Vademecum Praktijkcomponent. Specifieke Lerarenopleiding (SLO)

Vademecum Praktijkcomponent Specifieke Lerarenopleiding (SLO) Academiejaar 2016-2017 1

2

Inleiding Naast theoretische opleidingsonderdelen maak je tijdens de Specifieke Lerarenopleiding (SLO) kennis met het praktijkveld. Een uitdagende, maar vooral leerrijke ervaring! Om je veilig en wel doorheen de uitvoering van de praktijkcomponent te leiden, ontwikkelden we dit vademecum dat richt zich tot alle studenten van de Specifieke Lerarenopleiding van de Universiteit Antwerpen. Je vindt er alle informatie nodig om de praktijkcomponent tot een goed einde te brengen. Het vademecum is opgebouwd uit vijf delen: In het eerste deel gaan we in op de praktijkcomponent in het algemeen. Je vindt er welke informatiesystemen we gebruiken alsook een bondige toelichting van elk. We geven je een overzicht van de contactpersonen, beschrijven het doel en de opbouw van de praktijkcomponent en maken je wegwijs in de reglementering. We verduidelijken de procedure voor het aanvragen van stages via de stagewebsite, uaslo. Om het contact met de diverse stagescholen vlot te laten verlopen, geven we je enkele richtlijnen en aandachtspunten. Het tweede deel bestaat uit de wegwijzers van de onderscheiden opleidingsonderdelen van de praktijkcomponent. Deze wegwijzers beschrijven de inhouden van de opleidingsonderdelen en geven praktische informatie. Je vindt er tevens de manier waarop elk opleidingsonderdeel geëvalueerd wordt. In het derde deel van dit vademecum lijsten we de diverse overeenkomsten en documenten op die vorm geven aan het administratieve luik van de uitvoering van de praktijkcomponent. Deze documenten vind je enkel terug op Blackboard. In het vierde deel vind je de formulieren zoals we die in de opleiding voor oefenlessen en stages gebruiken. Deze formulieren vind je enkel terug op Blackboard. Het vijfde deel is een handleiding voor de vakmentoren die jou bij je stage(s) zullen begeleiden. We verwachten dat jij deze informatie aan hen bezorgt ofwel in een digitale ofwel in een papieren versie. Om goed op de hoogte te zijn van onze verwachtingen, dien je het vademecum grondig door te nemen. We wensen je veel succes bij de uitvoering van je stages! 3

4

Inhoud INLEIDING... 3 INHOUD... 5 WEGWIJS IN DE INFORMATIESYSTEMEN... 7 1. HET STUDENTENINFORMATIESYSTEEM ANTWERPEN - SISA... 7 2. DE WEBSITE VAN DE LERARENOPLEIDING - SLO-WEBSITE... 7 3. DE ELEKTRONISCHE LEEROMGEVING BLACKBOARD BB... 7 4. DE STAGEWEBSITE UASLO... 8 5. HET VADEMECUM PRAKTIJKCOMPONENT... 8 LETTERWOORDEN EN BEGRIPPEN... 9 DEEL I - ALGEMENE INFORMATIE... 11 1. CONTACTEN... 13 2. DE PRAKTIJKCOMPONENT... 15 2.1 Doel van de praktijkcomponent... 15 2.2 Opbouw van de praktijkcomponent... 16 2.3 Opleidingstrajecten... 18 2.4 EVK en EVC... 19 2.5 Leraar in opleiding (lio)... 19 3. STAGES EN DE STAGEWEBSITE UASLO... 21 3.1 Aanvragen van stageplaatsen... 22 3.2 De workflow voor inleef-, instap- en groeistage(s)... 23 3.3 Inschrijven voor een projectstage... 25 4. REGLEMENTERING... 26 4.1 Stageovereenkomst... 26 4.2 Contact met de stageschool... 27 4.3 Deontologische code... 28 4.4 Checklist: opnemen van een (interim-)lesopdracht/liobaan... 29 4.5 Checklist: stopzetten (van opleidingsonderdelen) van de SLO... 30 5. VERZEKERING... 31 6. PROGRAMMA S EN DATA... 32 6.1 Voor aslo aansluitende lerarenopleiding... 32 6.2 Voor islo indalende lerarenopleiding... 33 6.3 Schoolvakanties secundair onderwijs... 35 DEEL II - WEGWIJZERS... 39 1. WEGWIJZER OEFENLESSEN... 41 2. WEGWIJZER INLEEFSTAGE... 43 3. WEGWIJZER INSTAPSTAGE... 51 4. WEGWIJZER GROEISTAGES... 63 5. WEGWIJZER VAKDIDACTISCHE OPDRACHTENSTAGE... 69 6. WEGWIJZER PROJECTSTAGE... 75 7. WEGWIJZER LERAAR IN OPLEIDING (LIO)... 83 8. WEGWIJZER SUPERVISIE... 93 DEEL III - ADMINISTRATIEVE DOCUMENTEN... 97 5

DEEL IV FORMULIEREN EN SJABLONEN... 99 1.TOELICHTING BIJ ACHTERGROND EN GEBRUIK VAN FORMULIEREN EN SJABLONEN...101 1.1 Formulieren... 101 1.2 Sjablonen... 102 DEEL V HANDLEIDING VOOR VAKMENTOREN... 105 1. DE SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING (SLO)...108 2. DE PRAKTIJKCOMPONENT: DOEL EN OPBOUW...108 3. DE ROL VAN DE VAKMENTOR BIJ DE INSTAPSTAGE EN DE GROEISTAGES...110 4. FEEDBACKFORMULIEREN...110 5. CONTACT OPNEMEN?...111 6. SCHEMATISCH OVERZICHT STAGES IN HET WERKVELD PRAKTIJKCOMPONENT...112 6

Wegwijs in de informatiesystemen 1. Het studenteninformatiesysteem Antwerpen - SisA url: http://sisastudent.uantwerpen.be SisA is het webbased studenteninformatiesysteem van de Universiteit Antwerpen. De selfservice module voor studenten van SisA is elke dag online beschikbaar tussen 05.00 en 24.00 uur. Je hebt toegang tot SisA met je studentenaccount (rolnummer, zie studentenkaart) van de UA en persoonlijk wachtwoord ontvangen bij (eerste) inschrijving aan de Universiteit Antwerpen. Na inloggen kies je Selfservice en vervolgens Studentencentrum. Na inschrijving voor de SLO ga je in SisA zelf je studieprogramma (de opleidingsonderdelen (OPO) die je wilt volgen), opgeven. Je kunt voor maximum 66 studiepunten OPO s ingeven en dit vanaf 16 juli. Je geeft je studieprogramma best door in de standaardinschrijvingsperiode vóór de aanvang van het academiejaar. Tussen 1 en 31 oktober kan de opleiding jouw studieprogramma beperken bv. omdat je door laattijdige aanmelding lessen (bv. oefenlessen) of colleges vakdidactiek hebt gemist. 2. De website van de lerarenopleiding - SLO-website url: https://www.uantwerpen.be/lerarenopleiding Op de SLO-website vind je volgende rubrieken met uitgebreide informatie: profiel, contact, opleidingsinfo, studieprogramma, flexibiliteit (o.a. formulier vrijstellingen aanvragen), vakdidactieken, jobmogelijkheden, stage-informatie (incl. link naar Vademecum Praktijkcomponent en stagewebsite uaslo), FAQ. 3. De elektronische leeromgeving Blackboard BB url: https://blackboard.uantwerpen.be Blackboard is het platform voor informatie-uitwisseling tussen docent/opleiding en student. Studenten van wie de inschrijving/herinschrijving voltooid is, hebben toegang tot de elektronische leeromgeving Blackboard van de Universiteit Antwerpen. Een student-uantwerpen-account is actief enkele dagen nadat de studentenadministratie de inschrijving/herschrijving volledig heeft verwerkt. Als student log je in met je studentenaccount (rolnummer, zie studentenkaart) van de UA en persoonlijk wachtwoord ontvangen bij (eerste) inschrijving aan de UA. Onder de tab <Mijn Onderwijs> vind je de Cursuslijst met een link naar de opleidingsonderdelen waarvoor je bent ingeschreven en Mijn organisaties met een link naar Onderwijsadministratie School of Education. Daar vind je o.a. de elektronische valven, het Vademecum Praktijkcomponent, Vacatures en een link naar de stagewebsite uaslo. Als je geen toegang hebt tot een onderdeel van Blackboard, stuur dan een mail naar helpdesk@uantwerpen.be. Vermeld zeker je rolnummer. 7

