouwing van advies en beschikking en een betere afstemming tussen adviseur en rechter. Op basis van een advies van de gedragsdeskundige (behandelaar) van de justitiële jeugdinrichting besluit de meervoudige kamer of de PIJ-maatregel van de jongere al dan niet verlengd wordt. In het voorliggende onderzoek wordt onderzocht of gebruik van een wegingslijst de onderbouwing van advies en beschikking van de PIJ-verlenging kan verbeteren. Op 1 september 1995 werd een nieuw jeugdstrafrecht van kracht en werd de PIJ-maatregel ingevoerd (Bartels, 2011). Nadien vonden enkele wettelijke veranderingen plaats (zie voor uitgebreidere beschrijving bijlage 1). Sinds 1 juli 2011 geldt de PIJ-maatregel bij oplegging niet meer voor twee maar voor drie jaar. Na twee jaar eindigt de maatregel voorwaardelijk, tenzij de maatregel wordt verlengd. De maximale duur van de PIJ-maatregel bedraagt daarmee zeven jaar, waarvan het laatste jaar weer voorwaardelijk is. Sinds de invoering van het adolescentenstrafrecht op 1 april 2014 is ook de strafrechtelijke grond van de PIJ-maatregel veranderd. Ten eerste kon voorheen een PIJmaatregel worden overwogen bij een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis was toegestaan maar sinds april 2014 dient het om een misdrijf te gaan waarop een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld. Ten tweede kon tot 1 april 2014 de maximale termijn van de PIJ maatregel van zeven 1 jaar worden toegepast indien er bij de oplegging sprake was van een gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Na 1 april 2014 is dat onderscheid verdwenen. Bij elke jongere moet een gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van de geestvermogens aan de orde zijn om een PIJ-maatregel te kunnen opleggen. Ten derde kan de rechter sinds 1 april 2014 de PIJmaatregel ook omzetten in een maatregel terbeschikkingstelling (TBS). Dit is mogelijk indien de 1 Tot juli 2011 betrof de maximale duur van de PIJ-maatregel zes jaar. Wetenschap en Opleidingen, NIFP onderzoeksrapport 2015-1 8

veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen de omzetting in die maatregel eist (art. 77tc, lid 1 Sr). Jongeren die een PIJ-maatregel opgelegd krijgen, plegen flinke delicten en ze hebben ernstige en meervoudige problemen. Ze plegen ernstige levens- en zedendelicten en hebben gemiddeld vijf geweldsdelicten en negen niet-gewelddadige feiten gepleegd alvorens een PIJmaatregel opgelegd te krijgen. Daarnaast blijken ze veelal opgevoed te zijn in zeer problematische situaties die vaak gepaard gaan met een criminele omgeving, psychiatrische problemen van de ouders, uithuisplaatsingen en verslaving. Bij de jongeren is vaak sprake van problematisch middelengebruik, ontwikkeling richting cluster B persoonlijkheidsstoornis, gebrek in de ontwikkeling van empathie en geweten, impulsregulatie en sociale en relationele vaardigheden (Brand, a Campo & van den Hurk, 2013). Deze problemen zijn niet eenvoudig aan te pakken en ze zijn in veel gevallen gerelateerd aan het delictgedrag waardoor een verlenging van de PIJ-maatregel vaak aan de orde is (Kempes, 2012). De PIJ-maatregel kan worden verlengd als er voldaan wordt aan de wettelijke voorwaarden die ook gesteld worden aan het opleggen van de PIJ-maatregel (zie voor uitgebreidere beschrijving bijlage 2). Praktisch betekent dit dat de afdeling Individuele Jeugdzaken (IJZ) dertien weken voor het aflopen van de termijn een mededeling aan de justitiële jeugdinrichting (JJI) doet dat de verlenging aanstaande is. De behandelaar van de justitiële jeugdinrichting (JJI) stelt, via het hoofd van de inrichting en op verzoek van het openbaar ministerie, een verlengingsadvies op over de voortgang van de behandeling en het recidivegevaar. Deze handelwijze wordt beschreven in een DJI-circulaire Procedure verlenging PIJ-maatregel van het ministerie van Veiligheid & Justitie van 8 oktober 2013. 2 In het verlengingsadvies moet de noodzaak voor verlenging duidelijk onderbouwd zijn. Er moet blijken dat er sprake is van recidivegevaar, ook al is dit in de gestructureerde omgeving van een jeugdinrichting moeilijker te onderkennen, en het moet in het belang zijn van de ontwikkeling van de jongere. Sinds mei 2013 wordt het advies opgesteld aan de hand van een landelijke format dat is vastgesteld door een expertgroep van kinderrechters, officieren van justitie en andere leden van het Forensisch Consortium Adolescenten (ForCA). Mede op basis van dit verlengingsadvies bepaalt de rechter of en hoe lang de PIJ-maatregel verlengd wordt. De termijn van een PIJ-maatregel niet vast. Ook is er geen maximum gesteld aan het aantal verlengingen. Er is wel een maximum gesteld aan de duur van een verlenging, namelijk twee jaar. Verlenging van de maatregel is mogelijk zolang deze de duur van vijf jaar niet te boven gaat. Bij de ene jongere kan het zijn dat hij in vijf jaar drie verlengingen heeft gehad, bij een andere jongere kan het om vijf verlengingen gaan. 2 Directie Bestuursondersteuning Juridische Zaken, kenmerk 5753660/13/DJI Wetenschap en Opleidingen, NIFP onderzoeksrapport 2015-1 9

