PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Vergelijkbare documenten
PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. Sociaal-economische raad 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Sociaal- Economische Raad

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Bosschap 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

ONTWERP. Verordening van het Productschap Akkerbouw van 2009, houdende vaststelling bestemmingsheffing

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Sociaal- Economische Raad

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 13 februari 2007;

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Openbare kennisgevingen 2

Brussel, 14 mei 2012 (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE /11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0303 ( LE) AMLAT 99 PESC 1390 WTO 388

BIJLAGE. bij het. Gezamenlijk voorstel voor een besluit van de Raad

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Verordeningen en besluiten 2

Gelet op de artikelen 93 en 95 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op artikel 4 van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering;

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 16 maart 2010; 1 Begripsbepalingen

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 55 1 april 2005 nummer 16. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Vee en Vlees (PVV 17) 2

Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2009

LAATSTE TEKST (februari 2010)

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Sociaal- Economische Raad

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 13 februari 2007; 1 Begripsbepalingen

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Nr. 2018/775 (PB L 131 van , blz. 8)

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

2009 (Verordening PT heffing eetbare paddenstoelen en uitgangsmateriaal van groenten 2009)

Bestuurskamer. Wij Beatrix, enzovoorts

1 Begripsbepalingen. 2 Retributieplicht

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

ONTWERP-VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING BLOEMBOLLENHANDEL OOGSTJAAR 2013

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Verordeningen en besluiten 2

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 10 mei 2011; 1 Begripsbepalingen

No. 03/2012. Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering;

REGLEMENT REGISTER HORECADNA 2015

Rapport. Datum: 14 oktober 2003 Rapportnummer: 2003/357

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Bestuurssamenstellingen 2

No. Ho. 01/2014. Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering;

VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING AANBOD BLOEMKWEKERIJPRODUCTEN 2013

196 der Beilagen XXIV. GP - Staatsvertrag - 44 Schlussakte samt Erklärungen - Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 10 SLOTAKTE.

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

No. Ho 03/2010. Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering;

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

: Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten;

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Model Leegstandverordening

Bestuurskamer. Wij Beatrix,.. 1 Begripsbepalingen

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PE-CONS 56/1/16 REV 1 NL

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Raad van de Europese Unie Brussel, 5 oktober 2016 (OR. en)

Advies van de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad tot instelling van een bedrijfschap voor de bosbouw, het bosbeheer en de houtteelt

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

VERORDENING PA SUBSIDIES STRUCTUURVERSTERKING BROOD EN BANKET 2008

Verordening financiering projecten groothandelssector 2013

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

heffingsplichtige : een natuurlijk persoon of rechtspersoon of een niet-rechtspersoonlijkheidbezittende

Productschap Diervoeder

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 september 2009 (23.09) (OR. en) 13420/09. Interinstitutioneel dossier: 2009/0103 (CNS) 2009/0102 (ACC)

VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING VERDUURZAAMDE GROENTEN EN FRUIT 2013

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. Openbare kennisgevingen 2. BEDRIJFSLICHAMEN 3 Hoofdproductschap Akkerbouw 3

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

Regeling verplichte financiële bijdragen onderzoeks- en innovatieagenda voor de Nederlandse pluimveesector. Inleiding

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Leegstandverordening Maassluis 2017.

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

PROVINCIAAL BLAD. gelet op artikel 11 Richtlijn 2014/24/EU en artikel 2.24 sub a van de Aanbestedingswet 2012;

Artikel 1. Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten 2008

Gemeenschappelijke regeling samenwerking belastingen Amstelland- Meerlanden

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

ARTIKEL 1. BEGRIPSBEPALINGEN Bart Jansen Advies: Bart Jansen Advies, ingeschreven in het Handelsregister onder nummer

Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking Brancheorganisatie Suiker

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

EUROPESE COMMISSIE. Staatssteun / Nederland SA (2016/N) Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer (SVNL)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 februari 2010 (10.02) (OR. fr) 6290/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0011 (NLE) HR 8 CORDROGUE 25

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juli 2015 (OR. en)

Transcriptie:

Nr.34 10 augustus 2012-62e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Hoofdproductschap Akkerbouw 2 Bedrijfschap Afbouw 6 Bosschap 6

Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende organisatie schriftelijk bedenkingen aanvoeren tegen de in dit Mededelingenblad gepubliceerde ontwerpverordening. BEDRIJFSLICHAMEN Hoofdproductschap Akkerbouw Openbare kennisgevingen Gelet op artikel 19 van de Landbouwkwaliteitsregeling 2007, maakt het Hoofdproductschap Akkerbouw de volgende publicatie in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, nr. C 214 van 20 juli 2012, bekend. Deze publicatie betreft de bekendmaking van een openbare raadpleging inzake de overweging om een aantal benamingen in de Europese Unie te beschermen als geografische aanduiding. Iedere natuurlijke of rechtspersoon die kan aantonen een wettig economisch belang te hebben in verband met de door de Commissie voorgenomen bescherming kan tot uiterlijk 5 september 2012 zijn bedenkingen daartegen kenbaar maken door middel van toezending van een gemotiveerde verklaring aan het HPA, secretariaat AGOS, Postbus 29739, 2502 LS Den Haag. ANDERE HANDELINGEN EUROPESE COMMISSIE BEKENDMAKING OPENBARE RAADPLEGING Geografische aanduidingen uit Centraal-Amerikaanse landen (2012/C 214/09) De onderhandelingen over een handelsovereenkomst tussen de Europese Unie, en haar lidstaten, en Centraal-Amerika zijn afgerond. In deze context wordt overwogen de onderstaande benamingen in de Europese Unie te beschermen als geografische aanduiding. De Commissie geeft lidstaten, derde landen en elke natuurlijke persoon of rechtspersoon met een rechtmatig belang die in een lidstaat of een derde land gevestigd of woonachtig is, de mogelijkheid om tegen een dergelijke bescherming bezwaar aan te tekenen door een met redenen omklede verklaring in te dienen ( 1 ). Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen twee maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking. De bezwaarschriften moeten naar het volgende e-mailadres worden gestuurd: AGRI-B1@ec.europa.eu ( 1 ) De bezwaarprocedure in het kader van deze openbare raadpleging doet, wat de geografische aanduiding Ron de Guatemala betreft, geen afbreuk aan het bezwaar tegen de bescherming van deze naam in het kader van Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken, zoals bekendgemaakt in PB C 168 van 14.6.2012, blz. 9. 2 2

De bezwaarschriften zullen slechts worden onderzocht als zij binnen die termijn worden ontvangen en als daarin wordt aangetoond dat de naam waarvoor bescherming wordt aangevraagd: 1. strijdig is met de naam van een planten- of dierenras en de consument daardoor zou kunnen worden misleid met betrekking tot de werkelijke oorsprong van het product; 2. geheel of gedeeltelijk homoniem is met een naam die in de Europese Unie reeds is beschermd op grond van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen ( 2 ) of Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken ( 3 ); of met een benaming die is opgenomen in de overeenkomsten die de Europese Unie heeft gesloten met een van de volgende landen: Albanië: Besluit 2006/580/EG van de Raad van 12 juni 2006 inzake de ondertekening en de sluiting van de Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds ( 4 ) (Protocol nr. 3 betreffende wederzijdse preferentiële handelsconcessies voor bepaalde wijnen, de wederzijdse erkenning, bescherming en controle van de benamingen van wijnen, gedistilleerde dranken en gearomatiseerde wijnen); Bosnië en Herzegovina: Besluit 2008/474/EG van de Raad van 16 juni 2008 inzake de ondertekening en sluiting van een Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds ( 5 ) (Protocol 7); Canada: Besluit 2004/91/EG van de Raad van 30 juli 2003 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Canada inzake de handel in wijnen en gedistilleerde dranken ( 1 ); Chili: Besluit 2002/979/EG van de Raad van 18 november 2002 betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van enkele bepalingen van de Overeenkomst tot oprichting van een associatie tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Chili, anderzijds ( 2 ), en met name artikel 90 tot vaststelling van de Overeenkomst inzake de handel in gedistilleerde dranken en gearomatiseerde dranken; Kroatië: Besluit 2001/918/EG van de Raad van 3 december 2001 betreffende de sluiting van een Aanvullend Protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Stabilisatie- en Associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds, om rekening te houden met de uitkomst van de onderhandelingen tussen de partijen over wederzijdse preferentiële handelsconcessies voor bepaalde wijnen, de wederzijdse erkenning, bescherming en controle van wijnbenamingen en de wederzijdse erkenning, bescherming en controle van benamingen van gedistilleerde dranken en gearomatiseerde dranken ( 3 ); Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië: Besluit 2001/916/EG van de Raad van 3 december 2001 betreffende de sluiting van een Aanvullend Protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Stabilisatie- en Associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds, om rekening te houden met de uitkomst van de onderhandelingen tussen de partijen over wederzijdse preferentiële handelsconcessies voor bepaalde wijnen, de wederzijdse erkenning, bescherming en controle van wijnbenamingen en de wederzijdse erkenning, bescherming en controle van benamingen van gedistilleerde dranken en gearomatiseerde dranken ( 4 ); Mexico: Besluit 97/361/EG van de Raad van 27 mei 1997 inzake de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Mexicaanse Staten betreffende de wederzijdse erkenning en bescherming van de benamingen van gedistilleerde dranken ( 5 ); ( 2 ) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12. ( 3 ) PB L 39 van 13.2.2008, blz. 16. ( 4 ) PB L 239 van 1.9.2006, blz. 1. ( 5 ) PB L 169 van 30.6.2008, blz. 10. ( 1 ) PB L 35 van 6.2.2004, blz. 1. ( 2 ) PB L 352 van 30.12.2002, blz. 1. ( 3 ) PB L 342 van 27.12.2001, blz. 42. ( 4 ) PB L 342 van 27.12.2001, blz. 6. ( 5 ) PB L 152 van 11.6.1997, blz. 15. 3

