Beleidsplan September 2011- September 2016
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Situatieanalyse 3. Visie 4. Stappen 5. Evaluaties Inleiding In het verleden werden de oud-katholieken in Zeeland bediend vanuit de parochie Dordrecht. Met pastoor Leen Wijker werd in 1999 de groep oud-katholieken levensvatbaar geacht om een zelfstandige statie te worden. De facto kreeg zij geen eigen rector, maar bleef dit een functie van de pastoor van Dordrecht, zij het dan nu een zelfstandige. Vanaf 2007 wordt de functie van rector verbonden met die van port chaplain vanwege the Mission to Seafarers in Vlissingen. De verdeling is 80% port chaplain, 20% rector van de statie. Tot augustus 2010 lukt het niet om hiervoor een voltijds pastor te vinden. Deze onderbemensing heeft de opbouw van de statie tot parochie niet bevorderd. Met de komst van een pastor die de volle 20% kan invullen, kan goed begonnen worden met de opbouw van de statie. Doel is voldoende groei en ontwikkeling te realiseren om een parochie te worden. Helaas is het geen gunstige periode voor groei. Alle mainstream kerken, waaronder de Oud-Katholieke Kerk van Nederland, hebben te maken met een terugloop in leden, kerkgangers, middelen en vrijwilligers. Binnen de OKKN is het de bedoeling dat elke parochie en statie 60% van het pastoorssalaris gaat betalen omdat een gemeenschap die uitsluitend van het vermogen leeft, geen toekomst heeft. Meer specifiek heeft de opbouw van de statie lang, misschien wel te lang, op zich laten wachten, waardoor de vergrijzing de vitaliteit van de gemeenschap sterk heeft doen afnemen. Desalniettemin wil het huidige statiebestuur de poging wagen om een groeiende beweging tot stand te brengen, die uiteindelijk niet alleen moet leiden tot de vereiste 60%-norm, maar ook tot de uitbouw van de statie tot parochie. Dit wil het bestuur in twee fases doen met het oog op de vijf-jaar durende solidariteitssubsidie voor gemeenschappen die de 60%-norm nog niet halen. De komende twee jaar wil het bestuur zich inspannen om groei zichtbaar te maken op het gebied van ledenaantal, kerkgangers, collecteopbrengst en kerkelijke bijdragen. Wanneer zij deze meervoudige groeibeweging zichtbaar kan maken, wil zij deze beweging in de drie daarop volgende jaren uitbouwen om de 60%-norm wel te halen. Dit beleidsplan begint met een schets van de huidige situatie, de problemen van onze gemeenschap, maar ook de kansen. Vervolgens zal de visie op Oud-Katholiek Zeeland verwoord worden, waarna het beleid voor de komende twee jaar zal worden uiteengezet in concrete stappen. Het statiebestuur, augustus 2011 1
Situatieanalyse De huidige situatie van Oud-Katholiek Zeeland zullen we beschrijven aan de hand van de volgende criteria: 1. Ledental 2. Gastleden 3. Kerkbezoek 4. Collecteopbrengst 5. Opbrengst kerkbalans 6. Vermogen 7. Balans 8. Intern draagvlak 9. Extern draagvlak 10. Publiciteit Ledental Onder het ledental verstaan we het aantal leden dat volgens de SILA (Stichting Interkerkelijke Ledenadministratie) als Oud-Katholiek staat geregistreerd binnen de grenzen van de Statie Zeeland. Volgens de laatste gegevens zijn er 55 leden. Gastleden Gastleden zijn die mensen die hebben aangegeven naast hun huidige kerklidmaatschap ook lid te willen zijn van de Oud-Katholiek Statie Zeeland. 