'De samenwerking tussen drie overheden, namelijk gemeente, provincie en rijk, is behoorlijk uniek. Daar staan we soms onvoldoende bij stil.



Vergelijkbare documenten
"Alle kinderen moeten kunnen genieten van kunst en cultuur"

Programma Kinderen Maken Muziek

Alleen organisaties met een culturele doelstelling en zonder winstoogmerk kunnen een aanvraag indienen.

Samen naar cultuur voor iedereen

Cultuureducatie in het basisonderwijs

M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE

Kunstgebouw Beleidsplan

Raadsstuk. Onderwerp: Maatschappelijke participatie door kinderen (Kansen voor de jeugd II) Reg.nummer: 2009/235363

Kunst, Cultuur en Educatie in gemeente Westland

Raadsvergadering : 17 mei 2010 Agendanr. 15

Alvast hartelijk dank voor het invullen! De teams van Kunststation C, IVAK de Cultuurfabriek, Cultuur Educatie Stad en Museumhuis Groningen

WELKOM. Walter Groenen. Anneke van der Vaart. Directeur CJP. Account manager CJP

RAS Cultuurdag 2012 Verslag. VerRASsend Verder. 20 september 2012 CKC Zoetermeer Fotografie: Hans Tak Verslag: Bina Ayar

KUNST- EN CULTUUREDUCATIE VOOR HET ONDERWIJS IN OOSTSTELLINGWERF

Vorm en inhoud geven aan burgerschap. MaatschapJIJ, passie voor vorming CNV Onderwijs, 30 januari 2013

Criteria voor Cultuur subsidie

Kunstgebouw Beleidsplan

Aan de leden van Provinciale Staten

Alle kinderen genieten van kunst en cultuur

Profielschets Voorzitter Raad van Toezicht Fonds voor Cultuurparticipatie. Cultuurliefhebber met brede kennis van politiek Den Haag

Platformtaak volgens gemeente

Doelstelling: Doelstelling:

Cursus cultuureducatie voor ambtenaren

Wist je dat... Nieuwsbrief Opvoedwinkel Twinkeltje maart In deze nieuwsbrief:

Voor en met elkaar : burgerinitiatieven worden beloond

Basispakket Kunst- en Cultuureducatie

Gemeente Den Haag Kinderen doen mee!

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Cultuurbeleving. Junipeiling Bewonerspanel. Utrecht.nl/onderzoek

Hoe ontwikkel ik. Lezing van Ineke Strouken op 19 maart in Nieuwegein. Geachte dames en heren, Volkscultuur

Samen op zoek naar verandering of Hoe maak ik het contact met de cliënt efficiënter?

Regeling cultuurparticipatie provincies en gemeenten

DEELNEMEN AAN DE SAMENLEVING IETS BETEKENEN VOOR EEN ANDER

Wat vinden wij belangrijk?

Nieuwsbrief Centrum voor Jeugd en Gezin Roosendaal

Gemeente Dalfsen, Cultuureducatie Projectplan Buitenschoolse activiteiten

cii J til ut* nederlfiiiil NEDERLAND

Beweging die nu te zien is m.b.t. cultuureducatie binnen het primair onderwijs

Voor hetzelfde geld geeft u meer Steun uw kerk met een periodieke gift

Appeltje van Oranje 17 januari MeeleefGezin: Samen meer! Voor 0 t/m 4 jarigen

FONDSENWERVING EN FINANCIERING

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te Rotterdam.

U schrijft ook dat wij Belgen bang zijn voor elkaar. Hoezo?

Bruggenbouwers Linko ping, Zweden

De Brede School Academie Utrecht

DE ZIJLEN MET ZORG IN DE SAMENLEVING

Aflevering 2: Solliciteren

Toespraak van Jan Jaap Knol tijdens de bijeenkomst ter afsluiting van de TOP-regeling. Gouda, 3 november 2008

Brabantse aanpak Cultuureducatie met Kwaliteit

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Curriculum Vitae Paula Ingelse

Post-hbo opleiding psychosociale zorg door oncologieverpleegkundigen

Publiciteit en werving OSA

Het beleidsplan cultuureducatie

Verslag focusgroep ouders met jongeren in secundaire scholen

Workshop 3 e nationaal congres Opvoedingsondersteuning. Opvoedingsondersteuning. Kenniswerkplaats Tienplus

MUZEHOF REGIO ZUTPHEN/LOCHEM

Budget Educatie en Participatie Projecten (BEPP)

Dat doen we dus even anders! Een schets van het model

Subsidies en fondsen: Kansen voor de sport

Leiderschap vragenlijst

Bestuurlijk kader Cultuur en Onderwijs

Samenwerken èn netwerken

Subsidieprogramma CULTUURLOKAAL 2011

De Cultuur Loper vier jaar in beweging Samenvatting eindevaluatie

INZETTEN VAN ROLMODELLEN: WAAROM EN HOE?

