Sociale verzekeringen en de samenloop met levensverzekeringen



Vergelijkbare documenten
Uitkeringsbedragen per 1 januari 2015

Uitkeringsbedragen per 1 juli Nieuwsbericht

De uitkeringsbedragen per 1 januari 2014

Participatiewet De bijstandsuitkeringen stijgen per 1 januari De netto normbedragen voor mensen vanaf 21 jaar tot aan pensioen zijn:

Inhoud. Wet werk en bijstand... 2 IOAW en IOAZ... 4 AOW... 5 Anw... 7 Wajong... 8 Maximumdagloon (WW, WIA en WAO)... 9 Toeslagenwet...

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2016

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2015

Sociale verzekeringen en uitkeringen (januari) 2012 Premieoverzicht

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2019

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2019

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2018

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2017

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2018

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2016

Pensioen- en inkomensscan. Dhr. A. Test en Mevr. B. Test. Aangeboden door: Geld & Woning RJAM Joosten Nieuwstraat 21 A 5521 CA Eersel

Hoofdstuk 14 Sociaal zekerheidsrecht

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Overzicht uitkeringsbedragen en maatregelen Sociale Zaken en Werkgelegenheid per 1 juli 2017

Een verantwoorde hypotheek

Financiële scan voor: Dhr. A. van Test en mevr. B. de Bok

Fiscale en financiële gevolgen van sociaal plan en ontslagvergoeding. G.J. van Nieuwenhuijzen FB Van Oers Accountancy & Advies

Een verantwoorde hypotheek

Pensioen- en inkomensscan. Dhr. A. WERKNEMER en Mevr. B. PARTNER. Aangeboden door: De Pensioenafdeling M.A. de Frel Hellingweg 98B 2583 WH Den Haag

Gemiddelde van grootteklasse 1734 Overbetuwe. aantal uitkeringen einde kwartaal laatste kwartaal afgerond op tientallen abs. perc. abs. perc.

WIA Opvang Polis. Het antwoord van de Van Kampen Groep op de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) Terecht méér dan verzekeraars

AGENDA. - Allereerste vragen en aandachtspunten - WW - Bijstand - IOAW - IOW - Wat nu?

Een verantwoord krediet

Wet werk en bijstand. Zo snel mogelijk weer aan het werk

Sociale verzekeringen per 1 juli 2009

1. Op de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die wordt ontslagen wegens:

Niet (kunnen) werken. 1. Werkloosheidswet (WW)

Sociale verzekeringen per 1 januari 2010

Bijlagen. Bijlage 1. Schematische weergave van de belangrijkste naoorlogse kostwinnersbepalingen in de sociale verzekeringen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regels voor een Inkomensvoorziening voor Oudere Werklozen (Wet inkomensvoorziening oudere werklozen)

Een verantwoorde hypotheek

Werkloosheidswet (WW) Informatie voor werknemers over de WW

Daarvan kan ik niet rondkomen. Kan ik een toeslag krijgen?

Daarvan kan ik niet rondkomen

Overzicht uitkeringsbedragen per 1 juli 2018

Sociale Verzekeringen per 1 juli 2012

Financiële Planning bij ontslag

Artikel 31. Toelichting. Artikel 31, tweede lid, onderdeel u, van de Wet werk en bijstand komt te luiden:

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2011

Bijstandsuitkeringen, IOAW, IOAZ, WWIK, per 1 januari 2008

Folder: het ANW-hiaatpensioen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bandenen Wielenbranche

SOCIALE VERZEKERINGEN PER 1 JULI 2012.

Pensioen- en inkomensscan. Dhr. B.M. Graafstra en Mevr. J de Wit. Aangeboden door: Baas Adviseurs Helpdesk Kortebaan DB Rotterdam

Wet werk en bijstand. Zo snel mogelijk weer aan het werk

REGLEMENT WGA-HIAATREGELING

Artikel 31 Let op: Artikel 31 wijzigt ook door de Wet maatregelen WWB!!! Laatste bewerking op 10 maart

Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag

Een verantwoorde hypotheek

I. VERKLARINGEN BEDOELD IN ARTIKEL 1, ONDER L), VAN VERORDENING (EG) NR. 883/2004 DE DATUM VANAF WELKE DE VERORDENING VAN TOEPASSING ZAL ZIJN

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012

BEWAAR UW PENSIOENOVERZICHT ZORGVULDIG. LEES OOK DE TOELICHTING. DEZE IS ONDERDEEL VAN HET UNIFORM PENSIOENOVERZICHT.

