Een zomerse middag net buiten Nijmegen.

Vergelijkbare documenten
Eh ja, zegt hij, dat kan ook.

Exodus 17,1-7 - Water uit de rots voor mensen met een kort lontje

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 7 Delen maakt blij. H. Theobaldusparochie, Overloon

Topscorer. Marian Hoefnagel. Daar kun je. 2 op rekenen! BOEKEN BOEIEN

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

In de Hema. O, zegt Kiia. Dat heb ik niet gehoord. Nee, dat blijkt, lacht de vrouw.

Een varende stad. Celien maakt overal foto s van. Binnen en buiten. Ze is zo druk aan het fotograferen, dat ze haar verdriet vergeet.

In de ene hand draagt hij een koffer, in de andere een kistje. Bok is de nieuwe buurman van Kip. Hij is een professor, zegt Kat. Iemand die heel veel

En er komt nog een derde vinger bij: Ik heb nog niets aan mijn boekverslag gedaan.

Voorwoord. Rome en de Romeinen

Paul van Loon. Allemaal Onzin. Tekeningen Hugo van Look. Leopold / Amsterdam

Oma Pleuntje en opa Joep

Als ik vrijdagmiddag uit school kom, staat mijn moeder in de keuken. Ze heeft twee grote bood schappentassen vol lekkers gekocht voor het weekend en

En rijke mensen werken niet. Die kunnen de hele dag doen wat ze leuk vinden.

Het nachtmerrieneefje

Miauw! Miauw!

Kijk ook op:

Goed. Dan laat ik je met rust, zegt Kat. Erewoord? vraagt Muis. Erewoord, zucht Kat.

Gemeente van onze Heer Jezus ChristusGemeente van onze Heer Jezus Christus!

Burny Bos. Knofje. Alle verhalen. Met illustraties van Harmen van Straaten. Leopold / Amsterdam

De drie jongetjes lopen weg

Op het schoolplein is het druk. Er staan grote kinderen in groepjes te praten. De kleintjes spelen in de zandbak. Een bal vliegt over het plein.


Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

Voorwoord. Ik heb dit onderwerp gekozen, want ik weet er nog niet zo veel van en dan kan ik er ook nog veel van leren, veel leesplezier!

Perzië voor Christus

Een vrolijke SKETCH Voor 2 vrouwen en 2 mannen. Ca. 15 minuten. Een maf oud stel. Door. Peter van den Bijllaardt

De Gevonden Grot Module Dans Groep 5-6

DE NAAM JON FOSSE. NAMNET (1995) Een toneelstuk. Vertaling Tom Kleijn ********** PERSONEN. Meisje Jongen Zus Moeder Vader Bjarne ***********

Op hun knieën blijven ze wachten op het antwoord van Maria. Maar het beeld zegt niets terug.

Pannenkoeken met stroop

Vivian den Hollander. Kaarsjes. blazen. met illustraties van Alex de Wolf. Uitgeverij Ploegsma Amsterdam

Lelijke griet. Dino is nog steeds te verbaasd om iets normaals te zeggen. Het enige dat hij kan bedenken is: Heet je echt Belle?

Als Jasmijn weer eens verliefd is, komt ze meteen naar Lonnie toe.

1 Samuel 24 Ik krijg je nog wel Of zou jij het anders doen?

Keetje zucht. Wat duurt het lang! Maar wacht... Daar komt een auto de straat in rijden. Hij stopt achter de verhuiswagen en er stappen twee mensen

De mevrouw tilt de schildpad op. Ze bekijkt hem van alle kanten. Tja, zegt ze dan. Een mannetje of een vrouwtje...? Eerlijk gezegd: eigenlijk heb ik

Best tof. Asma haalt haar schouders op. Ik weet niet eens of ik niet mag, zegt ze.

1 Samuel 24 - Ik krijg je nog wel - Of zou jij het anders doen?

Witte Donderdag. Toneelstukje 1: Het feest begint.

Romeinen. Romeinen. Germanen

De Man van de Toekomst Module Theater Groep 7-8

Starttest. nee. nee. nee. nee. nee. nee. nee. Doe voorafgaand aan het verhaal de starttest. Kruis hieronder aan wat jij denkt.

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

Bijlage 6: Schetsbordverhaal Zacheüs

ik heb t! Gerard van Midden Noëlle Smit

OPDRACHT 1 : SCRIPT EN INTERACTIEVE VERSIE VAK : SCHRIJVEN --LOIS VEHOF--

Storm in het bos. Storm in het bos. Isabel Versteeg Storm in het bos

MARIAN HOEFNAGEL. De nieuwe buurt. Uitgeverij Eenvoudig Communiceren

ze terug in de la. Dan haalt ze de pannen van het fornuis en zet ze op de onderzetters. Thomas vouwt zijn handen en doet zijn ogen dicht.