Montenegro: Besluit 2007/855/EG van de Raad van 15 oktober 2007 inzake de ondertekening en sluiting van de Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds ( 6 ); Zuid-Afrika: Besluit 2002/52/EG van de Raad van 21 januari 2002 inzake de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Zuid-Afrika betreffende de handel in gedistilleerde dranken ( 7 ); Zwitserland: Besluit 2002/309/EG van de Raad en, wat betreft de overeenkomst inzake Wetenschappelijke en Technologische samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat ( 8 ), en met name de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten: bijlage 7, gewijzigd bij Besluit nr. 1/2012 van het Gemengd Landbouwcomité dat is ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van 3 mei 2012 ( 9 ); bijlage 8, gewijzigd bij Besluit nr. 2/2012 van het Gemengd Landbouwcomité dat is ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van 3 mei 2012 ( 10 ); Zwitserland: Besluit 2011/738 van de Raad van 20 oktober 2011 betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat inzake de bescherming van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen van landbouwproducten en levensmiddelen tot wijziging van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten ( 1 ); Georgië: Besluit 2012/164/EU van de Raad van 14 februari 2012 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Georgië inzake de bescherming van geografische aanduidingen van landbouwproducten en levensmiddelen ( 2 ); Korea: Besluit 2011/265/EU van de Raad van 16 september 2010 betreffende de ondertekening namens de Europese Unie en de voorlopige toepassing van de Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds ( 3 ). 3. rekening houdende met de faam en bekendheid van een merk en met de periode waarin dat merk reeds in gebruik is, de consument zou kunnen misleiden ten aanzien van de werkelijke identiteit van het product; 4. schade zou toebrengen aan een bestaande geheel of gedeeltelijk identieke naam of een merk, of aan bestaande producten die op de datum van deze bekendmaking sedert ten minste vijf jaar legaal op de markt zijn; 5. een soortnaam is. De genoemde criteria zullen worden beoordeeld voor wat betreft het grondgebied van de Europese Unie, dat als het om intellectuele eigendomsrechten gaat, alleen betrekking heeft op het grondgebied waar de betrokken rechten beschermd zijn. De mogelijke bescherming van deze namen in de Europese Unie hangt af van de succesvolle afronding van deze onderhandelingen en het daaruit voortvloeiende wetsbesluit. Deze bekendmaking doet geen afbreuk aan de mogelijkheid om krachtens artikel 5, lid 9, van Verordening (EG) nr. 510/2006 of artikel 17 van Verordening (EG) nr. 110/2008 een aanvraag tot registratie in te dienen voor benamingen uit Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras of Panama. ( 6 ) PB L 345 van 28.12.2007, blz. 1. ( 7 ) PB L 28 van 30.1.2002, blz. 112. ( 8 ) PB L 114 van 30.4.2002, blz. 1. ( 9 ) PB L 155 van 15.6.2012, blz. 1. ( 10 ) PB L 155 van 15.6.2012, blz. 99. ( 1 ) PB L 297 van 16.11.2011, blz. 1. ( 2 ) PB L 93 van 30.3.2012, blz. 1. ( 3 ) PB L 127 van 14.5.2011, blz. 1. 4

Lijst van geografische aanduidingen voor gedistilleerde dranken en landbouwproducten en levensmiddelen ( 4 ) Productklasse In Costa Rica geregistreerde naam Vrucht Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten: koffie Banano de Costa Rica Café de Costa Rica Productklasse Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten: koffie Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten: plantenextracten Café Apaneca-Ilamapetec Bálsamo de El Salvador In El Salvador geregistreerde naam Productklasse Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten: koffie Gedistilleerde drank Café Antigua Ron de Guatemala In Guatemala geregistreerde naam Productklasse Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten: koffie Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten: koffie In Honduras geregistreerde naam Cafés del Occidente Hondureño/Honduras Western Coffee Café de Marcala Gedistilleerde drank Productklasse Seco de Panamá In Panama geregistreerde naam ( ) PB L 127 van 14.5.2011, blz. 1. ( 4 1 ) Gebaseerd op gegevens die de autoriteiten van de Centraal-Amerikaanse landen in het kader van de onderhandelingen hebben verstrekt. 5

Bedrijfschap Afbouw Tervisielegging en verkrijgbaarstelling ontwerpbegroting Bedrijfschap Afbouw 2013 Het dagelijks bestuur maakt, gelet op artikel 118, derde lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie, bekend dat de ontwerpbegroting voor 2013, met toelichting bij het secretariaat, Mauritskade 27, 2514 HD te Den Haag, voor een ieder ter lezing is neergelegd en aldaar verkrijgbaar is. De behandeling van de ontwerpbegroting vindt plaats in de openbare vergadering van 26 september 2012. Bosschap Ontwerp- Verordening Bosschap algemene heffing 2013 Ontwerp-verordening van het Bosschap van., houdende regels ter zake van de aan de onder het Bosschap ressorterende ondernemers op te leggen algemene heffing voor het jaar 2013 (Verordening Bosschap algemene heffing 2013) Het bestuur van het Bosschap; Gelet op de artikelen 93, 95, 126 en 127 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op artikel 7 van het Instellingsbesluit Bosschap; Besluit: Artikel 1 1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt overgenomen de terminologie van het Instellingsbesluit Bosschap en de Registratieverordening Bosschap 2010 en wordt verstaan onder: onderneming: een onderneming waarvoor het Bosschap is ingesteld; heffingsplichtige: een natuurlijk persoon of rechtspersoon of een niet rechtspersoonlijkheid bezittende vennootschap die één of meer ondernemingen heeft gedreven gedurende enige periode in 2013; basisheffing: heffing volgens de grondslag als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van het Instellingsbesluit Bosschap; hectareheffing: heffing volgens de grondslag als bedoeld in artikel 7, eerste lid onder a., van het Instellingsbesluit Bosschap; omzetheffing: heffing volgens de grondslag als bedoeld in artikel 7, eerste lid onder b., van het Instellingsbesluit Bosschap; heffing: het totaal van de basisheffing, de hectareheffing en de omzetheffing; secretaris: de secretaris van het Bosschap. Artikel 2 2 Heffingen De heffingsplichtige is voor het jaar 2013 per onderneming een basisheffing van 40,- aan het Bosschap verschuldigd. 6