3 mensen hebben zich hiervoor opgegeven. Kerkbezoek Het gemiddelde kerkbezoek is het gemiddeld aantal personen dat onze reguliere vieringen bezoekt. Over 2010 was dit 20. Collecteopbrengst Er zijn twee soorten collecten: de reguliere collecte en de bijzondere collecte die in de statie niet altijd wordt gehouden, omdat er slechts eens per maand een viering is. De opbrengst van de eerste collecte over 2010 was 735 euro en van de tweede 590. Opbrengst kerkbalans Relevant voor de huidige situatie is de totale opbrengst van de actie kerkbalans, de gemiddelde bijdrage per huishouden en het aantal portemonnees. De totale opbrengst over 2010 was 4010 euro. Er zijn 18 portemonnees met een gemiddelde bijdrage van 223 euro. Dit gemiddelde zegt niet zoveel, omdat 15 van de 18 portemonnees beneden de 250 euro geeft en drie portemonnees fors bijdragen. Vermogen De statie heeft een schuld opgebouwd van 4202 euro. De verwachting is dat deze vanaf 2011 fors zal toenemen vanwege het nieuwe afdrachtsysteem. Voor 2011 is er een begrotingstekort van 7500 euro (hierbij is de solidariteitssubsidie niet meegenomen). 2
Balans De totale kosten over 2010 waren 6112 euro. De totale inkomsten bedroegen 5560 euro, wat leidde tot een verlies van 552 euro. Voor 2011 zal zoals gezegd de balans nog negatiever uitvallen. Intern draagvlak Het interne draagvlak staat voor het aantal vrijwilligers gedeeld op het totale ledenaantal. Er zijn vijf vrijwilligers op 55 leden. Het interne draagvlak is dus 0.09. Dit is een relatief hoog percentage, maar zowel het kleine aantal leden geeft een wat onduidelijk beeld. Daarnaast moet vermeld worden dat er nog enkele belangstellenden zijn die bij de vieringen betrokken zijn. Omdat zij geen lid zijn, vallen zij echter buiten beschouwing. Ook zijn er gastleden die wel eens hand en span diensten verrichten, maar ook die nemen we niet mee. Extern draagvlak Het extern draagvlak staat voor de diensten die de pastores aanbieden aan mensen van buiten de gemeenschap. Hoewel het totale pastorale aanbod beperkt is door de kleine aanstelling van 20%, verleent deze echter automatisch diensten aan derden, omdat bijna de helft van de reguliere kerkgangers niet van de eigen gemeenschap zijn. Daarnaast zorgt de samenwerking met The Mission to Seafarers Vlissingen voor samenwerkingsmomenten, die ook ten dienste staan van niet Oud-Katholieken. Publiciteit In Zeeland is er nog ruimte voor kerkelijke berichten. De kerkdiensten werden in de huis-aanhuis bladen vermeld. Daarnaast was er een parochiebrief die drie keer per jaar uitkwam. Deze was bijna in zijn geheel het product van de vorige rector. Er was ook een beperkte website, waarop de basale informatie over de Statie te vinden was. De publiciteit is al aangepast door de parochiebrief te vervangen voor een maandelijkse nieuwsbrief die zowel digitaal als geprint beschikbaar is. Daarnaast is er een nieuwe website, met huisstijl en naam van de Statie ontworpen met hulp van de landelijke kerk. Daarnaast worden bijeenkomsten regelmatig gefotografeerd om over beeldmateriaal te beschikken. Daarnaast proberen we via persberichten aandacht voor activiteiten van Oud-Katholiek Zeeland te krijgen. Dit is al eens gelukt met resultaat. Conclusie Samenvattend kan men concluderen dat de Statie Zeeland een kleine gemeenschap is met een relatief evenwichtige leeftijdsopbouw, hoewel de regelmatige kerkgangers m.u.v. het pastoorsgezin 40+ is. Het kerkbezoek is vrij hoog (45%), hoewel de helft hiervan geen lid is. Ook het feit dat er slechts eens per maand een viering is, geeft een scheef beeld. Bij bijzondere vieringen (Kerstmis, Pasen, Goede Week in de kapel van The Mission), ligt het kerkbezoek aanmerkelijk lager ca. 5 personen. Het percentage vrijwilligers is relatief hoog, maar eveneens vertekenend. Duidelijk is dat de Statie door weinig personen gedragen wordt. Ook de gebrekkige bezetting in het kerkbestuur is hier een teken van. Daar sluit ook het geringe aantal activiteiten bij aan. De enige regelmatige activiteit is de maandelijkse viering. Verreweg de zwakste plek zijn de financiën. Een kleine gemeenschap heeft weinig portemonnees, hoewel 18 op 55 leden relatief hoog is. Daar komt bij dat de meeste leden ook een ander kerklidmaatschap hebben, waardoor de kerkbijdragen gedeeld moeten worden. De gemiddelde bijdrage per portemenonnee van 223 euro is te laag. Tenslotte dragen de niet-leden alleen bij in de vorm van de collecte die wel relatief hoog uitvalt. Niet alleen intern maar ook extern is het draagvlak klein door het beperkt aantal activiteiten. 3