Jos en zijn nieuwe vrienden

Don zit naast Jamiro. Ze zit omgekeerd in haar stoel en kijkt door de achterruit.

100% Romeins. op zoek naar de Romein in jezelf

De Romeinen. Wie waren de Romeinen?

Het allerleukste meisje

De bruiloft van Simson

Stil blijft Lisa bij de deur staan. Ook de man staat stil. Ze kijken elkaar aan.

NAAM. Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever.

Samen met Jezus op weg

Maak hier de gaatjes voor in je multomap. Leerlingenboekje WELKOM BIJ DE ROMEINEN. Dit boekje is van

25 mei Lisa 28 mei Marja

1 Kussen over mijn hoofd

Het is stil in de klas. Iedereen zit te zweten boven een taaltoets. Een belangrijke, heeft meester Frank gezegd. Tijn legt zijn vel papier op de rand

Johannes 18,1-11 Jezus begint het gevecht, wij gaan vrijuit

Vast Module theater groep 3-4

Lekker ding. Maar Anita kijkt boos. Hersendoden zijn het!, zegt ze. Die Jeroen is de ergste. Ik kijk weer om en zie hem meteen zitten.

y02 Marcus 15.2 Rinze IJbema - Marcus 15, 2-5. Gemeente van Jezus Christus,

Marcus 14,1-11 Maak Jezus blij met jouw liefde

eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 6 Het leven kan een feest zijn

Verhaal: Jozef en Maria

Jouw droomprins in het leger..

met tekeningen van ivan & ilia

Het geheim van Cleopatra

Weg van jou Verliefd op een vluchteling

Kinderkerstfeest van de Kindernevendienst 26 december Kerstverhaal

Op reis naar Bethlehem

De ettertjes willen een kikkercircus

HOE BOER JAN AAN ZIJN ACHTERNAAM KWAM.

Dan pakt Peter met een glimlach het toestel op. Hallo? O, mijn god mijn god, klinkt een vrouwenstem.

Kinderdienst: Helden Over David en Goliath.

Titel van de sketch: WAAR ZIJN DE KADOOTJES?

KIND TOCH! Een bad op straat

Uitleg van het thema. De Bijbel wereldwijd

MARIAN HOEFNAGEL. Met alle geweld. in één klap alleen. Uitgeverij Eenvoudig Communiceren

ZOEK HET UIT! KinderBijbelKeet-week Grote Kerk Hilversum. 28 tot en met 31 augustus. dit boekje is van:.

Er komt een jonge vrouw binnen. Bent u een rechercheur?, vraagt ze. Jazeker, zegt Peter. Al vijfentwintig jaar. Waarmee kan ik u van dienst zijn?

met tekeningen van ivan & ilia

3 Bijna ruzie. Maar die Marokkanen en Turken horen hier niet. Ze moeten het land uit, vindt Jacco.

Verhalen uit. Oost-Europa. naverteld door Sandra van der Stege

Dan komt Pat op het bed terecht. Maar het gaat niet helemaal goed. Ho, buur, roept Pat, dit gaat mis!

DE SPROOKJESPARADE. Rolverdeling:

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

De ADHD van André Als het te druk is in je hoofd

met tekeningen van ivan & ilia

Na een paar weken is de marionet eindelijk klaar. Vol trots neemt Bas hem mee naar school. In de

Matteüs 7:24-27 Luister naar Jezus!

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Het speelhuis van Lotte en Nina

Nederlands lezen voor anderstaligen Vader en zoon. Dik

Marlies Verhelst. Geraakt

Transcriptie:

