OPENBARE VERGADERING STADSADMINISTRATIE Financiële Dienst - Belastingen 1. Aanvullende belasting op de personenbelasting. Vaststelling voor de aanslagjaren 2008-2013. (31397) Overeenkomstig artikel 465 van het Wetboek van de inkomstenbelasting (WIB) mogen de gemeenten een aanvullende belasting vestigen op de personenbelasting. Artikel 468 van het WIB bepaalt dat de aanvullende belasting voor alle belastingplichtigen van eenzelfde gemeente vastgesteld moet worden op een eenvormig percentage van de rijksbelasting. Naar aanleiding van de problematiek die is ontstaan rond de mogelijke te late goedkeuring van de aanvullende personenbelasting (gelukkig niet in Aalst) in bepaalde steden en gemeenten, reikte de VVSG de piste van de meerjarentarieven aan. Tot nu toe had de toezichthoudende overheid zich altijd verzet tegen het feit dat de gemeenteraad de tarieven voor de aanvullende personenbelasting en de opcentiemen op de onroerende voorheffing meteen voor verschillende jaren zou vastleggen, hoewel er hiervoor eigenlijk geen echte juridische argumenten waren. De minister van Binnenlands Bestuur sluit zich nu bij het voorstel van de VVSG aan zodat steden en gemeenten de tarieven voor de personenbelasting en de onroerende voorheffing voor verschillende jaren kunnen vaststellen. Het voorstel is om beide belastingen vast te stellen voor dezelfde duur als de rest van de fiscaliteit, nl. tot 2013. Voorstel: vaststelling
2. Opcentiemen op de onroerende voorheffing. Vaststelling voor de aanslagjaren 2008-2013. (31400) Overeenkomstig artikel 464, 1, van het Wetboek van de inkomstenbelasting (WIB) zijn de gemeenten gemachtigd om opcentiemen te heffen op de onroerende voorheffing. Naar aanleiding van de problematiek die is ontstaan rond de mogelijke te late goedkeuring van de aanvullende personenbelasting (gelukkig niet in Aalst) in bepaalde steden en gemeenten, reikte de VVSG de piste van de meerjarentarieven aan. Tot nu toe had de toezichthoudende overheid zich altijd verzet tegen het feit dat de gemeenteraad de tarieven voor de aanvullende personenbelasting en de opcentiemen op de onroerende voorheffing meteen voor verschillende jaren zou vastleggen, hoewel er hiervoor eigenlijk geen echte juridische argumenten waren. De minister van Binnenlands Bestuur sluit zich nu bij het voorstel van de VVSG aan zodat steden en gemeenten de tarieven voor de personenbelasting en de onroerende voorheffing voor verschillende jaren kunnen vaststellen. Het voorstel is om beide belastingen vast te stellen voor dezelfde duur als de rest van de fiscaliteit, nl. tot 2013. Voorstel: vaststelling 3. Verordeningen inzake gemeentebelastingen. Verlenging tot en met aanslagjaar 2013. (31403) Belastingen vormen de belangrijkste bron van inkomsten voor steden en gemeenten, waardoor deze één van de pijlers vormen van de gemeentelijke autonomie. De rechtsgeldigheid van de belastingen eindigt op 31 december 2007. Het is dus aangewezen om de belastingen, die niet moeten aangepast worden, te verlengen. Voorstel: verlenging