Artikel 3 Onverminderd het bepaalde in artikel 2 is de heffingsplichtige voor het jaar 2013: a. per onderneming waarin de bosbouw, het bosbeheer, het natuurbeheer of de houtteelt wordt uitgeoefend een hectareheffing aan het Bosschap verschuldigd van 3,02 per hectare bosgrond en van 0,19 per hectare natuurgrond. b. per bosbouwambachtonderneming een omzetheffing aan het Bosschap verschuldigd volgens onderstaande tariefschaal. Daarbij wordt voor de bepaling van de verhoging van de omzet boswerk het in 2012 aantal m 3 verkregen of gekocht hout, op stam of in het bos liggend, vermenigvuldigd met 12,15 per m 3. Artikel 4 Omzet boswerk in 2012 omzetheffing 0 tot 11.345 0,00 11.345 tot 45.380 139,68 45.380 tot 113.445 273,27 113.445 tot 226.890 407,07 226.890 tot 453.780 540,67 453.780 en meer 673,41 1. Aan de heffingsplichtige die lid of indirect lid is van: - de Nederlandse Vereniging van Boseigenaren (verder: NVBE) of - de Algemene Vereniging Inlands Hout (verder: AVIH) wordt een aftrek toegestaan ter grootte van 50% van de over 2012 aan de NVBE of AVIH betaalde contributie, tot een maximum van 50% van het totaal van hectareheffing en omzetheffing. Bij de berekening van de aftrek wordt alleen het hectare- of omzetgerelateerde deel van de contributie aan NVBE en AVIH betrokken. 2. Onder indirecte leden van de NVBE worden in dit verband verstaan leden van de NVBE Sectie Overheden en leden van de Federatie Particulier Grondbezit, alleen en voor zover zij bos of natuur in eigendom, erfpacht, opstalrecht of vruchtgebruik hebben. Onder directe leden van de NVBE worden in dit verband verstaan Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en De Landschappen. 3. Andere ondernemersorganisaties kunnen ten behoeve van hun leden een verzoek bij het dagelijks bestuur van het Bosschap indienen om eveneens te worden toegelaten tot de aftrekregeling als bedoeld in het eerste lid. Toegelaten wordt een organisatie die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die aan de voorwaarden voldoet zoals bedoeld in Beleidsregel 5 van het Besluit beleidsregels toezicht van de Sociaal-Economische Raad. 4. Aan de heffingsplichtige die in 2013 gestart is met de uitoefening van een onderneming wordt over het jaar 2013 een aftrek toegekend ter hoogte van de voor die onderneming van toepassing zijnde heffing. Artikel 5 3 Vaststelling en oplegging van de heffing 1. De heffingsplichtige verstrekt op verzoek van het Bosschap binnen een maand de gegevens benodigd voor het vaststellen van de heffing. 2. Een verzoek tot gegevensverstrekking kan achterwege blijven indien het Bosschap reeds uit anderen hoofde over de benodigde gegevens beschikt. 3. De secretaris kan namens het bestuur formulieren vaststellen ter verkrijging van de benodigde gegevens. Artikel 6 1. De heffing wordt door de secretaris namens het bestuur vastgesteld na opgave door de heffingsplichtige van de voor de vaststelling van de heffing benodigde gegevens, dan wel nadat de benodigde gegevens op andere wijze zijn verkregen. 2. Indien geen, een onvolledige of een kennelijk onjuiste opgave is gedaan kan de heffing ambtshalve worden vastgesteld. 7

Artikel 7 1. Oplegging van de heffing geschiedt door de secretaris namens het bestuur door middel van toezending of uitreiking van een gedagtekende heffingsaanslag aan de heffingsplichtige. 2. De heffingsaanslag bevat: a. de naam van de heffingsplichtige b. een specificatie van het bedrag van de heffing; c. in de daarvoor in aanmerking komende gevallen het in artikel 4 bedoelde bedrag van de aftrek; d. het totaal van de heffingsaanslag. Artikel 8 1. De vaststelling en oplegging van de heffing kan door de secretaris worden ondergemandateerd. 2. De secretaris beslist namens het bestuur op bezwaarschriften tegen in ondermandaat genomen besluiten. Artikel 9 4 Betaling en invordering 1. De heffingsplichtige voldoet de heffing binnen 30 dagen na dagtekening van de aanslag. 2. Indien de heffingsplichtige het bepaalde in het eerste lid niet of niet geheel nakomt, ontvangt de heffingsplichtige een herinnering. 3. Indien de heffingsplichtige de heffing binnen twee weken na dagtekening van de herinnering niet of niet geheel heeft betaald, ontvangt de heffingsplichtige een schriftelijke aanmaning om alsnog binnen 14 dagen te betalen. 4. Indien de heffingsplichtige de heffing op basis van de in het voorgaande lid genoemde aanmaning niet of niet geheel heeft betaald, volgt invordering bij dwangbevel. Artikel 10 5 Slotbepalingen Deze verordening treedt in werking met ingang 1 januari 2013. Artikel 11 Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Bosschap algemene heffing 2013. Deze verordening zal met de toelichting in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie worden geplaatst. Driebergen, voorzitter secretaris 8