4. De stagewebsite uaslo url: https://www.uaslo.uantwerpen.be De stagewebsite uaslo is een webbased, interactieve website voor vakdidactici, praktijkassistenten, administratieve medewerkers en studenten SLO. Het is een verplicht te gebruiken gegevensuitwisselingsplatform voor de praktijkcomponent van de SLO waarin je stageaanvragen alsook stageplanningen registreert en opvolgt. Studenten van wie de inschrijving/herinschrijving voor de SLO voltooid is, hebben toegang tot de website van de praktijkcomponent van de UA met hun persoonlijk studentenaccount (rolnummer, zie studentenkaart) en wachtwoord ontvangen bij (eerste) inschrijving aan de UA. Een UA-account is maximum een vijftal werkdagen nadat de studentenadministratie de inschrijving/herinschrijving heeft verwerkt, actief. Je ontvangt sowieso een mailtje wanneer je account werd geactiveerd. Heb je een week na inschrijving nog geen toegang tot de stagewebsite, dan meld je dit aan de stagecoördinator via stagecoordinator@uantwerpen.be. In de vakantiemaanden, juli en augustus, kan het zijn dat de activering van het account op uaslo even op zich laat wachten. Vanaf 16 augustus 2016 activeren we dagelijks accounts. Je geeft zo snel mogelijk na inschrijving voor de SLO op welke stages je dit academiejaar wenst te doen. Hiertoe vul je het digitale stageaanvraagformulier in op de website uaslo, liefst voor de start van het academiejaar zodat stageplaatsen tijdig kunnen aangevraagd worden in de stagescholen. Indien je tijdens het academiejaar beslist om één of meerdere door jou aangevraagde stages toch niet te doen dan meldt je dit onmiddellijk via mail aan de stagecoördinator. De stagecoördinator zal dan die stage(s) op geannuleerd plaatsen en zal, indien nodig, de stagescholen op de hoogte brengen van je beslissing. Meer praktische informatie over het gebruik van de uaslo vind je in dit eerste deel van het Vademecum bij punt 3 Stages en de stagewebsite uaslo. 5. Het Vademecum Praktijkcomponent Deze gids reikt je informatie aan voor de uitvoering van alle OPO s van de praktijkcomponent. Elk jaar optimaliseren we de SLO van de Universiteit Antwerpen op basis van de ervaringen van de voorgaande jaren. Bijgevolg passen we elk jaar het Vademecum Praktijkcomponent aan. Voor studenten die de opleiding spreiden over meerdere jaren betekent dit dat er mogelijk een aantal wijzigingen zijn in vergelijking met voorgaande edities. Je kunt een papieren versie van het Vademecum Praktijkcomponent vanaf half september aankopen bij Universitas Prinsesstraat 16 2000 Antwerpen. De openingsuren vind je op de website www.universitas.be Het volledige Vademecum Praktijkcomponent inclusief alle documenten en formulieren vind je in elektronische vorm op https://blackboard.uantwerpen.be (zie boven). Plaats bovenstaande websites bij Favorieten want je zult ze tijdens de SLO erg frequent gaan gebruiken. 8

Letterwoorden en begrippen Hieronder vind je een toelichting van de meest courante letterwoorden en begrippen: SLO: Specifieke Lerarenopleiding. Dit is de decretale benaming van de lerarenopleiding zoals die (onder andere) aan de universiteiten wordt ingericht. Er zijn twee organisatorische varianten: o aslo: aansluitende Specifieke Lerarenopleiding; die volg je na het behalen van een masterdiploma; o islo: indalende Specifieke Lerarenopleiding; die volg je tijdens je opleiding om een masterdiploma te behalen. De Specifieke Lerarenopleiding omvat 60 studiepunten (sp.) en bestaat uit een theoretische component en een praktijkcomponent. De praktijkcomponent van de SLO bedraagt 30 sp. sp.: studiepunt. Eén studiepunt staat voor 25 à 30 uren studietijd. OPO: opleidingsonderdeel. Zowel de theoretische als de praktijkcomponent omvat verschillende opleidingsonderdelen. Meer info vind je op www.uantwerpen.be/lerarenopleiding preservice- en inservicetraining: o preservicetraining: verwijst naar praktijkervaringen die je opdoet als stagiair; o inservicetraining: verwijst naar onderwijservaringen die je opdoet als bezoldigd leraar in opleiding (lio). lio: leraar in opleiding. Een lio vervult de praktijkcomponent van de Specifieke Lerarenopleiding via inservicetraining. Een lio heeft een arbeidsovereenkomst met een school voor een onderwijsopdracht. Hij/zij sluit daarenboven een liobaanovereenkomst (stageovereenkomst inservicetraining) af met de onderwijsinstelling en het opleidingsinstituut. opleiders: docenten (vakdidactici en onderwijskundigen) en praktijkassistenten verbonden aan de lerarenopleiding; stagecoördinator: de persoon die de stages praktisch en organisatorisch coördineert op de universiteit; studietrajectbegeleider: de persoon op wie je op elk belangrijk scharniermoment in je studieloopbaan een beroep kunt doen voor informatie, advies en begeleiding. stageschool: een secundaire school, hogeschool, universiteit, centrum voor volwassenenonderwijs (cvo) of instelling (VDAB, Syntra, ) waar je stageactiviteiten volbrengt. o mentoren: de begeleiders die verbonden zijn aan de stageplaats; o vakmentor: een leraar die een stagiair begeleidt bij stageactiviteiten op de stageplaats voor een specifiek vak. o mentor-coach: de persoon die de stage van de student praktisch en organisatorisch regelt op de stageplaats. De mentor-coach staat (meestal) eveneens in voor de begeleiding van de lio s. uaslo: is de interactieve stagewebsite (https://www.uaslo.uantwerpen.be) voor de praktijkcomponent van de SLO waarin je jouw stageaanvragen alsook stageplanningen registreert en opvolgt. Bb - Blackboard: o Raadpleeg je voor cursussen via de pagina Mijn Onderwijs. o Gebruik je voor het indienen van de documenten, lesvoorbereidingen, stagemappen, o Je vindt er de digitale versie van dit Vademecum Praktijkcomponent. 9

