Toelichting bij aangepaste gemeenschappelijke regeling (GR) Werkvoorzieningschap Noord-Limburg West (NLW)

Vergelijkbare documenten
Bijlage II: toelichting wijziging GR in verband met modernisering WSW

Artikel 4. Samenstelling De colleges van de deelnemende gemeenten wijzen elk twee leden aan voor het Algemeen Bestuur.

op grond van het bepaalde in artikel 10:4 Awb instemming benodigd is met het mandaat. Wet sociale werkvoorziening

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

gelezen het voorstel van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Wedeka bedrijven van 5 november 2015;

Gemeente Helden. Agendapunt 18

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Gemeenschappelijke regeling Sallcon

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Novatec 2006

gelet op artikel <..> van de gemeenschappelijke regeling <naam regeling>;

Gemeenschappelijke Regeling Intergemeentelijke Werkvoorziening Gennep, Mook en Middelaar

Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp:

Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland

Toelichting Gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o.

Samenwerkingsovereenkomst Helmond, Laarbeek, Geldrop-Mierlo, Asten en Deurne

CONCEPT-WIJZIGING GR-OddV versie 20 oktober 2015

VOORGESCHIEDENIS / WAT IS ER AAN DE HAND?

Bestaande tekst Wijziging Toelichting h. de algemeen directeur: de door h. de algemeen directeur: de door. l. aja: arbeidsjaren.

Van XXX. Betreft. Wijzigingenlijst Gemeenschappelijke Regeling Avalex. artikel(en) huidige GR Avalex 2009

overwegende: dat het gewenst is hun

Gemeenschappelijk regeling werkvoorzieningschap Fryslân-West

Wijzigingsoverzicht gemeenschappelijke regeling Synergon

Toelichting Gemeenschappelijke Regeling Omnibuzz (versie ) Inleiding

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Promen

Registratienummer: GF Datum: 17 juni 2008 Agendapunt: 32

BAWI/U Lbr. 08/22

- verwerking dualisering en aanpassing van de huidige Gemeentewet.

Zaaknummer: ZA /DN *ZEA24FF31B3* Bijlage 1.

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL HISTORISCH CENTRUM RIJNSTREEK EN LOPIKERWAARD

Openbaar Lichaam Sociale Werkvoorziening Drechtsteden

Bijlage: Gewijzigde passages in GR

\ raadsvoorstel. Voerendaal, d.d. 5 augustus Nummer: 2009/8/ Portefeuillehouder: P. Verbraak. Afdeling: Beleid

gelezen de brief van het Dagelijks Bestuur van de Regio Rivierenland van 24 juni 2015;

Samenwerkingsovereenkomst Deurne, Geldrop Mierlo, Gemert Bakel, Helmond en Laarbeek 2015 (lichte gemeenschappelijke regeling)

Gemeenschappelijke Regeling Permar WS

Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland

Toelichting op gemeenschappelijke regeling

Raadsvoorstel. !IL Gemeente Mook en Middelaar. Samenvatting. Voorstel om te besluiten


De gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap Zuidwestelijke Delta wordt als volgt gewijzigd:

Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe

Onderwerp: voorstel tot wijziging van het Mandaatstatuut WVS No Dos. 2/12 A

Gemeenschappelijke Regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie Delft-Rijswijk

2. De van het rijk ontvangen bonus begeleid werken over 2011 ter hoogte van aan Breed verstrekken.

Raadsvoorstel nr.: Raad d.d.: Portefeuillehouder: J.A. de Boer Budgethouder: W.J. Krijgsman Registratienummer:

INTREKKING INDICATIE WSW, BELEIDSREGELS VOOR DE GEMEENTEN BEEK, SCHINNEN, SITTARD-GELEEN EN STEIN 2017

Vooruit met de Wsw. DB 22 januari 2009/6

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING AVRI

Raadsvoorstel. 31 oktober Geachte raad, Agendapunt: 19. Nummer: Behandeld door: J. van Dijk Datum:

Verordening Rekenkamer Utrecht (2013)

categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 15 07/984

Gemeenschappelijke Rekenkamer Metropool Amsterdam. Hoofdstuk 1 Inleidende en algemene bepalingen. Artikel 1 Begripsomschrijvingen

VERORDENING CLIENTENPARTICIPATIE HALTE WERK GEMEENTE HEERHUGOWAARD

TOELICHTING op de Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Westrom

wijziging Gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken

de hierna volgende Verordening cliëntenparticipatie Halte Werk gemeente Langedijk 2015 vast te stellen.

