Besluit omgevingsvergunning wijzigen inrichtingsgrens Stortplaats Hollandse Brug Aanvraagnummer OLO-2244761 Zaaknummer 692202 Afvalzorg Deponie BV Postbus 2 1566 ZG Assendelft Locatie: Stortplaats Hollandse Brug IJsselmeerweg 15, 1411 AA, Naarden Onderwerp: Wijzigen inrichtingsgrens Datum: 30 mei 2016 Dit document betreft een ontwerp van een beschikking ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO). Dit ontwerp zal, in ieder geval, ook gepubliceerd worden. Risico s beperken, leefbaarheid vergroten. 1 6
INHOUDSOPGAVE A B ONDERWERP... 3 PROCEDURELE ASPECTEN... 3 1 VERGUNNINGSITUATIE... 3 2 BEVOEGD GEZAG... 3 3 VOLLEDIGHEID VAN DE AANVRAAG... 4 4 VOORBEREIDINGSPROCEDURE EN ZIENSWIJZEN... 4 5 ADVIEZEN... 4 6 MILIEUEFFECTRAPPORT... 4 7 WIJZIGINGEN TEN OPZICHTE VAN HET ONTWERPBESLUIT... 4 C INHOUDELIJKE BEOORDELING... 4 1 INLEIDING... 4 2 MILIEUBELASTING... 5 D BESLUIT... 5 2 6
BESLUIT TOT HET VERLENEN VAN EEN OMGEVINGSVERGUNNING OP GROND VAN ARTIKEL 2.1, EERSTE LID, ONDER E, SUB 2 0 EN 3 0, VAN DE WABO (OMGEVINGSVERGUNNING MILIEU) A ONDERWERP Wij hebben op 15 maart 2016 een aanvraag (met OLO-aanvraagnummer 2244761) om een omgevingsvergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verder: Wabo) ontvangen van Afvalzorg Deponie BV (verder ook: Afvalzorg) voor het veranderen van de inrichtingsgrens van haar aan de IJsselmeerweg 15 te Naarden gelegen inrichting. In 2003 is door Afvalzorg een wijziging van de inrichtingsgrens aangevraagd door middel van een brief aan de Provincie Noord-Holland (kenmerk MH/AR/2003.001768/AZD, d.d. 17 juli 2003). Deze wijziging is destijds toegestaan door de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland (kenmerk 2003-28787, d.d. 27 januari 2004), maar is niet als besluit geregistreerd. De wijziging van de inrichtingsgrens is daarmee niet formeel vastgelegd. Dit wordt met het voorliggende besluit alsnog gedaan. Concreet wordt verzocht om een omgevingsvergunning ex artikel 2.1, eerste lid, onder e, sub 2 0 en 3 0, van de Wabo (omgevingsvergunning milieu). De aanvraag bestaat uit de volgende onderdelen: - Aanvraagdocument, d.d. 15 maart 2016; - Tekening aanpassing inrichtingsgrens, kenmerk 0322, d.d. 10 juli 2003; - Toelichting verandering, kenmerk MH/AR/2003.001768/AZD, d.d. 17 juli 2003. B PROCEDURELE ASPECTEN 1 Vergunningsituatie Voor de inrichting zijn eerder de onderstaande vergunningen verleend: - Vergunning verleend ingevolge de Afvalstoffenwet, van rechtswege overgegaan in de Wet milieubeheer, GS Provincie Noord-Holland, kenmerk 93-513254, d.d. 13 juli 1993; - Vergunning (verlenging) verleend ingevolge de Wet milieubeheer, GS Provincie Noord-Holland, kenmerk 2003-35509, d.d. 19 september 2003. Vergunning betreft het verlengen van enkele voorschriften van de vergunning van 13 juli 1993 t.a.v. o.a. het hebben, onderhouden, controleren en rapporteren van alle technische voorzieningen, het opvangen en afvoeren van percolaat, het aanbrengen van de bovenafdichting. De overige voorschriften zijn ingetrokken. - Vergunning (algehele revisie) verleend ingevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren kenmerk 2006.216226, 27 november 2006; - Vergunning (verandering) verleend ingevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren kenmerk 2008.006086, 7 april 2008. Vergunning betreft het afkoppelen van een regenwaterstroom van het persriool en lozing op het oppervlaktewater. 2 Bevoegd gezag Gelet op het bepaalde in artikel 2.4, tweede lid, van de Wabo juncto artikel 3.3, eerste lid, onder b, van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de daarbij horende bijlage 1, onderdeel C, zijn wij het bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning voor de onderhavige inrichting. 3 6
