BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

Vergelijkbare documenten
VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie

Voor elektriciteit is er tevens een opsplitsing per NACE-code naar laag- en hoogspanning

VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 332/ BIJLAGE I AFVALPRODUCTIE SECTIE 1. Dekking SECTIE 2.

tariefgroep Hoofdactiviteit van de werkgever NACE code (indicatief)

Ontwerp voor een verordening van de Raad betreffende de statistiek van het afvalbeheer

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Bijlage - Tabellen. Ongevallen op de arbeidsplaats ,9% ,7% 1,9% Ongevallen op de arbeidsweg ,1% 23.

! " #$% &%%% ' ( ! #*+, ! -.%%/-$.0&-.1. ' 2%.33$ (22

21. TYPOLOGIE VAN DE ONDERNEMINGEN IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST: OVEREENKOMST TUSSEN DE NACE-

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Economie. De conjunctuur

Economie. De conjunctuur

Nr 3206 I. ECONOMIE EN FINANCIEN. Conjunctuurindicatoren

NATIONALE REKENINGEN. Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen Instituut voor de Nationale Rekeningen

Activiteitenverslag van de directie Steun aan Ondernemingen

AANVULLEND AANVRAAGFORMULIER CERTIFICATIE MANAGEMENTSYSTEMEN. RvA-F006-2-NL

Studie Betaalgedrag 2e kwartaal 2013

nr. 241 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 13 januari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Waarborgregeling - Stand van zaken

6 september Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

Statistisch Bulletin. Jaargang

Belgisch Staatsblad dd

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau.

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Gegevens met betrekking tot Brussel Economie en Werkgelegenheid Directie Steun aan Ondernemingen Kruidtuinlaan 20 BRUSSEL

Gegevens over het jaar 2013

3 mei Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

De Vlaamse sectorconvenants in cijfers

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Vier werknemers op tien krijgen opleiding en vorming

In 2012 werden vacatures geannuleerd. In In 2011 waren dat er , in

Marktanalyse rapport Mijn markt

7.1 BIJLAGE 1 - Sectorale groeperingen waarvoor de statistieken beschikbaar zijn

7.1 BIJLAGE 1 - Sectorale groeperingen waarvoor de statistieken beschikbaar zijn

7.1 BIJLAGE 1 - Sectorale groeperingen waarvoor de statistieken beschikbaar zijn

02 mei Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

7.1 BIJLAGE 1 - Sectorale groeperingen waarvoor de statistieken beschikbaar zijn

4988 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

Milieubelastingen naar economische activiteit

5206 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

7 Andere primaire en secundaire sectoren

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

28166 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

Toepassing NACE-nomenclatuur 2008 op WSE-sectorindeling

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

Economie groeit met 0,7 procent

Kalender voor het uitbrengen van de indicatoren... 5 Afzetprijsindexen (basis 2000 = 100) April Faillissementen Mei

VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie. Erkende natuurreservaten

Statistisch Bulletin. Jaargang

Instituut voor de nationale rekeningen

Economie en ondernemen

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

7.1 BIJLAGE 1 - Sectorale groeperingen waarvoor de statistieken beschikbaar zijn

7.1 BIJLAGE 1 - Sectorale groeperingen waarvoor de statistieken beschikbaar zijn

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERD BESLUIT (EU).../... VAN DE COMMISSIE

Uitsplitsing verbruik elektriciteit en aardgas naar verbruiksschijf energiebelasting

nr. 421 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 25 maart 2016 aan PHILIPPE MUYTERS Sociaal Interventiefonds - Hulp bij outplacement

Aanmelding registratie. A Gegevens onderneming (zoals genoemd in OR, GeOR -, COR -, of GOR-reglement) B De aanvraag is voor (aankruisen) 1 Gegevens OR

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

De Vlaamse sectorconvenants in cijfers

Gedrag en ervaringen van professionele afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT

Statistisch Bulletin. Jaargang

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR DE ACCREDITATIE VAN CERTIFICATIE-INSTELLINGEN VAN ENERGIEMANAGEMENTSYSTEMEN (volgens EN ISO 50001:2011)

Werkgelegenheid in Twente. Jaarbericht 2014

ANALYSE HIS-BESTANDEN NOA-GEBIED. In opdracht van de SER Noord-Nederland. 2 april P. Boomsma Kamer van Koophandel

nr. 349 van EMMILY TALPE datum: 13 februari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS VDAB - Taalcursussen

Werk en inkomen. Sociale zekerheid. Sociale zekerheid. De wijk Schildersbuurt ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners.

