1/14 De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer Beraadslaging STAT nr 36/2008 van 26 november 2008 Betreft: Aanvraag van het Instituut voor Sociale en Economische Geografie van de Katholieke Universiteit Leuven om vanwege de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie mededeling te verkrijgen van gecodeerde studiegegevens (individuele gegevens m.b.t. de interne migraties opgenomen in het Rijksregister voor de jaren 2005, 2006 en 2007) voor een studie van de migratiestromingen tussen de Belgische gemeenten, in het bijzonder binnen en ten opzichte van de stadsgewesten (STAT/MA/08/032) De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (hierna "de Commissie"); Gelet op de wet van 4 juli 1962 betreffende de openbare statistiek (hierna "wet openbare statistiek"); Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna "WVP"); Gelet op het Koninklijk besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna "koninklijk besluit van 13 februari 2001"); Gelet op het Koninklijk besluit van 7 juni 2007 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van het Statistisch Toezichtscomité opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Gelet op de aanvraag van het Instituut voor Sociale en Economische Geografie van de Katholieke Universiteit Leuven, ontvangen op 26/09/2008;
Ber STAT 36/ 2008-2/14 Gelet op de vraag van 07/10/2008 van de Commissie om bijkomende informatie, ontvangen op 22/10/2008; Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie) op 23/10/2008; Gelet op het technisch en juridisch advies ontvangen op 14/11/2008; Gelet op het verslag van de Voorzitter; Beslist op 26/11/2008, na beraadslaging, als volgt: I. VOORWERP VAN DE AANVRAAG 1. De aanvraag strekt ertoe om het Instituut voor Sociale en Economische Geografie van de Katholieke Universiteit Leuven, hierna de Onderzoeker genoemd, te machtigen om vanwege de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (hierna ADSEI) mededeling te bekomen van gecodeerde studiegegevens (individuele gegevens m.b.t. de interne migraties opgenomen in het Rijksregister voor de jaren 2005, 2006 en 2007) voor een studie van de migratiestromingen tussen de Belgische gemeenten, in het bijzonder binnen en ten opzichte van de stadsgewesten. 2. De aanvraag strekt er tevens toe het ingevolge die mededeling af te sluiten vertrouwelijkheidscontract tussen ADSEI en de Onderzoeker goed te keuren. II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG A. TOEPASSELIJKE WETGEVING A.1. Wet openbare statistiek 3. Op grond van de artikelen 15 en 15bis van de wet openbare statistiek is ADSEI bevoegd, na toestemming van het Statistisch Toezichtscomité en mits een vertrouwelijkheidscontract goedgekeurd is door datzelfde Comité, gecodeerde studiegegevens te leveren aan de in de wet openbare statistiek vermelde bestemmelingen onder de in de wet openbare statistiek gestelde voorwaarden.
Ber STAT 36/ 2008-3/14 4. Op grond van artikel 16 van het koninklijk besluit van 7 juni 2007 is de Commissie, tot de installatie en de benoeming van de leden van het Comité, belast met de opdrachten die aan het Comité worden toebedeeld door de wet openbare statistiek. 5. Dienaangaande maakt de beheersinstelling in het technisch en juridisch advies de volgende bedenking: "In dit dossier wordt via het Statistisch Toezichtcomité (in casus de Commissie ter Bescherming van het Privé-leven) een vraag naar individuele gegevens uit het Rijksregister gesteld, in het bijzonder individuele persoonsgebonden gegevens over de migratie. De Wet van 8 augustus 1983, zoals gewijzigd in 2003, heeft, in de schoot van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, een Sectoraal Comité van het Rijksregister opgericht (artikel 15 van de Wet van 8 augustus 1983). Dit Sectoraal Comité van het Rijksregister is belast met de aanvragen tot machtiging om toegang te verlenen tot de informatiegegevens