De werkloosheidswet (WW)

Werkloosheidswet (WW) Informatie voor werknemers over de WW

Artikel 31. Toelichting. De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd: Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:

Arbeidsrecht Actueel. In deze uitgave: Ontslagrecht. Jaargang 19 (2014) november. WW-uitkering

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Een verantwoord krediet

Hypotheekanalyse. Deze hypotheekanalyse is voor: De heer K. Voorbeeld Mevrouw P. Voorbeeld

Anw-hiaatverzekering

Mevr. B.M. Graafstra - de Wit en Dhr. J Graafstra

Sociale verzekeringen per 1 juli

Rekenregels per 1 juli 2009

Het spaargeld uit de levensloopregeling kunt u gebruiken om de periode van onbetaald verlof te financieren.

Uitkeringssysteem werkloosheid: vergelijking huidige regeling - kabinetsvoorstellen - voorstellen hervorming WW

Komt u niet in aanmerking voor een ANW-uitkering van de Sociale Verzekeringsbank?

Hoe zit dat met de IOW?

Werkloosheidswet (WW) Informatie voor werknemers over de WW per 1 oktober 2006

Tijdelijk partnerpensioen Informatie voor de werkgever. Anw-pensioen. Financiële zekerheid voor het gezin van uw werknemers

Stimulansz - Regelingen & Voorzieningen Bron: ministerie van SZW d.d Rekenregels per 1 januari 2016

Rekenregels per 1 januari 2010

Rekenregels per 1 januari 2013

Anw: uitkering bij overlijden

De pensioenregeling van Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro. 11 december 2007

W etopdearbeidsongeschiktheidsverzekering. W etwerkeninkomennaararbeidsvermogen

Tijdelijk partnerpensioen Informatie voor de werkgever. Anw-pensioen. Financiële zekerheid voor het gezin van uw werknemers

WIA Opvang Polis. op de WIA. Het antwoord van de. Van Kampen Groep. (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen)

Informatie over de PAWW

TOELICHTING SCHADELOOSSTELLING

WGA-hiaatreglement. Inhoudsopgave

Het ANW-Zekerheidsplan. Zekerheid voor later

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016

Als u buiten Nederland woont of werkt: vrijwillige verzekering voor Anw

Pensioenfonds PNO Media. PNO pensioenregeling 1. MCO Sociaal plan en uw pensioen

Kennisdossier Algemene nabestaandenwet november 2008

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Anw: uitkering bij overlijden

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Als u buiten Nederland woont of werkt: vrijwillige verzekering voor AOW en Anw

Sociale verzekeringen en uitkeringen (januari) 2010 Premieoverzicht

Rekenregels per 1 januari 2009

CHECKLIST RVU-RISICO 52%

Rekenregels per 1 januari 2011

Sociale verzekeringen en premiepercentages per

Daarvan kan ik niet rondkomen

Verzekeringsvoorwaarden Ziektewet en Arbeidsongeschiktheidswet [ binnenland ]

Transcriptie:

Sociale verzekeringen en de samenloop met levensverzekeringen Het sociale zekerheidsstelsel in Nederland is al enige tijd flink in beweging. Privatisering, het centraal stellen van (resterend) arbeidsvermogen en de uitholling van de sociale zekerheid in het algemeen zijn een aantal kreten die inmiddels vertrouwd klinken. Hierna wordt de van verschillende uitkeringen van levensverzekering op een aantal sociale verzekeringsuitkeringen nader bezien. Tevens wordt aandacht geschonken aan de actuele stand van zaken rondom de verschillende uitkeringen. In een tabel staat aan het slot aangegeven welke consequenties het verkrijgen van een levensverzekeringsuitkering op een sociale verzekeringsuitkering kan hebben en omgekeerd, met de verschillende producten van Legal & General die daarbij horen. WW De Werkloosheidswet biedt werknemers een verzekering tegen loonderving, het financiële gevolg van werkloosheid. Om te realiseren dat de WW alleen maar wordt gebruikt als tijdelijk station is de vervolguitkering afgeschaft en de sollicitatieplicht voor oudere werklozen weer ingevoerd. Centraal staan het voorkomen van werkloosheid en het vinden van nieuw werk. De wijzigingen in de WW volgen elkaar in vlot tempo op en het lijkt erop dat het einde nog niet in zicht is. In oktober 2006 zijn zowel de maximum hoogte als de duur van de uitkeringen aangepast: - ten hoogste 38 maanden vindt een uitkering plaats, - de eerste twee maanden 75%, - daarna 70% van het loon (met inachtneming van het maximumdagloon). Voor het verkrijgen van een uitkering dient aan de nieuwe wekeneis te zijn voldaan (referte-eis). In de 36 weken voorafgaand aan de eerste werkloosheidsdag moet tenminste 26 weken in loondienst zijn gewerkt. Voor de vraag hoe lang recht op een uitkering bestaat is de jareneis van belang. Wordt aan deze eis, tenminste 4 uit afgelopen 5 jaren gedurende 52 dagen per jaar loon ontvangen, voldaan dan is de duur van de uitkering in maanden even lang als het arbeidsverleden in jaren. Bovenstaande ingrijpende wijzigingen gelden overigens voor nieuwe gevallen, de bestaande uitkeringsgerechtigden behouden de eerder vastgestelde uitkering. Een andere belangrijke wijziging is dat het niet meer noodzakelijk is om te protesteren tegen het ontslag om in aanmerking te komen voor een WW-uitkering, tenzij het ontslag reden is geweest van ernstige misdraging van de werknemer.