Werk en inkomen. Sociale zekerheid. Sociale zekerheid. De buurt Schildersbuurt-Noord ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners.

Aantal ongevallen op de werkplek

bedrijven, werkgelegenheid, werkzoekenden

Vlaamse Arbeidsrekening. Conversie Nace Rev. 1 naar Nace Rev. 2

Werk en inkomen. Sociale zekerheid. Sociale zekerheid. De buurt Schildersbuurt-Oost ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners.

Vlaamse Arbeidsrekening.

BIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Talent-O-Meter Onderzoeksresultaten Wave 6, Mei 2013 Module: Gebruik van Sociale Media

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

Werk en inkomen. Sociale zekerheid. Sociale zekerheid. De buurt Schildersbuurt-West ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners.

55500 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

Statistisch Bulletin. Jaargang

AFSTANDEN IN METERS. 141 Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)

sectorfoto 2012 andere primaire en secundaire sectoren

VR DOC.1298/2QUATER

WELZIJN OP HET WERK IDPB - Wijziging categorie A. In de praktijk... update 2015

Werkgelegenheid in Leiden

27288 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

MIP2, op Jacht naar Eco-Innovatiekracht

TEXTIEL EN KUNSTSTOFFEN IN WEST VLAANDEREN

nr. 337 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 9 februari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Activeringsmaatregelen 50-plussers - Stand van zaken

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

Kalender voor het uitbrengen van de indicatoren... 5 Afzetprijsindexen (basis 2000 = 100) Mei Faillissementen Juni

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

SECTORFOTO 2014 KLEINE PRIMAIRE EN SECUNDAIRE SECTOREN

OVERGANG OP DE NIEUWE ACTIVITEITENNOMENCLATUUR (NACE REV2)

Transcriptie:

8879 Bij besluit van de minister d.d. 19 november 2003 wordt aan Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis, V.Z.W., Moorselbaan 164, 9300 Aalst onder het erkenningsnummer 126 een erkenning verleend in Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis, Moorselbaan 164, te 9300 Aalst voor het zorgprogramma cardiale pathologie T : - op de Campus Aalst, Moorselbaan 164, 9300 Aalst. De erkenning wordt verleend vanaf 31 december 2001 tot en met 31 december 2005. Bij besluit van de minister d.d. 19 november 2003 wordt aan Emmaus Christelijke Vereniging Voor Gezondheidsen Welzijnszorg, V.Z.W., Edgard Tinellaan 1, 2800 Mechelen onder het erkenningsnummer 026 een erkenning verleend in Algemeen Ziekenhuis Sint-Maarten, Leopoldstraat 2, te 2800 Mechelen voor het zorgprogramma cardiale pathologie P : - op de campus Sint-Norbertus, Rooienberg 25, 2570 Duffel. De erkenning wordt verleend vanaf 1 april 2003 tot en met 31 december 2006. Bij besluit van de minister d.d. 19 november 2003 wordt aan Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, 1050 Elsene onder het erkenningsnummer 143 een erkenning verleend in Academisch Ziekenhuis van de Vrije Universiteit Brussel, Laarbeeklaan 101, te 1090 Jette voor het zorgprogramma cardiale pathologie P. De erkenning wordt verleend vanaf 2 september 2000 tot en met 31 maart 2003. * MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw Rapportering van de elektriciteitsdistributienetbeheerders betreffende de uitvoering van hun REG-actieplannen [2004/35183] Bij besluit van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie van 8 december 2003 wordt hetvolgende bepaald : Artikel 1. Jaarlijks legt elke netbeheerder voor 1 mei aan ANRE en REG-rapport voor over de uitvoering van het REG-actieplan van het voorgaande jaar. Art. 2. Het REG-rapport bevat minstens de volgende hoofdstukken : 1 een hoofdstuk over de gerealiseerde primaire energiebesparingen, waarin minstens de volgende gegevens worden opgenomen, opgesplitst in laagspannings- en hoogspanningsafnemers : a) de te behalen primaire energiebesparing volgens de resultaatsverplichting; b) de totale gerealiseerde primaire energiebesparing met een opsplitsing in sectoren en subsectoren, met vermelding van hun NACE-code, zoals is gepreciseerd in de bijlage bij dit besluit; c) het tekort of het overschot aan primaire energiebesparing ten opzichte van de resultaatsverplichting; d) in voorkomend geval, het overschot aan primaire energiebesparing van het vorige jaar dat werd overgedragen; e) het totale energiegebruik van en de totale primaire energiebesparing gerealiseerd in installaties in eigendom van de netbeheerder of die door hem worden beheerd; f) de totale uitgaven, met een opsplitsing in de uitgaven voor : 1. het stimulerende onderdeel van de acties; 2. het sensibiliserende en informerende onderdeel van de acties; 3. de overheadkosten; 2 een hoofdstuk over de uitvoering en de evaluatie van de acties, waarin per actie, opgenomen in het REG-actieplan van het voorgaande jaar, volgende gegevens worden gerapporteerd : a) het aantal en de hoogte van de uitgekeerde premies, voorschotten en saldobetalingen; b) de gerealiseerde primaire energiebesparing; c) een overzichtstabel waarin per doelgroep, opgesplitst in sectoren en subsectoren, met vermelding van hun NACE-code, zoals is gepreciseerd in de bijlage bij dit besluit, volgende gegevens worden opgenomen : 1. de berekende primaire energiebesparing, insclusief alle gegevens die nodig zijn om de besparing te berekenen of te verifiëren; 2. het aantal uitgekeerde premies; 3. de uitgaven, verbonden aan het stimulerende onderdeel van de actie;