Definities kernbegrippen sector

Postadres Provincie Overijssel Colleges van Burgemeester en wethouders van de gemeenten in Overijssel Postbus 10078

Versterken binnenstad Het aanbieden van een bibliotheekvoorziening

10 tips voor begrijpelijke AWBZ-formulieren

VoorleesExpress. Samen met ouders aan de slag. Praktische tips

2011D23606 LIJST VAN VRAGEN

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Inkoop van buitenschoolse theatereducatie seizoen 2015/2016 Uitgangspunten en voorwaarden

Welkom bij De provinciale staat van cultuurbeleid! Tilburg, 4 maart 2015

De vier subsidieregelingen vallen onder de categorie systeemsubsidie.

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Bevlogenheid het resultaat van leiderschap

relatie tot Kunstencentrum Jerusalem (KCJ)

Kleine Gartmanplantsoen RP Amsterdam T info@mocca-amsterdam.nl Stappenplan cultuureducatiebeleid

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Parkinson Café Delft en omstreken Nieuwsbrief van de maand November

Werkbladen. Uitdaging! Wat betekent succes en geluk voor mij? Gaat voor jou geluk samen met succes? Of gaat het

Verkiezingsprogramma D66 Maastricht Samen Sterker

Uitvoeringsprogramma Kunst en Cultuur Velsen

KunstRoute65. Aan de slag met ouderen & cultuur van nu Tips uit de praktijk

CKE koers van care naar share. Eindhoven, september 2011

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Instructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden.

Spreekschetsen voor Ocker van Munster, directeur Kunsten bij de overhandiging van Critical Friends, 10 december 2008

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

Trainingen Coaching Intervisie Supervisie. Voor de zorg

Leraar, je wist dat je het was.

Scholen en culturele instellingen vinden elkaar. Goed cultuuronderwijs. partnerschap. Foto s kinderen en Paul Loermans: Hans Roggen

danstheater Iedereen kan dansen KUNSTHUIS Danstheater IMPRO VI stimuleert het plezier in beweging via expressie het is toegankelijk voor iedereen.

ROFFELTJE. Hij ziet het niet

Transcriptie:

QUOTES SPEECH MONIQUE VOGELZANG, DIRECTEUR KUNSTEN 'Het Actieplan Cultuurbereik 1 heeft kaders opengegooid en cultuurparticipatie geagendeerd. Het tweede Actieplan heeft brede centrale doelstellingen geformuleerd, en de drie overheden bij elkaar gebracht. Met het Fonds Cultuurparticipatie gaan we weer een nieuwe fase in.' 'Het is nu van belang om cultuurparticipatie op een hoger niveau te brengen. We gaan nu voor kwaliteit in plaats van kwantiteit. We willen meer inzicht krijgen in kwaliteit. Het project Critical Friends is daar een mooi voorbeeld van.' 'De samenwerking tussen drie overheden, namelijk gemeente, provincie en rijk, is behoorlijk uniek. Daar staan we soms onvoldoende bij stil.' 'Cultuurparticipatie levert een bijdrage aan cultureel burgerschap en aan sociale cohesie. Iedereen in onze samenleving verdient de kans om mee te doen aan cultuur.' 'De oprichting van het Fonds betekent niet dat OCW zijn handen er vanaf trekt. We blijven de verbinding tussen cultuur en onderwijs als onze verantwoordelijkheid zien.' 'Cultuurparticipatie wordt volwassen, maar tegelijkertijd begint het pas. Er ligt nog heel veel in het verschiet.' (slotwoorden) TOESPRAAK JAN JAAP KNOL, DIRECTEUR FONDS VOOR CULTUURPARTICIPATIE Vanochtend zag ik in de krant foto's van Haagse strandgangers in de jaren '50 van de vorige eeuw. Ze genoten van de zon in badpakken die groter waren dan nu denkbaar is. Het gaf een beeld van het dagelijks leven in die tijd. Het deed mij ook denken aan een gesprek dat ik enige tijd geleden voerde met de beleidsambtenaar uit Zoetermeer. Het Stadsmuseum in Zoetermeer heeft een tentoonstelling over het dagelijks leven waarbij de bezoekers zelf stukken meebrengen voor in de tentoonstelling. Is dat dan volkscultuur? Ja! Deze bijeenkomst is