ALGEMENE TOELICHTING Inleiding Het Bosschap, het bedrijfschap voor de bosbouw, het bosbeheer, het natuurbeheer en de houtteelt, is een krachtens de Wet op de bedrijfsorganisatie (Wbo) ingesteld openbaar lichaam. Artikel 3 van het Instellingsbesluit Bosschap geeft aan welke ondernemingen onder de werkingssfeer van het Bosschap vallen. Voor die ondernemingen heeft het Bosschap op grond van de Wbo als taak een het algemeen belang dienende bedrijfsuitoefening te bevorderen en het gemeenschappelijk belang te behartigen. De algemene werkzaamheden van het Bosschap worden voor het voornaamste deel gefinancierd uit de opbrengst van de jaarlijks door het Bosschap ten aanzien van de onder de werkingssfeer vallende ondernemingen opgelegde heffingen, bestaande uit een vaste basisheffing en een additionele, variërende hectareheffing of omzetheffing volgens een tariefschaal. Dit wordt geregeld in de voorliggende verordening. Daarnaast kent het Bosschap een (bestemmings)heffing voor de financiering van subsidies en bijdragen geregeld in de Verordening Bosschap heffing subsidies en bijdragen 2013. Missie Het Bosschap biedt werkgevers en werknemers in het bos- en natuurbeheer in Nederland - grote en kleine eigenaren, grote en kleine aannemers - een ontmoetingsplaats waar men elkaar spreekt, kennis bundelt, gemeenschappelijke vraagstukken in kaart brengt en deze vraagstukken zo mogelijk structureel oplost. Dat geschiedt op een transparante, professionele en representatieve wijze, met inachtneming van het gestelde in de Code Goed Bestuur PBO. Doelen De gemeenschappelijke vraagstukken die werkgevers en werknemers, samen met andere betrokkenen bij het bos- en natuurbeheer, willen aanpakken zijn samen te vatten als het creëren van goede randvoorwaarden voor een doelmatige en efficiënte bedrijfsvoering bij de aangesloten ondernemingen en ondernemers, opdat deze hun aandacht kunnen richten op de zorg voor voldoende en kwalitatief hoogwaardige bossen en natuurterreinen, en daarmee bijdragen aan de aanwezigheid van een maatschappelijk hoog gewaardeerd goed. Genoemde randvoorwaarden bestaan uit: o het bijdragen aan een veilig en uitdagend werkklimaat voor werknemers in bos en natuur o het bijdragen aan randvoorwaarden, nodig om te komen tot een goede natuurkwaliteit o het bijdragen aan een goede bedrijfseconomische basis voor bedrijven actief in bos en natuur. De heffingen De algemene heffing bestaat uit een basisheffing en een areaalheffing voor ondernemingen waarin de bosbouw, het bosbeheer, het natuurbeheer of de houtteelt wordt uitgeoefend. De algemene heffing voor bosbouwambachtondernemingen bestaat uit een basisheffing en een heffing naar omzetklasse. De basisheffing is bedoeld om de gemiddeld te maken kosten van registratie van ondernemingen, de inning van de heffingen en de informatie die jaarlijks wordt verstrekt te dekken. Deze kosten zijn momenteel becijferd op 40,- per onderneming. Uit de algemene heffing worden de werkzaamheden van het Bosschap betaald. De tarieven van de algemene heffing zijn ten opzichte van 2012 aangepast met een inflatiecorrectie van 2,3%. De bruto opbrengst van de heffing wordt voor 2013 geraamd op 1.052.900,- terwijl de contributieaftrek in totaal naar verwachting 61.500,- zal bedragen. De heffing is in de begroting opgenomen onder de diverse functies. In de begroting Bosschap 2013 wordt precies aangegeven waaraan het totaal der heffingen wordt besteed. De ontwikkeling van de aantallen bij het Bosschap geregistreerde bosbouwondernemingen met het bosareaal en bosbouwambachtondernemingen met hun totale omzet van de afgelopen jaren ziet er sinds 2001 als volgt uit: 9