8880 BELGISCH STAATSBLAD 13.02.2004 MONITEUR BELGE 4. als de uitbetaling van de premie wordt gespreid over meerdere kalenderjaren, een overzichtstabel waarin de volgende gegevens worden opgenomen : i) het aantal uitgekeerde voorschotten en saldobetalingen; ii) de primaire energiebesparing van de maatregel; iii) de toegekend premie; iv) per jaar : het voorschot of het saldo dat werd uitbetaald en het gedeelte van de primaire energiebesparing dat bij de uitbetaling van het voorschot of het saldo in rekening werd gebracht om de resultaatsverplichting van dat jaar te behalen; 5. in geval van investeringssteun wordt eveneens de energiebesparingsmaatregel waarvoor de steun werd verleend en de terugverdientijd van de maatregel opgenomen; d) in geval van een auditactie worden eveneens de volgende gegevens vermeld : de geïdentificeerde energiebesparingsmaatregelen in elektriciteit en brandstof, zowel in absolute waarde als gerelateerd aan het energieverbruik, ingedeeld volgens de volgende sectoren : energiesector, industriële sector, vervoer, tertiaire sector, openbare verlichting, landbouw-jacht-bosbouw en visserij, huishoudens en opgesplitst per categorie van terugverdientijd : 1. twee jaar of minder; 2. tussen twee en vijf jaar; 3. meer dan vijf jaar; e) de manier waarop de coördinaten van de eindafnemers en de gegevens over de aanvraag en de uitbetaling van de premie worden bijgehouden en geconsulteerd kunnen worden door ANRE; f) een beschrijving van het informerende en sensibiliserende onderdeel van de actie; g) de totale uitgaven, met een opsplitsing in de uitgaven voor : 1. het stimulerende onderdeel van de actie; 2. het sensibiliserende en informerende onderdeel van de actie. Als in het kader van een actie verschillende toestellen, apparaten of soorten audits worden gestimuleerd, dan moeten alle gegevens voor elk toestel, elk apparaat of elke soort audit afzonderlijk worden gerapporteerd. 3 een hoofdstuk over het doelgroepenbeleid voor de beschermde afnemers, de lokale besturen en externe organisaties, waarin de volgende elementen worden opgenomen : a) in voorkomend geval, voor beschermde afnemers : een overzicht van de gevoerde acties met, per actie, de volgende gegevens : 1. het aantal en de hoogte van de uitgekeerde premies; 2. de gerealiseerde primaire energiebesparing, inclusief alle gegevens die nodig zijn om de energiebesparing te berekenen of te verifiëren; 3. in geval van een auditactie worden eveneens de volgende gegevens vermeld : de geïdentificeerde energiebesparingsmaatregelen in elektriciteit en brandstof, zowel in absolute waarde als gerelateerd aan het energieverbruik en opgesplitst per categorie van terugverdientijd : i. twee jaar of minder; ii. tussen twee en vijf jaar; iii. meer dan vijf jaar; 4. de manier waarop de coördinaten van de eindafnemers en de gegevens over de aanvraag en de uitbetaling van de premie worden bijgehouden en geconsulteerd kunnen worden door ANRE; 5. een beschrijving van het informerende en sensibiliserende onderdeel van de actie; 6. de totale uitgaven, met een opsplitsing in de uitgaven voor : i. het stimulerende onderdeel van de actie; ii. het sensibiliserende en informerende onderdeel van de actie; b) in voorkomend geval, voor lokale besturen : 1. een overzicht van de lokale besturen die op het aanbod van de netbeheerder zijn ingegaan; 2. per lokaal bestuur en per actie : alle gegevens zoals bepaald in artikel 2, 2 ; c) voor externe organisaties : 1. een overzicht van de externe organisaties waarmee werd samengewerkt; 2. de gerealiseerde primaire energiebesparing; 3. de uitgaven;