10

DEEL I - Algemene informatie De Specifieke Lerarenopleiding wordt elk jaar geoptimaliseerd op basis van de ervaringen van de voorgaande jaren. Het vademecum wordt daarom jaarlijks aangepast. Voor studenten die de opleiding spreiden over meerdere jaren betekent dit dat er mogelijk een aantal wijzigingen zijn in vergelijking met een voorgaande editie van het Vademecum Praktijkcomponent. Na een overzicht van de contactpersonen vind je een uitgebreide beschrijving van het doel en de opbouw van de praktijkcomponent. Vervolgens maken we je wegwijs in de procedure voor het aanvragen van een stageplaats en in de reglementering aangaande de stages. We bekijken de stageovereenkomst en de deontologische code en lichten je in waarvoor je verzekerd bent. Tot slot geven we je een overzicht van belangrijke data. DEEL I - ALGEMENE INFORMATIE... 11 1. CONTACTEN... 13 2. DE PRAKTIJKCOMPONENT... 15 2.1 Doel van de praktijkcomponent... 15 2.2 Opbouw van de praktijkcomponent... 16 2.3 Opleidingstrajecten... 18 2.4 EVK en EVC... 19 2.5 Leraar in opleiding (lio)... 19 3. STAGES EN DE STAGEWEBSITE UASLO... 21 3.1 Aanvragen van stageplaatsen... 22 3.2 De workflow voor inleef-, instap- en groeistage(s)... 23 3.3 Inschrijven voor een projectstage... 25 4. REGLEMENTERING... 26 4.1 Stageovereenkomst... 26 4.2 Contact met de stageschool... 27 4.3 Deontologische code... 28 4.4 Checklist: opnemen van een (interim-)lesopdracht/liobaan... 29 4.5 Checklist: stopzetten (van opleidingsonderdelen) van de SLO... 30 5. VERZEKERING... 31 6. PROGRAMMA S EN DATA... 32 6.1 Voor aslo aansluitende lerarenopleiding... 32 6.2 Voor islo indalende lerarenopleiding... 33 6.3 Schoolvakanties secundair onderwijs... 35 11

12

1. Contacten Specifieke Lerarenopleiding Specifieke Lerarenopleiding (SLO) Stadscampus (CST) Venusstraat 35 (Ve35) 2000 Antwerpen Universiteit Antwerpen Voor de meest actuele informatie zie: https://www.uantwerpen.be/lerarenopleiding Onthaal Mia Bernaerts Tel.: 03 265 45 08 Kantoor Ve35.013 Onderwijssecretariaat Britt Van Ham Tel.: 03 265 44 86 Kantoor Ve35.014 e-mail: britt.vanham@uantwerpen.be Stagecoördinatoren Ann Aerts Tel.: 03 265 54 53 Kantoor Ve35.003 e-mail: ann.aerts@uantwerpen.be Britt Van Ham Tel.: 03 265 44 86 Kantoor Ve35.014 e-mail: britt.vanham@uantwerpen.be Studietrajectbegeleider Ingrid Imbrecht Tel.: 03 265 49 67 Kantoor Ve35.004 e-mail: ingrid.imbrecht@uantwerpen.be Vakdidactici Biologie prof. dr. Rianne Pinxten 03 265 4166 annie.pinxten@uantwerpen.be 03 265 2292 Chemie prof. dr. Rianne Pinxten 03 265 4166 annie.pinxten@uantwerpen.be 03 265 2292 Duits prof. dr. Tom Smits 03 265 4035 tom.smits@uantwerpen.be Economie prof. dr. Wouter Schelfhout 03 265 4252 wouter.schelfhout@uantwerpen.be Engels prof. dr. Tom Smits 03 265 4035 tom.smits@uantwerpen.be Filosofie prof. dr. Luc Braeckmans 03 265 4660 luc.braeckmans@uantwerpen.be Frans prof. dr. Mathea Simons 03 265 4794 mathea.simons@uantwerpen.be Fysica prof. dr. Rianne Pinxten 03 265 4166 annie.pinxten@uantwerpen.be 03 265 2292 Gedrags- en prof. dr. Wil Meeus 03 265 4834 wil.meeus@uantwerpen.be Cultuurwetenschappen Geschiedenis prof. dr. Paul Janssenswillen 03 265 4834 paul.janssenswillen@uantwerpen.be Informatica prof. dr. Ellen Vandervieren 03 265 4510 ellen.vandervieren@uantwerpen.be Nederlands prof. dr. Jordi Casteleyn 03 265 4507 jordi.casteleyn@uantwerpen.be Nederlands aan prof. dr. Jordi Casteleyn 03 265 4507 jordi.casteleyn@uantwerpen.be Anderstaligen Rechten prof. dr. Wouter Schelfhout 03 265 4252 wouter.schelfhout@uantwerpen.be Spaans prof. dr. Mathea Simons 03 265 4794 mathea.simons@uantwerpen.be Wiskunde prof. dr. Ellen Vandervieren 03 265 4510 ellen.vandervieren@uantwerpen.be 13

Praktijkassistenten Biologie Sabine Van Roose Lieke Spithoven sabine.vanroose@uantwerpen.be liesbeth.spithoven@uantwerpen.be Chemie Inge Janssens inge.janssens@uantwerpen.be Duits Filip De Nys filip.denys@uantwerpen.be Economie en Rechten Vicky Beliën vicky.belien@uantwerpen.be Koenraad Smekens koenraad.smekens@uantwerpen.be Pieter Sprangers pieter.sprangers@uantwerpen.be Katrien Van Daele katrien.vandaele@uantwerpen.be Guy Walraevens guy.walraevens@uantwerpen.be Engels Beatrice Knops beatrice.knops@uantwerpen.be Nele Kempenaers nele.kempenaers@uantwerpen.be Filosofie Peter Visser peter.visser@uantwerpen.be Frans Veronik Bogaert veronik.bogaert@uantwerpen.be Karen Van de Putte karen.vandeputte@uantwerpen.be Yann Morard yann.morard@uantwerpen.be Fysica Tinne Van Kogelenberg tinne.vankogelenberg@uantwerpen.be Gedrags- en Cultuurwetenschappen Tom De Roover Eef Rombaut tom.deroover@uantwerpen.be eef.rombaut@uantwerpen.be Geschiedenis Patrick De Greef patrick.degreef@uantwerpen.be Informatica NN Nederlands Jan T'Sas jan.tsas@uantwerpen.be Rudi Wuyts rudi.wuyts@uantwerpen.be Nederlands aan Anderstaligen Nele Van Mieghem nele.vanmieghem@uantwerpen.be Helga Van Loo helga.vanloo@uantwerpen.be Spaans Pablo Castaño Sequeros pablo.castano@uantwerpen.be Claudio Vanhees claudio.vanhees@uantwerpen.be Wiskunde Gilberte Verbeeck gilberte.verbeeck@uantwerpen.be 14