van het Rijksregister. De Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie stelt zich de vraag of deze aanvraag, gezien de inhoud geëvalueerd dient te worden door het Sectoraal Comité van het Rijksregister in plaats van door het Statistisch Toezichtscomité? Of eventueel door beiden. Gebeurt de gegevensverspreiding door de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie? Is het een taak van de ADSEI om als brievenbus/doorgeefluik te fungeren voor gegevens die rechtstreeks uit het Rijksregister komen. Het lijkt logischer en vanuit het oogpunt van gegevensverspreiding veiliger dat deze aanvraag rechtstreeks via het Rijksregister wordt geleverd. Het zou aangewezen zijn het advies te vragen van het Comité voor het Rijksregister van de CBPL om na te gaan of de ADSEI, door deze gegevens via het Statistisch Comité van de CBPL te leveren, de voorwaarden van het Comité voor het Rijksregister inzake de toegang tot de gegevens van het Rijksregister naleeft". 6. De Commissie, hier dus optredend loco het Statistisch Toezichtscomité, is van oordeel dat onderhavige machtiging volstaat om volgende redenen: - dat de codering van persoonsgegevens zou moeten gebeuren door de authentieke gegevensbron (hier het Rijksregister) is weliswaar een goed uitgangspunt, maar codering moet niettemin met kennis van zaken gebeuren om zijn beschermend effect niet te verliezen. Het omzetten van nietgecodeerde persoonsgegevens in gecodeerde persoonsgegevens is niet vanzelfsprekend en moet
Ber STAT 36/ 2008-4/14 gebeuren volgens de regels van de kunst. ADSEI is in dat opzicht, meer dan het Rijksregister, vertrouwd om met het proces van codering van persoonsgegevens om te gaan, aangezien dat onder andere behoort tot haar wettelijke kerntaken; - de aangevraagde gegevens zijn beschikbaar in de databanken van ADSEI en de mededeling onder gecodeerde vorm van de in haar bezit zijnde individuele studiegegevens, het weze hier rijksregistergegevens, voor doeleinden van wetenschappelijk onderzoek, is typisch een bevoegdheid van het Statistisch Toezichtscomité als voorzien in de wet openbare statistiek. Minstens moet aangenomen worden dat de aanvraag werd ingediend bij het 'meest' bevoegde sectoraal comité binnen de Commissie; - daarenboven machtigt het Statistisch Toezichtscomité ADSEI enkel de gecodeerde studiegegevens mee te delen in het kader van een vertrouwelijkheidscontract. Dit vertrouwelijkheidscontract garandeert mede dat de gegevens die door ADSEI worden geleverd in geen geval gebruikt kunnen worden voor andere doeleinden dan diegene omschreven in de aanvraag; - het advies van de beheersinstelling voor de gevraagde mededeling blijft, ondanks de eigen bedenking van ADSEI, uiteindelijk gunstig voor de Onderzoeker, mits er rekening wordt gehouden met een aantal andere voorwaarden en welke de Commissie onderschrijft (zie infra); - de suggestie van de beheersinstelling om deze aanvraag eventueel te onderwerpen aan twee beraadslagingen -één van de Commissie, loco het Statistisch Toezichtscomité en één van het Sectoraal Comité voor het Rijksregister -, biedt uiteindelijk weinig meerwaarde voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. 7. Onverminderd het voorgaande eist de Commissie wel dat ADSEI op de zeer gedetailleerde rijksregistergegevens die worden gevraagd de gepaste coderingstechnieken zou gebruiken opdat herkenning door de verantwoordelijke voor het onderzoek redelijkerwijs uitgesloten zou blijven (zie verder randnummer 21). A.2. WVP en koninklijk besluit van 13 februari 2001 8. Op grond van artikel 1, 1 van de WVP en artikel 1, 3 van het koninklijk besluit van 13 februari 2001 zijn gecodeerde studiegegevens betreffende geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke personen persoonsgegevens, waarvan de verwerking slechts mag gebeuren onder de in de WVP en het koninklijk besluit van 13 februari 2001 gestelde voorwaarden.