Het advies van de behandelaar en de beschikking van de rechter kunnen dus, net als bij de oplegging, verstrekkende gevolgen hebben voor de jongere, zijn ouders en de maatschappij. Allereerst kan te kort of te lang behandelen een negatief effect hebben op een jongere. Andrews en Bonta (2006) maakten duidelijk dat wanneer verdachten met een laag risico intensieve behandeling ontvangen, dit contraproductief werkt. Ten tweede kan de PIJ-maatregel zoals eerder vermeld, sinds de wetswijziging van april 2014, na de maximale duur van zeven jaar omgezet worden in een TBSmaatregel. Omdat de TBS-maatregel een zeer vergaande maatregel is, is het van groot belang dat verlengingadviezen en beschikkingen goed zijn onderbouwd. Dat beide verbetering behoeven, bleek na beschouwing van de adviezen en beschikkingen. Uit onderzoek van Verberk en Ten Berge (2010) blijkt dat de communicatie tussen rechtbank en justitiële jeugdinrichting ten aanzien van PIJ-verlenging verbeterd kan worden. Rechters vinden dat PIJ-verlengingsrapporten een betere toelichting behoeven, minder uitgebreid kunnen zijn en meer to the point geschreven mogen worden. Dus meer kernachtige rapporten in plaats van lange verhalen. Daarnaast hebben rechters behoefte aan een betere uitleg bij gedragsdeskundige verlengingsadviezen. Er moet daarbij worden opgemerkt dat het goed zou zijn als rechters meer geschoold worden om de rapportages beter te begrijpen. Deskundigen zouden beter in staat moeten zijn hun informatie juridisch te duiden. Er moet een brug worden gebouwd (Verberk & ten Berge, 2010). De kennis en het begrip van elkaars domein (gedragsdeskundig en juridisch) en de beschrijving en onderbouwing in de verlengingsrapportages kunnen dus verbeterd worden bij de PIJverlenging. Deze aspecten hangen mogelijk samen met het relatief grote percentage contraire besluiten van de rechtbank. Uit voorlopige indicatieve cijfers van DJI blijkt dat tussen 2010 en februari 2013 bij een kwart van de PIJ verlengingsadviezen de rechtbank contrair besloten heeft. Dit betekent dat de jeugdinrichting om een verlenging van de maatregel vraagt, maar de meervoudige kamer besluit om de maatregel te stoppen (DJI, 2013). Ook uit wetenschappelijk onderzoek (Addink, Lekkerkerker & Vermeij, 2010) blijkt dat rechters met enige regelmaat afwijken van het verlengingsadvies van de JJI. Na de eerste verlenging neemt het aantal contraire beslissingen verder toe. Naarmate het einde van de maatregel in zicht komt zijn de rechters geneigd korter te verlengen dan de JJI adviseert. Indien rechters besluiten om helemaal niet te verlengen, zorgt dit met oog op de nazorg voor een acuut probleem. Kortere verlenging of plotseling einde van de maatregel kan tot gevolg hebben dat het resocialisatietraject van deze jongeren niet voltooid kan worden of niet van de grond kan komen, omdat het opstarten van de uitstroom en het uitvoeren van het proefverlof/stp moet worden ingekort en versneld plaats moet vinden (Addink, Lekkerkerker & Vermeij, 2010). Wanneer een jongere onverwacht uitstroomt, gaat deze niet met proefverlof/stp. Omdat het proefverlof de schakel is tussen detentie en nazorg, betekent dit dat er vaak geen praktische zaken Wetenschap en Opleidingen, NIFP onderzoeksrapport 2015-1 10

zijn geregeld (Homburg, Timmermans, Tromp & de Vaan 2010). Overigens staan deze aspecten sinds 1 juli 2011 in een ander daglicht met de structurele voorwaardelijke beëindiging van een jaar. Wel zijn de mogelijke oorzaken van contraire beëindigingen van belang zoals gebrekkige kennis over elkaars domein, tekortschietende onderbouwing in de advisering en beschikking en/of (daardoor) gebrekkige afstemming en communicatie tussen adviseur en rechtbank. Het is dus van groot belang dat zowel het advies voor verlenging of beëindiging van een PIJ-maatregel als de uiteindelijke beschikking zorgvuldig worden afgewogen en dat er afstemming ontstaat tussen gedragsdeskundig adviseur en rechter. Om de onderbouwing van verlengingsadvies en beschikking te verbeteren kan een wegingslijst mogelijk uitkomst bieden. Dat wordt in de Geneeskunde toenemend van belang geacht en in Nederlandse en internationale medische richtlijnen beschreven. Ook voor het onderzoek en de rapportage pro Justitia is een richtlijn ontwikkeld van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. Rode lijn in deze richtlijn is het op basis van evidence based medicine beter onderbouwen van het advies aan de rechtbank. Het gaat daarbij om het goed afwegen en transparant maken van de juiste keuzes en dat kunnen vertalen naar patiënten. In lijn hiermee is in 2012 het onderzoek naar de Wegingslijst PIJ-indicatie afgerond (Berends & Duits, 2012). De Wegingslijst PIJ-indicatie is een hulpmiddel om een advies of beslissing over de PIJ-maatregel beter en meer gestructureerd te kunnen wegen en onderbouwen. De wegingslijst zorgt ervoor dat rechter en rapporteurs, vanuit verschillende perspectieven, dezelfde uitgangspunten hanteren. Dat wil zeggen in hun afweging aandacht besteden aan de zeven belangrijkste domeinen voor de PIJ-maatregel: 1) Psychopathologie en disfunctioneren, 2) Indexdelict en recidiverisico, 3) Ontwikkelingsmogelijkheden, 4) Sociaal netwerk, 5) Begeleidings- en behandelmogelijkheden, 6) Noodzaak gedwongen kader en 7) Geen alternatief. Deze zeven domeinen zijn in de concept mapping van het WODC onderzoek (ten Berge, de Beurs, Duits, & van der Hoorn, 2009) naar voren gekomen als de bepalende domeinen voor de indicatiestelling van de PIJ-maatregel. Alle ketenpartners, inclusief rechters en behandelaren van justitiële jeugdinrichtingen, hebben deelgenomen aan deze concept mapping. Er bestaat dus een brede consensus over het belang van deze domeinen voor de PIJ-maatregel. Op basis van dit onderzoek is de Wegingslijst PIJ-indicatie ontwikkeld. Uit onderzoek (Berends & Duits, 2012) blijkt dat de onderbouwingen van de adviezen van de pro Justitia rapportages significant verbeteren. De adviezen, waarbij gebruik werd gemaakt van de Wegingslijst PIJ-indicatie, worden beter beargumenteerd, er worden meer alternatieve sancties overwogen en de formele kwaliteit van het advies is beter. De onderbouwing in de vonnissen liet ook een verbetering zien, al was dit verschil niet significant. Dit kwam mogelijk door het te kleine aantal vonnissen waarbij de Wegingslijst was gebruikt. Wetenschap en Opleidingen, NIFP onderzoeksrapport 2015-1 11