bedoeld om dit soort ervaringen en verhalen te kunnen uitwisselen om samen te kunnen blijven groeien. De komende vier jaar zullen we meer mogelijkheden scheppen om informatie uit te wisselen en elkaar te inspireren. Jan-Jaap Knol gaat verder met een terugblik op de ingediende plannen van de provincies en gemeenten aan de hand van de analyse gemaakt door Cultuurnetwerk Nederland. Hij schetst een aantal zaken die hem opvielen. Hij merkt op dat cultuureducatie nog altijd een sterk punt is in de beleidsplannen en is blij met de duidelijk groeiende aandacht voor erfgoededucatie. Ook de aandacht voor meer samenwerking tussen de amateurkunsten en de professionele kunstenaars acht hij een goede ontwikkeling. Jan Jaap gaat verder met het nieuwe beleidsplan van het Fonds voor Cultuurparticipatie. De nadruk ligt op het verstevigen van cultuurparticipatie. Het Fonds heeft hiertoe een schematisch overzicht geformuleerd. Naast de regeling voor provincies en gemeenten, komt de plusregeling cultuurparticipatie. Deze regeling is het vervolg op een aantal oude deelregelingen die nu samenkomen in een regeling om het voor de aanvragers makkelijker te maken. De nieuwe regeling moet in de zomer operationeel zijn. De landelijke projecten zullen worden getoetst aan een aantal criteria, de bijdrage aan ontwikkeling, de bijdrage aan diversiteit en de mogelijkheden tot verankering. Vooral dit laatste criterium zal aandachtig bekeken worden, de manier waarop projecten verankerd zullen worden moet helder toegelicht zijn. Daarnaast zal het Fonds de meer structurele subsidiëring van een aantal landelijke instellingen voor cultuurparticipatie overnemen. In het nieuwe beleidsplan zijn voor de komende vier jaar nog twee belangrijke thema's opgenomen. Ten eerste is daar 'muziek in ieder kind'. Dit is geïnspireerd op een voorbeeld uit Nordrhein-Westfalen. Het doel is dat ieder kind in Nederland kennismaakt met actieve muziekbeoefening. Waarom de keuze voor muziek? Muziek is universeel en gevarieerd en bovendien valt er af te dingen op de kwaliteit van het muziekonderwijs op school, nu vakleerkrachten steeds minder gebruikelijk zijn. Muziekonderwijs in de vrije tijd is niet voor iedereen toegankelijk, hier bestaan sociale en financiële drempels. De basis van muziek in ieder kind, kan dan weer doorwerken naar andere disciplines. Het tweede grote thema is de samenwerking tussen amateurs en professionele kunstenaars. Het Fonds ziet hier in Nederland een achterstand vergeleken met bijvoorbeeld Engeland waar het heel gebruikelijk is dat toonaangevende gezelschappen ondersteuning bieden aan amateurverenigingen door bijvoorbeeld kostuums te verhuren. Het Fonds wil de komende vier jaar deze samenwerking in Nederland versterken. Dit werkt stimulerend voor de amateurkunstenaars en draagt bij aan een kwaliteitsverbetering van de amateurkunst. De professionele instellingen moeten de ondersteuning van de amateurkunst als hun reguliere taak gaan beschouwen.