hoofdstuk viii 98 na Christus Trajanus in Nijmegen Ruzie in de herberg Een zomerse middag net buiten Nijmegen. Tijd voor gezelligheid. Maar het wil niet echt gezellig worden op het terras bij het legerkamp. Twee mannen praten met elkaar op een ruziënde toon. En ik zeg je: onze legerleider Trajanus is pas echt Caesar als hij in Rome is ingehuldigd. Tot die tijd is hij gewoon de opperbevelhebber van ons leger. Hoe kun je dat nu zeggen? Keizer Nerva heeft Ulpius Trajanus geadopteerd als zijn zoon. Nu de keizer dood is, is zijn zoon de nieuwe keizer. Dat hij voorlopig hier blijft, maakt niks uit. Iedereen kijkt naar de twee mannen. De ene man is de weldoorvoede herbergier. Hij staat wijdbeens met zijn handen in de zij. De andere is een welgestelde koopman, een handelaar in barnsteen, gereedschappen, sieraden, ijzererts, eigenlijk in alles. Had u de lijster Belgica besteld? Een meisje brengt een groot dienblad waarop schaaltjes staan met lekkere hapjes: gevogelte, vijgen, druiven, olijven en natuurlijk een kruikje vissaus. De koopman knikt en kijkt naar de schaaltjes die het meisje voor hem op tafel zet. Hij trekt zijn neus op en zegt: Die saus stinkt naar rotte vis. Kan er niet iemand komen voorproeven? Laat mij maar, zegt een gerimpeld mannetje dat eigenlijk veel te oud lijkt om nog in soldatenkleren rond te lopen. Voor de koopman nee kan zeggen, schuift de grijsaard aan en verdwijnt de helft van het eten in zijn tandenloze mond. Lekker, niks mis mee. Vis moet rotten. Zeg, hoor ik jullie over een dode keizer praten? Er is toch niets gebeurd met keizer Caligula? Caligula? vraagt de koopman verbaasd. Die is al jaren dood. Laat die ouwe maar, zegt de herbergier. We noemen hem Dementus. Hij is niet meer van deze tijd.

Heb je het over mij? roept Dementus boos. Ik ben helemaal niet vergeetachtig. Vraag maar wat en ik geef antwoord. De koopman lacht gemeen en vraagt: Waar zijn we hier eigenlijk? Dat weet ik heus wel, snotneus, zegt Dementus. Ik woonde hier al toen keizer Caligula op bezoek kwam. Nou? houdt de koopman vol. Batavorum? Fectio? Albanianum? probeert de oude man. Ulpia Noviomagus, goede vriend, zegt de koopman. De nieuwe markt van Ulpius. De stad die hier wordt gebouwd, krijgt de naam van onze nieuwe keizer. Een nieuwe Caesar? roept Dementus verbaasd uit. Is de oude dood dan? De herbergier maakt een en-nu-ophoepelen-gebaar. Maar de oude man blijft zitten waar hij zit. Hij laat zich de lijster goed smaken. Even later ploffen een centurion en een legionair vermoeid neer op een van de banken. Het meisje schept twee kommen bier vol en zet ze voor hen neer. Moe van het vechten, jongens? vraagt de koopman nieuwsgierig. Vechten? Was het maar waar, zegt de legionair. Er is hier al in geen dertig jaar gevochten, vult de centurion hem aan. Wij komen net uit de steenbakkerij, zegt de legionair. Dakpannen maken voor de nieuwe stad. Vroeger was alles beter, zegt Dementus met een zucht. Ik heb onder Caligula gevochten tegen de Chauken. Maar nu ik bijna vijfentwintig jaar in dienst ben, ga ik met pensioen. Het is tijd om terug te gaan naar mijn geboorteplaats Pompeï. Zou je dat wel doen, ouwe? roept de koopman lachend uit. Na de uitbarsting van de Vesuvius twintig jaar geleden is er van Pompeï helemaal niets meer Laat die oude man toch! Alle ogen gaan naar de priesteres die het terras betreedt. Ken ik u niet ergens van? vraagt Dementus beleefd. Ja, vader, u kent mij, zegt de priesteres. Ik ben uw dochter. Het moet niet gekker worden, moppert de oude man. Straks blijkt deze dikkerd hier nog mijn zoon te zijn. De koopman springt boos op. Punt I, ik ben niet dik. Punt II, ik ben handelaar. Ik doe aan inkoop en verkoop. Haar bijvoorbeeld, daar is veel vraag naar bij de pruikenmakers in Rome. Zeg, meisje, kom eens hier! De serveerster komt naar de tafel en begint af te ruimen. Wat een prachtig blond haar heb je. Daar kan ik je wel een paar 32

sestertiën voor bieden. Rome zit te springen om lang, blond haar. Ho, ho, dat gaat zomaar niet, bromt de herbergier. Livia is mijn beste slavin. Haar haar is niet te koop. O, nee? vraagt de koopman. Nou, dan koop ik haar toch helemaal! Ik handel in slaven, in haar, in barnsteen, in ijzererts, nou ja, eigenlijk in alles. Plotseling springt de jonge legionair tussen beiden. Hij balt zijn vuisten en zegt: Jullie blijven allemaal van Livia af. Ze is mijn meisje. Zodra ik geld genoeg heb, koop ik haar vrij. Wat krijgen we nou? roept de centurion. Stiekem verliefd worden is er hier niet bij. Soldaten hebben geen meisjes. En anders moet ik je ontslaan. Verhitte koppen, woeste armbewegingen Het draait werkelijk uit op ruzie op het terras. Boven al het gekrakeel uit klinkt de stem van het meisje: Ik ben van helemaal niemand. Als ik vrij ben, ga ik voor mezelf beginnen. Het is de priesteres die de boel weet te sussen. Zacht duwt ze iedereen voor zich uit in de richting van de tempel. Kom, zegt ze. De goden weten altijd raad. Onze godin Nehalennia houdt van alle reizigers, zeelieden en handelaars. Kom, vader, u hoort er ook bij. Ik? Ik geloof niet dat ik u eerder heb gezien. Laat me met rust. Mopperend sluit de oude man toch achteraan in de rij. Hoofdschuddend mompelt hij: Het is hoog tijd om met pensioen te gaan. 33