Gezien de bevindingen rond de wegingslijst bij de indicatie van de PIJ-maatregel, is de verwachting dat door gebruik van een wegingslijst bij de PIJ verlenging, behandelaren en rechters hun verlengingsadviezen en beschikkingen ook beter zullen wegen en onderbouwen. Het is daarom aangewezen om te onderzoeken of er inderdaad verbetering op kan treden. Hiertoe is de Wegingslijst PIJ-verlenging ontwikkeld. Deze is gebaseerd op de Wegingslijst PIJ-indicatie. De wettelijke gronden voor de verlenging van de PIJ-maatregel verschillen immers niet van de wettelijke gronden voor de oplegging. De Wegingslijst PIJ-verlenging heeft als doel een advies of beslissing over verlenging van de PIJ-maatregel beter en meer gestructureerd te kunnen wegen en onderbouwen. 1.1 Doel van het onderzoek Het doel van het onderzoek is de effectiviteit te meten van een training waarbij behandelaren en rechters leren werken met de Wegingslijst PIJ-verlenging en meer specifiek van het gebruik van de Wegingslijst PIJ-verlenging bij PIJ-verlengingsadviezen en beschikkingen. De hypothese is dat behandelaren en rechters verlengingsadviezen en beschikkingen beter kunnen onderbouwen door het gebruik van de Wegingslijst. Dit wordt gemeten aan de hand van de kwaliteit van de onderbouwing van het advies en van de beschikking. Daarnaast is de hypothese dat het gebruik van de Wegingslijst en de verbetering van de onderbouwing van adviezen leidt tot een betere communicatie en tot een eenduidiger referentiekader. Mogelijk draagt dit bij aan een vermindering van het aantal contraire beslissingen. Dit komt de ontwikkeling van de jongeren en de veiligheid van de maatschappij ten goede. 1.1.1 Vraagstelling 1. Heeft de interventie effect op het aantal genoemde indicatiecriteria en domeinen in de dossiers? 2. Heeft de interventie effect op de kwaliteit van het advies? 3. Daalt het aantal contraire beslissingen na de interventie? Wetenschap en Opleidingen, NIFP onderzoeksrapport 2015-1 12

2. Methoden 2.1 Participanten 2.1.1 Behandelaren De behandelaren die deel hebben genomen aan het onderzoek zijn werkzaam op een langverblijfgroep van een JJI en schrijven PIJ-verlengingsadviezen. Ze zijn allen werkzaam in één van de instellingen in Nederland waar de PIJ-maatregel ten uitvoer wordt gelegd. Er zijn twee manieren waarop deelnemende behandelaren zijn getraind. Behandelaren zijn face to face getraind of via een digitale module. Zoals Tabel 1 laat zien, hebben in totaal 58 behandelaren een training ontvangen. Een face to face training is gegeven aan 46 behandelaren. Daarnaast hebben 5 belangstellenden (bijvoorbeeld stagiaires en directeuren JJI) deelgenomen aan deze face to face training. Onderzoekers hebben aan 12 behandelaren rechtstreeks de digitale module gestuurd. Het grootste deel, meer dan 80%, van de behandelaren die betrokken zijn bij het schrijven van PIJ-verlengingsadviezen, is getraind 3. Er zijn binnen de groep van getrainde behandelaren veel personeelswisselingen geweest. In Tabel 2 is te zien dat in de loop van het onderzoek 11 getrainde behandelaren zijn uitgevallen en er 3 nieuwe behandelaren bij zijn gekomen, die op een later moment getraind zijn. Redenen voor uitval zijn overstap naar een kortverblijfgroep of een andere functie binnen de JJI. Deze wisselingen waren mede aanleiding voor de ontwikkeling van een digitale module (zie kopje digitale module). Tabel 1. Overzicht getrainde behandelaren uitgesplitst naar type cursus en overige belangstellenden Justitiële jeugdinrichting Getrainde behandelaren Getrainde Totaal Face to face Digitale module belangstellenden Amsterbaken 4 1 0 5 Teylingereind 4 1 0 5 Juvaid 3 0 0 3 Hartelborgt 12 2 1 15 Den Hey-Acker 3 5 0 8 Hunnerberg 1 3 1 5 Intermetzo 7 0 2 9 Het Keerpunt 2 0 0 2 Heuvelrug 2 0 0 2 GGZe 6 0 0 6 Trajectum 2 0 1 3 TOTAAL 46 12 5 63 3 Mogelijk zijn meer mensen getraind doordat zij via collega s de digitale module kregen, maar hier hebben onderzoekers geen zicht op. Wetenschap en Opleidingen, NIFP onderzoeksrapport 2015-1 13

