A D V I E S. betreffende DE PROBLEMATIEK VAN DE MUNTSTUKKEN VAN 1 EN 2 EUROCENT

Vergelijkbare documenten
RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

N HANDELSPR Oneerlijke handelspraktijken A06 Brussel, MH/SL/LC A D V I E S. over een

CONSUMENTEN. Als hij afrondt, mag hij het te betalen totaalbedrag bij betaling in contanten afronden.

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

N HANDELSPR Fin. diensten A 03 Brussel, MH/SL/LC A D V I E S. betreffende

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

Doc. nr. Th gez. en veiligheid zelfst A07 Brussel, MH/FD/LC A D V I E S. over een

Doc. nr. E2:91001C04 Brussel, A D V I E S. over EEN VOORONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE BESTELBON VAN NIEUWE AUTOVOERTUIGEN

A D V I E S. over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE REGLEMENTERING VAN TATOEAGES EN PIERCINGS

N Programmawet art. 6 A06 Brussel, 26 april 2007 MH/BL/LC A D V I E S. over

Doc. nr. E2:31001C32 Brussel, A D V I E S. over de SOLDENREGLEMENTERING ***

N Th EU Groenboek A07 Brussel, MH/AB/LC A D V I E S. over HET GROENBOEK OVER ONDERNEMERSCHAP IN EUROPA

N Uitzwerming A2 Brussel, 25 november 2014 MH/BL/AS ADVIES. over DE TECHNIEK VOOR OPRICHTING VAN ONDERNEMINGEN, UITZWERMING GENAAMD

Willy Borsus : 76% van de respondenten willen de solden behouden

N HANDELSPR-kleinhandel A 04 Brussel, MH/JC/LC A D V I E S. betreffende DE OPENINGSTIJDEN IN DE DETAILHANDEL ***

N HANDELSPR-Reisbemiddeling A04 Brussel, MH/SL/LC

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

ADVIES OP EIGEN INITIATIEF. betreffende DE INVOERING VAN DE EURO ***

N Solden A2 Bruxelles, 16 mei 2017 MH/SL/JP ADVIES. betreffende VERSCHILLENDE VRAGEN MET BETREKKING TOT DE SOLDEN

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 over de invoering van de euro

Doc. KMO-POL A 03 Brussel, Actieplan Middenstand-Kleinbedrijf A D V I E S. over

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 maart 2010 (OR. en) 7934/10 ECOFIN 182 UEM 86

N Landmeters A05 Brussel, MH/BL/LC A D V I E S. over DE GELIJKWAARDIGHEID VAN DIPLOMA'S VOOR HET BEKOMEN VAN DE TITEL VAN LANDMETER-EXPERT

Gevolgen van de invoering in België van een principe van symmetrische afronding op 5 eurocent voor de betaalde totaalbedragen in de winkel

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

Doc. N C70 Brussel, MH/AB/LC A D V I E S. betreffende AMBULANTE HANDEL ***

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

N HAND PRAK - Biociden A2 Brussel, 26 juli 2013 MH/AB/AS ADVIES. over

Doc. nr. E0:51004C05 Brussel, INITIATIEFADVIES VAN HET BUREAU. over DE PROBLEMATIEK VAN DE UITBATERS VAN TANKSTATIONS

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

mode en commercie CSPE KB 2010 minitoets bij opdracht 15

N Beroepsregl bouw 2018 A2 Brussel, 18 december 2018 MH/JC/AS ADVIES. over DE BEROEPSREGLEMENTERINGEN IN DE BOUWSECTOR

RAAD VOOR HET VERBRUIK

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

N HAND. PRAKT. - Maaltijdcheques A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/AB/AS ADVIES. over

N EU - BTW vrijstellingen A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/EDJ/AS ADVIES. over

N DIV REGL ambulante handel A04 Brussel, MH/AB/LC A D V I E S. over

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

N Vert ambachten A Brussel, 13 december 2016 MH/JC/AS ADVIES. inzake

Analyse van de algemene commentaren ontvangen tijdens de openbare raadpleging die door het IBR werd georganiseerd en standpunt van het IBR

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

Naam :. SCORE Klas : Datum:.. Klas :.. Datum:..