BIJDRAGE BERTIEN MINCO, JEUGDCULTUURFONDS Iedereen heeft recht op deelname op cultuur, daar zijn de meeste mensen het wel over eens. Maar dit recht betekent helaas niet dat iedereen ook toegang heeft tot cultuur. In Nederland zijn 250.000 tot 400.000 kinderen in achterstandsposities. De ouders van deze kinderen hebben onvoldoende financiële middelen om bijvoorbeeld hun kind muziekles te laten volgen of lid te worden van een sportclub. Het Jeugdcultuurfonds is een nieuw fonds, dat financiële drempels wil weghalen en zoveel mogelijk kinderen de gelegenheid wil bieden om actief aan kunst te doen. Het fonds is er voor kinderen van 4 tot 18 jaar. De werkwijze van het Jeugdcultuurfonds is geënt op die van het Jeugdsportfonds. Het Jeugdcultuurfonds heeft een landelijk bureau, dat provincies en gemeenten ondersteunt bij het oprichten van provinciale en plaatselijke fondsen. Zo verzorgt de provincie Utrecht de backoffice voor alle gemeenten in Utrecht. Net als bij het Jeugdsportfonds kunnen de professionals die met de kinderen werken (onderwijs en jeugdzorg) een aanvraag doen bij het fonds. De aanvragen worden niet uitgebreid getoetst en kunnen daarom vrij snel uitgekeerd, waardoor het een laagdrempelige regeling is. Het geld gaat direct naar de culturele instelling waar het kind een cursus volgt. Samen optrekken met het Jeugdsportfonds heeft volgens Minco als voordelen dat het een sterk merk is (makkelijker bij fondsenwerving) en dat de kinderen goed te vinden zijn. Het fonds heeft ook voordelen voor de culturele sector: er is geld te verdienen voor culturele ondernemers, aldus Minco. Als goed voorbeeld van op wijkniveau ondernemen om kinderen actief kunst te laten beoefenen noemt Minco twee particuliere pianodocenten in Soest. Het Jeugdcultuurfonds wordt ondersteund door het Ministerie van OCW, het Fonds voor Cultuurparticipatie en het VSBfonds. Om in de toekomst, naast particuliere giften, ook gelden te krijgen uit de goede-doelen-loterijen, wil het fonds een CBF-keur verwerven.

Het Jeugdcultuurfonds past volgens Minco goed in het totaal van landelijke, provinciale en lokale regelingen om cultuurdeelname en educatie te stimuleren. Het gaat hier om de regeling versterking cultuureducatie primair onderwijs, de cultuurkaart voor het voortgezet onderwijs, de combinatiefuncties en de Aboutaleb-middelen. Deze laatst genoemde middelen zijn een bijdrage voor armoede op het gebied van sport, cultuur en computers. De gelden zijn ongelabeld en meestal ondergebracht bij sociale zaken. Minco raadt ambtenaren onderwijs en cultuur die iets met deze gelden in hun gemeente willen doen aan, contact op te nemen met hun collega s van sociale zaken. De regeling voor de combinatiefuncties is, net als de Aboutaleb-middelen, redelijk nieuw. Er zijn al wel gemeenten die als voorbeeld kunnen dienen. Zoals de gemeente Eindhoven waar acht scholen een programma van verschillende kunstdisciplines aanbieden aan leerlingen van groep 3 en 4. De activiteiten worden gegeven door docenten van het centrum voor de kunsten en vinden plaats tijdens schooltijd en, op vrijwillige basis, na school. Het gaat dan vooral om leerlingen uit de slechtere wijken. De gemeente stelt hier 100.000 voor beschikbaar. Floor Viveen van de provincie Gelderland merkt op dat de stichting Leergeld niet staat te popelen bij een nieuw fonds, met dezelfde doelgroep. Minco kent dit voorbehoud en vertelt dat het fonds overlegt met deze stichting en dat er eventueel samengewerkt gaat worden, met behoud van de verschillende loketten omdat daar de kracht in zit. BIJDRAGE PIETER MOLS, CULTUREEL ONDERNEMER THE FUTURE IS WATCHING YOU Pieter Mols maakt bij de start van zijn column vergelijkingen tussen het verleden en het heden. Als voorbeeld gebruikt hij onder andere de bibliotheek dat hier uitvoerig wordt weergegeven om de strekking van zijn betoog en zijn conclusies en aanbevelingen te kunnen plaatsen. In de jaren 60 zag de wereld er nog totaal anders uit. In ons dorp hadden wij een leeszaal. Daar stonden keurige rijen boekenkasten met bruin gekafte boeken. De afbeelding op de kaft was niet te zien. De illustrator en de uitgever hadden hun best gedaan om het boek er verleidelijk uit te laten zien, maar de verleiding was deskundig afgedekt met bruin kaftpapier en plakband. Bibliotheekjuffen waren vrijwilligers die wisten wat goed voor ons was

