THYMUS = primair lymfoïd orgaan: bron T-lymfocyten Proliferatie/differentiatie BM-stamcellen = promonocyten 2 lobi lobuli BW-septa Cortex: thymocyten in epitheliaal reticulum (6:1) = netwerk stervormige epitheelcellen, mφ Medulla: thymocyten:reticulaire epitheelcellen (2,5:1), mφ, lichaampjes van Hassal = concentrische lagen afgeplatte epitheelcellen, interdigiterende cellen (APC) 1
THYMUS 2
THYMUS LM: moeilijk herkenbaar 3
THYMUS 4
LYMFEKNOOP BW-kapsel Boonvormig concave zijde: hilus BV + zenuwen + uittreden efferente lymfevaten convexe zijde: lymfe binnen via afferente lymfevaten onder BW-kapsel: subcapsulaire sinus via schors-sinussen in verbinding met mergsinussen 2 componenten: cortex buitenste schorsgebied paracorticaal gebied medulla 5
LYMFEKNOOP CORTEX buitenste schorsgebied = bolvormige lymfefollikels - primaire lymfefollikels (B-lymfocyten: donkerkleurend) - secundaire lymfefollikels follikel-/kiemcentrum (lichter) + lymfocytenkrans (corona) Tussen follikels reticulumcellen en folliculair dendritische cellen = houden immuuncomplexen vast vorming B-geheugencellen paracorticaal gebied Enkel T-lymfocyten + reticulumcellen, interdigiterende cellen (APC: activatie T-lymfocyten) en HEVs (lymfocyten uit de bloedbaan) MERG Mergsstrengen met lymfocyten, plasmacellen en mφ Mergsinussen 6
LYMFEKNOOP BW-KAPSEL RANDSINUS MEDULLA PARACORTICAAL GEBIED HILUS CORTEX 7
LYMFEKNOOP LYMFEFOLLIKEL Follikelcentrum Corona CORTEX MERG 8
LYMFEKNOOP DETAIL LYMFEFOLLIKEL 9
LYMFEKNOOP DETAIL MERG 10
= grootste lymfoïd orgaan Functies: - verdedigingsbarrière (micro-organismen bloed) - afbraak RBC dens BW-kapsel trabekels in parenchym = miltpulpa mediale zijde: hilus a. en v. lienalis + zenuwen Bloedcirculatie A. lienalis trabekelarteriën centrale arteriolen omgeven door PALS (= peri-arteriolaire lymfocytenschede) penseelarteriën capillairen veneuze sinussen trabekelvenen v. lienalis MILT 11
MILT Sinussen: gesloten circulatie Trabekel Lymfocyten Centrale arterie Open circulatie Penseelarterie Trabekelarterie + -vene PALS Miltkapsel 12
MILT MILTPULPA WITTE PULPA = lymfoïd weefsel van de milt 1. PALS (peri-arteriolair lymfocytenschede) omgeven arteriolen over hele lengte centraal = inner PALS - T-lymfocyten - Interdigiterende cellen (APC) outer PALS: B-lymfocyten 2. Follikels (rand witte pulpa) primaire follikels secundaire follikels follikelscentrum + mantelzone/corona (rijpe B-cellen) Buitenzijde follikels begrensd door randzone: marginal zone cellen = B-cellen mantelzone-randzone: marginale sinussen + folliculaire dendritische cellen 13
MILT RODE PULPA = reticulair BW - strengen van Billroth vormen ruimtelijk samenhangend netwerk mφ, lymfocyten, plasmacellen, monocyten - veneuze sinussen (60%) langgerekte niet-aaneensluitende endotheelcellen uitwisseling strengen van Billroth en sinussen Monden rechtstreeks uit in grote venen 14
MILT Trabekelarterie Follikel Centrale arteriole WITTE PULPA PALS RODE PULPA PALS Centrale arteriole 15
MILT Trabekel Marginale zone Trabekelvene 16
MILT 17
TONSILLAE PALATINAE TONSILLEN = opeenhoping lymfoïd weefsel - onvolledig kapsel - onder epitheel - begin darmkanaal en luchtwegen Krans tonsillen keelingang = Ring van Waldeyer - tonsilla pharyngea - tonsillae palatinae - tonsillae linguales behoren tot MALT (= mucosa-associated lymphoid tissue) 18
TONSILLAE PALATINAE = 2 keelamandelen matig ontwikkeld kapsel invaginaties = crypten voortzetting onverhoornd meerlagig plaveiselepitheel pharynx lumen: afgestoten epitheelcellen, lymfocyten, bacteriën, granulocyten omgeven door compact lymfoïd weefsel met lymfefollikels tussen follikels: hoogendotheelvenulen (HEVs) in T-lymfocytenvelden (binnentreden B- en T-lymfocyten uit bloed) 19
TONSILLAE PALATINAE CRYPTE CRYPTE EPITHEEL FOLLIKELS 20
TONSILLAE PALATINAE 21
TONSILLAE PALATINAE 22
PLATEN VAN PEYER Submucosa ileum = samenvoeging lymfefollikels (lymfenoduli aggregati) 23
PREPARATEN J 2/10 Tonsillae palatinae Trichroom, anilineblauw (humaan) J 4/13 Thymus HE (humaan) J 3/6 Milt HE (humaan) J 1/11 Lymfeknoop AZAN (kat) E 14/20 Ileum (platen van Peyer) AZAN (varken) 24