VERORDENING WERKGEVERSCOMMISSIE EX ARTIKEL 83 GEMEENTEWET. De raad van de gemeente Leeuwarden;

WIJZIGINGSBESLUIT GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING VEILIGHEIDSREGIO FRYSLÂN

Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen

overwegende dat de gemeenten Heusden, Loon op Zand en Waalwijk één verordening wensen op te stellen;

Wijzigingsbesluit Gemeenschappelijke regeling voor het recreatiegebied Voorne-Putten

De gemeenschappelijke regeling schoolverzuim en VSV regio West-Brabant wordt als volgt gewijzigd:

PROVINCIE FLEVOLAND D» «, «^,OOI DI,^ Provinciaal Blad

Gemeenschappelijke Regeling Zuidelijke Rekenkamer Noord- Brabant en Limburg 2018

besluit van de gemeenteraad

Gemeenschappelijke regeling GGD Brabant-Zuidoost

Overzicht van de wijzigingen in de gemeenschappelijke regeling Openbaar Lichaam Crematoria Twente

Aan: de gemeenteraad Vergadering:

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

2015/20372 Betreft Voorstel tot wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Schadeschap luchthaven Schiphol

BIJDRAGEVERORDENING GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING DIENST GEZONDHEID & JEUGD ZUID HOLLAND ZUID

64-1 GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN

Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op het openbaar primair en speciaal onderwijs.

Dat het noodzakelijk is de regeling aan te passen aan de wijziging van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen;

Besluit 36e wijziging Regeling Regio Rivierenland

Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op het openbaar. primair en speciaal onderwijs te Bodegraven, Gouda, Reeuwijk en Waddinxveen.

Verordening wachtlijstbeheer. Wet sociale werkvoorziening (Wsw)

: het college van burgemeester en wethouders. : de leden van de gemeenteraad

Gemeenschappelijke Regeling RHC Zuidoost Utrecht 2016

tot Aanpassing van het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken in verband met de Invoeringswet Participatiewet

\ 3 NOV. E008 Annette Baart

Gemeenschappelijke Regeling PAUW Bedrijven De Ronde Venen, Lopik, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Vianen, IJsselstein

WERKVOORZIENINGSCHAP NOORDOOST-BRABANT. Het Algemeen Bestuur van het Werkvoorzieningschap Noordoost-Brabant

Aa en Hunze, Assen, Hoogeveen, Midden-Drenthe, Tynaarlo en De Wolden

Collegevoorstel. Uitvoeringsovereenkomst Verordening PGB Wsw

Onderwerp : Verordening Wachtlijstbeheer Wsw 2012

Gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap IJsselmonde

i mill 11 [«li B

Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant, Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland,

Zundertse regelgeving / Wetstechnische informatie

GR 1 januari dat door samenwerking een eenduidige en consistente handhaving strategie kan worden gevolgd;

Artikel 3. Taken voorzitter

Artikelsgewijze toelichting

HOOFDSTUK I BEGRIPS- EN INTERPRETATIEBEPALINGEN

07.0. Nieuwe "Verordening Wmo-raad Gemeente Houten"

Wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Het Utrechts Archief

O P L E G N O T I T I E B E S L U I T V O R M E N D

Transcriptie:

Toelichting bij aangepaste gemeenschappelijke regeling (GR) Werkvoorzieningschap Noord-Limburg West (NLW) Algemeen In 2008 hebben de raden van de deelnemende gemeenten in de GR de kadernota De Klant centraal vastgesteld. Hieruit volgden een aantal actiepunten m.b.t. de implementatie van de modernisering Wsw. Een van deze actiepunten was het zonodig aanpassen van de GR en de Samenwerkingsovereenkomst tussen het Werkvoorzieningschap NLW en de NLW Groep NV. Thans ligt de gewijzigde GR voor. De belangrijkste aanpassingen zijn de volgende: De GR Werkvoorzieningschap NLW is niet langer een regeling die is getroffen door de raden van de deelnemende gemeenten maar een collegeregeling. Dit houdt in dat alleen bevoegdheden en verantwoordelijkheden van het college in het kader van de Wsw worden overgedragen aan het Werkvoorzieningschap. De bevoegdheden van de raden in het kader van de Wsw, namelijk het vaststellen van verschillende verordeningen, zijn niet overgedragen aan het Werkvoorzieningschap. De colleges dragen niet langer al hun bevoegdheden en verantwoordelijkheden over aan het Werkvoorzieningschap. De gemoderniseerde Wsw sluit dit in ieder geval uit voor het hoofdstuk financiering en voor de verantwoording aan het Rijk. Het Rijk betaalt sinds 1 januari 2008 de Rijksbijdrage Wsw niet langer direct uit aan het Werkvoorzieningschap maar aan de individuele gemeenten. Gemeenten moeten individueel verantwoording afleggen aan het Rijk over de besteding van deze middelen. Daarnaast hebben de colleges besloten enkele andere verantwoordelijkheden en bevoegdheden niet langer over te dragen aan het Werkvoorzieningschap, namelijk: o De verantwoordelijkheid voor het wachtlijstbeheer; o De beslissingsbevoegdheden rond aanvragen begeleid werken en het o persoonsgebonden budget (Pgb) begeleid werken; De bevoegdheid tot het intrekken van de (her)indicatiebeschikking van een inwoner die is geïndiceerd voor de Wsw. In onderstaande toelichting wordt ingegaan op de redenen om deze verantwoordelijkheden en bevoegdheden niet aan het Werkvoorzieningschap over te dragen. De GR is aangepast op de nieuwe situatie na de gemeentelijke herindeling per 1 januari 2010. Elk college benoemt één bestuurslid. Het algemeen bestuur bestaat uit drie leden, die ook het dagelijks bestuur vormen. Dit lijkt een overbodig onderscheid, maar de Wgr schrijft voor dat een gemeenschappelijke regeling een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter dient te hebben. Het dagelijks bestuur kan besloten vergaderen, terwijl het de vergaderingen van het algemeen bestuur in principe openbaar zijn. De GR is geactualiseerd aan eerdere wijzigingen in de Wsw, wijzigingen in de Wgr en aan de invoering van de Wet dualisering medebewindslieden. Op de volgende bladzijden treft u een toelichting aan op de wijzigingen in de GR. Dit gebeurt per artikel. 1

Artikel 1: De onderdelen a, b en c zijn aangepast omdat deze GR niet langer een regeling is van raden en colleges, maar een regeling van de colleges. Voor de volledigheid zijn enkele begrippen toegevoegd (geïndiceerde, arbeidsjaar Wsw, algemeen bestuur, dagelijks bestuur en NLW Groep NV). De omschrijvingen van de begrippen Werknemer en Werkvoorzieningschap zijn aangepast. Artikel 2: Inhoudelijk niet aangepast, wel enigszins qua vorm. Artikel 3: Artikel 3 is in 2008 vanwege de invoering van de gemoderniseerde Wsw al eens aangepast. In dit artikel werden zowel doel en taak van het Werkvoorzieningschap aangegeven als weergegeven dat de colleges hun bevoegdheden en taken in het kader van de Wsw overdragen aan het Werkvoorzieningschap. In de aangepaste GR is er voor gekozen om in artikel 3 doel en taak van het Werkvoorzieningschap vast te leggen en in het nieuwe artikel 4 concreet aan te geven welke bevoegdheden en verantwoordelijkheden de colleges overdragen aan het Werkvoorzieningschap. De inhoud van het oude artikel 4 is toegevoegd aan artikel 5. Toelichting per lid: Artikel 3, lid 1: het doel van het Werkvoorzieningschap is minder breed ingestoken dan voorheen. Primair is het Werkvoorzieningschap verantwoordelijk voor uitvoering van de Wsw, voor zover bevoegdheden en verantwoordelijkheden door de colleges aan het schap zijn overgedragen. Artikel 3, lid 2: is toegevoegd. Het geeft nadrukkelijk aan dat de aangeboden arbeid aan Wsw-geïndiceerden gericht moet zijn op het behouden of bevorderen van de arbeidsbekwaamheden van de werknemer. Artikel 3, lid 3: hierin wordt aangegeven dat deelnemende colleges het Werkvoorzieningschap ook kunnen inschakelen voor activiteiten voor burgers die onder andere sociale wetgeving vallen. Ook kan het Werkvoorzieningschap dergelijke activiteiten uitvoeren in opdracht van andere partijen. Hiermee wordt de inhoud van het brede doel uit het eerste lid van het oude artikel 3, in stand gehouden. Echter thans in de vorm van een kan-bepaling en niet als primair doel van het Werkvoorzieningschap. Artikel 3, lid 4: inhoudelijk niet gewijzigd t.o.v. de wijziging in 2008. Artikel 3, lid 5: inhoudelijk niet gewijzigd. Artikel 4 In het eerste lid is concreet aangegeven welke bevoegdheden en verantwoordelijkheden de colleges overdragen aan het Werkvoorzieningschap. Dit heeft twee redenen: 1) bepaalde bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het kader van de Wsw (financiering en verantwoording) kunnen door de colleges niet langer worden overgedragen aan een schap; 2) de uitwerking van de kadernota De Klant centraal en de invoering van het daarin opgenomen integrale klantmanagement door gemeenten maakt het nodig/wenselijk maakt om enkele bevoegdheden en verantwoordelijkheden bij de colleges te houden. Het laatste betreft: De verantwoordelijkheid voor het wachtlijstbeheer; De beslissingsbevoegdheden rond begeleid werken en het Pgb begeleid werken, met name het nemen van besluiten over aanvragen begeleid werken en Pgb; Toelichting bij aanpassingen in de GR Werkvoorzieningschap NLW 2