8881 4. per externe organisatie : een beschrijving van de samenwerking inclusief de resultaten, de gerealiseerde primaire energiebesparing en de uitgaven; 4 een hoofdstuk over de kosteneffectiviteit van de uitgevoerde acties, waarin de volgende elementen moeten worden opgenomen : a) de kosteneffectiviteit per actie, uitgedrukt in kosten van het stimulerende onderdeel van de actie per bespaarde kwh primaire energie; b) de gemiddelde kosteneffectiviteit van het totale REG-actieplan; c) de gemiddelde kosteneffectiviteit voor de volgende doelgroepen : huishoudens, beschermde afnemers, industrie, tertiaire sector en lokale besturen; d) een algemene rangschikking van de acties volgens afnemende kosteneffectiviteit; e) een rangschikking van de acties volgens afnemende kosteneffectiviteit voor de volgende doelgroepen : huishoudens, beschermde afnemers, industrie, tertiaire sector en lokale besturen. Art. 3. Als ANRE in het voorgelegde REG-rapport ontbrekende gegevens, anomalieën of belangrijke incoherenties vaststelt, kan ze, met de bedoeling de gegevens te evalueren en eventueel te corrigeren, de netbeheerder verdere informatie vragen. De netbeheerder levert deze informatie binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van deze vraag. Art. 4. In afwijking van artikel 1 en 3 kunnen het REG-rapport en de eventuele aanvullende gegevens worden voorgelegd door elke federatie, vereniging of instantie die krachtens haar statuten gemachtigd is om de netbeheerders te vertegenwoordigen bij het verstrekken van de gegevens die op hen betrekking hebben. In voorkomend geval wordt voor elke vertegenwoordigde netbeheerder een afzonderlijk rapport voorgelegd. Bijlage Indeling van de energiebesparingsresultaten in sectoren en subsectoren. De codes die zich hieronder in de tweede kolom bevinden zijn de NACE codes (REV. 1), als bijlage te vinden bij de Verordening (EEG) Nr. 761/93 van de Commissie van 24 maart 1993 tot wijziging van de Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad betreffende de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap (PB nr. L 83 van 3.4.1993, blz. 1 en rectificaties, PB nr. L 159 van 11 juli 1995, blz. 31). 1 Totale energiebesparing 1.1. Totaal verbruik eindafnemers laagspanning in jaar n-2 Totale energiebesparing laagspanningafnemers in jaar n 1.2. Totaal verbruik eindafnemers hoogspanning in jaar n-2 Totale energiebesparing hoogspanningsafnemers in jaar n 1.3. Totaal laagspanningsverbruik installaties in eigendom van of beheerd door de netbeheerder in jaar n-2 Totale energiebesparing laagspanning installaties in eigendom van of beheerd door de netbeheerder in jaar n 1.4. Totaal hoogspanningsverbruik installaties in eigendom van of beheerd door de netbeheerder in jaar n-2 Totale energiebesparing hoogspanning installaties in eigendom van of beheerd door de netbeheerder in jaar n 2 Energiesector 2.1. Winning van steenkool, bruinkool en turf 10 2.2. Vervaardiging van cokesovenproducten 23.1 2.3. Vervaardiging van geraffineerde aardolieproducten 23.2 2.4. Bewerking van splijt- en kweekstoffen 23.3 2.5. Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en warm water 40 2.6. Overige energiesector 11; 12 3 Industriële sector 3.1. IJzer- en staalnijverheid 27.1; 27.2; 27.3; 27.51; 27.52 3.2. Non-ferro 27.4; 27.53; 27.54 3.3. Chemie 24 3.4. Voeding, dranken en tabak 15; 16 3.5. Papier en uitgeverijen 21; 22 3.6. Minerale niet-metaalproducten 26 3.7. Metaalverwerkende nijverheid 3.7.1. Transportmiddelen 34; 35 3.7.2. Overige metaalverwerkende nijverheid 28; 29; 30; 31; 32 3.8. Niet-energiehoudende delfstoffen 13; 14

