Vismigratie in Noord-Brabant: een stand van zaken

Vergelijkbare documenten
Vismigratie waterschap Brabantse Delta. Reinier van Nispen

VISPASSAGES IN HET BEHEERSGEBIED VAN WATERSCHAP REGGE EN DINKEL

MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012

Het visperspectief. Een blije blik? Veel vragen, weinig antwoorden! Peter Heuts Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

Hydraulische evaluatie vispassages "Meele" en "Wijhe"

Vismigratie onder het kanaal

EVALUATIE VAN 4 VISPASSAGES

TREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK. onderzoek aan vier vispassages

MONITORING EN EVALUATIE VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN

Geautomatiseerde monitoring van vismigratie door de vispassage bij de Bieberg (NB), 2006

Migratiemogelijkheden voor trekvissen, 2015

Migratiemogelijkheden voor trekvissen

Onderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: Kenmerk: /not02 Status: Definitief Opsteller: J.

Handreiking vispassages in Noord-Brabant Waterschap De Dommel, Waterschap Aa en Maas en Waterschap Brabantse Delta

Migratiemogelijkheden voor trekvissen, 2018

Vismonitoring in grote rivieren

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland

Oplossingen voor vismigratie bij gemalen

Vismigratie onderzoek Hertogswetering

Nederland leeft met vismigratie Naar een gestroomlijnde aanpak van de vismigratieproblemen. Tom Buijse

Advies betreffende de werking van de vistrap 'Dalemse molen' op de Velpe te Tienen

Werkprotocol onderzoeken vismigratie

V.V: 25 juni 2008 Datum 13 mei 2008 Agendapuntnr. 8.9 Bijlagen 4 Onderwerp kredietvoorstel planstudies naar oplossingen enkele vismigratieknelpunten

Visvriendelijk waterbeheer. Aanleg vispassage bij renovatie gemalen Kerkeland en Vuylcop-Oost in Schalkwijk

4.5 Riviervis. Erwin Winter en Joep de Leeuw, RIVO

Vissen op reis. Over de problemen van migrerende vissen

Advies betreffende vrije vismigratie op de Kasteelbeek, West-Vlaanderen

MONITORING EN EVALUATIE VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2013

Bijlagen/kaarten Nota Visbeleid

Vis en Kaderrichtlijn Water in Zeeland

Evaluatie vispassages Aa en Maas

Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen

Onderzoek naar vispopulaties in het beheergebied van HDSR

Migratie van salmoniden naar het binnenwater met nadruk op de intrek via de Haringvlietsluizen en de vervolgmigratie op de Maas

Migratie door een temporele nevengeul en habitatgebruik door vissen in de Itterbeek. Arthur de Bruin

1 Inleiding. : Projectplan Waterwet Realisatie vispassage Doesburg. : Definitief besluit

Beekherstel Dommel door Eindhoven tot het Wilhelminakanaal

Projectplan Waterwet acht vispassages

Advies aanpassing vispassage gemaal Den Deel

Notitie Visstandsbeheer en overige visgerelateerde zaken

Vismigratie-onderzoek. Dwarsdiep Onderzoek naar de werking van een tweetal vispassages in het Dwarsdiep

Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O

Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten voor beschermde vissoorten in Flevoland

Delfland opent deuren voor vis

Verkenning kansen Groene Golf

Projectplan. Vispasseerbaar maken stuw 108GO in de St. Anthonisloop

Thema: Vissen tussen zoet en zout II; - tussen zee en binnenwater - Opening

Nieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015

Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014

Visbestandopnames in het Netebekken 2011-Bemonsteringsverslag

Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen

Files onder water ARCADIS lost vismigratieproblemen op. Imagine the result

Vismigratie van bron tot monding

edna vismonitoring van grote modderkruiper naar soortsamenstelling (KRW)

EBO (Eigendom, Beheer en Onderhoud) staten en toelichting Ecologische Verbindingszone Ter Wisch versie 25 mei 2012