4. Belasting op de motoren of benutte bedrijfsoppervlakte. Aanpassing aanslagjaar 2007. (31407) Artikel 6 van de wet van 24 december 1996 voorziet een ambtshalve inkohiering, voor belastingen waarvoor een aangifteplicht geldt, bij gebrek aan aangifte binnen de in de verordening gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte. Ditzelfde artikel voorziet ook dat in voorkomend geval de gemeenteraad een belastingverhoging kan voorzien die maximum het dubbel van de verschuldigde belasting mag zijn. In het belastingreglement van de belasting op de motoren of benutte bedrijfsoppervlakte wordt een belastingverhoging voorzien van 20, 50 of 100% naargelang het gaat om een eerste, tweede of vanaf een derde overtreding binnen de laatste 4 aanslagjaren. Het belastingkohier bevat heel wat industriële bedrijven die toch aanzienlijk hoge bedragen verschuldigd zijn ingevolge deze belasting. In het geval deze een inbreuk plegen op de aangifteplicht levert dit een belastingverhoging op (ook al is dit maar 20%) die niet in verhouding staat tot de overtreding. Vandaar het voorstel om de belastingverhoging in deze belasting te plafonneren tot maximum 12 500,- EUR bij een eerste overtreding, maximum 31 250,- EUR bij een tweede overtreding en maximum 62 500,- EUR vanaf een derde overtreding, en dit met terugwerkende kracht tot 1 januari 2007. Voorstel: aanpassing 5. Belasting op de motoren of benutte bedrijfsoppervlakte. Aanpassing en verlenging tot aanslagjaar 2013. (31410) Om een nog billijker spreiding van de lokale bedrijfsfiscaliteit te verwezenlijken is het noodzakelijk om in te grijpen in het gedeelte van de oppervlakte. Uit een doorlichting van deze belasting is gebleken dat het aangewezen is het aantal categoriën uit te breiden. De huidige indeling maakt dat 70 % van de ondernemingen op ons grondgebied belast worden aan het minimumtarief van 33,60 EUR. Een minimumbelasting van 33,60 EUR is ook economisch niet langer te verantwoorden. In het recente verleden zijn er ook problemen geweest met de belastingverhoging n.a.v. inbreuken op de aangifteverplichting. Het toepassen van de verhogingspercentages leverde belastingsverhogingen op die niet meer in verhouding stonden tot de aard van de inbreuk. Het is dus aangewezen om de belastingsverhogingen te plafonneren. Een bijkomende nieuwigheid is ook dat nieuwe zelfstandigen of vennootschappen op ons grondgebied voortaan voor een periode van 5 jaar vrijgesteld zijn van de belasting. Aangezien de rechtsgeldigheid van de belasting vervalt op 31 december 2007 is het tevens aangewezen het reglement te verlengen.
6. Belasting op het gebruik van het openbaar domein voor het plaatsen van stoelen, banken, tafels, koopwaar en andere voorwerpen. Aanpassing en verlenging tot en met aanslagjaar 2013. (31413) De huidige tarieven voor het innemen van het openbaar domein blijken in de praktijk dikwijls onbetaalbaar. Het betreft dan vooral evenementen waarvoor een volledige inname van een plein noodzakelijk is. Een aanpassing van de tarieven dringt zich dus op. Aangezien de rechtsgeldigheid van de belasting vervalt op 31 december 2007 is het tevens aangewezen het reglement te verlengen. 7. Belasting op de niet-bebouwde percelen, gelegen in een niet-vervallen verkaveling. Aanpassing en verlenging tot aanslagjaar 2013 (31416) Deze belasting heeft tot doel het gemeentelijk grondbeleid te ondersteunen, nl. enerzijds het bewoonbaar maken en bebouwen van percelen en anderzijds het tegengaan van grondspeculatie. Deze belasting werd voor het eerst ingevoerd in 1983. Het tarief is sindsdien echter niet mee geëvolueerd met de economische realiteit (lees: stijging van de grondprijzen). Het huidige tarief is niet van die aard dat er druk gezet wordt op eigenaars van onbebouwde percelen om speculatie tegen te gaan. Vandaar het voorstel om het huidige tarief op te trekken. Aangezien de rechtsgeldigheid van de belasting vervalt op 31 december 2007 is het tevens aangewezen het reglement te verlengen.