8882 BELGISCH STAATSBLAD 13.02.2004 MONITEUR BELGE 3.9. Textiel, leder en kleding 17; 18; 19 3.10. Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout 20 3.11 Bouwnijverheid 45 3.12. Overige industrieën 25; 36; 37, 33 4 Vervoer 4.1. Vervoer per spoor 60.1 4.2. Overig vervoer te land 60.2 4.3. Vervoer via pijpleidingen 60.3 4.4. Vervoer over water; luchtvaart 61; 62 5 Tertiaire sector 5.1. Horeca 55 5.1.2. Hotels 55.1 5.1.3. Restaurants, drankgelegenheden, kantines en catering 55.3-55.5 5.1.4. Overige horeca 55.2 5.2. Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening 85 5.2.1. Ziekenhuizen 85.11 5.2.2. Maatschappelijke dienstverlening waarbij onderdak wordt verschaft (rusthuizen 85.31 etc.) 5.2.3. Overige 85.12 tot en met 85.14; 85.2; 85.32 5.3. Onderwijs 80 5.3.1. Kleuter- en basisonderwijs 80.1 5.3.2. Secundair onderwijs 80.2 5.3.3. Hoger onderwijs 80.3 5.3.4. Volwasseneneducatie en overige vormen van onderwijs 80.4 5.4. Andere gemeenschaps-, sociale en persoonlijke dienstverlening 5.4.1. Winning en distributie van water; zuivering van zeewater 41 5.4.2. Afwalter- en afvalverzameling 90 5.4.3. Sport, cultuur en recratie 92 5.4.3.1. Sport 92.6 5.4.3.2. Cultuur en recreatie 92 met uitzondering van 92.6 5.4.4. Wassen en chemisch renigen van textiel en bontproducten 93.01 5.4.5. Overige 93.02 tot en met 93.05 5.5. Kantoren en administratie 5.5.1. Vervoersondersteunende activiteiten; reisbureaus 63 5.5.2. Post en telecommunicatie 64 5.5.3. Financiële instellingen en zakelijke dienstverlening 65-67, 70, 71, 72, 74 5.5.4. Speur- en ontwikkelingswerk 73 5.5.5. Openbaar bestuur en defensie, verplichte sociale verzekeringen 75 5.5.6. Overige 99 5.6. Handel 5.6.1. Verkoop, onderhoud en herstelling van auto s en motorrijwielen; kleinhandel 50 in brandstoffen 5.6.2. Groothandel en handelsbemiddeling met uitzondering van handel in 51 auto s en motorrijwielen 5.6.2.1. Groothandel in voedings- en genotsmiddelen 51.3 5.6.2.2. Overige groothandel 51.1; 51.2; 51.4 tot en met 51.7 5.6.3. Kleinhandel met uitzondering van kleinhandel in auto s en motorrijwielen; 52 reparatie van consumentenartikelen 5.6.3.1. Kleinhandel in niet-gespecialiseerde winkels waarbij voedings- en 52.11 genotsmiddelen overheersen 5.6.3.2. Overige kleinhandel 52 met uitzondering van 52.11