Beoordeling functionaliteit 7 vispassages. waterschap Regge en Dinkel

Samen werken aan waterkwaliteit. Voor schoon, voldoende en veilig water

Dossiernummer: Projectnummer:

Titel van het project (Kort en krachtige weergave van het onderwerp)

Vissen in het beleid. Een nieuwe impuls voor de waterkwaliteitstaak. Willem Rol Algemeen Bestuur

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch

Nevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten

Ruim baan voor vis in Rivierenland. Vismigratieplan Waterschap Rivierenland

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Glasaalonderzoek Kinderdijk

Visstandbemonsteringen in het beheergebied van Waterschap Regge en Dinkel

Ontwerp-Projectplan Waterwet. Renovatie en vispasseerbaar maken stuw 204A en waterbeheersingsgemaal Groote Wetering

Beleidsvisie op vissen

Het verbeteren van de ecologische toestand van de oppervlaktewaterlichamen op basis van rivierecosysteemontwikkeling en biodiversiteit

Het effect van schonen en baggeren op vis

Ontwerp-projectplan Waterwet. Aanleg stuw en vispassage Goorloop (stuw 234D)

REACTIENOTA. Ontwerp projectplan Waterwet Herinrichting Boven Slinge Burloseweg

Ecologisch herstel van twee nieuwe beektrajecten in de bovenlopen van de Kleine Nete

Vispassage nabij de Gouverneursweg Stuw A Leijgraaf

Vismigratie via de vispassage bij Grave, voorjaar 2007

Federotie van hengelsporlverenigingen. Zuldwest Nederland

Van Wad tot Aa Visie vismigratie Groningen Noord-Drenthe

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard

Verbindingen voor vis

Waarom vissen migreren college voor techneuten

ONDERZOEK NAAR DE PASSEERBAARHEID VAN SIFONS.

Polder vispassages Rijnland

Vispassage Vierlingsbeek, meer dan alleen veel vis

Ontwerp-projectplan Waterwet Aanleg vispassage stuw 211H Leijgraaf

Vissen met een potje water edna metabarcoding

Recente inzichten kwabaal herintroductieproject in Vlaanderen. Lore Vandamme, Inne Vught, Johan Auwerx, Ine Pauwels & Johan Coeck

Basisboek visstandbeheer

Visrechten Water Verhuurder Huurder Visrecht Ringvaart HHS van Schieland WJ den Boer volledig Ringvaart Hennipsloot

LIFE-nature project: Roer migration Restoring migration possibilities for 8 Annex II species in the Roer

Witteveen+Bos B.V. t.a.v. R. ter Harmsel MSc Ecologie Postbus AE Deventer

Presentatie Waterschap De Dommel bij: Volkstuindersvereniging Bladel c.a. Door: Toon Kemps

Actueel Waterbericht Week 3 Jaar 2015

Met DNA visstand monitoren op de grote rivieren

Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge

Herinrichting Hagmolenbeek Meer berging, meer stroming, meer fauna

BIJLAGENRAPPORT 3. GEmALEN Of vermalen worden fase 3 VIJZELS & FAUNAPOMP. w03 RAPPORT

. Beperkingen recreatieve vaart op basis van criteria

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Bijlagenrapport 7 Gesloten schroefpompen (compact)

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Monitoring vismigratieknelpunten 2013

Vistoets Opsterlandse Compagnonsvaart

Transcriptie:

VISMIGRATIE IN NOORD-BRABANT: EEN STAND VAN ZAKEN Anno 2006 is Nederland veilig en bevaarbaar dankzij onze wereldberoemde Deltawerken en andere waterwerken. Helaas kennen deze waterwerken ook een keerzijde. Want stuwen, sluizen, dijken, gemalen maar ook waterkrachtcentrales vormen een ernstige belemmering voor vis en hun natuurlijk gedrag om zich te verplaatsen van de ene leefomgeving naar de andere. Hierdoor kunnen de vissoorten of populaties die in de betreffende watersystemen leven in hun voortbestaan worden bedreigd. Waterschappen en vismigratie In de afgelopen jaren zijn waterbeheerders volop aan de slag gegaan om water optrekbaar te maken voor vissen. Maatregelen lopen uiteen van de aanleg van diverse typen vispassages (vistrappen bij stuwen), aangepast beheer bij sluizen (loze schuttingen om vis door te laten), tot het verwijderen van kunstwerken in combinatie met natuurlijk herstel van het watersysteem (hermeandering van gekanaliseerde beken en rivieren). Hier geven we een stand van zaken van de vier waterschappen in de provincie Noord-Brabant. Inventarisatie bestaande situatie: het vismigratieplan Om de vismigratieproblematiek in een stroomgebied of watersysteem aan te pakken wordt eerst de bestaande situatie in het hele gebied geïnventariseerd. Hierbij moet een helder beeld ontstaan van de wateren, de gebiedseigen vissoorten en eventuele belemmeringen. Uitgangspunt is daarbij dat volledige migratieroutes worden hersteld; het heeft geen zin om één knelpunt op te heffen wanneer de vis verderop in het stroomgebied andere barrières tegenkomt. De resultaten van deze inventarisatie kunnen worden vastgelegd in een Vismigratieplan. Van knelpunt naar oplossing Wanneer de knelpunten in beeld zijn gebracht, kan per knelpunt de beste oplossing worden gezocht, bijvoorbeeld met behulp van het Handboek Vismigratie (Kroes & Monden, 2005). Oplossingen kunnen bestaan uit het verwijderen van de barrière, de aanleg van een technische voorziening of door aangepast beheer. De keuze wordt bepaald door diverse criteria, zoals de waterstaatkundige situatie, budget, ruimte, etc. Van aanleg tot evaluatie Als de meeste geschikte oplossing is gekozen, worden de ontwerpcriteria vastgesteld en wordt het ontwerp getoetst op geschiktheid voor de vissen die de voorziening moeten gaan passeren. Vervolgens kan de vismigratievoorziening worden aangelegd. Na de aanleg is het van belang om de vismigratievoorziening te evalueren om te beoordelen of deze naar behoren werkt. Bij de evaluatie kan men onderscheid maken in een hydraulisch hoe functioneert het watertechnisch - en een ecologisch hoe functioneert het voor de vis - aspect. Afhankelijk van de uitkomst van deze evaluatie kan nog een aanpassing van de voorziening nodig zijn. 1

