Belang van water Naam: Klas: Docent: Opdrachtenblad voor Leerlingen.
Opdracht 1 A. Zoek uit welk wapen bij welke stad hoort. Noteer bij elk wapen de naam van de stad. B.Trek een lijn van elke naam naar de juiste plek op de kaart. Als voorbeeld is de eerste lijn alvast voor je getekend. TIP: Gebruik verschillende kleuren zodat de verschillende lijnen niet door elkaar lopen. _Leeuwarden
Opdracht 2 We gaan straks naar Dokkum. De stadsplattegrond van Dokkum is een voorbeeld van een kaart waar het noorden niet naar boven wijst. Zoek uit aan welke kant van de Kaart het noorden zit. Omcirkel het juiste antwoord. Bij de stadsplattegrond van Dokkum is het noorden naar links / boven / rechts /onder gericht. TIP: klik bij Dokkum op de zandloper, dan kun je de kaart uit mijn tijd vergelijken met een kaart uit jouw tijd waarbij het noorden wel naar boven is gericht. Opdracht 3 Er staan in de cartouche totaal zes Friese handelsproducten afgebeeld. Schrijf minimaal drie van deze producten op. TIP: Later bespreken we de handel in Friesland. Hier worden ook enkele handelswaren genoemd. 1 _ 2_ 3_ 4_ 5_ 6_
Opdracht 4 Bekijk de legenda hiernaast. Hier heb ik vier woorden weggehaald. Schrijf drie van de vier uitgewiste woorden op uit de legenda. Schrijf ze in de nieuwe en in de oude spelling op. Oude spelling: 1 _ 2_ 3_ Nieuwe spelling: 1 _ 2_ 3_ Opdracht 5 Zoom in met het vergrootglaasje op je eigen woonplaats in Friesland. Welke symbooltjes vind je in jouw omgeving? Teken deze hieronder na.
Opdracht 6 A. Meet hoe lang jouw voet is en hoe lang je zelf bent. Mijn voet is centimeter lang. Ik ben centimeter lang. B. Bereken nu hoe vaak jouw voet in jouw lengte past. Dit doe je door je lengte in centiemeter te delen door de lengte van jouw voet in centimeters Ik ben keer mijn eigen voet lang. C. Meet nu een voet van een volwassende. Deze voet is centimeter lang. D. Reken uit hoeveel volwassen voet je lang bent Ik ben keer een volwassen voet. TIP: Voor het meten van de voet van een volwassene kun je je leraar vragen, maar ook je ouders of je oudere brer of zus. Er is vast wel iemand die mee wil werken. E. Ik meet het liefst met, omdat:
Opdracht 7 A. Tegenwoordig vaar je niet meer van Leeuwarden naar Dokkum, maar ga je met de auto. Zoek uit hoe lang de rit duurt met de auto. Schrijf de tijd hieronder op. Een ritje met de auto naar Dokkum duurt tegenwoordig ongeveer minuten. B. Omdat een trekschuit voortgetrokken werd door mensen of een paard is dat ongeveer even snel als wandelen. Zoek ook uit hoe lang het duurt als je lopend van Leeuwarden naar Dokkum gaat. Schrijf de tij hieronder op. Lopend van Leeuwarden naar Dokkum duurt ongeveer uur en minuten. TIP: Gebruik de routeplanner van google-maps. Dan kun je meteen zien hoe lang het duurt. Dit kan zowel voor een auto rit als voor een wandeling ingesteld worden. Opdracht 8: Sommige vaarten uit mijn tijd bestaan nog steeds. Zoek op het internet minstens twee van die trekvaarten op. Noteer ze.
Opdracht 9 Schrijf ten minste twee verschillen op die je hebt gevonden tussen Dokkum uit mijn tijd en Dokkum uit jouw tijd. TIP: Als je wilt weten hoe Dokkum er tegenwoordig uit ziet, gebruik dan een atlas of google-maps. Opdracht 10 Leg uit waarom het hoofdgebouw van de Admiraliteit van Dokkum naar Harlingen verhuisde.
Opdracht 11 Het achterstuk van de Royal Charles is nog altijd en hangt in een Nederlands museum. A. Zoek op welk museum dat is en noteer de naam hieronder. B. Zoek naar een afbeeldinding van dit achterstuk. Omcirkel het achterstuk op de afbeelding hiernaast. Opdracht 12 Schrijf ten minste twee verschillen op die je hebt gevonden tussen Harlingen uit mijn tijd en Harlingen uit jouw tijd. TIP: Als je wilt weten hoe Harlingen er tegenwoordig uit ziet, gebruik dan een atlas of google-maps.
Opdracht 13 Zoek uit waarom de Zuiderzee van naam veranderd is. Schrijf het antwoord hieronder op. Opdracht 14: Geef aan bij elk product of er graan of hout voor nodigis. Doe dit door een kruisje te zetten in het juiste vakje. Huizen Bier Brood Schepen Pap Funderingen Karren en werktuigen Graan Hout
Opdracht 15 A. Zoek op Google-maps de Sont op. Schrijf op waarom juist die plaats zo geschikt was voor Denemarken om tol te heffen. B. de Republiek Hielp de ene keer Zweden en de andere keer Denemarken als deze twee landen in oorlog waren. Leg uit waarom de Republiek dat deed.
Opdracht 16: De Stenen Man van Halringen heeft verteld dat hij een Januskop is en dat een Januskop voor een tegenstelling staat. Jij gaat ook een Janus kop maken. Hierin verbeeld je tenminste één voordeel en één nadeel van het water. Om dit goed te kunnen doen voer je een aantal stappen uit: Stap 1: Brainstormen Je maakt een woordspin. Deze woordspin kun je het beste op de pagina achter opdracht 15 maken. In het mid den staat het woord water geschreven. Aan de linkerkant van de pagina schrijf je allemaal voordelen van water op. Een aantal voordelen heb ik je al verteld. Schrijf er zoveel mogelijk op. Aan de rechterkant schrijf je alle na delen op van water.naast het opschrijven van de voor en nadelen mag je ook gerust tekeningen maken. Stap 2: Kies van zowel de voor- als de nadelen die je opgeschreven of getekend hebt elk één uit. Stap 3: Schets op de achterzijde of op een ander vel A-4 papier hoe je je uitgekozen voor- en nadelen uit kan beelden. TIP: Vraag iemand anders of die kan zien wat je schetsen uitbeelden. Raden ze het goed dan zit je op de goede weg! Stap 4: Werk je schetsen uit in een eigen kunstwerk waarbij jouw gekozen voor- en nadeel beide in afgebeeld worden. Je docent verteld je of je mag schilderen, tekenen of kleien. Stap 5: Wees trots op je eigen kunstwerk, laat het anderen zien en kijk wat je klasgenoten gemaakt hebben!
Voordelen Nadelen Water