Ontslag en vroegpensioen Bij ontslag is een fictieve opzegtermijn van kracht, gedurende welke periode geen recht op een uitkering bestaat. Wordt de opzegtermijn niet in acht genomen, dan komt deze periode in feite voor rekening van de te ontvangen ontslagvergoeding, dus van de werknemer. Hij wordt als het ware gedwongen zijn gouden handdruk op te eten over de maanden dat geen recht op WW bestaat. Dit kan een reden zijn om een hogere vergoeding af te spreken. Bij ontslag om bedrijfseconomische redenen, de financiële positie van de onderneming is in het geding, gelden bepaalde regels met betrekking tot de vraag welke werknemers ontslagen mogen worden. Waar voorheen het last in first out (lifo) gold in deze situatie, heeft de overheid recent gekozen voor een ander systeem. Verdeling van ontslagen vindt, voorzover het uitwisselbare functies betreft, plaats over verschillende leeftijdsgroepen, te weten van 15 tot 25 jaar, van 25 tot 35 jaar en zo verder. Doel hiervan is de ontslagbescherming gelijkmatiger over ouderen, herintreders en jongeren te verdelen. Op grond van de regelgeving op dit moment vindt geen korting plaats op de WWuitkering ongeacht of een ontslagvergoeding ineens wordt uitbetaald of dat deze wordt omgezet in een Gouden Handdruk Polis. Om werknemers tot 65-jarige leeftijd aan het werk te houden zijn met ingang van 2006 ook fiscale maatregelen getroffen die hun weerslag kunnen hebben op het toekennen van ontslagvergoedingen. Wordt het ontslag door de fiscus aangemerkt als een regeling vervroegde uittreding voorafgaand aan het pensioen, dan is een extra heffing van 26% (vanaf 2011: 52%) over de vergoeding verschuldigd. Indien het een reële ontslagsituatie betreft, bijvoorbeeld reorganisatie of verschil van mening over het te voeren beleid, dan geldt dit niet. In een Besluit van de staatssecretaris van Financiën van 8 december 2005 (www.minfin.nl) staan de voorwaarden voor het niet aanwezig zijn van een regeling vervroegde uittreding vermeld en worden ze toegelicht. Actueel Het kabinet had plannen om ontslagvergoedingen volledig te verrekenen met de WWuitkering. De SER heeft aangegeven dat dit om meerdere redenen niet wenselijk was, mede omdat ontslagprocedures hierdoor voor werknemers van groter belang zouden worden aangezien het inkomen na het ontslag door deze maatregel feitelijk wordt verlaagd. Het huidige voornemen is om de ontslagvergoeding te maximeren tot een vast bedrag of maximaal een jaarsalaris, met een hoger maximum voor ouderen. Voor werknemers die 50 jaar of ouder zijn en die op of na 1 oktober 2006 werkloos worden komt er na de WW nog een nieuwe tijdelijke uitkering krachtens de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW). Deze uitkering op minimumniveau gaat naar verwachting vanaf 1 februari 2009 in en behalve dat er geen vermogenstoets bestaat, telt vanaf leeftijd 60 ook het inkomen van de partner niet mee. Dit is een tijdelijke regeling die vanaf 1 juli 2011 weer wordt afgeschaft, waardoor de laatste uitkering op 1 juni 2026 wordt gedaan.