3. Visie Inleiding Onder het kopje visie willen we beschrijven hoe we onszelf omschrijven en welke opdracht (missie) daarbij hoort. Daarnaast willen we een toekomstbeeld schetsen, waar we naartoe willen werken. Identiteit Tijdens de brainstormdag op 8 januari 2011 herkende men naar aanleiding van de DVD Stel ik zoek een kerk de volgende punten: Een kerk, waar we elkaar verstaan, maar niet hetzelfde zeggen Een kerk, waarin je niet geboetseerd wordt naar iemands beeld Een kerk met hartelijke openheid Een kerk met ruimte zonder vrijblijvendheid Een kerk in beweging met liturgie als oriëntatie Een kerk die te gast is Een kerk die meeleeft met haar leden We willen onszelf omschrijven als een gemeenschap die in Zeeland nog te gast is, maar daar een heel eigen inbreng heeft door enerzijds haar hechtheid en meelevendheid en anderzijds op haar beurt openheid en gastvrijheid aanbiedt aan wie bij haar aanklopt. Als deel van de Oud- Katholieke Kerk van Nederland staan we in de spanning van enerzijds verbondenheid met de Bijbel, de Vroege Kerk en de oecumene en anderzijds een zo groot mogelijke ruimte voor eigen beleving en interpretatie en willen we vooral een beweging zijn. Hoewel we waarden en principes hebben, mag iedereen zichzelf zijn. In de eucharistie vieren we dat we gemeenschap zijn, maar dit beleven we ook op andere momenten, wanneer we elkaar ontmoeten en lief en leed met elkaar delen. Toekomstbeeld Vanuit onze identiteit willen we graag als Oud-Katholiek Zeeland meer voeten in de Zeeuwse aarde krijgen. We richten ons daarom niet langer op de hele provincie maar willen vooral op één locatie present zijn. Hierdoor kunnen we een duidelijker profiel ontwikkelen en sterkere banden krijgen. In deze zin willen we onze oecumenische betrokkenheid uitbouwen om een oudkatholieke bijdrage aan de Kerk te leveren. Als gemeenschap willen we niet alleen in de oecumene present zijn, maar ook in de lokale gemeenschap. We zijn niet uit op het winnen van zieltjes om ons voortbestaan te garanderen, maar willen onze gemeenschap als kerkelijk thuis aanbieden aan wie daar behoefte aan heeft. Van onze eigen leden, gast-leden en belangstellenden vragen we meer betrokkenheid via de kerkelijke bijdragen, vrijwillige ondersteuning en deelname aan activiteiten. Ons geloofsleven willen we uitbouwen door elkaar vaker te ontmoeten. We willen een gemeenschap zijn die twee keer per maand eucharistie viert op zondagmorgen en daarnaast geloofsverdiepende activiteiten organiseert bij mensen thuis. Dat laatste kan door heel Zeeland gebeuren zoals bij het Groot Huisbezoek al is gebeurd (Een bijeenkomst in Oost-Souburg en Terneuzen). 4