Financiële diensten - Commissie stemt in met Aanbeveling elektronische betaalmiddelen

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

FAQ over de solden en de sperperiode

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

A D V I E S. over de

N Vastgoedmakelaar A06 Brussel, MH/BL/LC A D V I E S. over

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

Deeleconomie De FOD Economie in het midden van de puzzel

Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD over de invoering van de euro /* COM/96/0499 DEF - CNS 96/0250 */

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Maak uw fiscale doelen waar!

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS ADVIES. over

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 februari

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

Ook de Memorie van Toelichting moet in die richting worden aangepast.

Doc. nr. E2:31011C05 Brussel, ADVIES VAN HET BUREAU. betreffende

FAQ over de solden en de sperperiode

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

N Handelsprakt. - Allergenen A2 Brussel, 28 januari 2013 MH/EDJ/AS ADVIES. over

RVV 377 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

Voorontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

A A N B E V E L I N G Nr AANBEVELING AAN DE PARITAIRE COMITES OVER DE INVOERING VAN

VERSLAG AAN DE KONING

1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar

Doc. nr. N7:90001C05 Brussel, MH/BL/HdG/LC A D V I E S. over een

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Aanbeveling voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

ADVIES. 15 september 2016

Doc. nr. E3:13002C03 Brussel, TUSSENTIJDS ADVIES. betreffende DE DIENSTENCHEQUES ***

STUDIE (F) CDC-455

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 14 juli

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

Doc. N C44 Brussel, MH/GVB/LC A D V I E S. betreffende

IB CONTROLEDIENST VOOR DE VERZEKERINGEN DE VOORZITTER

Doc. nr. E2:90---C36 Brussel, A D V I E S. over

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING

Evaluatie van het Brusselse dienstenchequestelsel Oktober 2017

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ;

Administrative bron. KBO : Kruispuntbank van Ondernemingen. Algemene informatie

Online Actualiteit. BEBOTAX BV ovv BVBA Jan STEURTEWAGEN Aalbroekstraat 54 B-9890 GAVERE BTW-BE RPR GENT. 7 augustus 2013 Jaar 2013 nr 6

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 juni 2005 (OR. en) 9550/05 UEM 130 ECOFIN 175

B2B-wet : Misbruik van economische afhankelijkheid. Lunch-Forum Mededinging 26/04/2019

Voordeel Aankoopbon TROUWE KLANT IKEA Family België

NATIONAAL RAPPORT BELGIË

N Beroepsreglementeringen OA07 Brussel, MH/AB/LC A D V I E S. over

ADVIES. Ontwerp van gewestelijk natuurplan voor Brussel. 11 april 2014

Doc. nr. E4:23000C03 Brussel, A D V I E S. betreffende DE JAARLIJKSE BETALING VAN HET EUROVIGNET VOOR VRACHTWAGENS ***

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 2 mei

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 21 november

Doc. nr. E2:1005bC04 Brussel, A D V I E S. over een

Verloop van de kostprijs. van een zichtrekening tot

Transcriptie:

N Th-Eurocent A05 Brussel, 18.11.2004 MH/SL/LC A D V I E S betreffende DE PROBLEMATIEK VAN DE MUNTSTUKKEN VAN 1 EN 2 EUROCENT (bekrachtigd door de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO op 18 november 2004) ***