De bevoegdheid om de (her)indicatie van een geïndiceerde inwoner in te trekken. Het integrale klantmanagement door gemeenten wordt op 1 januari 2010 ingevoerd voor klanten die vanaf die datum nieuw op de wachtlijst worden geplaatst. De klantmanager dient voor zijn/haar klanten de inzet van voorzieningen als begeleid werken en Pgb te kunnen regisseren. Het is daarom logisch om de beslissingsbevoegdheden rond begeleid werken en Pgb niet langer over te dragen aan het schap maar bij het college te houden. De klantmanager regisseert het POP van de klant tijdens het voortraject en de eerste periode van het SW-dienstverband. Een voortraject loopt wanneer de klant nog op de wachtlijst voor de Wsw staat. Het integrale klantmanagement en het wachtlijstbeheer zijn daarom nauw met elkaar verbonden en daarom is besloten om de verantwoordelijkheid voor het wachtlijstbeheer bij het college te houden. Een extra reden hiervoor is dat de colleges dan individueel kunnen beslissen over zogenoemde schrijnende gevallen op de wachtlijst. Verder blijft de (relatief zware) bevoegdheid om de (her)indicatie van een geïndiceerde in te trekken bij de afzonderlijke colleges berusten. Het gaat immers in alle gevallen om een burger van één bepaalde gemeente. Het ligt daarom voor de hand deze bevoegdheid bij de individuele colleges te houden. Dat deze drie bevoegdheden en verantwoordelijkheden niet worden overgedragen aan het werkvoorzieningschap laat echter onverlet dat bepaalde bijbehorende uitvoeringstaken door de colleges bij de NLW Groep kunnen worden ondergebracht. Er is besloten deze mandatering via het Werkvoorzieningschap te laten verlopen. Het Werkvoorzieningschap mandateert deze uitvoeringstaken vervolgens aan de NLW Groep NV, maar de uiteindelijke verantwoordelijkheid hiervoor blijft bij de colleges berusten. Op deze manier verloopt de delegatie van verantwoordelijkheden en bevoegdheden en de mandatering van uitvoeringstaken enerzijds en de financiële stromen anderzijds volgens één lijn (van colleges aan Werkvoorzieningschap en vervolgens van Werkvoorzieningschap aan NLW Groep NV), en worden mogelijke fiscale risico s (met name in de sfeer van BTW) vermeden. Artikel 4, eerste lid In dit lid wordt weergegeven welke bevoegdheden en verantwoordelijkheden door de colleges aan het Werkvoorzieningschap worden overgedragen. Dit betreft alle bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de colleges in het kader van de Wsw die hierboven niet zijn genoemd. Feitelijk is het bepaalde in het eerste lid zodanig dat de colleges alle bevoegdheden en verantwoordelijkheden rond het aanbieden en opzeggen van Wsw-dienstbetrekkingen nog overdragen aan het Werkvoorzieningschap. Het schap is immers de formele werkgever van de SW-werknemers. Hier behoort ook de verantwoordelijkheid voor het tijdig aanvragen van (her)indicatie namens de geïndiceerde (onderdeel d). Onderdeel g. geeft aan dat het Werkvoorzieningschap bevoegd is een privaatrechterlijke rechtspersoon aan te wijzen voor de uitvoering van de Wsw. Dit natuurlijk voor zover het de bevoegdheden, verantwoordelijkheden en samenhangende taken betreft die de colleges volgens het eerste lid overdragen of volgens het tweede lid mandateren aan het Werkvoorzieningschap. Deze bepaling was in de oude GR niet nodig omdat toen alle bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de gemeentebesturen waren overgedragen aan het Werkvoorzieningschap. Toelichting bij aanpassingen in de GR Werkvoorzieningschap NLW 3