3 Volledigheid van de aanvraag Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze getoetst aan de daarvoor geldende indieningsvereisten, zoals deze zijn opgenomen in de Regeling omgevingsrecht. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook in behandeling genomen. 4 Voorbereidingsprocedure en zienswijzen Dit besluit is voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.3 van de Wabo. Zienswijzen <<PM>> 5 Adviezen In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo juncto de artikelen 6.1 tot en met 6.4 van het Bor, hebben wij de aanvraag om advies gezonden aan de gemeente Gooise Meren. Er is vervolgens geen advies uitgebracht. 6 Milieueffectrapport De aangevraagde activiteit komt niet voor in onderdeel C of D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage. Voor de aangevraagde wijziging bestaat i.c. geen verplichting tot het maken van een milieueffectrapport als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer. Ook is de verandering niet mer-beoordelingsplichtig. 7 Wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbesluit <<PM>> C INHOUDELIJKE BEOORDELING 1 Inleiding Op de niet meer in exploitatie zijnde stortplaats Hollandse Brug rust een vergunning in het kader van de Wet milieubeheer die in 2003 is verlengd om te waarborgen dat voorschriften met betrekking tot de nazorg van de stortplaats gehandhaafd zouden worden. De stortplaats is door Naarderbos BV (thans Golfexploitatiemaatschappij Naarderbos BV) ontwikkeld tot golfbaan en deze ontwikkelingen hebben geleid tot de wens van de exploitant om binnen de inrichting van de stortplaats een loods op te richten waar materieel wordt gestald dat wordt gebruikt voor onderhoud van de golfbaan. Tevens worden in de loods kleine hoeveelheden gevaarlijke stoffen opgeslagen als oliën, vetten, benzine en bestrijdingsmiddelen. In de nabijheid van de loods zou een bovengrondse tank worden geplaats en een wasplaats worden gerealiseerd (informatie uit 2003). Deze activiteiten passen (deels) niet in de Wm-vergunning van de stortplaats en vallen onder de verantwoordelijkheid van de exploitant van de golfbaan. Het verzoek van Afvalzorg was dan ook om de activiteiten van de golfbaan en de stortplaats vergunningtechnisch te scheiden door de inrichtingsgrenzen dusdanig te aan te passen dat de activiteiten van Naarderbos BV buiten de inrichting van de stortplaats vallen. Dit verzoek is door Afvalzorg op 17 juli 2003 per brief ingediend. Onlangs is gebleken dat het verzoek destijds door GS van de Provincie Noord-Holland als melding behandeld is en de aangepaste inrichtingsgrenzen niet in een officieel besluit zijn geformaliseerd. 4 6
Dit wordt met voorliggend besluit alsnog gedaan. Daartoe heeft Afvalzorg op 15 maart 2016 het verzoek opnieuw ingediend. De aanvraag heeft betrekking op het veranderen van een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, sub 2 0 en 3 0, van de Wabo. De Wabo omschrijft in artikel 2.14 het milieuhygiënische toetsingskader van de aanvraag. Bij onze beslissing op de aanvraag hebben wij: - de aspecten genoemd in artikel 2.14 lid 1 onder a van de Wabo betrokken; - met de aspecten genoemd in artikel 2.14 lid 1 onder b van de Wabo rekening gehouden; - de aspecten genoemd in artikel 2.14 lid 1 onder c van de Wabo in acht genomen. In de onderstaande hoofdstukken lichten wij dit nader toe, waarbij wij ons beperken tot die onderdelen van het toetsingskader die ook daadwerkelijk op onze beslissing van invloed (kunnen) zijn. 2 Milieubelasting Met de aangevraagde aanpassing van de inrichtingsgrens veranderen er geen activiteiten binnen de inrichting van Afvalzorg. De wijziging heeft geen nadelige gevolgen voor het milieu. Er worden enkele mogelijk milieubelastende activiteiten van Naarderbos BV buiten de inrichting van Afvalzorg geplaatst. Het betreft onder andere opslag van brandstoffen, bestrijdingsmiddelen en kunstmest, een was- en spoelplaats met OBAS en een bovengrondse dieseltank voor het onderhoud van de golfbaan. Voor deze activiteiten is een melding Activiteitenbesluit ingediend. Conclusie Gezien het vorenstaande bestaan er geen beletselen om de aangevraagde omgevingsvergunning voor het veranderen van de inrichting (omgevingsvergunning ex artikel 2.1, eerste lid, onder e, sub 2 0 en 3 0, van de Wabo) te verlenen. D BESLUIT Wij besluiten, gelet op de hiervoor opgenomen overwegingen de aangevraagde omgevingsvergunning te verlenen. Afschriften Een exemplaar van dit besluit zullen wij zenden aan: Afvalzorg Deponie BV Postbus 2 1566 ZG Assendelft Gemeente Gooise Meren Postbus 6000 1400 HA Bussum 5 6
Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Noord-Holland namens dezen, De Directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, voor deze, de heer J. Rosch Teammanager Vergunningverlening Portefeuille BRZO/RIE Dit document is digitaal vastgesteld. Een fysieke of ingescande handtekening is daarom niet nodig. Meer informatie: https://www.odnzkg.nl/mozard/!suite86.scherm0325?mvrg=1891 6 6