2. De praktijkcomponent 2.1 Doel van de praktijkcomponent Als leraar vervul je - naast het lesgeven - uiteenlopende rollen: opvoeder, lid van een schoolteam, innovator, onderzoeker, partner van ouders, enz. De Vlaamse overheid omschrijft de kennis, vaardigheden en attitudes die je als beginnend leraar moet beheersen om die rollen doeltreffend te vervullen: vakkennis, vakspecifieke vaardigheden, vakoverschrijdende inzichten, attitudes als zelfreflectie, in teamverband kunnen werken, verantwoordelijkheidszin, taalvaardigheid, enz. Meer informatie over deze basiscompetenties van de leraar vind je op de website van de lerarenopleiding (www.uantwerpen.be/lerarenopleiding). Het verwerven van deze kennis, vaardigheden en attitudes vormt het uitgangspunt bij de uitwerking van de theoretische en praktijkgerichte opleidingsonderdelen (zie Figuur 1). Specifieke lerarenopleiding Theoretische component Praktijkcomponent Verplicht opleidingsonderdelen: - didactisch referentiekader (3 sp.) - ICT in het onderwijs (3. Sp) - klasmanagement (3 sp.) - leerlingenbegeleiding (3 sp.) - leeronderzoek (3 sp.) - onderwijsorganisatie en beleid (3 sp.) - vakdidactiek (6 sp.) 2 Keuzeopleidingsonderdelen (2 x 3 sp.) of een tweede vakdidactiek (6 sp.) Op de universiteit - oefenlessen (3 sp.) - supervisie (3 sp.) In samenwerking met het werkveld - inleefstage (3 sp.) - instapstage (3 sp.) - groeistage 1 (6 sp.) - groeistage 2 (6 sp.) - vakdidactische opdrachtenstage (3 sp.) - projectstage (3 sp.) Figuur 1: Het curriculum van de Specifieke Lerarenopleiding In de keuzeruimte kun je kiezen uit een aantal keuzeopleidingsonderdelen (zie www.uantwerpen.be/lerarenopleiding voor een volledig overzicht). Je kunt opteren om een tweede vakdidactiek te volgen. In dat geval komen beide vakdidactieken in de praktijkcomponent aan bod. Volgende verplichte opleidingsonderdelen moeten aangevat of afgewerkt zijn vóór het aanvangen van de praktijkcomponent: didactisch referentiekader (3 sp.) didactiek(en) per vak (6 sp.) oefenlessen per vak (3 sp.) 15

2.2 Opbouw van de praktijkcomponent De praktijkcomponent uit de Specifieke Lerarenopleiding volgt een leerlijn gekoppeld aan een reflectielijn. Tegelijk met of na praktijkgerichte oefeningen op de universiteit (oefenlessen) maak je kennis met het brede spectrum aan activiteiten van het leraarsberoep tijdens de inleefstage en met het eigenlijke lesgeven tijdens de instapstage. Het zwaartepunt ligt in de groeistages waar je het leraarsberoep steeds intensiever ervaart. Je werkt gericht aan vakdidactische en vakoverschrijdende opdrachten en je neemt deel aan de supervisie tijdens het lopen van de groeistage(s). Via de stages in de scholen leer je diverse onderwijscontexten kennen. Een deel van deze diversiteit leggen we op: zo moet elke student verplicht een lesstage doen in aso-/kso-richtingen en één in bso-/tso-richtingen. Bij voorkeur vindt één stage plaats in een school in één van de 13 Vlaamse centrumsteden. Verder kun je ervoor kiezen om een andere onderwijscontext te verkennen, bijvoorbeeld door stage te lopen in het hoger of volwassenenonderwijs. Figuur 2 visualiseert de vijf opleidingsonderdelen van de praktijkcomponent (30 sp.) bij een SLOmodeltraject in één jaar. Ze verduidelijkt de spreiding van de opleidingsonderdelen over het eerste en het tweede semester. Figuur 2: Programmering opleidingsonderdelen uit de praktijkcomponent (modeltraject) Oefenlessen (OEF) (3 sp.) Tijdens het eerste semester van het academiejaar oefen je binnen dit opleidingsonderdeel deelvaardigheden van het lesgeven. Je neemt deel aan praktijkgerichte onderwijsactiviteiten binnen de vertrouwde omgeving van het opleidingsinstituut. Je leert lesvoorbereidings-, observatie- en evaluatieformulieren (zie Deel IV van dit vademecum) gebruiken. Volg je twee vakdidactieken, dan worden de oefenlessen gelijk verdeeld over beide didactieken. Inleefstage (ILS) (3 sp.) De inleefstage doe je aan het begin van je lerarenopleiding. Je brengt in totaal vijf halve schooldagen door in een secundaire school met bso-/tso-richtingen. Tijdens de inleefstage maak je kennis met het brede spectrum van activiteiten inherent aan het leraarsberoep. Naast observatie van lessen (microniveau) gaat aandacht naar activiteiten op schoolniveau (mesoniveau) en hoe de school als organisatie omgaat met richtlijnen van de overheid (macroniveau). Tijdens deze stage voer je een breed gamma aan opdrachten uit. Instapstage (ISS) (3 sp.) Tijdens de instapstage die je in duo doet, maak je verder kennis met het functioneren als vakleraar. Daarom sluit de instapstage aan bij je eerste vakdidactiek en slechts uitzonderlijk bij je tweede vakdidactiek. De klemtoon ligt op het observeren van lessen en activiteiten daarrond maar je geeft zelf ook een aantal lessen. Op de stageschool gebeurt de begeleiding door een vakmentor. Vanuit de universiteit word je begeleid en opgevolgd door je vakdidacticus en praktijkassistent(en). Groeistages (GS1 en GS2) (2 x 6 sp.) De groeistages vormen het zwaartepunt van de praktijkcomponent. Tijdens de twee groeistages (elk 6 sp.) geef je hoofdzakelijk les; observeren wordt tot een minimum beperkt. Er wordt zowel aandacht besteed aan 16

het functioneren als vakleraar als aan de andere facetten van het beroep van leraar. Alle rollen van de leraar secundair onderwijs en alle te ontwikkelen attitudes komen aan bod. De principes uit de theoretische component van de opleiding moeten in dit opleidingsonderdeel in de praktijk worden omgezet. Op de stageschool gebeurt de begeleiding door een vakmentor. Vanuit de universiteit word je begeleid en opgevolgd door je vakdidacticus en praktijkassistent(en). Na het lopen van de groeistages zou je klaar moeten zijn om in het onderwijs te stappen. Dat betekent natuurlijk niet dat je dan volleerd zou zijn als leraar. Integendeel, je hele loopbaan lang zul je verder moeten groeien in je professionaliteit. Voor nascholingen kun je terecht bij het Centrum Nascholing Onderwijs (CNO). Deze entiteit maakt eveneens deel uit van de Antwerp School of Education, net zoals de Specifieke Lerarenopleiding. Vakdidactische Opdrachtenstage (VDS) (3 sp.) In de vakdidactische opdrachtenstage besteed je aandacht aan opdrachten die minder met het lesgebeuren zelf te maken hebben. In deze hoedanigheid vormt de vakdidactische opdrachtenstage een aanvulling op de instapstage en de groeistages, waar de nadruk ligt op het lesgeven zelf. Projectstage (PRS) (3 sp.) In dit opleidingsonderdeel voer je vakoverschrijdende opdrachten uit in de scholen waar je je groeistages loopt (of daarbuiten). Voor de invulling voorzien we twee mogelijkheden. Ofwel teken je in op de stagewebsite, uaslo, op één van de door secundaire scholen aangeboden projecten; ofwel vul je de projectstage, in overleg met de stagescholen van de groeistage(s) zelf in. Supervisie (SUP) (3 sp.) Je hele loopbaan lang zul je verder moeten groeien in je professionaliteit. Ook daarvoor willen we je wapenen. In het supervisietraject word je begeleid bij het leren uit je ervaringen. Via supervisie leer je de kunst van het leren uit ervaring door reflectie. Meer gedetailleerde informatie over deze opleidingsonderdelen uit de praktijkcomponent lees je in Deel II van dit vademecum. Je vindt er de wegwijzers van de opleidingsonderdelen van de praktijkcomponent: oefenlessen, inleefstage, instapstage, groeistage(s), vakdidactische opdrachtenstage, projectstage en supervisie. 17