WATERSCHAP BRABANTSE DELTA: STAND VAN ZAKEN Binnen het beheersgebied van de Brabantse Delta vormen de Mark en Dintel, De Bovenmark en de Aa of Weerijs de belangrijkste hoofdmigratieroutes voor vissen tussen het Volkerak/Zoommeer en de regionale bekenstelsels ten zuiden van Breda. Het waterschap streeft in wateren waaraan de functie waternatuur en of viswater is toegekend naar een natuurlijke visstand en condities voor periodieke migratie van soorten tussen aangrenzende (natuur)wateren en wateren die in Vlaanderen als functie "viswater" zijn aangeduid. De doelstellingen sluiten tevens aan op de Europese Kaderrichtlijn Water. Inventarisatie bestaande situatie: naar een visie op vismigratie Voor het opheffen van migratiebarrières zijn binnen het beheersgebied eerst alle migratieknelpunten zo goed als mogelijk in kaart gebracht. Daarnaast zijn alle reeds aanwezige vispassages geïnventariseerd. Deze informatie wordt ook opgenomen op www.vismigratie.nl. Voor elke passage zal ook een bedieningsprotocol worden opgesteld. In 2006 zal een gebiedsbrede visie op vismigratie worden ontwikkeld. Van knelpunt naar oplossing Waterschap Brabantse Delta heeft verschillende typen vistrappen aangelegd in beken die grof verdeeld kunnen worden als: - bekken-vistrap met V-vormige overlaat (al dan niet met sleuf) - vertical-slot bekkentrap - 'De Wit'-vispassages Bekken-vistrap met V-vormige overlaat De bekken-vistrap is opgebouwd uit opeenvolgende treden van stortstenen en V- vormige drempels. Elke trede overbrugt een peilverschil van 10 cm. De drempel (overlaat) is V-vormig. Tussen twee treden zit een bekken waar plekken met weinig stroming (rustplaatsen) voor vissen aanwezig zijn. Dit type vistrap is onder andere aangelegd in de Bovenmark bij de Bieberg, in de Aa of Weerijs in het Zaartpark van Breda en in 't Merkske bij Baarle-Nassau. V-vormige drempel met stortsteen Vertical-slot bekkentrap Bij beperkte ruimte in of langs een beek, sloot of rivier is de vertical-slot bekkentrap een goede oplossing. Dit is een vistrap met schotten die dwars in het water zijn geplaatst en het stromende water afremmen. Achter de schotten is de stroming zwak zodat vissen eenvoudig stroomopwaarts kunnen zwemmen. Afhankelijk van de lengte worden extra rustbekkens gerealiseerd. Dergelijke vispassages zijn aangelegd in de Aa of Weerijs. Vertical-slot bekkentrap in de Aa of Weerijs 2

'De Wit'-vispassage Deze passage is naar de ontwerper vernoemd. Deze passage is een metalenbak met tussenschotten en openingen waar vissen doorheen kunnen zwemmen. De openingen liggen allemaal onder water om voor een constante stromingssnelheid te zorgen. De openingen staan in een zigzagpatroon om rustplaatsen te creëren zodat de vissen stroomopwaarts kunnen zwemmen. De met stenen bedekte bodem van de vispassage loopt geleidelijk op zodat ook bodemvissen zoals kleine en grote modderkruiper kunnen migreren. Het waterschap past deze vispassage toe bij lage afvoeren zoals in polders. Dit type is toegepast in de Bijloop, een zijbeek van de Aa of Weerijs. Van aanleg tot evaluatie Het waterschap evalueert verschillende typen vistrappen in beken. Het primaire doel van de evaluatie is na te gaan in hoeverre de vispassages voldoen aan het gestelde doel om vissen in de gelegenheid te stellen de bovenstroomse delen van beeksystemen te bereiken en eventuele constructiefouten van de vistrap te corrigeren. Het secundaire doel van de evaluatie is het aantonen van functionaliteit aan (waterschaps)bestuurders en burgers. De evaluaties hebben als doel om antwoord te kunnen geven op de volgende vragen: 1. Welke voorkomende vissoorten kunnen de vispassage passeren? 2. Geeft het onderzoek aanleiding tot optimalisatie van de vispassages? Evaluatiemethode De bemonstering wordt voornamelijk uitgevoerd door middel van visserij met fuiken bovenstrooms van de vispassage Afhankelijk van het migratie aanbod worden de fuiken om de dag geleegd. Gevangen vissen worden daarbij op naam soort gebracht en gemeten. Fuikvangsten Gedurende In 2005 heeft waterschap Brabantse Delta in combinatie met fuikvangsten, bij de vispassage Bieberg in de Bovenmark, een automatische visteller geïnstalleerd. De visteller (FishCounter) bestaat uit een meetstuw in combinatie met een set elektroden die de stroomopwaartse en afwaartse migratie van vis kan waarnemen. FishCounter (bron: VisAdvies b.v.) 3