Peildatum Aantal geregistreerde ondernemingen Aantal ha bos / natuur Aantal bosaannemers Totale omzet bosaannemers 1-jan-03 1.796 272.432 336 56,3 mln 1-jan-04 1.801 272.767 331 46,9 mln 1-jan-05 1.770 272.214 330 47,4 mln 1-jan-06 1.765 278.280 338 47,6 mln 1-jan-07 1.760 278.454 340 -- 1-jan-08 1.747 278.873 327 60,1 mln 1-jan-09 1.706 277.331 338 61,1 mln 1-jan-10 1.747 278.873 323 56,3 mln 1-jan-11 1.706 289.426 335 52,0 mln 1-jan-12 1.896 300.951 / 200.497 368 56,1 mln Uitvoering en handhaving Heffingsplichtigen krijgen per onderneming een heffing opgelegd. Over ondernemingen die in 2013 worden gestart is geen heffing verschuldigd. Artikel 7 vermeldt welke gegevens de heffingsaanslag dient te bevatten. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 dient de heffingsplichtige de heffingsaanslag binnen een maand na dagtekening te betalen. Heffingsplichtigen die op dat moment niet hebben betaald, krijgen een eerste herinnering, op basis waarvan binnen de daarin gestelde termijn de aanslag alsnog dient te worden betaald. Heffingsplichtigen die op basis van de eerste herinnering niet tijdig hebben betaald, ontvangen een schriftelijke aanmaning, op basis waarvan binnen de daarin gestelde termijn de aanslag dient te worden betaald. Van heffingsplichtigen die ook op basis van de aanmaning niet tijdig hebben betaald wordt de vordering uit handen gegeven en start een traject van inning via de deurwaarder. Administratieve lasten In het kader van de Code Goed Bestuur van de product- en bedrijfschappen dient in de toelichting bij de heffingsverordening te worden ingegaan op omvang en noodzaak van administratieve lasten in dit verband. De omvang van de administratieve lasten is vermeld in de meting ter zake voor het jaar 2010. Dat ziet er als volgt uit. Naam verordening - Verordening Algemene Heffing en - Verordening Subsidies en Bijdragen - Verordening Algemene Heffing en - Verordening Subsidies en Bijdragen Administratieve handeling Totaal administratieve lasten Aantal bedrijven Opgave omzet 17.015,13 337 50,49 Betaling heffing 94.847,22 2.061 46,02 Gemidd. admin. last per bedrijf Over de noodzaak van administratieve lasten kan worden gesteld, dat opgave van de omzet en betaling van de heffing verplicht is, en dat deze handelingen administratieve lasten meebrengen. Echter, doordat steeds meer bedrijven hun opgave omzet via mijnbosschap.nl (sinds 2010) digitaal aanleveren, gaan de administratieve lasten op dat punt substantieel afnemen. Verder worden de administratieve lasten in het kader van deze verordening beperkt, doordat de heffing op grond van deze verordening tezamen met de heffing op grond van de Verordening Bosschap Heffing Subsidies en Bijdragen 2013 in één heffingsaanslag wordt opgelegd, hetgeen de betaling ervan vergemakkelijkt. Ook een eventuele aanmaning en mogelijk daaropvolgend invorderingstraject volgen dezelfde, gezamenlijke route. 10

Wijzigingen ten opzichte van voorgaande verordening In deze verordening zijn ten opzichte van de Verordening Bosschap Algemene Heffing 2012 de volgende wijzigingen aangebracht: - verhoging van de areaalheffing voor natuurgronden van 0,09 naar 0,19 per hectare - verhoging van de omzetheffing per omzetklasse voor bosbouwambachtondernemingen van (respectievelijk) 136,54 naar 139,68, van 267,13 naar 273,27, van 397,92 naar 407,07, van 528,51 naar 540,67, en van 658,27 naar 673,41. Tevens zijn een groot aantal redactionele wijzigingen en enkele andere correcties doorgevoerd om de leesbaarheid van de verordening te verbeteren en te voldoen aan algemene aanwijzingen van regelgeving zonder daarmee te beogen wijziging aan te brengen in de uitvoeringspraktijk. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1 Teneinde de leesbaarheid van de verordening te verbeteren is voor de in de verordening gebezigde begrippen verwezen naar de omschrijvingen zoals deze zijn opgenomen in het Instellingsbesluit Bosschap en de Registratieverordening Bosschap 2010. In het Instellingsbesluit Bosschap is opgenomen voor welke ondernemingen het Bosschap is ingesteld. Daarbij is van belang dat onder ondernemingen hier niet worden verstaan de natuurlijke of rechtspersonen die een functie in het bedrijfsleven vervullen, maar de technisch-organisatorische eenheden die door hen bij het vervullen van die functie worden geëxploiteerd. Het is derhalve mogelijk dat een heffingsplichtige in 2013 meerdere ondernemingen waarvoor het Bosschap is ingesteld enige tijd drijft of heeft gedreven. Overigens is van een onderneming eerst sprake als de bedrijfsuitoefening een bepaalde omvang heeft. Ondernemingen ressorteren niet onder het Bosschap in het geval de oppervlakte bosgrond of natuurterrein tezamen minder dan 5 hectare bedraagt of voor wat betreft een bosbouwambachtonderneming de jaarlijkse omzet boswerk minder dan 11.345 bedraagt. In de notitie Werkingssfeer Bosschap, goedgekeurd door het bestuur op 30 september 2010, wordt overigens uitgebreid beschreven welke ondernemingen derhalve onder het Bosschap ressorteren. In de Registratieverordening Bosschap 2010 wordt voorts uitgebreid omschreven wat onder termen als bosgrond, natuurterrein en omzet boswerk wordt verstaan. Artikel 2 De heffingsplichtige is over elke onderneming die in 2013 wordt gedreven een voor alle ondernemingen gelijke basisheffing verschuldigd. Ingevolge het bepaalde in artikel 4, vijfde lid, is slechts een onderneming die in 2013 wordt gestart vrijgesteld van het betalen van de heffing. Dit betekent niet dat de heffingsplichtige in het geval van het drijven van meerdere ondernemingen ten aanzien van de overige ondernemingen geen (basis)heffing is verschuldigd. Artikel 3 Artikel 3 kent een tweeledige opzet. Enerzijds zijn de ondernemingen waarin de bosbouw, het bosbeheer, het natuurbeheer of de houtteelt wordt uitgeoefend een zogenaamde hectareheffing verschuldigd voor elke hectare aan bos- of natuurgrond. De omschrijving welke oppervlakten grond als bos- of natuurgrond zijn aan te merken staat in artikel 1 van de Registratieverordening Bosschap 2010. Voor wat betreft bosgrond betreft het oppervlakte grond, gelegen buiten de bebouwde kom als bedoeld in artikel 1, vijfde lid van de Boswet, van meer dan 10 are met daarop een boom, bomen, boomvormers, struwelen of hakhout die een zelfstandige eenheid vormt, alsmede een rijbeplanting die, gerekend over het totaal aantal rijen, 21 bomen of meer omvat. Wegen en brandstroken waarvan de verharding smaller is dan 6 meter alsmede grond waarop een herplantplicht rust uit hoofde van de Boswet worden tot bos(grond) gerekend, evenals tijdelijk bos op landbouwgronden. Kerstbomen tot 20 jaar, handelskwekerijen, bomen op erven en tuinen en boomgaarden worden niet tot bosgrond gerekend. 11