8883 6. Openbare verlichting 7. Landbouw, jacht, bosbouw, visserij 7.1. Teelt van groenten, tuinbouw- en kwekerijproducten 01.12 7.2. Veeteelt 01.2 7.3. Overige landbouw, bosbouw en visserij 01.1 (met uitzondering van 01.12), 01.3 tot en met 01.5, 02, 05 8. Huishoudens Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 8 december 2003 inzake de rapportering van de elektriciteitsdistributienetbeheerders betreffende de uitvoering van hun REG-actieplannen. De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, G. BOSSUYT * MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Departement Leefmilieu en Infrastructuur [S C 2004/35184] 21 JANUARI 2004. Ministerieel besluit tot wijziging van de ministeriële besluiten tot instelling van de natuurinrichtingsprojecten Bergerven, Zwarte Beek, Dijlevallei ten zuiden van Leuven, Het Vinne en Smeetshof, naar aanleiding van de splitsing van de provinciale afdeling Diest van de Vlaamse Landmaatschappij De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, Gelet op het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, inzonderheid op het artikel 47, gewijzigd bij decreet van 19 juli 2002; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, inzonderheid op het hoofdstuk V; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 juni 2003 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 29 augustus 2003 en 24 oktober 2003; Gelet op de ministerieel besluit van 29 juni 1999 tot instelling van het natuurinrichtingsproject Het Vinne; Gelet op het ministerieel besluit van 29 juni 1999 tot instelling van het natuurinrichtingsproject Smeetshof; Gelet op het ministerieel besluit van 1 maart 2000 tot instelling van het natuurinrichtingsproject Dijlevallei ten zuiden van Leuven; Gelet op het ministerieel besluit van 2 mei 2001 tot instelling van het natuurinrichtingsproject Bergerven; Gelet op het ministerieel besluit van 17 oktober 2001 tot instelling van het natuurinrichtingsproject Zwarte Beek; Overwegende dat ten gevolge van de splitsing van de provinciale afdeling Diest van de Vlaamse Landmaatschappij, het adres dat in de ministeriële besluiten tot instelling van de betreffende natuurinrichtingsprojecten is vermeld, moet worden gewijzigd; Overwegende dat het aanbod van het recht van voorkoop, toegekend aan het Vlaamse Gewest overeenkomstig het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, moet gebeuren aan de nieuwe bevoegde provinciale afdeling van de Vlaamse Landmaatschappij, Besluit : Artikel 1. In artikel 3 van het ministerieel besluit van 29 juni 1999 tot instelling van het natuurinrichtingsproject Het Vinne worden de woorden aan de provinciale afdeling Diest van de Vlaamse Landmaatschappij, Leuvensestraat 86a, 3290 Diest vervangen door de woorden aan de VLM Vlaams-Brabant, Diestsevest 25, 3000 Leuven. Art. 2. In artikel 3 van het ministerieel besluit van 1 maart 2000 tot instelling van het natuurinrichtingsproject Dijlevallei ten zuiden van Leuven worden de woorden aan de provinciale afdeling Diest van de Vlaamse Landmaatschappij, Leuvensestraat 86a, 3290 Diest vervangen door de woorden aan de VLM Vlaams-Brabant, Diestsevest 25, 3000 Leuven. Art. 3. In artikel 3 van het ministerieel besluit van 29 juni 1999 tot instelling van het natuurinrichtingsprojecten Smeetshof worden de woorden aan de provinciale afdeling Diest van de Vlaamse Landmaatschappij, Leuvensestraat 86a, 3290 Diest vervangen door de woorden aan de VLM Limburg, Koningin Astridlaan 10, 3500 Hasselt. Art. 4. In artikel 3 van het ministerieel besluit van 2 mei 2001 tot instelling van het natuurinrichtingsproject Bergerven worden de woorden aan de provinciale afdeling Diest van de Vlaamse Landmaatschappij, Leuvensestraat 86a, 3290 Diest vervangen door de woorden aan de VLM Limburg, Koningin Astridlaan 10, 3500 Hasselt.