Resultaten FishCounter versus Fuikvangsten Een opmerkelijk resultaat is dat circa éénderde van de getelde vissen de fishcounter in stroomafwaartse richting hebben gepasseerd. (figuur 1). Het is bekend dat niet alle vissen zich laten verleiden om daadwerkelijk in de fuik te zwemmen, maar de fuik als een barière ervaren en de vistrap in stroomafwaartse richting weer verlaten (figuur 2). Figuur 1: FishCounterregistraties in vergelijking met fuikvangsten Figuur 2: Stroomopwaartse en stroomafwaartse registraties FishCounter In 2006 zal de fish-counter enigszins worden aangepast en opnieuw worden ingezet om zo de vismigratie via Aa of Weerijs (vispassagebemonstering Zaartpark) en Bovenmark met elkaar te kunnen vergelijken. R. van Nispen en H. van Kapel, waterschap Brabantse Delta 4

WATERSCHAP AA EN MAAS: STAND VAN ZAKEN Waterschap Aa en Maas heeft momenteel negen vispassages in zijn beheergebied. Vier daarvan liggen in de Leijgraaf en één in de Biezenloop, deze zijn van het type v-vormige bekkenpassage met vertical slot. Daarnaast zijn er vijf vispassages in de Snelle Loop van het type v-vormige bekkenpassages, opgebouwd en aangestort met grote stenen. De doelsoorten voor de vispassages in de Leijgraaf zijn: zeelt, snoek, ruisvoorn, kroeskarper, winde en baars. De Biezenloop heeft als doelsoorten: bermpje, riviergrondel en kleine modderkruiper. De Snelle Loop heeft als doelsoorten: snoek, zeelt, ruisvoorn en winde. Inventarisatie bestaande situatie: het vismigratieplan In 2002 is door het voormalig waterschap De Aa een vismigratieplan opgesteld. Hierin staat beschreven hoe het waterschap kan komen tot een watersysteem waarin de (redelijk) kansrijke delen en migratieroutes leefbaar zijn voor gebiedseigen migrerende vissen. Per waterloop is aangegeven welke delen kansrijk, redelijk kansrijk of kansarm zijn. Voor de kansrijke delen is per knelpunt aangegeven hoe deze knelpunten opgelost kunnen worden. In 2006 zal het vismigratieplan worden bijgewerkt naar de laatste stand van inzichten en worden uitgebreid met het deel van het voormalige Maaskantgebied. Vanaf dan is het vismigratieplan van waterschap Aa en Maas compleet. De doelstelling uit het vismigratieplan is dat in 2018 migratie naar alle kansrijke gebieden mogelijk moet zijn, daarvoor moeten 110 kunstwerken passeerbaar worden gemaakt. De komende jaren zal het waterschap daarom de armen uit de mouwen blijven steken. Van knelpunt naar oplossing De komende jaren zullen er weer diverse vispassages worden aangelegd in het beheersgebied van waterschap Aa en Maas. Op dit moment wordt in de Hertogswetering een nieuw type vispassage, de Manshanden Hevelvispassage, aangelegd. Vanaf moment van ingebruikname zal deze passage gemonitord worden. Verder wordt op enkele plaatsen de aanleg van een De Wit-vispassage voorbereidt en zullen ook nieuwe v-vormige bekkenpassages worden aangelegd. Van aanleg tot evaluatie In het najaar van 2005 is in opdracht van waterschap Aa en Maas een technische evaluatie van de vispassages uitgevoerd door VisAdvies BV. De algemene conclusie is dat de vispassages zijn aangelegd volgens de recente technologische inzichten. Er zijn problemen gesignaleerd in het hydraulisch functioneren door de aanwezigheid van overmatige begroeiing en de ophoping van drijfvuil in een aantal vispassages. Om dit op te lossen is geadviseerd een onderhoudsprotocol op te stellen. Verder bleek dat er in het ontwerp een aantal punten geoptimaliseerd kan worden. Er moet goed gelet worden op de aansluiting van de bodem van de vispassage op de bodem van de hoofdstroom. De vertical-slots waren soms te klein gemaakt, en de grote stenen voor de slots waren soms te dicht bij het slot geplaatst. Tot slot moet er goed gekeken worden naar het moment dat het zomerpeil wordt ingesteld. Voor vis is het het meest gunstig wanneer dit geschiedt vóór de periode dat de migratie plaats vindt. Met relatief kleine aanpassingen zijn de vispassages technisch volledig geschikt te maken, zodat migratie van de doelvissoorten kan plaatsvinden. 5