Tabel 2. De personele wisselingen JJI s gedurende onderzoek binnen groep getrainde behandelaren Justitiële jeugdinrichting Vertrokken behandelaren 4 Nieuwe behandelaren 5 Amsterbaken 1 1 Teylingereind 3 1 Juvaid 0 1 Hartelborgt 3 0 Den Hey-Acker 2 0 Hunnerberg 1 0 Intermetzo 1 0 Het Keerpunt 0 0 Heuvelrug 0 0 GGZe 0 0 Trajectum 0 0 TOTAAL 11 3 2.1.2 Kinderrechters De voorwaarde voor kinderrechters om deel te mogen nemen aan het onderzoek, is dat ze als kinderrechter uitspraak doen in PIJ-verlengingszaken. Van alle rechtbanken zijn er één of meer kinderrechters getraind. Dit geldt echter niet voor alle locaties per rechtbank. De locaties Dordrecht (rechtbank Rotterdam) en Lelystad (rechtbank Midden-Nederland) gaven aan nauwelijks PIJverlengingszaken te doen. Zoals Tabel 3 laat zien, hebben 80 rechters een training ontvangen. In totaal hebben 73 rechters een face to face training bijgewoond, en hebben 7 rechters de digitale module rechtstreeks van onderzoekers ontvangen. Daarnaast zijn 7 belangstellenden (bijvoorbeeld medewerkers van het hof en enkele gerechtssecretarissen) face to face getraind. Deze medewerkers zijn ook getraind, omdat ze betrokken zijn bij het schrijven van beschikkingen van PIJ-verlengingen. De reden dat het aantal deelnemende kinderrechters in Den Haag en Breda zo hoog is, is dat er een training op locatie is gegeven. Het grootste deel, ongeveer 70%, van de kinderrechters die betrokken zijn bij PIJverlengingszaken, is getraind (zie ook noot 1). Net als bij de JJI s is het totale aantal kinderrechters bij de rechtbanken moeilijk te achterhalen, vanwege dubbele functies en wisselingen in personeel en organisatie. In Tabel 4 is te zien dat er 10 kinderrechters zijn vertrokken en 4 nieuwe kinderrechters PIJ-verlengingszaken zijn gaan doen. 4 Aantal getrainde behandelaren dat gedurende onderzoek andere functie kreeg en stopte met PIJ-verlengingsadviezen 5 Aantal getrainde behandelaren dat bij aanvang onderzoek nog niet als behandelcoördinator op lang verblijf groep werkte maar deze functie gedurende onderzoek heeft betrokken Wetenschap en Opleidingen, NIFP onderzoeksrapport 2015-1 14

Tabel 3. Overzicht getrainde kinderrechters uitgesplitst naar type cursus en overige belangstellenden Rechtbank Locatie Getrainde kinderrechters Getrainde belangstellenden Face to Face Digitale Module Totaal getrainden Amsterdam 5 0 2 7 Den Haag 12 0 0 12 Gelderland Arnhem 3 0 0 3 Zutphen 1 0 0 1 Limburg Maastricht 2 0 0 2 Roermond 2 0 0 2 Midden-NL Utrecht 2 0 0 2 Lelystad - 1 0 1 Noord-Holland Haarlem 3 1 0 4 Alkmaar 9 2 0 11 Noord-NL Leeuwarden 2 0 0 2 Groningen 7 0 0 7 Assen 2 0 0 2 Oost-Brabant Den Bosch 1 1 0 2 Overijssel Zwolle 2 0 0 2 Almelo 1 0 0 1 Rotterdam Rotterdam 1 0 0 1 Dordrecht - 0 0 0 Zeeland-WB Breda 12 0 0 12 Middelburg 3 2 0 5 Hof Amsterdam 0 0 1 1 Arnhem- Leeuwarden 0 0 1 1 Den Bosch 0 0 1 1 Landelijk stafbureau 0 0 2 2 Totaal 73 7 7 87 Wetenschap en Opleidingen, NIFP onderzoeksrapport 2015-1 15

Tabel 4. Personele wisselingen getrainde kinderrechters rechtbanken gedurende onderzoek Nieuwe kinderrechters 7 Rechtbank Locatie Vertrokken kinderrechters 6 Amsterdam 1 0 Den Haag 0 0 Gelderland Arnhem 0 0 Zutphen 0 0 Limburg Maastricht 0 0 Roermond 0 0 Midden-Nederland Utrecht 0 0 Lelystad 1 0 Noord-Holland Haarlem 1 1 Alkmaar 4 0 Noord-Nederland Leeuwarden 0 0 Groningen 0 0 Assen 0 0 Oost-Brabant Den Bosch 1 1 Overijssel Zwolle 0 0 Almelo 0 0 Rotterdam Rotterdam - - Dordrecht - - Zeeland-West-Brabant Breda 2 2 Middelburg 0 0 TOTAAL 10 4 2.1.3 Dossiers De afdeling Individuele Jeugdzaken (IJZ) van Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) beschikt over een digitaal archief waar dossiers van jongeren met een PIJ-maatregel zijn opgeslagen. Uit dit digitale archief haalden onderzoekers de verlengingsadviezen en beschikkingen. Om het effect van de training en Wegingslijst PIJ-verlenging vast te stellen, zijn ten behoeve van de voormeting 50 verlengingsadviezen en 50 beschikkingen van vóór de training verzameld. Het inclusiecriterium was dat het advies of de beschikking voor de training is geschreven door een - in een later stadium - getrainde behandelaar respectievelijk kinderrechter. Bij 5 verlengingsadviezen is dit niet gelukt. Deze zijn geschreven door behandelaren die niet getraind zijn. PIJ-verlengingszittingen worden altijd door de meervoudige kamer behandeld, en deze bestaat per PIJ-verlengingszaak uit drie (kinder)rechters. Een beschikking is geïncludeerd als minimaal één van de drie rechters in de betreffende zaak - in een later stadium - getraind was. Geïncludeerde adviezen en beschikkingen zijn geschreven in de periode tussen januari 2012 en februari 2013. 6 Aantal getrainde kinderrechters dat gedurende onderzoek een andere functie kreeg en stopte met PIJ-verlengingszaken 7 Aantal getrainde kinderrechters dat bij aanvang onderzoek geen verlengingszaken deed, maar gedurende onderzoek wel Wetenschap en Opleidingen, NIFP onderzoeksrapport 2015-1 16