Voor wat betreft natuurgrond betreft het oppervlakte(n) grond of water die is aan te merken als natuurterrein als bedoeld in artikel 1, lid 1, sub d, of lid 2 Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928 of die is gelegen in gebieden welke zijn aangewezen op grond van artikel 10 lid 1, artikel 10a lid 1 of artikel 27 lid 1 van de Natuurbeschermingswet 1998, met uitzondering van bosgrond, landbouwgrond in agrarisch gebruik en water van aanzienlijke omvang. Voor wat betreft bosbouwambachtondernemingen is per onderneming een zogenaamde omzetheffing boswerk verschuldigd. Tot de omzet boswerk wordt volgens de Registratieverordening Bosschap 2010 gerekend het totaalbedrag exclusief btw dat door een bosbouwambachtonderneming in een kalenderjaar in rekening is gebracht wegens uitvoering van werkzaamheden en andere dienstverlening, de bijlevering van materialen inbegrepen, op bosgronden in Nederland. Genoemd totaalbedrag wordt verhoogd met een bedrag dat wordt verkregen door het aantal m 3 verkregen of gekocht hout, op stam of in het bos liggend, te vermenigvuldigen met een jaarlijks door het bestuur vast te stellen vergoeding, in het geval de ondernemer de aan dit hout verrichte werkzaamheden zelf heeft uitgevoerd. Voor het jaar 2013 is deze vergoeding door het bestuur vastgesteld op 12,15 per m 3. Artikel 4 Artikel 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie biedt de mogelijkheid om aan heffingsplichtigen, die lid zijn van een ondernemersorganisatie, een aftrek op de heffing toe te staan (de zogenaamde Schilthuis- of georganiseerdenaftrek). Voor aftrek komen in ieder geval in aanmerking de leden van de organisaties die in het bestuur van het Bosschap zijn vertegenwoordigd, te weten de Nederlandse Vereniging van Boseigenaren en de Algemene Vereniging Inlands Hout. De aftrek wordt slechts verleend, indien uit door NVBE en AVIH verstrekte opgaven blijkt, dat de contributie over 2012 is betaald. De filosofie achter de georganiseerdenaftrek is, dat het binnen het Bosschap georganiseerde deel van het bedrijfsleven in het kader van de brancheoverstijgende belangenbehartiging expertise opbouwt, beleidsvoorbereidend werk verricht, draagvlak organiseert en menskracht inzet; dat alles gefinancierd uit vrijwillig opgebrachte contributiegelden. De niet georganiseerde ondernemers profiteren daarvan mee, zodat het alleszins gerechtvaardigd is dat de georganiseerden een korting krijgen op de verplichte heffing. Het derde lid bepaalt dat ook andere ondernemersorganisaties dan de NVBE of de AVIH een verzoek kunnen doen om eveneens toegelaten te worden tot de aftrekregeling. Beleidsregel 5 van het Besluit beleidsregels toezicht van de SER bepaalt dat in beginsel de leden van alle relevante ondernemersorganisaties daarvoor in aanmerking komen. Daarbij gaat het in concreto om een organisatie die (a) krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het Bosschap een taak heeft te vervullen, (b) die voldoet aan de kwalitatieve representativiteitcriteria, genoemd in de artikelen 3 tot en met 7 van de Verordening representativiteit organisaties, (c) die tot de werkingssfeer van het Bosschap behorende leden heeft, waarvan het aantal niet-onbetekenend is, (d) die met betrekking tot de behartiging van sociaaleconomische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten de groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en (e) die haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit. In het vierde lid wordt eveneens een aftrek, in dit geval een startersaftrek, toegekend ten aanzien van ondernemingen die in 2013 worden gestart. Dit betekent dat de heffingsplichtige over ondernemingen die in 2013 worden gestart geen heffing is verschuldigd. Deze wijziging brengt geen verandering in de reeds jaren uitgevoerde heffingspraktijk, waarbij slechts ondernemingen die op 1 januari van enig jaar in dit geval 2013 in de registratie van het Bosschap waren opgenomen, de heffing verschuldigd waren. Derhalve waren ondernemingen die in de loop van het betreffende kalenderjaar werden gestart en geregistreerd eveneens geen heffing verschuldigd. Om eventuele onjuistheden in de registratie geen gevolgen te laten hebben voor de 12