WATERSCHAP DE DOMMEL: EVALUATIE In de afgelopen jaren is binnen Waterschap De Dommel veel kennis en ervaring opgedaan over de aanleg en realisatie van vispassages. De komende jaren dienen er echter nog tientallen vispassage gerealiseerd te worden. Om de leemte in kennis over het ecologisch en hydraulisch functioneren van gerealiseerde typen op te vullen, heeft het waterschap in het voorjaar van 2005 een onderzoek laten uitvoeren naar het functioneren van 4 typen vispassages. Inventarisatie bestaande situatie: het vismigratieplan Tijdens het onderzoek zijn de vispassages Vughterstuw, Spoordonk, Volmolen en Keersoppermolen onder de loep genomen. Het gaat hier om respectievelijk de volgende typen, een v-vormige stortsteen bekkenpassage met centrale sleuf in de Beneden Dommel bij Den Bosch, een v-vormige stortsteen bekkenpassage in de Beerze bij Spoordonk, een vertical-slot passage in de Boven Dommel bij Waalre en een combinatie van een vertical-slot passage met een v-vormige stortsteenbekkenpassage met twee a-centrische sleuven in de Keersop bij Dommelen. Van knelpunt naar oplossing De opzet van het onderzoek, en de keuze van het onderzoeksmateriaal, is erop gericht aan te tonen dat kleine vis en kleine vissoorten de passages kunnen passeren. Op alle locaties is gebruik gemaakt van de merk en terugvangst methode. Met behulp van electrovisserij zijn zowel benedenstrooms, in de vispassage als bovenstrooms vangsten uitgevoerd. Al naar gelang de terugzet locatie zijn de vissen voorzien van een benedenstrooms-, vispassage- of bovenstroomsmerk. Met behulp van fijnmazige fuiken (6 mm halve maaswijdte) zijn de vispassages bovenstrooms volledig afgesloten, en onderscheppen daar alle optrekkende vis. Er is met name gekeken of de geselecteerde beektypische doelsoorten, alver, beekprik, bermpje, serpeling, kopvoorn, rivierdonderpad, riviergrondel en winde de passages passeren. Naast het viskundig onderzoek zijn de passages ook hydraulisch doorgelicht. Per passage is gekeken naar de lokstroom, totale peilsprong, peilsprong per drempel/venster, stroomsnelheden op de drempels / in de vensters, turbulentie in de bekkens/compartimenten en de doorzwemhoogte en waterdiepte op de drempels en in de bekkens. Van aanleg tot evaluatie Het ecologisch en hydraulisch functioneren van de 4 typen loopt nogal uiteen. De vispassages Vughterstuw en Keersoppermolen blijken goed te functioneren. Op de locatie Vughterstuw zijn in totaal 411 vissen aangetroffen in de bovenstrooms fuik, verdeeld over 20 vissoorten waarvan 4 doelsoorten, alver, riviergrondel, serpeling en rivierprik. Hydraulisch blijkt de vispassage ook goed te functioneren, een belangrijk aandachtspunt is echter de hoge stroomsnelheden van > 1 m/s in de centrale sleuven van de drempels. Bij de Keersoppermolen zijn in totaal 292 vissen in de bovenstroomse fuik gevangen, verdeeld over 13 soorten waarvan 4 doelsoorten, bermpje, riviergrondel, kopvoorn en serpeling. Ook hier blijkt de passage hydraulisch goed te functioneren, Stroomsnelheden (m/s) Venster 1 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 0,00 0,14 0,27 Breedte (m) Diepte (cm) Stroomsnelheden (m/s) Venster 21 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 0,00 0,15 0,29 120 Breedte (m) maar zijn er altijd nog een aantal aandachtspunten. De stroomsnelheden op de drempels en in de vensters lopen ook hier op tot 1 m/s. De vispassage Volmolen blijkt redelijk te functioneren. In totaal zijn er 106 vissen aangetroffen in de bovenstroomse fuik, verdeeld over 9 vissoorten waarvan 3 doelsoorten, bermpje, riviergrondel en serpeling. Hydraulisch bleken er toch een aantal knelpunten te zijn. De stroomsnelheden in de vensters lopen ook hier op tot 1 m/s (figuur), toch is Diepte (cm) 0,0-0,1 0,1-0,2 0,2-0,3 0,3-0,4 0,4-0,5 0,5-0,6 0,6-0,7 0,7-0,8 0,8-0,9 0,9-1,0 6