Stappen Wortelen Om lokaal duidelijker present te zijn, willen we ons concentreren op één locatie. Het is de vraag in hoeverre de dagkapel van de Maria Magdalenakerk in Goes te beste plek is. De kapel is te klein voor groei van de gemeenschap en geeft weinig ruimte voor variatie in de liturgie. Daarnaast is onze gemeenschap daar te onzichtbaar aanwezig. Het straalt onze kleinheid uit. Verder missen we een bepaalde mate van zelfstandigheid (het kosterwerk, de koffie e.d. wordt voor ons geregeld). Tenslotte biedt het hebben van een eigen pastor in Zeeland weinig voordeel als de stad Goes de hoofdlocatie wordt. Willen we echt wortelen, dan moet de locatie de volgende eigenschappen bezitten: 1. Voldoende ruimte bieden om als vierende gemeente te kunnen groeien 2. Een bepaalde mate van liturgische flexibiliteit toelaten 3. Een ontmoetingsruimte hebben die ook voor kinderkerk gebruikt kan worden 4. Een thuis voor ons zijn zoals een huurwoning je thuis is 5. Herkenbaar zijn als de kerk van de Oud-Katholieken (gedeeld met anderen) 6. Dichtbij de pastorie zijn, zodat de pastor ook pastor van de stad kan zijn De eerste stappen zijn gezet door via de nieuwsbrief de kwestie aan te kaarten en te experimenteren met vieringen op een andere locatie, de Lutherse Kerk in Middelburg. Het experiment moet nog geëvalueerd worden, maar behalve een neutraal geluid zijn er alleen positieve reacties gekomen. Een positief neveneffect is, dat de participatie in het experiment ook aangaf hoe betrokken mensen waren. De opkomst was in elk geval goed: de eerste keer 27, de tweede keer 20, dus niet lager dan het gemiddelde van 2010. In september volgt een evaluatie. Een bemoeilijkende kwestie is dat de Lutherse gemeente gaat fuseren met PKN-gemeente Middelburg en het op dit moment onduidelijk is wat er met het gebouw gebeurt. Verkoop is een goede mogelijkheid. Daarom kan ons experiment in september verlengd worden maar dan met de kerk van de doopsgezinde gemeente van Middelburg als locatie. Het experiment wordt in elk geval met een evaluatie afgesloten, waarna het statiebestuur zal beslissen. Presentie Wanneer de locatie definitief is vastgesteld, kunnen we onze presentie versterken door: 1. Lid te worden van de locale Raad van Kerken en als volwaardig lid mee te doen met locale activiteiten 2. Een vaste vermelding in de locale krant (Middelburgse bode) 3. Thema-avonden organiseren in de stad 4. Aanwezig zijn bij stadsactiviteiten 5. De kerkdienst verplaatsen naar de zondag. Punt 5 verdient toelichting. Op dit moment zijn we als kerk voor veel mensen een activiteit naast de gewone kerk. Op zondag gaat men naar de kerk in de eigen stad of dorp. Door de kerkdienst te verplaatsen naar de zondag, worden onze vieringen dé vieringen van de week in plaats van iets extra s. We zijn ons ervan bewust dat een aantal mensen dan niet meer zal komen vanwege verplichtingen naar de eigen kerk. Deze mensen behoren echter niet langer tot onze doelgroep (hoewel iedereen altijd welkom blijft). Onze gemeenschap wil er primair zijn voor mensen die een 5
kerkelijk thuis zoeken. Hierdoor kunnen we volledig aanspraak maken op hun commitment. We testen in feite hiermee de vitaliteit en aantrekkingskracht van onze gemeenschap. Dit is noodzakelijk met het oog op de volgende periode van drie jaar, waaraan we alleen beginnen als de eerste periode voldoende resultaat oplevert. Gemeenschap Een gemeenschap komt niet tot leven als zij slechts eens per maand bij elkaar komt. Daarom willen we de frequentie van de kerkdiensten verdubbelen naar eens per twee weken. Daarnaast werken we aan de hechtheid van de gemeenschap door de vieringen op zondagochtend te houden. Hierdoor moeten mensen echt voor onze kerk kiezen. Naast de vieringen willen we andere activiteiten organiseren zoals huisgroepen die eens per 6 weken bij elkaar komen om het geloof te delen en te verdiepen. Financiën Hoewel de financiën het grootste probleem vormen, komen ze nu pas aan bod. Dat komt omdat de financiële problemen samenhangen enerzijds met de kleinheid van de gemeenschap en anderzijds met gebrek aan betrokkenheid. De financiële bijdragen zijn te laag. De hierboven genoemde maatregelen moeten het aantal leden en betrokkenen