en daarom ook boeken aan ons gaven. Kiezen mocht wel, maar die keuzes werden gecontroleerd. En die bibliotheekjuf kwam mijn moeder vaak tegen op de maandagmarkt. Dat was niet altijd handig. Toen we van school boeken moesten lezen van Claus en Wolkers, hadden we voor het eerst een machtsmiddel in handen. Ik weet nog dat een vriendje die een jaar ouder was en op een andere school zat, in geuren en kleuren vertelde over die boeken. Wij konden ze nu ook met opgeheven hoofd gaan lenen bij de bibliotheekjuf, die geen weerwoord had als het voor de boekenlijst was. De leeszaal die gericht was op een overtuiging van hogerhand dat je de jeugd (en het volk) moest verheffen onder andere door middel van lezen. Maar dan wel met bepaalde boeken, zeker niet alle boeken waren voor dat doel geschikt. In feite ging het om betekenisconsumptie, de wereld ter sprake brengen. Hoe anders ziet een aquabrowser er uit. Dat is de technische vertaling van de manier waarop we nu gebruik maken van een bibliotheek. Vanaf die tijd was het ook eigenlijk wel gedaan met de macht van de bibliotheekjuf. En uiteindelijk blijkt zij niet meer echt nodig. Deze aquabrowser werkt veel beter en heeft een veel beter overzicht van het bestand van de bibliotheek dan welke juf dan ook. Er zou geen een juf zijn die überhaupt nog een overzicht kan hebben van wat er in de bibliotheek staat. En als er wordt gedacht over de bibliotheek van de toekomst, gaat het ook nog wel over boeken. Hoewel boeken slechts een onderdeel zijn van het bestand. Maar met boeken houdt ook iedere overeenkomst op. Waren boeken vroeger het doel, nu zijn ze veel meer een middel geworden. Een middel dat je naar eigen inzicht kunt gebruiken voor je eigen doel. Het doel ligt niet meer bij de boeken zelf, maar bij jou vragen en de antwoorden die je zoekt. De bibliotheek is ook een ontmoetingsplek geworden, een betekenisdepot waarin je zelf aan de slag kunt. Het gaat veel meer over betekenisproductie, waarbij de middelen van de bibliotheek een middel of een mogelijkheid zijn. De bibliotheek als ontwerpcontext. De wereld tot spreken brengen. Na vergelijkingen met de kruidenierswinkel supermarkt, meubelmaker bouwmarkt komt Pieter tot de conclusie dat vergelijkbare veranderingen aan de culturele sector zijn voorbijgegaan. Laten we het museum beschouwen als een exemplaar voor de culturele wereld, voor zover die zich bezighoudt met educatie dan natuurlijk. (Foto Rudi Fuchs die vmbo-moslimmeisjes uitleg geeft in het Rijksmuseum). Ook hier is niets veranderd. Hier is de deskundige die de niet-deskundige uitlegt hoe het zit. Hoe de wereld in elkaar steekt in kleine stukken opgediend, kauwen en doorslikken maar. De deskundige praat, legt uit, toont. De niet-deskundige luistert, consumeert. Hier heeft een 19 e -eeuws instituut langdurig kunnen overleven. Hoe ziet de foto anno 2009 er dan uit in deze vergelijking? Of welk beeld van het culturele veld past in het rijtje bibliotheek, supermarkt, bouwmarkt? Ik ben bang dat het beeld niet gefotografeerd kan worden, dat het leeg blijft. Het culturele veld als ontwerpcontext is volgens mij nog ver weg. Op enkele incidenten na natuurlijk. In essentie is daar geen verandering, maar continuering van het bestaande beleid. Pieter maakt ook een vergelijking in het onderwijs. En dan een schoolklas anno 2008. Keurig opgesteld. Onder toezicht van een docent, die de foto zelf maakt. Kinderen die samen in een lokaal zitten omdat ze ongeveer even oud zijn. Leren doe je in school, niet daarbuiten. Oftewel hoe een 19 e -eeuws instituut meer dan 150 jaar kon overleven terwijl buiten de school de wereld onherkenbaar veranderd is. Voor Pieter zijn het voorbeelden van blijven doen wat je altijd gedaan hebt. Dat is de essentie van crisis: we gebruiken oude paradigma s om nieuwe problemen op te lossen. En dat wringt, we krijgen er last van, het gaat pijn doen, en dan breekt de crisis uit. Terwijl de toekomst ons bekijkt. Wat we nodig hebben is: aanvaarden dat de wereld complex is, aanvaarden dat iedereen daar zelf een eigen weg in moet zoeken, aanvaarden dat zoeken essentieel is. Behalve een context om op zoek te gaan, is ook een gids van essentieel belang voor een succesvolle zoektocht. Een gids die niet gericht is op de goede weg, maar op de mensen die de route afleggen. Hij is niet geïnteresseerd in de route, maar in de deelnemers aan de trektocht. Een gids met cultuur als bagage, cultuur als zichtbare manier waarop we vorm en betekenis hebben gegeven aan de wereld waarin we leven. De kruidenier, de leeszaal, de timmermanswinkel, de school en het museum zijn voorbeelden van een doeltreffende betekenisgeving in de vorige eeuw. Oude paradigma s werken niet meer en daarom is de opdracht dus eigenlijk de wereld opnieuw inkleuren, en dan zonder kleurenlegenda. Educatie als een zoektocht waarbij cultuur het middel bij uitstek is om betekenisgeving te realiseren, zichtbaar te maken, uit te dagen, perspectieven te