2.3 Opleidingstrajecten Hierboven (punt 2.1) schetsten we het modeltraject wanneer je de lerarenopleiding volgt in één academiejaar, aansluitend op een masteropleiding (aslo). Je kunt de aansluitende lerarenopleiding echter ook spreiden over meerdere jaren. In de tweejarige master in de wetenschappen (biologie, chemie, fysica, informatica, REVAKI en wiskunde) en in de biomedische wetenschappen kun je opteren om tijdens je master de optie Onderwijs te volgen. Je volgt dan 30 sp. (of 36 sp. bij REVAKI) van de SLO onder de vorm van de indalende lerarenopleiding (islo). Let op: Voor studenten die de opleiding over meerdere jaren spreiden, bestaat de mogelijkheid tot deliberatie na het eerste semester. Als je hiervan gebruik wenst te maken, dien je dat via SisA aan te geven tussen 1/11 en 31/12. Je duidt dit eveneens aan op het digitale stageaanvraagformulier (https://www.uaslo.uantwerpen.be). Als je het opleidingsonderdeel Leeronderzoek nog niet hebt afgewerkt, bestaat de mogelijkheid om het leeronderzoek via een versneld traject in het eerste semester af te ronden. Je neemt daarvoor contact op met prof. Paul Janssenswillen (paul.janssenswillen@uantwerpen.be) in de eerste week van het academiejaar. 18

2.4 EVK en EVC Net zoals dat kan voor opleidingsonderdelen uit de theoretische component, kun je voor opleidingsonderdelen uit de praktijkcomponent vrijgesteld worden, bijvoorbeeld op grond van stage die je in een andere lerarenopleiding volbracht hebt of op basis van werkervaring. Je volgt dan een geïndividualiseerd (vaak ingekort) studietraject. Vrijstellingen worden verleend op basis van eerder verworven kwalificaties (EVK). Een EVK kan bestaan uit een creditbewijs van een andere instelling en/of een andere opleiding; andere documenten die de succesvolle evaluatie van een formeel leertraject aantonen; bekwaamheidsbewijzen op basis van eerder verworven competenties (EVC). In het laatste geval gaat het om competenties die je verwierf via niet formele leerprocessen: bv. via beroepservaring of vrijwilligerswerk, hobby's, enz. Je kunt dergelijke competenties laten erkennen door het opstarten van een EVC-erkenningsprocedure bij de lerarenopleiding. Let op: Voor het aanvragen van vrijstellingen en het opstarten van een EVC-erkenningsprocedure gelden strikte deadlines! Alle informatie over EVC vind je op de website www.uantwerpen.be/evc. Alle informatie over EVK vind je op de website www.uantwerpen.be/lerarenopleiding. Contacteer in geval van vragen de studietrajectbegeleider, mevr. Ingrid Imbrecht, ingrid.imbrecht@uantwerpen.be. 2.5 Leraar in opleiding (lio) Het is mogelijk om de praktijkcomponent geheel of gedeeltelijk te volbrengen via een liobaan. Als lio heb je een arbeidsovereenkomst voor een onderwijsopdracht afgesloten met een school, maar heb je de lerarenopleiding nog niet voltooid. De school en de universiteit begeleiden de lio. Een liobaan van 500 uren leraar op jaarbasis kan de volledige praktijkcomponent vervangen. Omvat je liobaan minder uren, dan kun je ze aanvullen met opleidingsonderdelen uit de praktijkcomponent. Praktische informatie (o.a. over de valorisatie van opleidingsonderdelen van de praktijkcomponent, liobaanmappen, ) in verband met de liobaan staat in de Wegwijzer Leraar in Opleiding, verderop in dit vademecum (Deel II). Let op: Liobanen worden uitgeschreven door de school/scholengemeenschap. Indien je interesse hebt om (een deel van) de praktijkcomponent te volbrengen a.d.h.v een liobaan, dien je hiervoor tijdig te solliciteren. Indien je reeds in het onderwijs staat, informeer dan bij de directie van de school. BELANGRIJK: zie ook checklist verder in dit document bij Reglementering. Na het aanvaarden van een (interim-)lesopdracht stuur je onmiddellijk een volledig ingevuld liobaanaanvraagformulier in bijlage aan een mail naar de stagecoördinator (stagecoordinator@uantwerpen.be). Ga naar de website www.uantwerpen.be/lerarenopleiding > stage-informatie om het document 'AANVRAAGFORMULIER LIOTRAJECT' te downloaden. 19

20

3. Stages en de stagewebsite uaslo Let op: Lees de wegwijzer(s) (zie Deel II) van de stages die je dit academiejaar zal lopen vóór je het digitale stageaanvraagformulier invult. Je kunt het digitale 'Stageaanvraagformulier' slechts eenmaal invullen en digitaal versturen. Indien je doorgegeven informatie wilt wijzigen, neem je contact op met de stagecoördinator via stagecoordinator@uantwerpen.be. De stagecoördinator past dan de gegevens aan of zorgt ervoor dat je de gegevens opnieuw kunt invullen en doorsturen. Alle studenten van wie de inschrijving/herinschrijving voor de SLO aan de Universiteit Antwerpen voltooid is, hebben toegang tot de Blackboard-omgeving en tot de stagewebsite uaslo met URL https://www.uaslo.uantwerpen.be, via een persoonlijke UA-account en wachtwoord. Jouw persoonlijke UA-account is beschikbaar enkele dagen nadat de studentenadministratie van de Universiteit Antwerpen je inschrijving volledig heeft verwerkt. Je ontvangt een e-mail met de melding dat je account actief is. Heb je een week na inschrijven nog geen toegang tot de stagewebsite, uaslo, dan neem je contact op met de stagecoördinator (stagecoordinator@uantwerpen.be). De stageplaatsen voor de diverse stages moet je zo snel mogelijk na inschrijving voor de SLO aanvragen via de website uaslo (zie Deel I hoofdstuk 6. Overzicht van belangrijke data). Deze stagewebsite zul je gedurende de hele opleiding regelmatig moeten raadplegen. Per stage doorloop je een aantal stappen die in een workflow (5 stappen) opgenomen zijn (zie verder in dit deel). De stagewebsite uaslo is een interactieve site waarvan studenten, vakdidactici, praktijkassistenten en administratieve medewerkers van de lerarenopleiding frequent gebruik maken. TIP: Voeg de stagewebsite toe aan je favorieten. Let op: 1. Het zoeken naar en toekennen van stageplaatsen gebeurt slechts als de procedure stageplanning volledig en tijdig werd gevolgd. 2. Het aanvragen van stageplaatsen in de stagescholen door de stagecoördinator is enkel mogelijk indien het stageaanvraagformulier via https://www.uaslo.uantwerpen.be tijdig door jou is ingediend. 3. Een stageaanvraag is pas volledig als je binnen de drie werkdagen nadat je stageplaats werd toegekend contact hebt opgenomen met de mentor-coach van de stageplaats. 21