vergroten. Daarnaast geven mensen minder aan een kerk als deze weinig voor hen doet. Een kerk waar je wekelijks naar toe gaat / kunt gaan, geef je meer dan een kerk die dit slechts eens per maand doet. Door het aanbod te vergroten en te verbreden, hopen we ook een groter beroep op deze financiële betrokkenheid te kunnen doen. Deze aanspraak zullen we ook doen, door enerzijds meer bewustzijn te creëren bij de leden en gastleden van de statie (3% van het inkomen is meer dan 250 euro) en anderzijds op een positieve manier te laten zien wat we met de middelen doen. Een andere mogelijkheid is het werven van geld door activiteiten. Hiervoor zijn wij afhankelijk van de talenten van onze gemeenschap, maar de ervaring leert dat de verkoop van bijv. zelfgemaakte koeken e.d. een goede aanvulling op het budget kunnen zijn (daarnaast is het een goede gelegenheid om meer bekendheid te krijgen). Participatie Oud-Katholiek geloven is meedoen, zowel in de liturgie, bij geloofsverdiepende activiteiten als bij het verrichten van hand- en spandiensten. Onze locatie in Goes en het gebrek aan andere activiteiten als mede het idee dat een bestuur ook al het werk moet doen, zorgen ervoor dat slechts weinig mensen actief betrokken zijn bij de statie. Het experiment in Middelburg vroeg al meer van ons in de vorm van het zelf verzorgen van de koffie en de afwas, het kosterwerk. Dit willen we stimuleren op de definitieve locatie. Er zal een groep mensen betrokken moeten zijn bij de vieringen, we hebben gastvrouwen en mannen nodig voor de huisbijeenkomsten en we zullen een beroep doen op mensen voor de geldwervende activiteiten en onze presentie. Jeugd en jongeren Onze gemeenschap heeft maar een tweetal betrokken jongeren en drie jonge kinderen. Voor de jongeren willen we wel activiteiten organiseren zoals het abdijweekend van 2/3 juli 2011 en maken we gebruik van het landelijke aanbod zoals het Zomerfeest. Voor kinderen zorgen we dat er in elk geval kinderkerk is en binnen twee jaar kindercatechese. Door PR (website en nieuwsbrief) proberen we jonge gezinnen aan te trekken en zo de groep te vergroten. Wellicht kunnen we in de oecumene aanhaken bij andere jeugd-en jongerenprojecten in de stad. 6
Evaluaties: Zoals hierboven aangegeven willen we ons project in twee fasen opdelen met een tussentijdse evaluatie. In de eerste fase is het doel een groeibeweging in onze gemeenschap tot stand te brengen. Deze groei moet zichtbaar zijn aan de hand van enkele (niet noodzakelijk alle) van de volgende criteria: 1. De opbrengst van de kerkbalans 2. Het ledenaantal 3. Het kerkbezoek 4. De collecte opbrengst 5. Het aantal actieve (gast-)leden In januari 2012 willen we gevestigd zijn op een nieuwe locatie in Middelburg. In datzelfde jaar vindt het werkbezoek van de bisschop plaats, waarop een eerste peiling gehouden kan worden. In september 2013 vindt de tussentijdse evaluatie plaats. Dan moet er een groeibeweging zichtbaar zijn om de tweede fase van het project in te gaan. In deze fase zal de statie moeten groeien tot een parochie, waarbij zij in elk geval 60% van de pastoorsaanstelling kan betalen. In 2015 is opnieuw werkbezoek gepland met wederom een peiling. De definitieve beslissing vindt plaats aan de hand van de eindevaluatie in september 2016. Dan moet de gemeenschap voldoende gegroeid zijn om 60% van de 20% aanstelling te betalen, concreet een afdracht van 8000 euro. De totale inkomsten van de parochie moet dan gegroeid zijn tot 11000 euro per jaar. Wanneer in september 2013 geen groei zichtbaar is, wordt afgezien van de tweede fase van het project. Wanneer in september 2016 de opbrengst van 11000 euro niet in zicht is, zal de statie opgeheven worden. 7