Ber STAT 36/ 2008-5/14 B. RECHTSBASIS 9. Het Instituut voor Sociale en Economische Geografie van de Katholieke Universiteit Leuven is één van de in de wet openbare statistiek opgesomde bestemmelingen van gegevens, meer bepaald één in de zin van artikel 15, eerste lid, 4 van de wet openbare statistiek. 10. De Onderzoeker komt derhalve principieel in aanmerking om gemachtigd te worden om de gevraagde gegevens te ontvangen. C. FINALITEIT 11. Persoonsgegevens dienen voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden te worden verkregen (artikel 4, 1, 2 WVP). 12. De Onderzoeker vraagt gedetailleerde gegevens over personen die in het Rijksregister zijn ingeschreven met het oog op een studie van de migratiestromingen tussen de Belgische gemeenten, in het bijzonder binnen en ten opzichte van de stadsgewesten. De nieuwe gegevens zullen worden gebruikt om de migratiedynamiek te bestuderen sinds voorgaande analoge analyses. 13. Deze doeleinden beantwoorden aan de voormelde vereisten van de WVP. 14. Op grond van artikel 15 van de wet openbare statistiek dienen de gecodeerde persoonsgegevens te worden verkregen voor statistische of wetenschappelijke doeleinden. 15. De gegevens zijn in casu bestemd voor wetenschappelijke, statistische en beleidsrelevante onderzoeksdoeleinden. Volgens de beheersinstelling stelt de aanvraag op het vlak van finaliteit geen probleem. De Commissie sluit zich daarbij aan. D. GEGEVENS 16. Met het oog op de bovenstaande onderzoeksdoelstelling wil de Onderzoeker beschikking krijgen over gedetailleerde gegevens over de personen die in het Rijksregister zijn ingeschreven. De aangevraagde gegevens zijn aanwezig in de databanken van de ADSEI, maar de beheersinstelling is van oordeel dat een redelijke termijn nodig is om de aangevraagde gegevens op te leveren. De gegevens zijn leverbaar 30 dagen nadat de gevraagde data beschikbaar zijn. De concrete data die aangevraagd worden zijn de volgende: individuele migraties uit het Rijksregister met plaats van
Ber STAT 36/ 2008-6/14 oorsprong, plaats van bestemming, geslacht, leeftijd, burgerlijke stand, nationaliteit. Wat de precisiegraad van de geografische referentie betreft, stelt de Onderzoeker twee opties voor: minstens de gemeente of de statistische sector (indien mogelijk). Dit laatste niveau, zo motiveert de Onderzoeker, is heel belangrijk om te onderzoeken wat er gebeurt in de kansarme buurten van de kernsteden alsook om de gentrification te kunnen opvolgen. De gegevens dienen betrekking te hebben op de migraties van de jaren 2005, 2006 en 2007 om voldoende representativiteit te hebben bij de opsplitsing in leeftijdsgroepen en ruimtelijke fluxen. E. PROPORTIONALITEIT E.1. Ten overstaan van de noodzaak tot het verkrijgen van gecodeerde gegevens 17. De Onderzoeker mag de gecodeerde persoonsgegevens enkel ontvangen indien een verwerking van anonieme gegevens niet de mogelijkheid zou bieden de statistische of wetenschappelijke doeleinden die hij betracht te verwezenlijken (artikel 4 WVP). 18. De studie en analyse die hier wordt beoogd kan het 'informatieverlies' van een eventuele anonimisering door ADSEI (bv. door opname van de gevraagde gegevens in totaliserende tabellen) niet aan. De Onderzoeker wijst erop dat om migratiestromen te kunnen bestuderen individuele trajecten moeten bekend zijn om in functie van het onderzoek de nodige groeperingen te kunnen uitvoeren: migratiegegevens op individueel niveau vormen aldus de basis om een groepering naar leeftijd en ruimte mogelijk te maken. 