Artikel 4, tweede lid Hierin wordt aangegeven dat de colleges bepaalde uitvoeringstaken kunnen mandateren aan het Werkvoorzieningschap. Het gaat om uitvoeringstaken die verband houden met bevoegdheden en verantwoordelijkheden die de colleges niet hebben overgedragen aan het Werkvoorzieningschap. De gemandateerde taken zijn opgenomen in bijlage 1 bij de regeling. Het gaat bijvoorbeeld om de volgende uitvoeringstaken: De uitvoering van het administratieve wachtlijstbeheer; De voorbereiding/dossiervorming t.a.v. een mogelijk besluit tot het intrekken van de (her)indicatiebeschikking van een geïndiceerde; De beslissingsbevoegdheden t.a.v. aanvragen begeleid werken en Persoonsgebonden budget begeleid werken voor werknemers die niet onder het integraal klantmanagement van de gemeenten vallen; Enkele taken rond financiën en verantwoordingsinfomatie. Door het mandaat in een bijlage op te nemen, kunnen eventuele wijzigingen in mandaat simpel worden doorgevoerd door de inhoud van bijlage 1 te wijzigen. In de bijlage is tevens opgenomen dat wijzigingen in dit mandaat door de colleges een aanzegtermijn van één jaar hebben. Artikel 4, derde lid Dit lid is inhoudelijk gezien gelijk aan het in 2008 aangepaste derde lid van artikel 3. Artikel 4, vierde lid Dit lid geeft aan dat de colleges erkennen dat zij een belangrijke potentiële opdrachtgever zijn voor passende werkzaamheden voor de werknemers. Artikel 5: Dit artikel is een samenvoeging van de oude artikelen 4 en 5. Is inhoudelijk niet gewijzigd. In het derde lid is een verwijzing toegevoegd naar de Wgr en de Wet dualisering gemeentebestuur. Artikel 6: Eerste lid: thans bestaat het algemeen bestuur uit acht leden. In de nieuwe situatie met drie gemeenten gaat het algemeen bestuur uit drie leden bestaan. Elk college benoemt één lid van het algemeen bestuur. Tweede lid: in de oude GR had elk lid van het algemeen bestuur één stem per 10.000 inwoners van hun gemeente of een gedeelte daarvan. Omdat de drie toekomstige gemeenten een ongeveer gelijk aantal inwoners zullen kennen, is nu bepaald dat elk lid van het algemeen bestuur één stem heeft. Wat er gebeurt bij het staken van de stemmen is geregeld in artikel 31 en 32 van de Gemeentewet. Derde lid: aan dit lid is toegevoegd dat ook medewerkers van de NLW Groep NV of van één van diens vennootschappen geen lid van het algemeen bestuur kunnen zijn. Artikel 7: In het derde lid is nu aangegeven dat de colleges (en niet de raden) de leden van het algemeen bestuur benoemen. In het vierde lid is de laatste passage geschrapt. Daarin werd verwoord dat in vergaderingen van het algemeen bestuur, onder deze omstandigheden gehouden, er geen besluiten konden worden genomen omtrent de begroting, de jaarrekening en over Toelichting bij aanpassingen in de GR Werkvoorzieningschap NLW 4

voorstellen tot wijziging van de regeling. Deze passage is geschrapt omdat dit op enig moment tot onwerkbare situaties zou kunnen leiden. Artikel 8: Ook in het eerste lid van artikel 8 zijn raden vervangen door colleges m.b.t. het benoemen van een nieuw lid. Artikel 9: Ook in dit artikel is de raad vervangen door het college. Artikel 10: Niet gewijzigd. Artikel 10a: Dit artikel is toegevoegd om duidelijk te maken over welke zaken het algemeen bestuur in ieder geval dient te besluiten. Dit gebeurt dus in een openbare vergadering. Artikel 11: In het eerste lid is een vierde deel van het aantal leden.. vervangen door een vijfde deel van het aantal leden. Dit is conform artikel 17, tweede lid van de Gemeentewet. Toegevoegd is verder, onder opgave van redenen, Het tweede lid is toegevoegd om, wellicht ten overvloede, duidelijk te maken dat bepaalde artikelen uit de Wgr en de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing zijn op de vergaderingen van het algemeen bestuur van het Werkvoorzieningschap. Dit betekent o.a. dat vergaderingen van het algemeen bestuur openbaar aangekondigd moeten worden en dat de vergaderstukken ter inzage moeten worden gelegd. Artikel 12: Aan de onderdelen a. en b. van het eerste lid is toegevoegd van het Werkvoorzieningschap. Dit om duidelijk te maken dat het gaat om de begroting en jaarrekening van het Werkvoorzieningschap en niet om de begroting en jaarrekening van de NLW Groep NV. Aan het tweede lid is onderdeel f. toegevoegd. Dit is min of meer volgens onderdeel d. van Artikel 24 van de Gemeentewet, met dien verstande dat benoemingen in het algemeen bestuur van het Werkvoorzieningschap worden gedaan door de individuele colleges. Artikel 13: Toegevoegd is dat elk college één lid van het dagelijks bestuur levert. In de toekomstige situatie met drie algemeen bestuursleden is het algemeen bestuur tevens het dagelijks bestuur. Zie hiervoor ook de algemene toelichting. Artikel 14: Het vijfde en zesde lid zijn toegevoegd. Het ligt voor de hand dat het plaatsvervangend lid van de betreffende gemeente de plaats in het dagelijks bestuur inneemt. Voor het overige is dit artikel inhoudelijk niet gewijzigd. Toelichting bij aanpassingen in de GR Werkvoorzieningschap NLW 5