heffingsplicht is de redactie van relevante bepalingen in de verordening op dit punt aangepast. Artikel 5 Op grond van de Registratieverordening Bosschap 2010 is de ondernemer reeds verplicht om diverse gegevens, waaronder het aantal hectare bos- of natuurgrond alsmede voor wat betreft bosbouwambachtondernemingen de (in het vorige kalenderjaar gerealiseerde) omzet boswerk, aan het Bosschap te verstrekken. Reeds op grond van deze door de ondernemer verstrekte gegevens is het mogelijk de heffing voor het jaar 2013 vast te stellen. Indien echter deze gegevens ontbreken of onvolledig zijn of blijken te zijn kan het Bosschap de ondernemer verzoeken deze gegevens alsnog te verstrekken. De ondernemer dient deze gegevens vervolgens binnen een maand aan het Bosschap te verstrekken. Dit is geregeld in het eerste lid. Een dergelijk verzoek kan uiteraard achterwege blijven als het Bosschap reeds op andere wijze over de voor de vaststelling van de heffing van belang zijnde gegevens beschikt. Om het proces van gegevensverwerking meer te stroomlijnen kan de secretaris namens het bestuur formulieren vaststellen op papier of digitaal die de ondernemer dient te gebruiken ter verstrekking aan het Bosschap van de benodigde gegevens. Zo kunnen bijvoorbeeld voor het vaststellen van de heffing voor bosbouwambachtondernemingen via een daartoe vastgesteld formulier of op andere wijze het in 2012 in rekening gebrachte bedrag aan omzet boswerk in geld (exlusief Btw) en het aantal m 3 verkregen of gekocht hout bij de heffingsplichtige worden uitgevraagd. Artikel 6 De secretaris stelt namens het bestuur de heffing vast. Dit kan de secretaris doen nadat de ondernemer op verzoek daartoe de benodigde gegevens heeft verstrekt, dan wel als reeds door het Bosschap op andere wijze over de benodigde gegevens wordt beschikt. De gegevens zullen immers reeds veelal op grond van de ingevolge de Registratieverordening Bosschap 2010 of eerdere registratieverordeningen verstrekte gegevens bij het Bosschap bekend zijn. Als de ondernemer ondanks een verzoek daartoe in gebreke blijft de gegevens, geheel of gedeeltelijk, te verstrekken, dan wel als sprake is van kennelijk onjuist verstrekte gegevens, kan de secretaris namens het bestuur ambtshalve de heffing vaststellen. Daartoe is het tweede lid opgenomen. Artikel 7 Oplegging van de ingevolge artikel 6 vastgestelde heffing geschiedt door toezending of uitreiking van een heffingsaanslag, meestal in de vorm van een heffingsnota. Het tweede lid wijst een aantal gegevens aan die de heffingsaanslag in ieder geval dient te bevatten. Aangezien de heffingsnota is aan te merken als een beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht zal de heffingsnota daarnaast moeten aangeven op welke wijze de heffingsplichtige tegen de aanslag bezwaar kan maken. Artikel 9 In artikel 9 wordt geregeld op welke wijze de heffingsplichtige de vastgestelde heffing dient te betalen en op welke wijze het Bosschap tot invordering kan overgaan. Op grond van artikel 127, eerste lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie, kan de voorzitter van het Bosschap het verschuldigde bedrag van de heffing, verhoogd met de op de invordering vallende kosten, bij dwangbevel invorderen. Het bedrag kan bij parate executie worden ingevorderd, dat wil zeggen dat geen tussenkomst van de rechter is vereist. Voordat met de invordering kan worden begonnen, moet de heffingsplichtige schriftelijk zijn aangemaand om het verschuldigde bedrag binnen een in de aanmaning gestelde termijn van ten minste tien dagen te betalen. In de aanmaning moet worden vermeld dat, als niet binnen de gestelde termijn wordt betaald, overeenkomstig het eerste lid van artikel 127 van de Wet op de bedrijfsorganisatie zal worden ingevorderd. De procedure tot invordering van een aan een onderneming opgelegde heffing, als bedoeld in artikel 127 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, wordt niet gestart, zolang: a. tegen de beschikking waarbij de heffing is opgelegd nog bezwaar of beroep open staat; 13

b. op een tegen een heffing ingesteld bezwaar of beroep nog niet onherroepelijk is beslist. Driebergen, voorzitter secretaris 14

Wettelijk voorgeschreven uitgave van de Sociaal- Economische Raad met mededelingen, verorde ningen en besluiten van de publiekrechtelijke bedrijfs organisatie (PBO). Verschijnt wekelijks. ISSN 0920-4865 Sociaal-Economische Raad Redactie PBO-blad Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK Den Haag T 070 3499 499 E pboblad@ser.nl www.ser.nl Een jaarabonnement is gratis. Opgave jaarabonnementen, opzeggingen en adreswijzigingen uitsluitend via e-mail met als onderwerp abonnement.