Zoals aangegeven verlagen ontslagvergoedingen op dit moment de WW-aanspraken niet. Uitkeringen uit lijfrenteverzekeringen zijn eveneens niet van op WWuitkeringen. Levensloopuitkeringen gaan (nog) niet samen met werkloosheid, aangezien de werkgever deze uitkeringen doet gedurende een overeengekomen periode van verlof. Bij samenloop van pensioenuitkeringen met een WW-uitkering zal voor wat betreft de hoogte van de WW-uitkeringen in principe rekening worden gehouden met het pensioeninkomen. IOAW De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers vult het eigen inkomen uit arbeid of de winst aan tot bijstandsniveau na het einde van de WW-uitkering. Door de komst van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) geldt de IOAW niet meer voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers. De IOAW-uitkering is voor hen in 2006 vervangen door een toeslag op grond van de Toeslagenwet. Werknemers die vanaf 1 oktober 2006 werkloos zijn geworden, tenminste 50 jaar oud waren op dat moment en aan de overige WW-eisen voldoen komen (indien wordt ingestemd met het wetsvoorstel) na de WW-uitkering in aanmerking voor de hiervoor besproken IOW-uitkering. De groep nieuwe gerechtigden voor een IOAW-uitkering is hiermee behoorlijk uitgedund. Wel recht op een uitkering hebben werkloze werknemers die: - voor 1 oktober 2006 werkloos zijn geworden, destijds 50 jaar of ouder waren en de WW hebben doorlopen; - gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn, bij aanvang 50 jaar of ouder waren en het recht op een uitkering krachtens de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten hebben verloren omdat ze minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn verklaard. Inkomsten uit of in verband met arbeid van de werkloze werknemer of de partner komen in principe volledig in mindering op de uitkering. Onder inkomen wordt in dit verband (in het Inkomensbesluit IOAW artikel 2 tot en met 7) o.a verstaan: loon, pensioen, Vut, Anw, WAO, Wia. Alimentatie-inkomsten en bijvoorbeeld inkomen uit vermogen blijven buiten beschouwing. Hiermee is de inkomenstoets iets beperkter dan de toets in de bijstand. Een vermogenstoets ontbreekt in de IOAW, in tegenstelling tot in de Bijstandswet, geheel. Actueel Ontslagvergoedingen worden beschouwd als inkomsten uit vroegere arbeid. Deze inkomsten worden krachtens eerdergenoemd Inkomensbesluit echter niet meegenomen indien en voorzover het een eenmalige uitkering na en in verband met beëindiging van de dienstbetrekking betreft.

Het Ministerie van Sociale Zaken heeft al sinds jaar en dag schriftelijk aangegeven dat ook indien de werknemer de vrije keuze heeft gehad tussen een Gouden Handdruk Polis en het toucheren van een uitkering ineens na ontslag, de uitkeringen uit deze Polis niet als inkomen in verband met arbeid worden beschouwd en dus niet in mindering zullen worden gebracht op een mogelijke IOAW-uitkering. In verband hiermee is het verstandig standaard in ontslagovereenkomsten op te (laten) nemen dat de werknemer de keuze heeft gehad tussen een bedrag ineens of een stamrecht. Een rechter heeft echter geoordeeld dat een gemeente, die de IOAW uitvoert, terecht wel rekening hield met de stamrechtuitkeringen en dat hierdoor de IOAW-uitkering gekort mocht worden; het Ministerie had haar bevoegdheden overschreden en had formeel geen recht om in afwijking van de wettelijke regeling inkomsten uit een Gouden Handdruk Polis niet als inkomen te beschouwen indien in de ontslagovereenkomst aan de werknemer een keuzerecht was gegeven. Deze uitspraak heeft voor veel onduidelijkheid en rechtsonzekerheid geleid. Daarop heeft de Staatssecretaris van Sociale Zaken gemeenten gevraagd het bestaande beleid van vrijlating voort te zetten tot het bestaande Inkomensbesluit is aangepast. Dit is de huidige stand van zaken. Het is maar de vraag of, in het licht van alle wijzigingen in de sociale verzekeringssfeer, dit beleid na aanpassing van het Besluit nog steeds zal worden voortgezet. Lijfrente-uitkeringen komen niet in mindering op IOAW-uitkeringen. Pensioenuitkeringen uit een loondienstverband, inkomen uit vroegere arbeid, daarentegen worden wel gekort op de uitkering. Inkomsten uit een levensloopregeling, ongeacht of deze voortkomen uit een levensverzekering of een rekening bij een bankinstelling, worden aangemerkt als loon aangezien er een dienstverband bestaat. Voorzover er al gelijkertijd recht op een IOAW-uitkering mogelijk is, zal deze worden gekort met de levensloopuitkeringen. Bijstand Het vangnet voor iedereen die met het inkomen en vermogen onder het sociaal minimum terecht komt is de bijstandsuitkering. Indien het niet lukt om zelf in het levensonderhoud te voorzien, helpt de gemeente als uitvoerder van deze wet (Wet werk en bijstand (WWB)) in de zoektocht naar werk. Tot die tijd kan iemand in aanmerking komen voor een bijstandsuitkering. De uitkering is in principe een tijdelijke, maar kan onder omstandigheden langdurig worden verleend. De voorwaarden voor toekenning van een uitkering zijn uiteraard streng. Hiermee wordt voorkomen dat er een te groot beroep op wordt gedaan. Jongeren onder de 21 jaar komen niet (tot 18) of beperkt voor bijstand in aanmerking. Ook o.a gedetineerden, onrechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen, emigranten uit andere EU-landen gedurende de eerste drie maanden en stakers moeten het zelf zien te rooien.