2 In zijn brief van 23 september 2004 vroeg de heer M. Verwilghen, Minister van Economie, Energie, Buitenlandse handel en Wetenschapsbeleid, het advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen betreffende de stopzetting van de productie van de eurocenten door België en over de micro-economische gevolgen ervan voor zowel de leveranciers als de consumenten. In dat verband overweegt de Minister als mogelijke optie de vrijwillige afschaffingdoor middel van een afronding van het totaalbedrag aan de kassa bij betaling met baar geld. In haar brief van 24 september 2004 vroeg Mevr. S. Laruelle, Minister van Middenstand en Landbouw, eveneens het advies van de Hoge raad in die context. Zij vraagt de Hoge Raad zich uit te spreken over de opportuniteit van de afschaffing van de muntstukken van 1 en 2 eurocent die in omloop zijn in België, evenals over de afrondingsregels die gepaard zouden gaan met een dergelijke maatregel. Na de Commissie "Reglementeringen" te hebben geraadpleegd, 3, bracht de Hoge Raad eenparig volgend advies uit tijdens de algemene vergadering d.d. 18 november 2004. ALGEMENE CONTEXT De Hoge Raad moet zich uitspreken over de opportuniteit van de afschaffing van het gebruik van de muntstukken van 1 en 2 eurocent. Het gewoonweg afschaffen van die muntstukken is niet aan de orde want een dergelijke beslissing kan alleen worden genomen door de Europese Centrale Bank. De consumenten vinden dat er een te grote verscheidenheid aan euromuntstukken bestaat. De kritiek richt zich vooral tot de stukken van 1 en 2 eurocent die slechts een geringe waarde vertegenwoordigen, onderling moeilijk te onderscheiden zijn en iedereen met veel wisselgeld confronteren. Alhoewel een enquête van Test-Aankoop aantoont dat minder dan 5% van zijn leden voorstander is van een afschaffing blijkt uit een onderzoek van de Europese Commissie dat een grote meerderheid van de Belgen, respectievelijk 81 en 72%, voor een afschaffing van de muntstukken van 1 en 2 eurocent is 1. Ook de handelaars hebben meerdere grieven tegenover die muntstukken. Het gebruik ervan verhoogt de wachttijd aan de kassa doordat de klanten lang naar de moeilijk te onderscheiden en kleine muntjes moeten zoeken. Bovendien brengen de muntstukken van 1 en 2 eurocent gezien hun grote aantal en beperkte waarde ook relatief hoge verwerkingskosten met zich mee voor de handelaar aangezien hij ze moet boeken, sorteren, aanschaffen of terugbrengen bij de bank. In die context kondigde de Minister van Financiën aan dat hij van plan is de uitgifte van de muntstukken van 1 en 2 eurocent stop te zetten gezien de zeer hoge kostprijs van de productie ervan voor de Schatkist die de nominale waarde van de muntstukken overstijgt. STANDPUNT De Hoge Raad heeft geen bezwaar tegen een eventuele stopzetting van de productie van muntstukken van 1 en 2 eurocent aangezien hij zelf voorstander is van een beperking van het gebruik ervan. 1 Europese Commissie, Flash Eurobarometer: The euro, two years later, december 2003.

3 Indien het aantal in omloop zijnde bovenvermelde muntstukken verminderd wordt zal het moeilijk worden om betalingen tot op de cent na uit te voeren. Er moet dan ook een begeleidingssysteem uitgewerkt worden. De Hoge Raad stelt daarom voor een afrondingsregel in te voeren. De afronding van de individuele prijs van elk product is tegenstrijdig met artikel 2 van de verordening 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro dat het volgende bepaalt : "De rekeneenheid is één euro. Eén euro is verdeeld in honderd cent." Daarom moet de afronding gebeuren op het totaal van het kasticket. Concreet betekent dit dat het totaalbedrag van het kasticket afgerond zal worden op het dichtstbijzijnde veelvoud van 5 eurocent. Zo worden de bedragen eindigend op 1, 2, 8 en 9 afgerond op 0 en deze eindigend op 3, 4, 6 en 7 op 5. De afrondingsregel werkt dus zowel naar boven als naar beneden. Logischerwijze leidt dit tot een economisch neutrale operatie voor de consument. De goedkeuring van de afrondingsregel zal de handelaars niet toelaten om betalingen door middel van muntstukken van 1 en 2 eurocent te weigeren die trouwens, krachtens artikel 11 van dezelfde verordening, wettelijk in omloop blijven. Wettelijke regeling De Hoge raad pleit voor de wettelijke invoering van de afrondingsregel. Een wettelijke regeling is absoluut aangewezen omdat het de nodige rechtszekerheid biedt. Misbruiken, verwarring en conflicten worden vermeden omdat consumenten en handelaars duidelijk weten welke regels worden toegepast. Een afdwingbare en uniforme regeling belet eveneens dat al dan niet afronden commercieel zou worden uitgespeeld; het garandeert met andere woorden de handelsneutraliteit. Ook het inflatiegevoel bij de consumenten zal verminderen. Een vergelijking van het Finse en Nederlandse voorbeeld verantwoordt de uitgesproken voorkeur voor een wettelijke regeling. Finland koos van bij de invoering van de euro voor de wettelijke reglementering van die praktijk. Als men kijkt naar de marktwerking in dat land is de balans positief. De ingevoerde bepalingen worden immers volkomen gerespecteerd hetgeen zorgt voor een veralgemeende toepassing en een optimale informatieverstrekking aan de consument. In Nederland daarentegen werd een gedragscode ingevoerd op volledig vrijwillige basis. Vermits de toepassing niet verplicht is, moet men vaststellen dat alle betrokken partijen de afgesproken regels niet steeds volgen. Contante én elektronische betalingen De Hoge Raad vindt het essentieel dat de afrondingsregel toegepast wordt op zowel contante als elektronische betalingen. Er mag immers geen discriminatie gemaakt worden tussen de verschillende betalingswijzen. Voor de klant moet de betaalwijze volstrekt neutraal zijn. De Hoge Raad wenst dat de "toonbanktransacties", waaronder alle rechtstreekse verrichtingen tussen de betrokken partijen dienen verstaan te worden, verder op voet van gelijkheid worden behandeld.