19. De noodzaak om over niet-geaggregeerde gegevens te kunnen beschikken wordt duidelijk aangegeven en de Commissie erkent bijgevolg de behoefte aan de gevraagde gecodeerde persoonsgegevens voor de beoogde onderzoeksdoelstellingen. Een mededeling van louter anonieme informatie kan hier niet volstaan. 20. De doeleinden rechtvaardigen dus de verwerking van gecodeerde persoonsgegevens. 21. De Commissie stelt wel vast dat de beheersinstelling vindt dat de gegevens die worden gevraagd zeer gedetailleerd zijn. Dienaangaande merkt de Commissie op dat hoe preciezer en gedetailleerder de gevraagde individuele gegevens zijn -wat hier kennelijk dus het geval is- hoe gemakkelijker de rechtstreekse identificatie door de Onderzoeker mogelijk wordt en hoe moeilijker het dus wordt om de persoonsgegevens doeltreffend te kunnen coderen om die rechtstreekse identificatie door de Onderzoeker te vermijden (gecodeerde gegevens mogen immers slechts door toedoen van de gegevensverstrekker in verband kunnen worden gebracht met een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijk persoon). Aangezien de Commissie niet kan toestaan dat ADSEI quasi
Ber STAT 36/ 2008-7/14 niet-gecodeerde persoonsgegevens ter beschikking zou stellen van de Onderzoeker in strijd met de wet openbare statistiek, vraagt de Commissie dat ADSEI op de zeer gedetailleerde gegevens de gepaste coderingstechniek zou gebruiken opdat de herkenning door de verantwoordelijke voor het onderzoek redelijkerwijs uitgesloten is. 22. De beheersinstelling merkt nog op dat gezien het detailniveau van de gevraagde gegevens en de algemene doelstellingen van de studie van de Onderzoeker, het aangewezen is de precisie van de gegevens betreffende de plaats van oorsprong en de plaats van bestemming te beperken tot de gemeente en geen toegang te geven tot de statistische sectoren. De Commissie sluit zich daarbij aan. De toegang tot dit laatste niveau wordt enerzijds weliswaar gemotiveerd door de Onderzoeker, maar wordt anderzijds door de Onderzoeker zelf niet als strikt noodzakelijk bevonden voor de studie die voorligt en die minimaal nood heeft aan de gemeente als geografische referentie. E.2. Ten overstaan van de hoeveelheid aan gegevens 23. Uit de aanvraag blijkt dat, in dit opzicht, het bewijs niet wordt geleverd per gegeven of categorie van gegevens, maar in functie van het geheel van de gevraagde gegevens. Zoals reeds gesteld adviseert de beheersinstelling de statistische sector niet te weerhouden als geografische referentie. De beheersinstelling adviseert tevens geen enkel identificatienummer door te gegeven waarmee de individuele gegevens eventueel aan bestaande bestanden zouden kunnen gekoppeld worden. 24. De Commissie sluit zich daarbij aan en besluit dat, mits rekening wordt gehouden met deze beperkingen (geen identificatienummer, geen statistische sector), de gevraagde gegevens toereikend, ter zake dienend en niet overmatig zijn conform artikel 4, 1, 3 van de WVP. E.3. Ten opzichte van de bewaartermijn van de gegevens 25. Persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verkregen of verder worden verwerkt, noodzakelijk is (artikel 4, 1, 5 van de WVP). 26. Er valt dienaangaande een ambiguïteit te noteren. In het aanvraagformulier is er tot twee maal toe sprake van een retentieduur tot eind 2010, terwijl het ontwerp van vertrouwelijkheidscontract gewag maakt van eind 2011. De beheersinstelling vindt dit hoe dan ook een adequate bewaarperiode. De Commissie sluit zich daarbij aan en houdt de bewaartermijn van de studiegegevens aldus op maximaal eind 2011.