8. Belasting op de leegstaande en de bouwvallige woningen, kamerwoningen of gebouwen en onbewoonbaar of ongeschikt verklaarde woningen of kamerwoningen. Aanpassing en verlenging tot aanslagjaar 2013. (31419) Tot 2007 werd de leegstand enkel benaderd vanuit fiscaal oogpunt. Het grote nadeel van dit systeem bestaat er in dat de betrokken eigenaar onmiddellijk met een heffing geconfronteerd wordt. In samenspraak met het agentschap Wonen-Vlaanderen wordt deze piste verlaten en zal er eerst een inventaris opgemaakt worden van de woningen en gebouwen die in aanmerking komen om belast te worden. Het grote verschil is dat er geen aangifteverplichting meer is en dat de betrokken ambtenaren van de stad Aalst zelf aktief op pad moeten om panden te inventariseren. Aan de inventarisatie gaat wel een procedure vooraf waarbij er bij de eigenaar gepeild wordt naar mogelijkheden van vrijstelling vooraleer het pand effectief te inventariseren. Aangezien de rechtsgeldigheid van de belasting vervalt op 31 december 2007 is het tevens aangewezen het reglement te verlengen. 9. Belasting op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten. Aanpassing en verlenging tot aanslagjaar 2013. (31423) Momenteel wordt alle drukwerk tot en met max A4-fomaat vrijgesteld van deze belasting. Ten einde lokale culturele-, sport-, jeugd- en andere verenigingen toch wat meer publiciteitsruimte te geven, om hun activiteiten gratis kenbaar te maken aan het publiek, wordt voorgesteld het vrijgestelde formaat op te trekken naar A3. Aangezien de rechtsgeldigheid van de belasting vervalt op 31 december 2007 is het tevens aangewezen het reglement te verlengen.
10. Retributie op het afleveren van administratieve inlichtingen, documenten, conformiteitsattesten en gebruik van apparatuur. Aanpassing en verlenging tot en met 2013. (31426) Ingevolge het KB van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten dient een handelaar, die een ambulante activiteit wenst uit te oefenen op privaatterrein palende aan de openbare weg en op commerciële parkingplaatsen, vooraf een vergunning aan te vragen bij de stad. Vooraleer dergelijke vergunning kan afgeleverd worden dient er door de politie en de economische dienst onderzocht te worden of op de aanvraag kan ingegaan worden. Aangezien deze onderzoeken een bijkomende kost voor de stad betekenen wordt voorgesteld een retributie van 50,- EUR aan te rekenen per afgeleverde vergunning. Aangezien de rechtsgeldigheid van de retributie vervalt op 31 december 2007 is het tevens aangewezen het reglement te verlengen. 11. Retributie op het parkeren. Aanpassing en verlenging tot en met 2013. (31429) Aan zorgverstrekkers en dierenartsen, wordt de mogelijkheid geboden een gemeentelijke parkeerkaart aan te kopen. Deze kaart geeft aan zorgverstrekkers en dierenartsen de kans om voor de maximale duur van 1 uur gratis te parkeren in de betalende zone. Een andere nieuwigheid is het feit dat de beperking van de parkeertijd niet geldt voor voertuigen die gebruikt worden in het kader van een autodeelproject, op voorwaarde dat deze geparkeerd staan op de voor deze wagens voorbehouden parkeerplaatsen en eveneens gebruik maken van een speciale parkeerkaart. Ten slotte wordt het gratis kwartier ingevoerd mits het gebruik van een speciale parkeerschijf. Aangezien de rechtsgeldigheid van de retributie vervalt op 31 december 2007 is het tevens aangewezen het reglement te verlengen.
12. Retributie op het parkeren in een blauwe zone. Aanpassing en verlenging tot en met 2013. (31432) Een nieuwigheid in dit reglement is het feit dat de beperking van de parkeertijd niet geldt voor voertuigen die gebruikt worden in het kader van een autodeelproject, op voorwaarde dat deze geparkeerd staan op de voor deze wagens voorbehouden parkeerplaatsen. Aangezien de rechtsgeldigheid van de retributie vervalt op 31 december 2007 is het tevens aangewezen het reglement te verlengen. 13. Verordeningen inzake gemeentelijke retributies. Verlenging tot en met 2013. (31435) Retributies hebben tot doel een billijke vergoeding te vragen voor door de stad Aalst gepresteerde diensten waarvan de persoon, die de retributie moet betalen, vrijwillig gebruik maakt en waaruit hij een individueel voordeel haalt. De rechtsgeldigheid van de retributies eindigt op 31 december 2007. Het is dus aangewezen om de retributies die niet moeten aangepast worden te verlengen. Voorstel: verlenging 14. Retributie op de huwelijkspraal. Aanpassing en verlenging tot en met 2013. (31439) Om de voltrekking van de huwelijken efficiënter te coördineren en te plannen wordt voorgesteld de huwelijksvoltrekkingen van dinsdagnamiddag naar woensdagnamiddag te verplaatsen. Aangezien de rechtsgeldigheid van de retributie vervalt op 31 december 2007 is het tevens aangewezen het reglement te verlengen.