De nameting bestaat uit 61 verlengingsadviezen en 50 beschikkingen. Het inclusiecriterium is dat het advies of de beschikking geschreven is door een getrainde behandelaar respectievelijk kinderrechter. Adviezen en beschikkingen in de nameting zijn geschreven ná de training en vóór augustus 2014. In de nameting zitten 39 adviezen en 8 beschikkingen waarbij de Wegingslijst is gebruikt en 22 adviezen en 42 beschikkingen waarbij de Wegingslijst niet is gebruikt. Onder een advies of beschikking waarbij de Wegingslijst is gebruikt, wordt verstaan: alle zaken waarbij de behandelaar of rechter gemeld heeft dat de Wegingslijst in de betreffende zaak is (als checklist) gebruikt. Of, als dit niet gemeld werd, maar wel duidelijk bleek uit het advies, na bestudering van adviezen van getrainde behandelaren. 2.2 Instrumenten 2.2.1 Wegingslijst De Wegingslijst PIJ-verlenging kan worden gebruikt ter ondersteuning van de weging en onderbouwing van het advies of de beschikking voor een verlenging van de PIJ-maatregel. Het is een lijst die bestaat uit 40 indicatiecriteria (argumenten) verdeeld over zeven domeinen 8. Met indicatiecriteria wordt bedoeld: argumenten die de behandelaar of rechter kan gebruiken ter onderbouwing van het advies of de beschikking. De gebruiker van de Wegingslijst gaat alle indicatiecriteria na en weegt per criterium en per domein afzonderlijk in hoeverre dit pleit voor beëindiging dan wel verlenging van de PIJ-maatregel. Dit levert een lijst op van domeinen die pleiten voor beëindiging van de PIJ-maatregel en domeinen die pleiten voor verlenging ervan. Tenslotte weegt de gebruiker de domeinen in samenhang met elkaar. De Wegingslijst helpt de beschikbare informatie te structureren opdat belangrijke criteria waarover in wetenschappelijk onderzoek in hoge mate steun is gevonden (consensus), niet vergeten worden. De Wegingslijst helpt om alle relevante indicatiecriteria en domeinen, te betrekken bij de weging en dit expliciet te verwoorden in de onderbouwing van het uiteindelijke verlengingsadvies of de beschikking. Met de Wegingslijst kan niet de duur van de verlenging berekend worden, maar het biedt wel handvatten waarmee de duur kan worden ingeschat. De Wegingslijst PIJ-verlenging is gebaseerd op de Wegingslijst PIJ-indicatie (zie voor een beschrijving van de ontwikkeling daarvan bijlage 3). De wettelijke gronden voor de PIJ-verlenging zijn immers gelijk aan die voor de oplegging van de PIJ-maatregel in eerste aanleg. Wel is de Wegingslijst PIJ-verlenging op enkele punten aangepast ten opzichte van de Wegingslijst PIJ-indicatie. Deze 8 1) Psychopathologie en disfunctioneren 2) Indexdelict en recidiverisico 3) Ontwikkelingsmogelijkheden 4) Sociaal netwerk 5) Begeleidings- en behandelmogelijkheden 6) Noodzaak gedwongen kader en 7) Geen alternatief Wetenschap en Opleidingen, NIFP onderzoeksrapport 2015-1 17

aanpassingen hadden betrekking op gebruikte formuleringen van enkele indicatiecriteria en domeinen. Dit is gebeurd aan de hand van een consensus bespreking. Zo is het tweede domein Tenlastegelegde en recidiverisico van de Wegingslijst PIJ-indicatie veranderd in Indexdelict en recidiverisico. Deze verschillen in terminologie hebben te maken met een verschil in fase in de keten. In het domein begeleidings- en behandelmogelijkheden is ervoor gekozen om het woord begeleiding in alle criteria van dit domein weg te halen, behalve bij het eerste indicatiecriterium. Naast de inhoudelijke aanpassingen zijn er ook visuele aanpassingen gedaan, ter verbetering van de bruikbaarheid. 2.2.2 Training De training bestond uit een theoretisch en een praktisch deel. Het theoretische deel verschafte inzicht in de belangrijkste indicatiecriteria voor de PIJ-maatregel en de onderliggende concepten. De verwachtingen over de verlenging van de PIJ-maatregel, verwachtingen over advisering en besluitvorming en de daarbij naar voren komende knelpunten werden besproken. Ook kwam het ontstaan en de werkwijze van de Wegingslijst PIJ-verlenging aan bod. Het praktische deel bestond uit het leren werken met de Wegingslijst aan de hand van casuïstiek, waarbij een gezamenlijke weging en onderbouwing van indicatiecriteria plaatsvond. In april 2013 zijn vier trainingen gegeven waaraan zowel kinderrechters als behandelaren deelnamen. Door beide beroepsgroepen samen de casus te laten behandelen, kwamen de verschillen in weging naar voren. Door deze verschillen te bediscussiëren, ontstond er meer consensus en kon kennisuitwisseling tussen beide beroepsgroepen plaatsvinden. Door de Wegingslijst aan de hand van een casus te gebruiken, konden ook onduidelijkheden over het gebruik van de Wegingslijst uitgelegd worden. De trainingen duurden 2,5 uur en waren geaccrediteerd door de volgende beroepsverengingen: Federatie voor Gezondheidspsychologen (FGzP) en Nederlands Instituut van Psychologen (NIP). De vier trainingen vonden plaats bij vier NIFP locaties verspreid over Nederland, te weten: Den Bosch, Den Haag, Zwolle en Amsterdam. Na afloop bleek er nog steeds interesse te zijn voor een training in de Wegingslijst. Om die reden zijn er extra trainingen georganiseerd (zie kopje veranderingen in de procedure, onder extra trainingen ). 2.2.3 Scoring dossiers Er zijn per dossier algemene kenmerken gescoord, zoals welke JJI, of rechtbank het betreft, het indexdelict, de hoeveelste verlenging, en of het gaat om een contraire beslissing (afwijken van het advies) of een contraire beëindiging (PIJ-maatregel beëindigen terwijl de JJI anders adviseert). Op het Wetenschap en Opleidingen, NIFP onderzoeksrapport 2015-1 18