Ber STAT 36/ 2008-8/14 27. Na deze termijn (eind 2011) moeten de gegevens en back-ups door de Onderzoeker volledig vernietigd worden. Het is niet toegestaan de gecodeerde studiegegevens voor dezelfde doeleinden langer te blijven gebruiken, behoudens toegekende verlenging. Mochten de doeleinden reeds vóór het vervallen van die termijn zijn bereikt, dienen de gegevens en back-ups nog voor afloop van deze termijn door de Onderzoeker te worden vernietigd, met name meteen nadat de doeleinden zijn verwezenlijkt. F. AANGIFTE 28. De Onderzoeker dient, voordat wordt overgegaan tot één of meer volledig of gedeeltelijk geautomatiseerde verwerkingen van de gevraagde gecodeerde gegevens die voor de verwezenlijking van de vooropgestelde doeleinden bestemd zijn, daarvan aangifte te doen bij de Commissie. G. BEVEILIGING G.1. Consulent inzake informatieveiligheid 29. Er valt dienaangaande een ambiguïteit te noteren. Het antwoord op vraag 1 op pagina 2 van het veiligheidsevaluatieformulier ("beschikt u over een veiligheidsconsulent") wordt negatief beantwoord, terwijl pagina 1 van het veiligheidsevaluatieformulier de personalia opgeeft van de verantwoordelijke van het departement ICT van de Katholieke Universiteit Leuven (tevens de dataverantwoordelijke voor de afdeling Sociale en Economische Geografie) als veiligheidsconsulent. G.2. Veiligheidsbeleid 30. Uit de door de Onderzoeker meegedeelde stukken blijkt dat hij over een veiligheidsbeleid beschikt. 31. Uit het veiligheidsevaluatieformulier dat de aanvraag tot mededeling van de gegevens en het vertrouwelijkheidscontract vergezelde, kan opgemaakt worden dat op 14 vragen inzake veiligheid, er 8 positief worden beantwoord. Vraag 1 (veiligheidsconsulent, zie evenwel randnummer 29) en vraag 3 (uitgeschreven veiligheidsbeleid) worden negatief beantwoord en de realisering van bedoelde maatregelen wordt evenmin in het vooruitzicht gesteld. Vragen 4 (identificatie dragers persoonsgegevens) en 14 (bijgewerkte documentatie van getroffen veiligheidsmaatregelen) worden onbeantwoord gelaten en de maatregelen 9 (lijst van toegangsgerechtigde personen) en 13
Ber STAT 36/ 2008-9/14 (urgentieprocedures bij veiligheidsincidenten) zijn zogenaamd niet van toepassing, terwijl het toch maatregelen betreft die in de ogen van de Commissie wel degelijk toepasbaar zijn op de verwerking van gecodeerde persoonsgegevens, maar dus kennelijk niet werden genomen en noch in het vooruitzicht worden gesteld. 32. De Commissie neemt de suggestie van de beheersinstelling in het technisch en juridisch advies over om een veiligheidsadviseur aan te stellen en de ontbrekende documenten en procedures inzake veiligheid op te stellen en eist dat de bedoelde aanpassingen aan het veiligheidsbeleid in de loop van de duurtijd van het vertrouwelijkheidscontract zouden gerealiseerd worden. G.3. Verantwoordelijke natuurlijke persoon 33. De identiteit van de verantwoordelijke natuurlijke persoon werd meegedeeld. Deze persoon is persoonlijk verantwoordelijk voor het naleven van alle verplichtingen m.b.t. de uitvoering van de wet openbare statistiek, de WVP, hun uitvoeringsbesluiten, elke andere wettelijke of reglementaire bepaling tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de bepalingen van de onderhavige beslissing van de Commissie, en de bepalingen van het vertrouwelijkheidscontract. 34. Deze persoon zal daadwerkelijk toezicht uitoefenen op de rechtmatige aanwending van de verstrekte gegevens. 35. De maatregelen waarvan sprake in G. 1. t.e.m. G.3., die de bescherming en de veiligheid van de verstrekte studiegegevens moeten verzekeren, zoals vereist door artikel 16 WVP en artikel 15bis wet openbare statistiek, zijn doeltreffend, indien ze strikt worden gecontroleerd en (op)gevolgd in de praktijk. G.4. Scheiding van andere verwerkingen 36. De Onderzoeker dient onderhavige verwerking van onderhavige gegevens voor onderhavige doeleinden gescheiden te houden van de andere verwerkingen van persoonsgegevens die hij eventueel onder zich heeft.