een duidelijk zonering te zien waarin ook lagere stroomsnelheden voorkomen. Daarnaast treedt er veel turbulentie op in de compartimenten waardoor er weinig rustmogelijkheden zijn voor de vis. De vispassage Spoordonk is als matig beoordeeld. In totaal zijn hier 92 vissen in de bovenstroomse fuik aangetroffen, verdeeld over 8 vissoorten waarvan 1 doelsoort, de riviergrondel. Hydraulisch gezien zijn er twee verbeterpunten. Ten eerste is de peilsprong van sommige drempels te hoog, en de doorzwemhoogte op de drempel te laag. Dit heeft directe invloed op de stroomsnelheden op de drempel, waardoor de passeerbaarheid afneemt. De belangrijkste conclusie van het onderzoek is dat alle typen in meer of mindere mate vispasseerbaar zijn. Daarnaast blijkt dat het eindoordeel ten aanzien van het ecologisch en hydraulisch functioneren vrijwel overeenkomstig is. Hydraulisch veldonderzoek wordt aanbevolen omdat het inzicht geeft in de mogelijke knelpunten van een vispassage. Het gebruik van fijnmazige fuiken in snelstromende wateren heeft als belangrijkste nadeel de snelle vervuiling, waardoor met name grotere vissoorten de fuiken lijken te mijden. Voor het aantonen van migratie van kleine vis en kleine vissoorten is het gebruik van fijnmazige fuiken echter zeer geschikt. Op dit moment wordt bekeken met welke ingrepen de huidige typen geoptimaliseerd kunnen worden. Nadere informatie: Peter Voorn (Waterschap De Dommel), tel: 0411-618488, email: pvoorn@dommel.nl WATERSCHAP RIVIERENLAND; HET ALM- EN BIESBOSCHGEBIED Binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap Alm en Biesbosch een gebied met overwegend stilstaande wateren - is in het kader van de realisatie van de natte ecologische hoofdstructuur aan circa twintig watergangen een ecologische functie toegekend. Het doel is om een samenhangend ecologisch netwerk te krijgen met een lengte van ongeveer 70 km watergang. Om een goed functionerend ecologisch netwerk voor vissen te creëren, is het noodzakelijk om een visie te hebben ten aanzien van vismigratie. Binnen dit vismigratieplan zijn streefbeelden opgesteld met betrekking tot de gewenste vislevensgemeenschap. Alvorens streefbeelden op te stellen is eerst een clustering van wateren gemaakt op basis van de verschillende typen ecosystemen die in het beheersgebied Alm en Biesbosch te onderscheiden zijn. Doelsoort: paling (glasaalstadium) Vervolgens zijn doelsoorten geselecteerd die in de verschillende wateren als gidssoort fungeren voor de nagestreefde vislevensgemeenschap. De doelsoorten zijn: paling, driedoornige stekelbaars, snoek, bittervoorn en grote modderkruiper. De clustering, de geselecteerde doelsoorten en het vigerende beleid hebben de basis gevormd voor het opstellen van streefbeelden voor de verschillende watergangen. Bij het formuleren van de streefbeelden heeft de OVB-typologie voor stagnante wateren (Zoetemeyer, 2001) centraal gestaan. Door de streefbeelden te vergelijken met de huidige situatie zijn knelpunten geanalyseerd. Hierbij is voornamelijk uitgegaan van de eisen die de geselecteerde doelsoorten aan een water stellen en de functie die een water moet gaan vervullen in de levenscyclus van de soort. Onderscheid is gemaakt tussen knelpunten op gebied van vismigratie, voortplanting, overwinteringsmogelijkheden en waterkwaliteit. 7