3.1 Aanvragen van stageplaatsen 1. Surf naar de stagewebsite, https://www.uaslo.uantwerpen.be (Vergeet de 's' niet!) 2. Een inlogbox verschijnt op het scherm. 3. Geef je persoonlijke UA-inlogaccount (rolnummer bv. 20009999) en het wachtwoord in dat je bij inschrijving aan de Universiteit Antwerpen hebt ontvangen. Klik op de OK-knop om de verbinding met de site te realiseren. 4. Stageaanvraagformulier Het digitale stageaanvraagformulier vind je op de stagewebsite uaslo. 1. Klik op het driehoekje naast Sites (bovenaan op de openingspagina). 2. Klik op 'Stage Student'. 3. Klik (rechts bij Acties) op 1. aanvraagformulier - StagePlanning. 4. Vul het document volledig in. 5. Print het ingevulde document. 6. Verstuur het digitaal, door op de verzendknop te klikken. Zolang je het document niet hebt verstuurd, kun je via de knop 'Vorige' eerder ingebrachte gegevens wijzigen. Opgelet wanneer je twee vakdidactieken volgt: Studenten die toelating hebben aangevraagd en gekregen om twee vakdidactieken te volgen, duiden aan welke hun eerste en welke hun tweede vakdidactiek is. Dat heeft gevolgen voor de toekenning van de stagescholen. Je kunt (in de meeste gevallen) niet zelf de keuze maken. Je eerste vakdidactiek ligt het meest voor de hand in functie van de bachelor- en masteropleiding die je gevolgd hebt. In een aantal gevallen is dat duidelijk, bv je eerste vakdidactiek sluit aan bij de bachelor- en masteropleiding die je hebt gevolgd. (zie concordantietabel op www.uantwerpen.be/lerarenopleiding > Opleidingsinfo > Mag je starten); volg je de lerarenopleiding Talen en heb je van Duits, Engels, Frans, Nederlands of Spaans minimaal 60 sp. gevolgd in je bachelor- en masteropleiding en heb je bovendien van die taal 6 sp. gevolgd in je masteropleiding, dan is die vakdidactiek je eerste vakdidactiek; voor een tweede taaldidactiek volstaat 30 sp. in die taal tijdens je bachelor- en masteropleiding; om een toelating te krijgen voor het volgen van een tweede vakdidactiek stuur je een aanvraagformulier Aanvraagformulier voor toelating tot tweede vakdidactiek in. (zie hiervoor www.uantwerpen.be/lerarenopleiding > Vakdidactieken). In het antwoord op die aanvraag vind je welke vakdidactiek de eerste en welke de tweede is. Let op: Na 1 maart van het lopende academiejaar kunnen er geen stageplaatsen meer worden aangevraagd en/of toegekend, behoudens uitzonderlijke omstandigheid van overmacht. 22

Ter info De instapstage loop je in duo voor je eerste vakdidactiek (soms, per uitzondering, voor je tweede vakdidactiek). De naam van je duopartner (in het purper) voor de instapstage vind je terug op jouw persoonlijke Student Fiche. Als je op het tabblad 'Stage Student' bij 'Acties' klikt op '3. Student Fiche Praktijkcomponent SLO', kun je je persoonlijke digitale fiche Praktijkcomponent opvragen. Die bevat alle gegevens van de voortgang van de verschillende OPO's van de praktijkcomponent. Op de Student Fiche vind je de naam van de student (in paars) met wie je in duo de Instapstage zult afleggen. Je kunt via de uantwerpen.be-mailadressen met elkaar in contact komen om de nodige afspraken te maken. Je loopt groeistage in aso-/kso-richtingen voor je eerste vakdidactiek en in bso-/tso-richtingen (of een cvo of een hogeschool) voor je tweede vakdidactiek. 3.2 De workflow voor inleef-, instap- en groeistage(s) De workflow start na het invullen van het stageaanvraagformulier. Je doorloopt deze workflow volledig voor de Instap- en de Groeistage(s). Ze bestaat uit vijf opeenvolgende stappen. Elke stap is door middel van een blokje (bovenaan links op het scherm) voorgesteld. In het begin zijn alle blokjes wit. Het blokje van een stap die voltooid is, kleurt groen, daarna kan de volgende stap gebeuren. Je bent administratief volledig in orde als alle blokjes van elke stage die je loopt groen gekleurd zijn. 3.2.1 Stap 1 Opzoeken stageplaats Deze stap voert de stagecoördinator uit. Aan de hand van de door jou verstrekte informatie via het stageaanvraagformulier zoekt de stagecoördinator (een) stageplaats(en). Van zodra er door de stagecoördinator voor jou een stageaanvraag is ingediend in een mogelijke stageschool voor een welbepaald stage verschijnt in aanvraag in de kolom Sub Status. Van zodra een school jou voor een stage accepteert ontvang je via een e-mail (een Alert-mail) op je uamailadres de coördinaten van de stageschool. Een klik op de link in de mail brengt je bij de contactgegevens van de stageschool. Je neemt binnen de drie werkdagen via mail contact op met de jou toegewezen stageschool. Indien je nalaat snel te reageren dan loop je het risico dat de stageplaats niet meer voor jou is gereserveerd. 3.2.2 Stap 2 - Contacteren school Deze stap dien je als SLO-student (verplicht) uit te voeren. In Stap 2 maak je gebruik van de knop Beheer om te bevestigen dat je contact hebt opgenomen met de aan jou toegewezen school en een afspraak met de mentor-coach hebt gemaakt, al dan niet op een door de school georganiseerd infomoment voor stagiairs, om de praktische organisatie van de stage te bespreken. Dit doe je door het plaatsen van een vinkje in het blokje boven ja. Indien het je niet meteen lukt om in contact te komen met de mentor-coach van de toegewezen school, stuur dan nogmaals een mailtje. Je kan uiteraard ook proberen om de mentor-coach telefonisch te bereiken via het algemene telefoonnummer van de school. Om naar de volgende stap door te gaan klik je op de knop Volgende. 3.2.3 Stap 3 Raamovereenkomst-preservicestage Studenten aslo met een liobaan geven aan dat ze de stageovereenkomst-inservicetraining afgedrukt hebben, door de school en zelf ondertekend hebben. Zij dienen die documenten in drievoud binnen te brengen bij de stagecoördinator. Het valorisatiedocument voor OPO s van de praktijkcomponent zal maar worden opgesteld als de overeenkomst-inservicetraining is ingeleverd. Zij bevestigen dat ze hun lessenrooster hebben bezorgd aan de vakdidacticus van de vakdidactiek(en) die ze volgen. 23