scoringsformulier is ook bijgehouden of de jongeren voor de verlenging behandeling 9 hebben gehad (zie bijlage 4a). Om te onderzoeken of het gebruik van de Wegingslijst leidt tot een betere onderbouwing van het advies zijn de indicatiecriteria in adviezen en beschikkingen gescoord. Ook werd gekeken tot welke domeinen de genoemde criteria behoorden. Zo werd per dossier nagegaan welke en hoeveel domeinen en indicatiecriteria genoemd zijn ter onderbouwing van het advies of de beschikking (zie bijlage 4b). Daarnaast is de kwaliteit van de verlengingsadviezen gescoord aan de hand van een aangepaste versie van de STER (Duits, van der Hoorn, Wiznitzer, Wettstein & Beurs, 2012). De STER (STandaard Evaluatie Rapportage pro Justitia) is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en is ontwikkeld voor het evalueren van rapportages pro Justitia van jongeren. Om te onderzoeken of de kwaliteit van de onderbouwing van het advies verbetert, zijn alleen de items meegenomen die betrekking hebben op het advies (zie bijlage 4c). Kwaliteit is gemeten met 9 items van de STER die betrekking hebben op het onderdeel advies binnen de verlengingsrapportage. Op deze 9 items kunnen drie waardes gescoord worden: 0, 1 en 2. Deze waardes corresponderen respectievelijk met laag, matig en hoog. De totaalscore varieert tussen 0 en 18. De STER is niet ontwikkeld voor beschikkingen. De kwaliteit van de beschikkingen kan daarom niet worden gemeten met de STER. Het scoringsformulier is door drie onderzoekers onafhankelijk van elkaar ingevuld voor een bepaalde casus. Daarna is de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid berekend, naar aanleiding waarvan er een consensus bespreking is gehouden over de verschillen. Vervolgens is een nieuwe casus onafhankelijk beoordeeld en is de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid opnieuw berekend. Deze was hoog genoeg om te mogen starten met het dossier onderzoek, namelijk een kappa van 0.78. Gedurende de scoring is een aantal beslissingen genomen. Zo is de beschrijvende diagnostiek niet als argument gescoord. Daarnaast is het effect van de Wegingslijst zowel berekend met standaard argumenten als zonder standaard argumenten. Standaard argumenten zijn argumenten die standaard als vaste strofe in de meeste verlengingsadviezen worden genoemd. Deze vaste strofe maakt deel uit van een landelijk format voor verlengingsadviezen dat in ForCA verband is ontwikkeld en in mei 2013 is ingevoerd. Het gebruik van deze standaard argumenten zegt weinig over een eventuele verbetering in de onderbouwing van het advies door het gebruik van de Wegingslijst. De standaard argumenten luiden: Gelet op.. recidiverisico,.. voortgang in de behandeling, zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling en om deze doelen te behalen is zeker nog maanden nodig. Bij de beschikkingen wordt geen gebruik gemaakt van een standaard format, maar worden de vier wettelijke gronden gebruikt als argument voor de beslissing. Ook hier geldt dat het gebruik 9 Rechters vertelden tijdens de training dat zij terughoudend zijn met het verlengen van de PIJ-maatregel als blijkt dat er geen behandeling heeft plaats gevonden tijdens de PIJ-maatregel. Wetenschap en Opleidingen, NIFP onderzoeksrapport 2015-1 19

van deze standaard argumenten weinig zegt over een eventuele verbetering in de onderbouwing van de beschikking door het gebruik van de Wegingslijst, daarom zijn er analyses uitgevoerd met en zonder deze wettelijke gronden. Het betreft: Er bij de betrokkene tijdens het begaan van het feit een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestesvermogens bestond, de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, de maatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen en de verlenging van de maatregel in het belang is voor een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van betrokkene. Bij twijfel over de scoring, werd overlegd met een onderzoeker die, naast dit onderzoek, ook scoring heeft verricht bij het eerdere onderzoek Effectevaluatie Wegingslijst PIJ-indicatie. 2.2.4 Contactformulier Deelnemende behandelaren en rechters is gevraagd om na het gebruik van de Wegingslijst een contactformulier in te vullen en op te sturen, zodat duidelijk was welk dossier opgezocht moest worden om te includeren in de nameting. Op het contactformulier staan de volgende gegevens vermeld: naam van de betreffende behandelaar of kinderrechters, datum van het advies of de beschikking, voornaam jongere en eerste letter achternaam, geboortedatum jongere, JJI-nummer, parketnummer en welke locatie van JJI of rechtbank. De ingevulde Wegingslijst mochten de deelnemers eveneens toesturen, maar dit was niet verplicht en maakte geen deel uit van het onderzoek. 2.3 Procedure 2.3.1 Geplande procedure Werving behandelaren Om de behandelaren te mogen benaderen voor deelname aan de training en het daar aan gekoppelde wetenschappelijk onderzoek, is eerst per brief toestemming gevraagd aan hun leidinggevenden (hoofd behandeling). Alle hoofden gaven toestemming. Van de hoofden zijn de namen en e-mailadressen ontvangen van de behandelaren, zodat zij persoonlijk benaderd konden worden met de vraag of zij deel wilden nemen aan een training en het onderzoek. De behandelaren werden zowel per brief als per e-mail benaderd. Werving kinderrechters Om de kinderrechters te mogen benaderen, is via een brief toestemming gevraagd aan de voorzitter team Jeugd van de betreffende rechtbank. Na toestemming zijn de kinderrechters persoonlijk aangeschreven per brief of e-mail met het verzoek deel te nemen aan de training en het onderzoek. Wetenschap en Opleidingen, NIFP onderzoeksrapport 2015-1 20