Ber STAT 36/ 2008-10/14 G.5. Verbod op decodering 37. De Onderzoeker dient er zich contractueel toe te verbinden alle mogelijke middelen te zullen inzetten om te vermijden dat de identiteit van de personen op wie de meegedeelde persoonsgegevens betrekking hebben, zou worden achterhaald. G.6. Koppelverbod 38. De Onderzoeker mag geen pogingen ondernemen om de bekomen persoonsgegevens te koppelen aan persoonsgegevens die reeds met toepassing van andere machtigingen aan hem werden overgemaakt. G.7. Vertrouwelijkheid 39. De Onderzoeker verbindt er zich toe de vertrouwelijkheid van de studiegegevens in acht te nemen en ervoor te zorgen dat de studiegegevens uitsluitend gebruikt worden door leden van zijn/haar eigen personeel, met het oog op de uitvoering van het bedoelde onderzoek. Het zou in casu gaan om twee in het vertrouwelijkheidscontract met naam genoemde onderzoekers, waaronder de verantwoordelijke natuurlijke persoon. H. ANDERE GEBRUIKSVOORWAARDEN H.1. Verspreiding resultaten 40. De stukken vermelden dat eens de groepering van de individuele gegevens (naar leeftijdsgroepen en fluxen tussen de verschillende gemeenten) is gebeurd, statistische analyses (clusters, typologieën,...) op de geaggregeerde gegevens zullen worden uitgevoerd. Daaruit kan impliciet afgeleid worden dat ook externen na de verwerking enkel zullen beschikken over globale eindgegevens van het doorgevoerde onderzoek. 41. Om elk misverstand ter zake te vermijden, wijst de Commissie erop dat de Onderzoeker er inderdaad moet voor zorgen dat, na analyse en gebruik van de gegevens, de gepubliceerde resultaten anoniem en globaal blijven, zodat de individuele gegevens er niet rechtstreeks of onrechtstreeks uit geïdentificeerd kunnen worden.
Ber STAT 36/ 2008-11/14 42. De resultaten mogen dus enkel onder globale en naamloze vorm worden verspreid. 43. Tenminste vijftien dagen vóór de verspreiding moet de Onderzoeker de voorgenomen publicatie overigens aan ADSEI ter inzage voorleggen. H.2. Wetenschappelijk doel, wetenschappelijke normen en analysemethoden 44. Voor het Instituut voor Sociale en Economische Geografie van de Katholieke Universiteit Leuven, die bestemmeling is in de zin van artikel 15, eerste lid, 4, van de wet openbare statistiek, stelt zich de eis tot beschrijving van de analysemethoden die zullen aangewend worden bij het onderzoek en het bewijs dat het onderzoeksproject beantwoordt aan de geldende wetenschappelijke normen. 45. Volgende analysemethoden zullen volgens de stukken worden aangewend: - cartografie; - tabellering op verschillende geografische niveaus, o.m. binnen de geledingen van de stadsgewesten en van hiërarchische niveaus van de steden; - grafieken; - statistische analyses zoals: 'event history analysis', clusteranalyse, principaal componenten analyse, correspondentie-analyse, shift & share analyse. 46. Wat betreft de geldende wetenschappelijke normen waaraan het onderzoek moet beantwoorden, wijst de Onderzoeker erop dat de gegevens worden gebruikt als ondersteuning en in parallel met een onderzoeksproject gesubsidieerd door Federaal Wetenschapsbeleid (en weerhouden door buitenlandse experten) en dat nu in een doctoraatsproject van een in de aanvraag met naam genoemd onderzoeker van het Instituut voor Sociale en Economische Geografie van de Katholieke Universiteit Leuven verder zal gefinaliseerd worden. 47. De wetenschappelijke doelstellingen en methoden van de Onderzoeker worden door de beheersinstelling gunstig beoordeeld. De Commissie sluit zich daarbij aan.