Studenten aslo die geen liobaan hebben op het moment van het invullen van Stap 3 en Studenten islo geven Neen op en klikken daarna op hier. Een document met bepalingen i.v.m. de preservicetraining verschijnt op het scherm. Zij bevestigen akkoord te gaan met de inhoud van de opgesomde bepalingen aangaande door op de knop Goedgekeurd te klikken. Zij klikken daarna op de knop Volgende om naar Stap 4 door te gaan. 3.2.4 Stap 4 Stageagenda In Stap 4 geef je je persoonlijke stagerooster in, in de stageagenda, en vul je gegevens van de vakmentoren aan die je tijdens de instapstage en de groeistages (1 en 2) zullen begeleiden. Je vult de data en uren (eventueel in urenblok) van de observatie- en stagelessen in de stageagenda in. Let op: Je bent verplicht de planning van de stagelessen in de stageagenda op de stagewebsite uaslo in te geven. Stagelessen die niet minstens één week van tevoren of fout zijn aangekondigd in de stageagenda, gelden niet als stageles. Bij wijzigingen in je stagerooster dien je die in te geven in de stageagenda om te vermijden dat een stagebegeleider een nodeloze verplaatsing maakt. Indien een stageles door omstandigheden op het laatste moment niet kan doorgaan dan verwittig je onmiddellijk de vakdidacticus en/of de stagecoördinator via gsm. Zie Deel I Contacten voor de contactgegevens. Vakmentoren stagescholen Om gegevens van een vakmentor toe te voegen, ga je als volgt te werk: Klik je op Vakmentor toevoegen Een pop-up-box verschijnt. Typ de gegevens in. Klik op de knop Bewaar Concept. Mocht je iets vergeten in te vullen zijn dan zal het systeem je er attent opmaken. Onderaan de pagina verschijnt een mededeling in rode kleur. Herhaal deze werkwijze om de gegevens van een volgende vakmentor in te voeren. Om een opgegeven vakmentor verwijderen uit de lijst doe je als volgt: Plaats een vinkje naast de naam van de uit het lijstje te verwijderen vakmentor. Klik op Verwijder selectie Stageagenda Om gegevens toe te voegen, ga je als volgt te werk: Klik je op Planning toevoegen Een pop-up-box verschijnt. Vul de gevraagde informatie in de velden in. - Om de datum in te geven, klik je de ingebouwde agenda uit. - Begin- en einduur van een les kun je per 5 minuten nauwkeurig opgeven. - Eventueel vul je de campus in waar de stageles doorgaat. - Selecteer stageles in de droplist. - Studenten die twee vakdidactieken volgen, selecteren de vakdidactiek waarvoor ze de gegevens invullen. - Studenten met vakdidactiek NED, selecteren in de droplist de naam van de Vakdidactiek Medewerker van de tutorgroep waartoe ze behoren. - Vul het volgnummer van de les in. - Indien je het lesonderwerp kent, noteer je dit. Je kunt het later nog aanvullen. Klik op de knop Bewaar Concept. - Mocht je iets vergeten in te vullen zijn dan zal het systeem je er attent opmaken. Onderaan de pagina verschijnt een mededeling in rode kleur. Herhaal deze werkwijze om de gegevens van een volgende les in te voeren. 24

Een opgegeven stageles verwijderen uit de ingegeven lijst, doe je als volgt: Plaats een vinkje naast de uit het lijstje te verwijderen stageles. Klik op Verwijder selectie Volgende handeling voer je sowieso uit ook al heb je maar gedeeltelijk de stageagenda of de vakmentoren kunnen opgegeven. Dit is nodig om de stageagenda zichtbaar te maken voor de vakdidactici en assistenten. Klik op het bolletje voor ja, ik heb de stageagenda geheel/gedeeltelijk aangevuld/gewijzigd. Om naar de volgende stap door te gaan klik je op de knop Volgende. 3.2.5 Stap 5 Voltooid Dit vakje kleurt onmiddellijk groen. Om wijzigingen in je stageagenda in te geven, klik je op de knop Beheer en nadien op Stageagenda en/of Vakmentoren wijzigen/aanvullen. Je komt terug in Stap 4 terecht. Om info toe te voegen of te wijzigen, herhaal je de werkwijze beschreven in Stap 4. TIP: Raadpleeg je persoonlijke stagefiche en volg de voortgang van je stageplanning(en) op via de stagewebsite uaslo > tab 'Stage Student' (op de Introductiepagina) en een klik op de link 'Beheer' die je vindt naast iedere stageaanvraag in de overzichtstabel. 3.3 Inschrijven voor een projectstage Lees de Wegwijzer projectstage om meer te weten te komen over de mogelijkheden om dit opleidingsonderdeel van de praktijkcomponent te vervullen. Kies je voor een project dan volg je volgende stappen: 1. Surf naar de stagewebsite, https://www.uaslo.uantwerpen.be 2. Op het tabblad 'Stage Student' klik je bij Acties op 2. Aanvragen - projectstage. 3. Op het scherm verschijnt de lijst van beschikbare projecten voor het lopende academiejaar. 4. Een beschrijving van de inhoud van elk project vind je in de infofiches, die je oproept door een klik op de paperclip. 5. Als je verkiest om dit opleidingsonderdeel te vervullen via een project dat jou aanspreekt, vraag je via de knop 'Beheer' om het project aan jou toe te wijzen. 6. Vrij snel verneem je via de stagewebsite of je aan het project kunt deelnemen. Naast je naam en project staat dan vermeld 'goedgekeurd'. 7. Via mail (van slo.projectstage@uantwerpen.be) ontvang je de coördinaten van de te contacteren personen. 8. Je neemt binnen de drie dagen (via mail) contact op met deze contactpersoon. Deze mail stuur je in cc naar slo.projectstage@uantwerpen.be. 25

4. Reglementering Het Onderwijs- en Examenreglement (OER) van de Universiteit Antwerpen geldt voor alle opleidingsonderdelen van de SLO, inclusief de praktijkcomponent. Het OER is te consulteren via de website van de Universiteit Antwerpen. Ernstige problemen i.v.m. de stage meld je zonder uitstel aan de vakdidacticus of praktijkassistent en de stagecoördinator. Bij ernstige tekortkomingen van de stageschool waarvoor geen oplossing komt, is het mogelijk je stageactiviteiten in die locatie te beëindigen. De stageschool kan dat ook doen wanneer jij tekort zou schieten, bv. als je de deontologische code niet naleeft. Dat gebeurt pas nadat je dit eerst hebt besproken met je vakdidacticus. Een stageactiviteit kan nooit eenzijdig worden beëindigd. Zie de bepalingen in de stageovereenkomst. De vakdidacticus (of de stagecoördinator) brengt de school en de mentor-coach op de hoogte van (de reden(en) van) het stopzetten van je stage. 4.1 Stageovereenkomst Voor de SLO bestaan er twee versies van stageovereenkomsten: de Raamovereenkomst-preservicetraining en de Liobaanovereenkomst (Stageovereenkomst-inservicetraining). Voorbeelden van deze documenten vind je in Deel III van dit vademecum. De inhoud van de overeenkomsten is bindend voor de drie contracterende partijen m.n. de student, de stage-instelling en de Universiteit Antwerpen (lerarenopleiding). 4.1.1 Raamovereenkomst-preservicetraining De stageschool ontvangt de raamovereenkomst via mail van de Universiteit Antwerpen (lerarenopleiding). Jij hoeft als student voor dit deel van de stageovereenkomst niets te doen. De verantwoordelijke van de stageschool zal met de inhoud van de raamovereenkomst akkoord gaan via digitale acceptatie (of de post). Let op: Als student ga je voor elke stage akkoord met de inhoud van de raamovereenkomst via de stagewebsite uaslo. Indien je niet akkoord gaat met de inhoud, kun je geen stage lopen en bijgevolg geen beoordeling/cijfer krijgen voor dat opleidingsonderdeel. Accepteren van de raamovereenkomst impliceert dat je akkoord gaat met de deontologische code (zie Deel I paragraaf 4.3). De stageschool heeft het recht om de stageovereenkomst te verbreken wanneer jij de deontologische code niet naleeft. 4.1.2 Liobaanovereenkomst/Stageovereenkomst-inservicetraining Nadat de vakdidacticus op basis van het door jou ingediende liobaanaanvraagformulier (zie wegwijzer Leraar in opleiding) de liobaan heeft goedgekeurd, bezorg je drie originele (door de school en jezelf ondertekende) liobaanovereenkomsten, samen met een kopie van je arbeidsovereenkomst en je lessenrooster aan de stagecoördinator van de lerarenopleiding. Deze documenten bezorg je ten laatste in de eerste week van het academiejaar of binnen de week nadat je een liobaan hebt aangevat. Nadat de stagecoördinator de overeenkomsten heeft ondertekend namens de Universiteit Antwerpen (lerarenopleiding), bezorg je één exemplaar terug aan de school, één exemplaar hou je zelf en het derde blijft op het secretariaat van de lerarenopleiding. 26