De belangrijkste knelpunten op gebied van vismigratie zijn de migratiemogelijkheden tussen de grote rivieren en het binnendijksgebied zijn beperkt door de aanwezigheid van gemalen en inlaten. Een mogelijke oplossing hiervoor is de aanleg van hevelvispassages en/of aalgoten. De migratie binnen het poldergebied wordt beperkt door de aanwezigheid van stuwen en mogelijk ook door te smalle duikers. Dit migratieknelpunt kan worden opgeheven door de aanleg van een enkelvoudige De Wit-vispassage of het plaatsen van een combi De Wit-vispassage/AMI-stuw. De belangrijkste knelpunten met betrekking tot de voortplanting zijn het gebrek aan paaiplaatsen voor soorten als snoek en bittervoorn. Dit wordt veroorzaakt door steile oevers die veelal beschoeid en onbegroeid zijn. Tevens ontbreken ondiepe zones met onderwatervegetatie. Paaimogelijkheden kunnen worden verbeterd door het visvriendelijk inrichten van de oevers (verflauwen taluds) gecombineerd met een gefaseerd maaibeheer. Bittervoorns en zwanenmosselen In een aantal wateren is de populatie zwanenmosselen waarschijnlijk onvoldoende voor de paai van bittervoorn. Het toepassen van gefaseerd baggerbeheer voorkomt dat de populatie zwanenmosselen onder druk komt te staan. De belangrijkste knelpunten met betrekking tot de overwinteringsmogelijkheden zijn in veel wateren het niet voorhanden zijn van diepe plekken van minimaal 1,5 m. Een mogelijke oplossing is, door bij het baggeren van watergangen op sommige plekken de watergang extra uit te diepen totdat de gewenste diepte bereikt is. Door het ontbreken van een voldoende gevarieerde structuur zijn veel oevers ongeschikt als schuilplaats voor jonge snoek in de winter. De aanleg van visvriendelijke oevers met een rijke helofyten begroeiing zorgt voor extra schuilmogelijkheden voor jonge snoek. De belangrijkste knelpunten op het gebied van waterkwaliteit zijn de te lage zuurstofgehaltes vaak gecombineerd met overschrijdingen van de norm van het ammoniumgehalte in de winter. Mogelijk wordt dit veroorzaakt door de aanwezigheid van te veel (rottings)slib in de wateren. Tevens is het doorzicht veelal te laag voor snoek. Door onder andere regelmatig te baggeren kan de waterkwaliteit worden verbeterd. Van de voorgestelde maatregelen zijn globaal de kosten berekend. Maatregelen als het toepassen van een gefaseerd bagger- en schoningsbeheer dienen te worden ingepast in het reguliere beheer en onderhoud van het Hoogheemraadschap Alm en Biesbosch. Daarnaast kan het plaatsen van vispassages meeliften wanneer bestaande gemalen of stuwen moeten worden vervangen. De maatregel het visvriendelijk inrichten van oevers, die in veel hoofdwatergangen met een ecologische functie is voorgesteld, vertoont sterke overeenkomsten met de maatregel natuurviendelijke oeverinrichting uit het Masterplan (Arcadis, 1998). Hierdoor zijn voor de uitvoering waarschijnlijk geen extra kosten nodig en kan deze maatregel meelopen in het budget van het Masterplan. Auteur: Rombout van Eekelen (Bureau Waardenburg) 8