verschuiven, andere standpunten te benaderen. De wereld opnieuw inkleuren dus, en dan mag je gerust buiten de lijntjes kleuren. De overheid kan daarbij een essentiële rol spelen. Maar die moet zich dan niet bezighouden met het bestendigen van de huidige situatie en het uitvoeren en toepassen van bestaand beleid. We moeten dan een overheid hebben die actief onderzoekend en initiërend optreedt. Die naar de mensen toegaat, een stuk met ze oploopt, de goede gidsen faciliteert. Daarom zou ik u op willen roepen om uw positie om te bouwen tot die van een ondernemende overheid, die het aandurft om samen met mensen uit het educatieve veld en het culturele veld, open betekenisvolle zoektochten aan te gaan. Gewoon vooraan beginnen, laat dat beleid maar een beetje waaien. PLENAIRE DISCUSSIE In zijn inleiding vraagt Jan Jaap Knol zich af: wat willen we nu met cultuureducatie? Hij haalt een citaat van Hans Muiderman aan: 'Kinderen lijken veroordeeld tot permanent kennismaken.' Volgens Knol moeten we echter de kennismaking voorbij gaan, en een blijvende binding tot stand brengen met een of meer kunstdisciplines, in het geval van de plannen van het Fonds (namelijk via het stimuleringsprogramma 'Er zit muziek in ieder kind') met muziek. Maar is het huidige beleid een oplossing voor het onderwijs of voor de cultuur? Volgens Knol moet er zowel worden ingezet op het onderwijs als op de buitenwereld. Citaat: Het kan niet zonder het onderwijs er bij te betrekken. Maar je komt er ook niet door je kaarten alleen te zetten op het onderwijs. Pieter Mols zegt dat we andersom moeten denken, namelijk vanuit de vraag: hoe kunnen we het onderwijs helpen? Daar is veel passie, maar er zijn ook veel muren. Het paradigma moet worden omgedraaid, partijen moeten samen een zoektocht aangaan, met een open houding. Vanuit de deelnemers zijn er enkele kritische kanttekeningen en vragen over de keuze voor een focus op muziek. Muziek is immers al de meest beoefende discipline. Jan Jaap Knol reageert hierop door te benadrukken dat er absoluut geen sprake is van 'een monopolie op muziek'. Wat we wel beogen is dat we op één punt echt verschil kunnen maken. Inderdaad kent muziek al een relatief hoge deelname. De afstand tussen het binnenschoolse en het buitenschoolse is echter groot. Bovendien biedt muziek een goede ingang.

Een andere kwestie die is geponeerd vanuit de deelsessies is monitoring. Waarvoor is dat nodig? Om jezelf te verbeteren? Of als afrekening en verantwoording richting subsidiegevers? Ook hierop reageert Jan Jaap Knol. Men moet de noodzaak hiertoe zelf inzien, het moet niet eenzijdig worden opgelegd. Daarom worden er vanuit het Fonds geen eisen van bovenaf opgelegd hieromtrent. Citaat: Monitoring is geen eenzijdig proces waarin wij eisen opleggen. Monitoring heeft alleen zin, denk ik, als je er zelf van wilt leren. Vanuit de zaal vult iemand [Jan Miltenburg van de gemeente Sittard-Geleen, KL] aan dat monitoring daarnaast een instrument kan zijn ter legitimering, op basis waarvan je je koers bepaalt en beslist of en waarom je doorgaat met iets. Iemand anders [Jan Bessems van de gemeente Maastricht, KL] geeft aan dat hij graag wil nagaan wat de longitudinale effecten van het beleid zijn. Knol wil dit ook graag. In de Plusregeling Cultuurparticipatie komen meer eisen voor evaluatie door de aanvragers.