Ber STAT 36/ 2008-12/14 H.3. Controle 48. De Onderzoeker stemt er uitdrukkelijk mee in dat vertegenwoordigers van de Commissie, te allen tijde zonder voorafgaande ingebrekestelling toegang krijgen tot de lokalen en tot de informatica-infrastructuur waar de verstrekte gegevens worden bewaard, om na te gaan of de bepalingen van de beslissing van de Commissie, de bepalingen van de wet openbare statistiek en haar uitvoeringsbesluiten, alsook de bepalingen van het vertrouwelijkheidscontract worden uitgevoerd. 49. Op eenvoudig verzoek kan de Commissie toegang krijgen tot andere lokalen en ICT-systemen om te controleren of er geen inbreuk gepleegd wordt op de bepalingen van de beslissing van de Commissie, de bepalingen van de wet openbare statistiek en haar uitvoeringsbesluiten en de bepalingen van het vertrouwelijkheidscontract. I. HET VERTROUWELIJKHEIDSCONTRACT 50. De studiegegevens worden medegedeeld aan de Onderzoeker krachtens een vertrouwelijkheidscontract tussen ADSEI en de Onderzoeker. 51. Het vertrouwelijkheidscontract, dat als bijlage werd gevoegd bij de aanvraag tot mededeling van de gegevens, legt de voorwaarden vast waaronder de gegevens door ADSEI doorgegeven en door de Onderzoeker gebruikt mogen worden. 52. Het vertrouwelijkheidscontract bevat minstens de wettelijk verplichte vermeldingen als bepaald in artikel 15bis wet openbare statistiek, waaronder de duur van het vertrouwelijkheidscontract, die, in de ogen van de Commissie, wordt gesloten tot eind 2011. Dit laatste betekent geenszins dat na afloop van deze contractuele termijn, de vertrouwelijkheid van de gegevens zelf mag worden doorbroken. Die laatste moet dus onbeperkt in de tijd worden gerespecteerd. 53. De contractuele bepalingen die te maken hebben met privacy en vertrouwelijkheid die in het vertrouwelijkheidscontract staan, zijn opgenomen in onderhavige beslissing van de Commissie, waardoor personen vreemd aan het vertrouwelijkheidscontract zich ook kunnen wenden tot de Commissie, die aldus de naleving van de voorwaarden waaronder de gegevens door de Onderzoeker gebruikt mogen worden kan controleren.
Ber STAT 36/ 2008-13/14 III. ALGEMEEN BESLUIT 54. De Onderzoeker dient bij de verwerking van de verkregen persoonsgegevens rekening te houden met de WVP, de wet openbare statistiek, hun uitvoeringsbesluiten en elke andere wettelijke of reglementaire bepaling tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de bepalingen van de onderhavige beslissing van de Commissie, en de bepalingen van het vertrouwelijkheidscontract tussen ADSEI en de Onderzoeker. IV. SPECIFIEK BESLUIT 55. De Commissie is van oordeel dat: - zij bevoegd is om zich uit te spreken over onderhavige aanvraag tot machtiging; - de mededeling door ADSEI van de gevraagde gecodeerde studiegegevens aan het Instituut voor Sociale en Economische Geografie van de Katholieke Universiteit Leuven toegelaten is met het oog op de voormelde doeleinden van statistisch, wetenschappelijk en beleidsrelevant onderzoek, mits er rekening wordt gehouden met een aantal voorwaarden: - dat de gegevens worden beperkt tot het niveau van de gemeente en niet gaan tot het niveau van de statistische sectoren; - dat de doorgestuurde gegevens geen enkel identificatienummer bevatten waarmee deze informatie aan andere gegevensbanken gekoppeld zou kunnen worden; - dat de resultaten die de Onderzoeker ter beschikking zal stellen van het publiek geaggregeerde gegevens zijn; - dat een redelijke termijn nodig is om ADSEI toe te laten de aangevraagde gegevens op te leveren. De gegevens zijn leverbaar 30 dagen nadat de gevraagde data beschikbaar zijn; - dat de bewaarduur van de studiegegevens en de duur van het vertrouwelijkheidscontract is beperkt tot maximaal eind 2011, na afloop waarvan de vertrouwelijkheid van de gegevens zelf onbeperkt in de tijd moet worden gerespecteerd; - dat de Onderzoeker verhoogde beveiligingsmaatregelen in acht neemt, te realiseren in de loop van de duurtijd van het vertrouwelijkheidscontract (cfr. G.2.); - dat ADSEI op de zeer gedetailleerde rijksregistergegevens die worden gevraagd de gepaste coderingstechniek zou toepassen opdat herkenning door de verantwoordelijke voor het onderzoek redelijkerwijs uitgesloten is;
Ber STAT 36/ 2008-14/14 OM DEZE REDENEN, De Commissie, machtigt ADSEI om de hoger vermelde persoonsgegevens onder de hoger vermelde voorwaarden mee te delen aan het Instituut voor Sociale en Economische Geografie van de Katholieke Universiteit Leuven; keurt het vertrouwelijkheidscontract dat er bij hoort onder de hoger vermelde voorwaarden goed. Voor de Administrateur m.v., De Voorzitter, (get.) Patrick Van Wouwe (get.) Willem Debeuckelaere Voor eensluidend verklaard afschrift: Patrick Van Wouwe, Afdelingshoofd O&RM 11.12.2008