15. Retributie op het hengelen op de stadsparkvijvers. Aanpassing en verlenging tot en met 2013. (31442) Onderzoek door de dienst Sport en vrije tijd heeft uitgewezen dat de tarieven van deze retributie, in tegenstelling tot andere gemeenten, naar de lage kant zijn. Vandaar het voorstel om deze op te trekken naar een aanvaardbaar niveau. Ten slotte zijn er heel wat kosten verbonden aan het onderhoud van de vijvers voor het instandhouden van het visbestand. Aangezien de rechtsgeldigheid van de retributie vervalt op 31 december 2007 is het tevens aangewezen het reglement te verlengen. 16. Retributie op de verkoop van culturele publicaties. Aanpassing en verlenging tot en met 2013. (31445) Een aktualisatie van de lijst van de culturele publicaties is noodzakelijk aangezien bepaalde werken niet meer verkocht worden of nieuw aangeboden worden. Aangezien de rechtsgeldigheid van de retributie vervalt op 31 december 2007 is het tevens aangewezen het reglement te verlengen.
17. Gemeentelijke saneringsbijdrage 2008. Aanpassing en vaststelling. (31448) Sinds 1 januari 2005 betaalt de abonnee via zijn drinkwaterfactuur een integrale waterprijs waardoor de vroegere milieuheffing komt te vervallen. Via deze drinkwaterfactuur wordt zowel de bovengemeentelijke (gewestelijk niveau) als de gemeentelijke saneringsbijdrage aangerekend aan de abonnee. Onze drinkwatermaatschappij (TMVW) stelt voor om per 1 januari 2008 de gemeentelijke saneringsbijdrage opnieuw te actualiseren. Bij de bepaling van de gemeentelijke bijdrage werd een evenwicht gezocht tussen de financiële behoeften voortvloeiend uit de zoneringsplannen en de impact voor de gemiddelde klant. Voorstel: de gemeentelijke saneringsbijdrage, voor 2008 aan te passen en vast te stellen op 0,85 EUR excl. BTW/m³ en de maximumbijdrage op 28 035,- EUR exclusief BTW Financiële Dienst - Boekhouding 18. Budget voor het dienstjaar 2008. Vaststelling. (30736) Het budget 2008 werd aan alle gemeenteraadsleden overgemaakt. Het budget bestaat uit twee delen, een beleidsnota en een financiële nota. - de beleidsnota verwoordt het beleid dat de gemeente gedurende het boekjaar zal voeren en concretiseert de beleidsdoelstellingen. Ze omvat een toelichting omtrent de financiële toestand van de gemeente en vormt de aansluiting met de financiële nota. Concreet moet de beleidsnota het antwoord bevatten op de volgende vragen: - Wat willen de beleidsmensen bereiken (doelstellingen)? - Wat gaat het bestuur daarvoor doen (actieplannen per doelstelling)? - Hoeveel gaat dat het bestuur kosten en opbrengen (raming van de uitgaven en ontvangsten per doelstelling)? - Hoe gaat het bestuur dat financieren (belastingen, subsidies, verkopen, leningen, )? - de financiële nota wordt momenteel nog ingevuld door de begroting zoals we ze tot nu toe kennen en geregeld is door de bepalingen van het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit. De beleidsnota vervangt het verslag bij de begroting zoals dat was bepaald in het opgeheven artikel 96 van de Nieuwe Gemeentewet. Dit document vormt dus een aanvulling op de toelichtingen die reeds voor vele begrotingsartikels werden vermeld in het budget. Voorstel: vaststelling
Brandweer 19. Brandweer. Bijzonder Nood- en Interventieplan Carnaval 2008. Aanvaarding. (31389) Artikel 2 ter van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming bepaalt dat gemeentelijke rampenplannen door de gemeenteraad moeten worden aanvaard. Voor carnaval 2008 werd een Bijzonder Nood- en Interventieplan opgesteld. Dit BNIP wordt ter aanvaarding aan de gemeenteraad voorgelegd. Voorstel: aanvaarding.