Van sommige rechtbanken werden de contactgegevens van de kinderrechters ontvangen, de meeste rechtbanken kozen ervoor om het contact via één contactpersoon te laten verlopen. Overige belanghebbenden Er is besloten de advocatuur en het OM (nog) niet te trainen en mee te nemen in het onderzoek. Zij produceren geen geschreven dossiers zodat niet kan worden onderzocht of de onderbouwing verbetert. Daarom is (eerst) onderzocht of de Wegingslijst effectief is voor behandelaren en rechters. Wel is de advocatuur en het OM op de hoogte gesteld van het onderzoek opdat kinderrechters niet worden belemmerd in het gebruik van de Wegingslijst. Op de website van het NIFP is een stuk over het onderzoek geplaatst. Tevens is naar de Nederlandse Orde van Advocaten (NOVA) en het landelijk hoofd van de jeugdofficieren een e-mail gestuurd met daarin informatie over het onderzoek. 2.3.2 Communicatie Tijdens het onderzoek was er regelmatig contact met de deelnemers, onder meer door het sturen van nieuwsbrieven, herinneringsmails en het stellen van kwaliteitsvragen. Van de afdeling Analyse, Strategie en Kennis (ASK) van DJI is een overzicht ontvangen met daarin de JJI-nummers van de jongeren die op een bepaalde datum een verlenging zouden moeten krijgen. Twee maanden voor deze datum stuurden onderzoekers de betreffende JJI en rechtbank een e-mail met de mededeling dat er eerdaags een verlenging aanstaande was of dat er eerdaags een PIJ-verlengingszitting zou plaatsvinden. Deze e-mail werd ingezet als reminder om bij de betreffende zaak de Wegingslijst te gebruiken. De deelnemers hebben ook nieuwsbrieven ontvangen met daarin belangrijk nieuws of aangepaste documenten. Tevens werd aan gebruikers van de Wegingslijst gevraagd, of ze de Wegingslijst gebruikten, waarom wel of niet, hoe ze het gebruik van de Wegingslijst ervoeren en of ze nog opmerkingen hadden. Deze informatie werd gebruikt om de Wegingslijst gebruiksvriendelijker te maken. En vast te stellen waarom de Wegingslijst wel of niet gebruikt werd. Op 29 april 2014 was een Inhoudelijke Directeuren Overleg (IDO) overleg. De onderzoeker heeft toen uitleg gegeven over het onderzoek en heeft het gebruik van de Wegingslijst bij de JJI s toegelicht. 2.3.3 Veranderingen in procedure Cursusmateriaal en Wegingslijst Naar aanleiding van een aantal opmerkingen van de deelnemers tijdens de trainingen is het cursusmateriaal aangepast. Zo is de paragraaf met uitleg over de criteria op sommige punten verhelderd. Tijdens het onderzoek meldden kinderrechters dat de Wegingslijst (te) lang was en veel Wetenschap en Opleidingen, NIFP onderzoeksrapport 2015-1 21

tijd kostte. Om die reden is de volgorde van de Wegingslijst omgedraaid: eerst een overzicht van de domeinen en daarna de indicatiecriteria. Zo kunnen gebruikers er makkelijker voor kiezen de domeinen te wegen en de indicatiecriteria als achtergrondinformatie te gebruiken. Er is ook een lijst opgesteld met veel gestelde vragen, gebaseerd op vragen uit het veld en op ervaring van het onderzoek Wegingslijst PIJ-indicatie. Digitale module Tijdens het onderzoek bleek dat deelnemers behoefte hadden aan een naslagwerk na het volgen van de training. Daarnaast beoogden onderzoekers meer mensen te trainen, zonder dat dit de (logistieke) organisatie en de daarmee gepaard gaande tijd van een normale training vereiste. Om deze redenen hebben onderzoekers een digitale module ontwikkeld. Dit gaf de mogelijkheid om deze digitale training rechtstreeks naar behandelaren en rechters te sturen. Daarnaast werd het eenvoudiger voor behandelaren en rechters om collega s over de Wegingslijst te informeren. De digitale module bestaat uit een Prezi presentatie waarin het onderzoek en de handleiding van de Wegingslijst PIJ-verlenging audiovisueel wordt toegelicht. Extra trainingen Om zo veel mogelijk mensen te kunnen bereiken en vanwege de grote belangstelling werden extra trainingen aangeboden, buiten de vier reguliere trainingen. Behandelaren en kinderrechters die verhinderd waren tijdens de reguliere training, konden op deze manier toch getraind worden. Omdat deze trainingen georganiseerd werden op locatie, werden deze trainingen dikwijls gegeven in de tijd dat de betreffende behandelaren en rechters een intern overleg hadden. Om die reden duurden deze extra trainingen één uur. Een ander verschil met de reguliere trainingen is dat er enkel rechters dan wel behandelaren aan deelnamen. Uitzondering hierop vormde de extra training bij NIFP Amsterdam en bij rechtbank Groningen; hier waren wel beide beroepsgroepen aanwezig. Instelling Datum Aantal personen Landelijk kinderrechters overleg 12 april 2013 23 kinderrechters NIFP Amsterdam 14 juni 2013 3 kinderrechters en 3 behandelaren GGZe/Catamaran 30 juli 2013 6 behandelaren Rechtbank Breda 20 augustus 2013 15 kinderrechters en gerechtssecretarissen Rechtbank Groningen 10 december 2013 8 kinderrechters en 3 behandelaren Intermetzo 16 december 2013 6 behandelaren Rechtbank Den Haag 3 juni 2014 10 kinderrechters Wetenschap en Opleidingen, NIFP onderzoeksrapport 2015-1 22