4.2 Contact met de stageschool De stagecoördinator wijst je op basis van het stageaanvraagformulier een stageschool toe voor de inleefstage, instapstage en de beide groeistages. Nadat je een stageschool kreeg toegewezen, contacteer je binnen de drie werkdagen - via een mail (of telefonisch) - de mentor-coach van de school voor een intakegesprek en/of vraag je wanneer de school een intromoment voor stagiairs organiseert. In de ALERT-mail die je voor elke stageplaats op je student.uantwerpen-mailadres ontvangt, staat een link naar alle contactinformatie. Let op: Lees vooraf dus vooraleer je de school contacteert - steeds de wegwijzer die van toepassing is op het opleidingsonderdeel van de praktijkcomponent! De wegwijzers vind je in Deel II van dit vademecum. De stageaanvraag is slechts volledig afgerond nadat je contact hebt opgenomen met de mentor-coach van de school. Als je nalaat de stage-instelling binnen de drie werkdagen te contacteren, loop je het risico dat je stageplaats vervalt! De stagecoördinatoren zullen je aanvraag niet meer prioritair behandelen. Tijdens het intakegesprek spreek je met de mentor-coach en/of de vakmentor de inhoudelijke en organisatorische aanpak van je stageactiviteiten af. Sommige scholen organiseren een kennismakings- en informatiemoment of intromoment waarop alle stagiairs die daar stage zullen lopen, verplicht aanwezig zijn. De data van deze informatiemomenten krijg je van de mentor-coach van de stageschool (of vind je bij de Mededelingen op Blackboard). Aandachtspunten bij een intakegesprek of het infomoment met de mentor-coach: Je informeert naar het opvoedingsproject van de school. Je deelt mee dat de stageovereenkomst (raamovereenkomst per stage-instelling) via mail aan de mentor-coach van de school wordt toegestuurd en dat de studenten via de stagewebsite, uaslo, akkoord gaan met de bepalingen van de raamovereenkomst. Je informeert naar de gewoontes i.v.m. belsignaal, rijen, openen/sluiten lokalen, enz. Je wint informatie in over schoolspecifieke regels/afspraken, o.a. hoe je de mentor-coach best contacteert. Je vraagt naar de naam van de directeur, de namen van de vakmentoren en hoe je die kunt contacteren. Je vraagt waar het lerarenlokaal, secretariaat, enz. zich bevinden. Je informeert naar het te volgen scenario bij onverwachte afwezigheden: aan wie meld je dat, op welke wijze, hoe haal je stage-uren in, enz.? Aandachtspunten bij een intakegesprek met de vakmentor: Je informeert naar de praktische regeling van je stageactiviteiten (hoe je vakmentor best contacteren, in welke lokalen vinden je stagelessen plaats en welke infrastructuur is beschikbaar, wanneer krijg je lesonderwerpen meegedeeld, wanneer bezorg/bespreek je de lesvoorbereiding, enz. Je informeert naar vak/klasgebonden materies. Je informeert naar mogelijkheden om mee te werken aan projecten, aan de voorbereiding van activiteiten of excursies, enz.?. Je licht aan je vakmentor de uitwerking en het gebruik van het evaluatieformulier toe (zie Deel IV van dit vademecum). Je maakt afspraken i.v.m. de evaluatiemomenten. Je spreekt af welke procedures je volgt bij onverwachte afwezigheden (wie verwittig je, op welke wijze, hoe haal je stage-uren in, enz.). 27

4.3 Deontologische code Om de stages in het werkveld correct te laten verlopen, ontwikkelde de lerarenopleiding van de Universiteit Antwerpen een deontologische code. De bepalingen van deze deontologische code zijn niet exhaustief. Vaak spreken mentor-coaches en/of vakmentoren nog andere schoolspecifieke verbintenissen met je af. 1. De stageschool ontvangt je als gast. Je handelt loyaal tegenover de stageschool, haar personeelsleden en leerlingen. Je eerbiedigt het opvoedingsproject en de belangen van de school en ziet mee toe op de naleving van het schoolreglement door de leerlingen. 2. Je gedraagt je als toekomstig leraar: dat impliceert een onberispelijk gedrag en voorkomen, gepaste kledij, verzorgd aangepast taalgebruik en een aangepaste omgang met de personeelsleden en leerlingen. 3. Als stagiair sta je open voor suggesties en feedback. Opmerkingen accepteer je als opportuniteiten in je groei als leraar. De vakmentor behoudt de eindverantwoordelijkheid. Beslissingen neem je in overleg met de mentor. 4. Je overhandigt de mentor-coach en de vakleerkrachten die je bij je stage zullen begeleiden de contactcoördinaten (e-mailadres en telefoonnummer) van de opleidingsverantwoordelijken (vakdidactici en praktijkassistenten) alsook van de stagecoördinatoren (stagecoordinator@uantwerpen.be 03 265 54 53 03 265 44 86). Je bezorgt aan deze personen de url van de website van de lerarenopleiding van de Universiteit Antwerpen (www.uantwerpen.be/lerarenopleiding). 5. Je houdt je strikt aan afgesproken deadlines, termijnen en limieten. Je bent minstens 15 minuten vooraf aanwezig op school, zodat de lessen of stageactiviteiten op het afgesproken tijdstip kunnen beginnen. 6. Elke afwezigheid meld je tijdig aan de stagecoördinator van de universiteit en aan de contactpersoon in de school, volgens de afspraken gemaakt met de school. Je maakt zo snel mogelijk nieuwe afspraken en meldt deze wijzigingen in de planning aan alle betrokkenen. Een doktersattest ter wettiging van ziekte of ongeval, scan je in. Je mailt het ingescande document als bijlage aan stagecoordinator@uantwerpen.be en aan slo@uantwerpen.be. Het originele doktersattest bezorg je binnen de twee dagen op het studentensecretariaat, Venusstraat 35, 2000 Antwerpen. 7. Je leeft de voorschriften na inzake veiligheid, hygiëne, gezondheid en welzijn op het werk. Je vraagt relevante voorschriften (bv. voor praktijklokalen) op bij de vakmentor. Je draagt zorg voor alle zaken en materialen die de stageschool je ter beschikking stelt of toevertrouwt. 8. Alle gegevens die je verneemt over leerlingen, hun ouders of personeelsleden van de school hebben een vertrouwelijk karakter. In geen geval geef je deze informatie door aan derden binnen of buiten de school. Ook na de stage maak je geen gebruik van deze kennis. In het kader van je opleiding word je gevraagd om te reflecteren over je stage-ervaringen. Je garandeert hierbij de anonimiteit van de betrokkenen (leerlingen, ouders en personeelsleden) en spreekt met respect over hen. In alle verslagen die je opmaakt in het kader van de lerarenopleiding zul je daarom alle namen anonimiseren (bv. namen door een letter vervangen). Let op: Het niet naleven van de deontologische code kan leiden tot het verbreken van de stageovereenkomst. 28