Artikel 15: Het derde lid is toegevoegd. Inhoudelijk niet gewijzigd. Artikel 16: In onderdeel a. is in het eerste deel taken vervangen door verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken. Het Werkvoorzieningschap heeft namelijk bepaalde bevoegdheden en verantwoordelijkheden overgedragen gekregen van de colleges en heeft voor bepaalde taken een mandaat van de colleges. Het Werkvoorzieningschap stelt t.a.v. de uitvoering van de bijbehorende taken door de NLW Groep NV nadere regels. Artikel 17: Inhoudelijk nauwelijks gewijzigd. Artikel 18: Dit artikel is nieuw. Voor de verdere doorvoering van de verzelfstandiging van de NLW Groep is besloten om een ambtelijk secretaris voor het Werkvoorzieningschap aan te stellen. Dit is in het eerste lid, vanwege de wens tot flexibiliteit, verwoord als kanbepaling. De ambtelijk secretaris wordt vaste adviseur van het algemeen en dagelijks bestuur en onderhoudt contacten met ambtenaren van de deelnemende gemeenten en met de NLW Groep. Door het toevoegen van dit artikel worden de volgende artikelen vernummerd. Artikel 19 (oude artikel 18): Het oude derde lid van dit artikel is verwijderd omdat dit lid precies hetzelfde was als artikel 14, vierde lid. Artikel 20 (oude artikel 19): In het eerste lid is raad vervangen door college en is toegevoegd, alsmede de raad,.. Oude artikel 20: Is komen te vervallen. In dit artikel werd geregeld dat leden van het algemeen en dagelijks bestuur en leden van commissies een vergoeding konden ontvangen voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten, voortvloeiend uit dit lidmaatschap. Een eventuele vergoeding van leden van commissies van advies is geregeld in artikel 24, vierde lid van de Wgr. Artikel 21: Niet gewijzigd. Artikel 22: Het oude tweede lid bepaalde dat de algemeen directeur van de NLW Groep in ieder geval als adviseur van het algemeen en dagelijks bestuur optrad. Omwille van de verdere Toelichting bij aanpassingen in de GR Werkvoorzieningschap NLW 6