Het eigen vermogen dient ook eerst te worden opgegeten alvorens er recht bestaat op bijstand. Wel geldt dat een bescheiden vermogen wordt vrijgelaten. Onder vermogen valt bijvoorbeeld spaargeld of een eigen woning. Voor gezinnen geldt een grens van ruim 10.000,-, voor alleenstaanden ruim 5.000,-. Voor mensen die een bijstandsuitkering ontvangen en een eigen huis bewonen, geldt een extra vrijlating van maximaal 44.300,00. Verplichtingen zijn er, zowel voor de aanvrager als de partner c.q. echtgenoot, ook. Voorop staat dat iemand als werkzoekende staat ingeschreven bij het CWI, maar ook daadwerkelijk probeert werk te vinden dat door iedereen normaal wordt gevonden en niet hoeft aan te sluiten bij opleiding en ervaring. Voor zelfstandigen bestaat de mogelijkheid bijstand aan te vragen bij tijdelijke financiële moeilijkheden, waarbij regulieren banken niet willen bijspringen, om de werkzaamheden voort te zetten. Bijstand is een aanvulling op eigen inkomsten en die van gezinsleden (vanaf 18 jaar) tot een minimumniveau, waarbij nagenoeg alle inkomsten worden meegeteld. Uitkeringen uit lijfrente-, levensloop- en gouden handdrukverzekeringen en pensioenen tellen eveneens als inkomen en hebben daarmee op een mogelijke bijstandsuitkering. Dit geldt tevens voor uitgestelde ontslagstamrechten en lijfrenteverzekeringen. Het oordeel in een procedure hieromtrent was dat betrokkene zelf verantwoordelijk is om te voorzien in zijn levensonderhoud en dat redelijkerwijs gevergd kan worden dat een opgebouwde lijfrente eerst te gelde gemaakt dient te worden. Opgebouwde levensloopvoorzieningen worden expliciet uitgesloten in de WWB en zijn niet van op de bijstand. Door de volksverzekering AOW eindigen de meeste uitkeringen op 65-jarige leeftijd. Voor ouderen met onvolledige AOW-rechten zijn echter aparte bijstandsnormen van toepassing waardoor toch in ieder geval recht bestaat op een uitkering ter hoogte van de netto AOW. Naast de gewone bijstand bestaat er een mogelijkheid om een langdurigheidtoeslag te krijgen of een uitkering voor bijzondere kosten in de vorm van bijzondere bijstand. Actueel Ook deze Wet is aan voortdurende wijziging onderhevig. De voor 2007 op stapel staande veranderingen zien met name op het opheffen van leeftijdsdiscriminatie tussen de verschillende groepen bijstandsgerechtigden en het weer aan het werk zien te krijgen van zoveel mogelijk mensen.