4 Als er een onderscheid zou worden gemaakt kan dit nefaste gevolgen hebben zoals een daling van het aantal handelsverrichtingen bij de kleinhandelaars die niet over een elektronische betaalterminal beschikken of consumenten die bij elke aankoop kiezen voor die betaalwijze waarbij zij het laagste bedrag moeten betalen. Door zowel contante als elektronische betalingen af te ronden, wordt ook de technische aanpassing van de kassa s aan de afrondingsregel eenvoudiger. Teneinde de invoering van het afrondingsprincipe te vergemakkelijken, kan namelijk de mogelijkheid overwogen worden de kassa's zo aan te passen dat zij onmiddellijk het afgerond bedrag berekenen. Het is wenselijk de leveranciers van kassa's zo snel mogelijk van een beslissing inzake de afronding op de hoogte te brengen zodat zij de aanpassingen aan de kassa's kunnen voorbereiden. Tevens dient een aanpassingsperiode voorzien te worden zodat de handelaars de tijd hebben om de vereiste wijzigingen, zowel aan de kassa's als aan de weegschalen aan te brengen. Juridische maatregelen De invoering in Belgisch recht van de afrondingsregel vereist bepaalde wetswijzigingen. Vooreerst kan die regel problemen veroorzaken wat de toepassing betreft van artikel 3 van de wet van 14 juli 1991 over de handelspraktijken en over de voorlichting en bescherming van de consument. Dit artikel stelt immers als principe dat de aangeduide prijs de globale prijs moet zijn die de consument moet betalen. Ook discrepanties met bepaalde fiscale bepalingen dienen weggewerkt te worden. Vooreerst gaat het om artikel 26 van het BTW-wetboek dat voorziet dat de belasting op de toegevoegde waarde geheven wordt op de prijs van het product en niet op de totaalsom van de aankopen. Verder verschilt de BTW-aanslagvoet naargelang de aard van het product. Bij aankoop van producten die niet onder dezelfde aanslagvoet vallen, stelt zich de vraag welke aanslagvoet zal gelden op het afgeronde bedrag. Inzake directe belastingen moeten eveneens problemen op het vlak van de bewijsvoering voorkomen worden voor de handelaars die nog niet over aangepaste kassa s beschikken. Tenslotte verdient het aanbeveling de beoogde wetswijzigingen voorafgaandelijk juridisch te toetsen bij de Europese instanties teneinde een vlekkeloos verloop van de gehele operatie te garanderen. Begeleidende maatregelen De Hoge Raad wenst dat de invoering van de afrondingsregel begeleid zou worden met een aangepaste informatiecampagne voor zowel handelaars als consumenten. In de huidige context lijkt het opstarten van een proefproject overbodig. Een proefproject brengt belangrijke kosten met zich mee. Daarenboven wordt een voldoende afdoend bewijs van de goede werking van het stelsel geleverd door het voorbeeld van Finland.

5 BESLUIT De Hoge Raad is er voorstander van het gebruik van de muntstukken van 1 en 2 eurocent te ontmoedigen. Hij meent dat de afrondingsregel wettelijk moet worden ingevoerd en zowel voor de contante als voor de elektronische betalingen moet gelden. De nodige wetswijzigingen moeten een juridisch coherente toepassing in de praktijk garanderen. De Hoge Raad benadrukt ook de noodzaak van voldoende informatieverstrekking aan de betrokkenen en vraagt om een noodzakelijke aanpassingstermijn te voorzien.