doorvoering van de verzelfstandiging is dit gewijzigd: de algemeen adviseur wordt door het algemeen of dagelijks bestuur uitgenodigd om tijdens vergaderingen als adviseur van het algemeen en dagelijks bestuur op te treden. Bij bepaalde onderdelen van de vergaderingen van het algemeen of dagelijks bestuur kan het gewenst zijn dat de algemeen directeur van de NLW Groep NV niet als adviseur aanwezig is. Artikel 23, 24 en 25: Niet gewijzigd. Artikel 26: In het eerste lid is 15 mei vervangen door 15 april. Dit omdat in de praktijk is gebleken dat de periode tussen 15 mei en 1 juli te kort is om de raden in staat te stellen hun gevoelen over de ontwerpbegroting aan het dagelijks bestuur te doen blijken. In het derde lid is.. binnen zes weken.. vervangen door uiterlijk voor 1 juli... Het zevende lid is toegevoegd. Artikel 27: Zelfde soort aanpassingen doorgevoerd als in artikel 26. In het eerste lid is 15 mei vervangen door 15 april en in het tweede lid is.. binnen zes weken.. vervangen door.. uiterlijk voor 1 juli... Oude artikel 28: Het oude artikel 28 regelde de verdeling van baten en lasten, c.q. de financiering van het Werkvoorzieningschap door de gemeenten. Dit artikel is compleet op de schop genomen omdat het oude artikel 28, mede in combinatie met het oude artikel 30, teveel onduidelijkheden bevatte. Verschillende zaken liepen erg door elkaar heen, bijvoorbeeld de bijdrage van de gemeenten aan exploitatietekorten van het Werkvoorzieningschap en de bijdrage van de gemeenten aan eventuele nadelige exploitatiesaldi van de NLW Groep NV. Door de nieuwe artikelen 28 tot en met 30 is getracht één en ander duidelijker te verwoorden en de verschillende zaken van elkaar te scheiden: Artikel 28 (deel van oude artikel 28): Dit artikel behandelt de bijdrage van de deelnemende gemeenten per gerealiseerde Wsw-plek, in jargon per Wsw arbeidsjaar. Het eerste lid legt vast dat de gemeenten de Rijksbijdrage Wsw als bijdrage betalen aan het Werkvoorzieningschap op basis van het aantal te realiseren arbeidsjaren Wsw voor de betreffende gemeente. Het tweede lid regelt de bevoorschotting van het Werkvoorzieningschap door de gemeenten. Deze bevoorschotting is analoog aan de bevoorschotting door het Rijk aan de gemeenten. Het derde lid regelt de eindafrekening van het Werkvoorzieningschap aan de gemeenten. De definitieve bijdrage van de gemeente wordt gebaseerd op het aantal gerealiseerde arbeidsjaren Wsw voor de betreffende gemeente. De bijdrage per gerealiseerd arbeidsjaar is gelijk aan de Rijksbijdrage Wsw die de gemeente gemiddeld per arbeidsjaar Wsw van het Rijk ontvangt. Deze laatste grootheid is gedefinieerd als totale Toelichting bij aanpassingen in de GR Werkvoorzieningschap NLW 7

Rijksbijdrage Wsw voor de gemeente gedeeld door de minimale taakstelling in arbeidsjaren Wsw van de gemeente. Voorschotten worden op de einddeclaratie in mindering gebracht. Het vierde lid behandelt de stimuleringspremie begeleid werken. Deze is per 1 januari 2008 ingevoerd en geeft gemeenten een premie van maximaal 3.000 per arbeidsjaar begeleid werken. De begeleid werken plekken moeten, om voor de premie in aanmerking te komen, aan bepaalde voorwaarden voldoen. In het vierde lid is geregeld dat de stimuleringspremie door de gemeenten wordt doorbetaald aan het Werkvoorzieningschap. In de Samenwerkingsovereenkomst tussen Werkvoorzieningschap en NLW Groep NV worden nadere afspraken gemaakt over de inzet van deze middelen. Artikel 29 (deel van oude artikel 28): Naast de bijdrage per arbeidsjaar Wsw, dragen de gemeenten ook bij in de bestuurs- en secretariaatskosten en het budget voor de exploitatie van het Werkvoorzieningschap en in eventuele resttekorten bij het Werkvoorzieningschap. In het tweede lid is geregeld dat deze kosten naar rato van het aantal inwoners op 1 januari van het betreffende boekjaar over de deelnemende gemeenten worden verdeeld. Dit is conform de huidige praktijk. In de oude bepalingen werden ook herindicatiekosten nog expliciet genoemd. Deze zijn nu niet meer expliciet genoemd. Het algemeen bestuur van het Werkvoorzieningschap heeft op <datum> besloten dat de kosten voor herindicatie van klanten op de wachtlijst in 2009 en 2010 nog uit de bestemmingsreserve van het Werkvoorzieningschap kunnen worden gedekt. Over de periode na 2010 moeten nieuwe afspraken met de NLW Groep worden gemaakt. Artikel 30 (oude artikel 30): Dit artikel regelt de bijdrage van de gemeenten aan eventuele nadelige exploitatiesaldi van de NLW Groep NV. Uit het oude artikel 30 was dat niet duidelijk op te maken omdat in het eerste lid werd gesproken over eventuele nadelige saldi van het openbaar lichaam. Het eerste lid geeft aan dat de gemeenten zich verbinden aan het leveren van een bijdrage in eventuele nadelige exploitatiesaldi van de NLW Groep NV en dat deze bijdrage over de gemeenten wordt omgeslagen op basis van het aantal geïndiceerden met een dienstbetrekking uitgedrukt in arbeidsjaren Wsw. Hierbij worden geïndiceerden met een dienstbetrekking bij een ander college, een ander werkvoorzieningschap of een ander SW-bedrijf buiten beschouwing gelaten. Het gaat om het aantal arbeidsjaren van werknemers met een dienstbetrekking met het werkvoorzieningschap, c.q. de NLW Groep en van geïndiceerden met een dienstbetrekking op grond van begeleid werken of het Pgb begeleid werken. Het tweede lid is tussengevoegd en bepaalt dat over de vorm en hoogte van deze bijdrage nadere afspraken worden gemaakt in de Samenwerkingsovereenkomst tussen het Werkvoorzieningschap en de NLW Groep. Dat is ook de huidige praktijk. Het derde lid is aangepast aan de praktijk. De gemeenten betalen de bijdrage in vier termijnen, per kwartaal op basis van het aantal arbeidsjaren Wsw per eerste dag van het betreffende kwartaal. Toelichting bij aanpassingen in de GR Werkvoorzieningschap NLW 8