Toeslagenwet Deze uitkeringen (toeslagen) vullen andere sociale uitkeringen aan tot het sociale minimum. De Toeslagenwet vult ook het loon aan wanneer de werkgever in het tweede ziektejaar niet meer dan 70% van het loon doorbetaalt, waardoor iemand onder het sociaal minimum kan raken. Het UWV, uitvoerder van de meeste sociale verzekeringen, voert de Toeslagenwet uit, behalve in het geval het een aanvulling op een WW-uitkering betreft, dan is het CWI de juiste instantie. Geen recht op een toeslag hebben o.a. de ongehuwde jonger dan 21 jaar die nog thuis woont, degene die onbetaald verlof geniet, de gehuwde/samenwonende met een partner geboren na 31 december 1971 tenzij een kind jonger dan 12 jaar tot de huishouding behoort, gedetineerden en onrechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen. Voor het recht op en de hoogte van de Toeslag wordt gekeken naar het inkomen uit of in verband met arbeid van de aanvrager en de partner c.q. echtgenoot. Voor het inkomen uit arbeid geldt tijdelijk een zeer beperkte vrijlating. Buiten beschouwing blijven o.a. vermogen en de inkomsten hieruit, alimentatie, en uitkeringen ineens bij ontslag. M.b.t. deze ontslaguitkeringen bestaat dezelfde onduidelijkheid als is aangegeven onder de IOAW indien er bij het ontslag een keuze voor de werknemer is geweest tussen een uitkering ineens of een stamrecht en uiteindelijk voor dit laatste is gekozen. Het inkomen wordt door de toeslag als volgt aangevuld: de gehuwde/samenwonende ontvangt een aanvulling op het inkomen tot het minimumloon, de alleenstaande met kind(eren) jonger dan 18 ontvangt een aanvulling tot 90% van het minimumloon en de alleenstaande tot 70% van het minimumloon. Pensioenuitkeringen, evenals levensloopuitkeringen, verlagen het recht op een toeslag. Lijfrente-uitkeringen hebben geen op de mogelijke toekenning van een toeslag. Voor uitkeringen uit een ontslagstamrecht geldt, zoals besproken, dat er geen volledige duidelijkheid is omtrent mogelijke korting op de Toeslag. Anw Nabestaanden kunnen op grond van deze wet een uitkering krijgen vanaf de maand van overlijden van de in Nederland woonachtige echtgeno(o)t(e), geregistreerde- of samenwonende partner. Ook (half)wezen kunnen recht hebben op een, zij het uiteraard beperktere, uitkering. De Anw geeft een recht op uitkering aan een kleine groep verzekerden: - nabestaanden die voor 1950 zijn geboren tot 65-jarige leeftijd; - nabestaanden die een kind hebben jonger dan 18 jaar; - nabestaanden die tenminste 45% arbeidsongeschikt zijn.

Voorwaarde voor een uitkering is dat er maximaal een bedrag van ongeveer 2.200,- bruto per maand mag worden verdiend. Bij een hoger inkomen ontvangt de nabestaande in het geheel geen uitkering meer. Bij een lager inkomen vindt een korting op de Anw-uitkering plaats en als het inkomen lager is dan ongeveer 650,- dan bestaat recht op de volledige Anw-uitkering. Naast de nabestaandenuitkering heeft de andere partner meestal recht op een aanvullend nabestaandenpensioen van de overleden persoon. Het nabestaandenpensioen komt bovenop de eventuele nabestaandenuitkering krachtens de Anw en er vindt geen korting plaats. Ook lijfrente-uitkeringen, eigen vermogen en de inkomsten hieruit worden niet op de Anw-uitkering gekort. Eigen (ouderdoms)pensioen, Vut-uitkeringen, periodieke uitkeringen uit een gouden handdruk en levensloopuitkeringen verminderen, evenals andere sociale verzekeringsuitkeringen (WW en ZW), wel de uitkering. Tabel: Wat is de van uitkeringen uit verzekeringsproducten op de verschillende sociale verzekeringsuitkeringen? Uitkering i.v.m. WW IOAW Bijstand Toeslagenwet Anw Lijfrente (PPP, Nova Polis, Beleggers Polis KDP) Gouden handdruk (GHP) Indien keuze mogelijkheid niet van Indien keuze mogelijkheid niet van Levensloop (Legal Levensloop) Pensioen (Nova Top Pensioen) Kapitaal verzekering** (Legal Account, * Nova Polis) * De Anw wordt niet gekort indien recht bestaat op nabestaandenpensioen; wel vindt korting plaats indien eigen ouderdomspensioen wordt verkregen. ** Kapitaalverzekeringen zijn in deze tabel meegenomen om een volledig beeld te geven. In dit geval is bedoeld de verzekering in de opbouwfase, niet op of na het moment van uitkering.