hoofdstuk ix 125 na Christus Forum Hadriani Gevecht in de arena Als de kralen van een ketting lagen de legerkampen en forten van de Romeinen in het Lage Land. De rivier reeg ze aan elkaar tot een kostbaar sieraad. Maar was die ketting sterk genoeg? Caesar Hadrianus vond van niet. Er moest een muur worden gebouwd. Waar hout voor handen was: een muur van hout. Waar steen te vinden was: een muur van steen. De keizer kwam zelf kijken wat ervan terechtkwam. En waar een keizer komt, wordt er een stad naar hem genoemd. Caesar Ulpius kreeg zijn Ulpia Noviomagus. En naar Hadrianus werd Forum Hadriani genoemd. Een klein maar fijn stadje waar niet meer dan duizend mensen woonden. Er woonden vooral soldaten, maar ook een smid, een pottenbakker, een timmerman, een herbergier, een kapper, een bronsgieter, een priesteres, een kokkin en een handelaar in amuletten en godenbeeldjes. Het waren kortom al die mensen die het leven in een Romeins stadje aangenaam kunnen maken. Er was zelfs een arena waarin elke week wel iets te doen was. Misschien wel niet zo spectaculair als in Rome, maar toch Luister! Dat tromgeroffel, komt dat niet uit de richting van het kleine theater? Ja, het volk stroomt toe. Het heeft wel zin in een verzetje. Een klaroenstoot kondigt de komst van Postumus aan. Hij is de editor die het feestje heeft georganiseerd. Het publiek begroet hem met een luid applaus. Maar zodra de rijke Postumus zijn hand opsteekt, wordt het stil. Welkom stadgenoten. Welkom bezoekers aan onze mooie stad Forum Hadriani. De voorstelling die u gaat zien, is mijn cadeautje aan de stad. Voor wie mij nog niet kent, ik ben Postumus, van Postumus en Zonen, voor al uw tegelvloeren. Ons mozaïek maakt ook van uw bad, latrine en patio een uniek kunstwerk. En dan stel ik nu aan u voor rechtstreeks overgekomen uit ons geliefde Rome: de wereldberoemde pantomimespeler Lucius en zijn groep! Er volgt een lauw applausje. Het publiek loopt niet meteen warm voor iemand die een toneelstukje komt opvoeren. Maar dan gaat er plotseling een golf van opwinding door het publiek, want een zwaar bewapende Romeinse soldaat stapt de cirkel binnen. Hij sleurt een tegenstribbelende slavin achter zich aan. 34

Help! schreeuwt de vrouw. Red mij! Maar alle toeschouwers blijven zitten. Kent iemand deze slavin? vraagt de soldaat. Ik heb haar betrapt op het stelen van dit beeldje van de godin Nehalennia. Dat beeldje komt uit mijn winkel, roept Postumus, de editor. Ik verkoop ze in allerlei maten, voor kleine prijsjes. Kom straks allen naar mijn winkel hier om de hoek. De soldaat wacht ongeduldig tot de editor is uitgesproken en vraagt dan aan het publiek: Wat vindt u, moet deze vrouw worden gestraft? De toeschouwers bemoeien zich enthousiast met de zaak. Sla haar in de boeien! Voer haar aan de leeuwen! Ik weet iets veel beters, zegt de soldaat. Hij wijst naar de ingang van de arena en vervolgt: We laten haar trouwen met Elkaar vrolijk aanstotend wijzen de mensen naar de ezel die op komt draven. Meteen rukt de dievegge zich los en werpt zich voor de voeten van de toeschouwers. Help me dan toch! De ezel danst wild in het rond. Hij balkt. Hij bokt. Hij probeert de slavin kopjes te geven. Maar die moet niets van hem hebben en gaat op de vlucht. Plotseling blijft de ezel staan en roept: Maar ik hou van je! De vrouw kijkt hem verbaasd aan en vraagt: Wie ben je dan? De man die in het ezelpak zit, tilt de kop van zijn hoofd en zegt: Ik ben het, Lucius, de mooiste man van het Romeinse Rijk. O, Lucius, roept de slavin. Red mij!