Het oude derde lid is verwijderd. De huidige praktijk is dat er per kwartaal wordt betaald en aan het eind van het jaar geen eindafrekening plaatsvindt. In het laatste deel van het oude derde lid stond dat bij het opstellen van de declaratie ook rekening zou moeten worden gehouden met de te verwachten verhoogde Rijksbijdrage of van het van Rijkswege beschikbaar gestelde budget. Dit was al langer géén praktijk omdat sinds 2003 sprake is van een vaste gemeentelijke bijdrage per Wswarbeidsjaar (geregeld in de Samenwerkingsovereenkomst) en niet langer van een flexibele gemeentelijke bijdrage die varieert met het exploitatieresultaat van de NLW Groep. Het oude vijfde lid is niet langer opgenomen. Artikel 31 (oude artikel 29): Niet gewijzigd. Artikel 32 (oude artikel 31): Inhoudelijk niet gewijzigd. Artikel 33 (oude artikel 32): De verwijzing naar de Archiefwet is aangepast. Artikel 34 (oude artikel 33): Eerste lid: de helft van de deelnemende gemeenten is vervangen door tweederde van de deelnemende gemeenten. Dit betekent dat in de toekomstige situatie minimaal twee van de drie deelnemende gemeenten moet instemmen met de toetreding van een andere gemeente tot de Gemeenschappelijke Regeling. Artikel 35 (oude artikel 34): Eerste lid:. een daartoe strekkend besluit van de raad is vervangen door.. een daartoe strekkend besluit van het college. Tweede lid: de uittredingstermijn is verkort met 2 jaar. Dus in plaats van met ingang van 1 januari van het vijfde jaar is nu opgenomen met ingang van 1 januari van het derde jaar. De reden is dat de oude bepalingen uittreding van een gemeente vrijwel onmogelijk maakten. Ten eerste was er sprake van een uittredingstermijn van minimaal 4 jaar en maximaal 5 jaar en bovendien zou de uittredende gemeente voor een periode van 5 jaar uittredingskosten moeten betalen. Dit laatste is niet gewijzigd (vierde lid, onderdeel b), maar de uittredingstermijn is dus verkort met 2 jaar. In het derde lid is toegevoegd dat wanneer het algemeen bestuur de financiële en overige gevolgen van de uittreding regelt, dit gebeurt met inbegrip van de financiële en overige gevolgen bij de NLW Groep NV. In de huidige structuur zal uittreding van een gemeente nauwelijks gevolgen hebben voor de exploitatie van het Werkvoorzieningschap, maar vooral voor de exploitatie van de NLW Groep en uiteindelijk dus voor de overblijvende gemeenten in het Werkvoorzieningschap. Toelichting bij aanpassingen in de GR Werkvoorzieningschap NLW 9

Artikel 36 (oude artikel 35): Het eerste, tweede en derde lid zijn inhoudelijk niet gewijzigd. Wel zijn raden en colleges in eerste en tweede lid vervangen door colleges. Het vierde lid is toegevoegd, onder vernummering van de overige leden. Reden hiervoor is dat in het oude artikel onvoldoende duidelijk was hoe met voorstellen van de colleges m.b.t. wijzigingen in de GR diende te worden omgegaan. Vijfde tot en met zevende lid (dus oude vierde tot en met zesde lid): aan deze leden zijn enkele kleine elementen toegevoegd. Het achtste lid is toegevoegd. Artikel 37 (oude artikel 36): De nieuwe GR zou per 1 januari 2010 moeten ingaan. Hiervoor zouden de gemeenten de wijziging van de GR in december 2009 in hun registers moeten verwerken (conform artikel 36, vierde lid). Het tweede lid is aangepast voor het geval dat de gemeenten de wijziging van de GR al vóór december 2009 in hun registers zouden verwerken. Toelichting bij aanpassingen in de GR Werkvoorzieningschap NLW 10