2.4 Statistische analyse Met behulp van het statistiek programma SPSS versie 17 is gekeken naar het effect van de interventie op de adviezen en beschikkingen. Onderstaande onderzoekvragen zijn beantwoord. 1. Heeft de interventie effect op het aantal genoemde indicatiecriteria en domeinen in de dossiers? 2. Heeft de interventie effect op de kwaliteit van het advies? 3. Daalt het aantal contraire beslissingen na de interventie? Voor elk van bovenstaande onderzoeksvragen worden de volgende vier vergelijkingen uitgevoerd. 10 Voor adviezen en analyses zijn aparte analyses uitgevoerd. Interventie in zijn algemeenheid o Vergelijking tussen alle adviezen (N=50) en beschikkingen (N=50) van voor de training enerzijds, en alle adviezen (N=61) en beschikkingen (N=50) na de training anderzijds. Interventie: training zonder gebruik Wegingslijst o Vergelijking tussen alle adviezen (N=50) en beschikkingen (N=50) van voor de training enerzijds, en de adviezen (N=22) en beschikkingen (N=42) van na de training waarbij de Wegingslijst niet is gebruikt anderzijds. Interventie: training met gebruik Wegingslijst o Vergelijking tussen alle adviezen (N=50) en beschikkingen (N=50) van voor de training enerzijds, en de adviezen (N=39) en beschikkingen (N=8) van na de training waarbij de Wegingslijst wel is gebruikt anderzijds. Interventie: training met gebruik Wegingslijst binnen dezelfde groep behandelaren 11 o Vergelijking tussen enerzijds adviezen van voor de training (N=15) geschreven door behandelaren die na de training de Wegingslijst hebben gebruikt, en anderzijds adviezen van na de training (N=15) geschreven door dezelfde behandelaren die in de betreffende zaak de Wegingslijst hebben gebruikt. Voor onderzoeksvragen 1 en 2 is voor de eerste drie vergelijkingen een independent sample t-test uitgevoerd. Alleen voor de laatste vergelijking (Wegingslijst binnen zelfde groep behandelaren) is een matched pair sample t-test uitgevoerd. Voor deze laatste vergelijking is gematched op basis van behandelaar. Voor onderzoeksvraag 3 is een Chi² toets uitgevoerd. 10 Met uitzondering van onderzoeksvraag 2, waarbij enkel gekeken is naar het effect van de interventie in zijn algemeenheid en naar de training met gebruik Wegingslijst. 11 Deze vergelijking is niet uitgevoerd voor beschikkingen omdat te weinig rechters de Wegingslijst hebben gebruikt. Hierdoor konden beschikkingen niet gematched worden met rechters. Wetenschap en Opleidingen, NIFP onderzoeksrapport 2015-1 23

3. Resultaten 3.1 Beschrijving dossiers 3.1.1 Verlengingsadviezen Bij 39 verlengingsadviezen is de Wegingslijst gebruikt. In totaal hebben 28 verschillende getrainde behandelaren de Wegingslijst gebruikt. Tabel 5 geeft weer uit welke JJI de verlengingsadviezen afkomstig zijn, uitgesplitst naar meting. Tevens wordt in Tabel 5 weergeven door hoeveel behandelaren de geïncludeerde verlengingsadviezen zijn geschreven. Adviezen van vóór de training zijn geschreven door 25 verschillende behandelaren. Adviezen van na de training zijn geschreven door 35 verschillende behandelaren. Alle verlengingsadviezen (voormeting N=50; nameting N=61) gaan over jongens en deze hebben een gemiddelde leeftijd van 21,5 jaar. Tabel 5. Overzicht van de aantallen verlengingsadviezen per JJI in de verschillende metingen en door hoeveel verschillende behandelaren de verleningsadviezen zijn geschreven in de twee metingen JJI Voormeting Nameting Totaal Dossier Behandelaar Dossier Behandelaar Dossier Behandelaar Amsterbaken 6 2 10 4 16 6 De Hartelborgt 12 6 19 10 31 16 De Heuvelrug 2 1 2 1 4 2 De Hunnerberg 3 1 1 1 4 2 Den Hey-Acker 8 5 4 3 12 8 GGzE 2 1 3 2 5 3 Het Keerpunt 4 1 4 2 8 3 Juvaid 2 2 4 3 6 5 Intermetzo 7 4 10 5 17 9 Teylingereind 4 2 3 3 7 5 Hoeve Boschoord 0 0 1 1 1 1 Totaal 50 25 61 35 111 60 3.1.2 Beschikkingen Bij acht beschikkingen is de Wegingslijst gebruikt. In totaal hebben vier verschillende getrainde rechters de Wegingslijst gebruikt. Tabel 6 geeft weer van welke rechtbank de verlengingsadviezen afkomstig zijn, uitgesplitst naar meting. Tevens wordt in Tabel 6 weergeven door hoeveel rechters de geïncludeerde beschikkingen zijn geschreven. Beschikkingen van vóór de training zijn geschreven door 27 verschillende rechters. Beschikkingen van na de training zijn geschreven door 35 verschillende rechters. Wetenschap en Opleidingen, NIFP onderzoeksrapport 2015-1 24