TMC Winterschool 2016 Workshop van BGT naar 3D Louis Paul van Amerongen Witteveen en Bos Christiaan Post Sweco Mark Stals gemeente Eindhoven
Workshop van BGT naar 3D Welkom bij de workshop van BGT naar 3D! Van BGT naar 3D Als je 3D gaat modelleren heb je in eerste instantie vaak alleen de BGT ter beschikking. En dan? Hoe verder, hoe begin je eigenlijk met een 3D model? Welke keuzes moet je maken en waar loop je tegen aan? Hoe kom je aan hoogte gegevens en hoe kun je deze gebruiken? Waar haal je overige 3D content vandaan? Op al deze vragen proberen we tijdens deze workshop een antwoord te geven. Maar dan wél interactief met MicroStation, door gebruik te maken van verschillende data zelf een 3D model maken. MicroStation CONNECT Edition starten Start MicroStation CONNECT Edition en open de tekening VANBGTNAAR3D.DGN met de Workspace TMC en de Workset TMC Winterschool 2016. MicroStation CONNECT Edition, even wennen In MicroStation Connect Edition zijn er een aantal nieuwe functies die het werken een stuk efficiënter maken. Hieronder een kort overzicht: Shift-rechter muisknop - Een selectie van View opties wordt weergeven; De Spatiebalk - Een selectie van basisfuncties wordt weergegeven; Alt-Eerste letter van een Ribbon Categorie - Ribbon sneltoetsen worden actief; \ - Wissel van Tabblad; Q opent de Quicktools; Shift-Middelste muisknop - Snel View roteren; Zoekbalk (Search Ribbon) - Om snel naar een functie te gaan, kan je deze zoeken in de nieuwe zoekbalk. BGT als reference koppelen in 2D model. In de tekening vanbgtnaar3d.dgn is een model aangemaakt genaamd BGT waarin een gedeelte van een BGT gekopieerd is. Aan dit model kan ook een openbare ruimte of verkeersontwerp worden gekoppeld. Deze BGT is via eigen afdeling Geoinformatie verkregen. Indien je geen eigen afdeling Geoinformatie hebt dan kun je BGT kaarten verkrijgen via PDOK.nl
3D model aanmaken Bij het 3D modelleren kun je een 2D ontwerp of 2D plattegrond gebruiken als basis. Je kunt een 2D ontwerp koppelen als referentie aan een 3D model. Maak eerst een 3D model aan. Geef het model tevens een duidelijke beschrijving (Description), het is handig om de beschrijving te laten beginnen met 3D.zodat je aan de tekst kunt zien dat het om een 3D model gaat. Uitvoeren 1. Maak een nieuw 3D model aan met de naam 3D Kleine Berg 2D model als reference koppelen in 3D model Koppel het 2D ontwerp (in ons geval de BGT) als referentie aan 3D model. Dit heeft het voordeel dat je altijd op het juiste coördinaat modelleert, (en bij het renderen de juiste schaduw krijgt). Als je een 2D model als referentie aan een 3D model koppelt, wordt deze automatisch op een Z hoogte van nul (0) gekoppeld. Uitvoeren 1. Koppel de BGT aan als reference aan het 3D model Om een beter beeld te krijgen kun je deze hoogte aanpassen naar ongeveer de hoogte van het ontwerp. Running Coordinates Standaard staan de RUNNING COORDINATES niet aan, het is echter erg handig om deze aan te zetten. Als je snapt op een element kun je via de RUNNING COORDINATES zien welke Z-hoogte dit punt heeft. Uitvoeren 1. Klik met de rechtermuisknop op de status regel; er verschijnt een popup menu waarin items van de status-regel aan of uit kunt zetten, waaronder de Running Coordinates
Z-hoogte 0 of NAP? (discussie) Afhankelijk van je vakgebied moet je bij het modelleren de afweging maken of je op een Z-hoogte van 0 gaat modelleren of op de juiste NAP hoogte. Als er niet te veel hoogteverschil in het ontwerp zit, werk dan op een Z-hoogte 0, dat is het gemakkelijkst modelleren. Indien er wel veel hoogte verschil in het ontwerp zit dan moet je op NAP hoogte (ware Z hoogte) gaan modelleren. Dit maakt het modelleren een stuk ingewikkelder! Puntenwolken (Point Clouds) Via een puntenwolk kun je hoogten uitlezen. Puntenwolken zijn gratis beschikbaar via www.ahn.nl, op deze website staan verwijzingen naar PDOK hoe je puntenwolken kunt downloaden. Bepaal eerst welk kaartbladnummer je nodig hebt via http://pdokviewer.pdok.nl/ Klik aan: AHN2 Vink aan: AHN2 bladindex Zoem naar de gewenste locatie, het kaartbladnummer verschijnt op de kaart (bijvoorbeeld 51gn1) Open FireFox (wegens technisch redenen geen Internet Explorer!!) en ga naar onderstaande URL https://www.pdok.nl/nl/producten/pdok-downloads/atomfeeds Kies vervolgens voor de optie AHN2 UITGEFILTERDE PUNTENWOLK Klik op de URL, zoek in de pagina het zojuist opgezochte kaartblad en download de LAZ file. De puntenwolk die je kunt downloaden is een LAZ file (een gecomprimeerde LAS file, ofwel LASzip). LAS is standaard binair formaat om LiDAR data op te slaan en uit te wisselen. Door de compressie toe te passen wordt de originele LAS file gereduceerd tot ca. 10% waarbij geen kwaliteitsverlies optreedt. Als je een LAZ in MicroStation wilt gebruiken dan moet je deze eerst converteren naar het MicroStation POD formaat. Dit kan via de Convert optie in het dialoogvenster Point Clouds.
Uitvoeren 1. Maak een nieuw 3D model aan genaamd PointCloud 2. Activeer het dialoogvenster Point Clouds (via de workflow Drawing > Home > Attach Tools > en converteer u51gn_1.laz naar een POD file. We hebben tijdens het maken van deze workshop ontdekt dat het converteren van een LAZ naar POD in MicroStation Connect nog niet verloopt zoals in MicroStation V8i. Wellicht is Connect op dit gebied nog niet bug vrij. Om dit te omzeilen kun je ook gebruik maken van de gratis Bentley PointTools POD Creator. 3. Koppel deze POD file en zet deze op de DisplayStyle ; Thematic Height 3D rotatie Zoom eerst in op het gewenste gebied. Vervolgens kunt je de Point Cloud van alle kant bekijken. Klik op ROTATE VIEW in de View Control, geef een klik in het view en roteer het view. In het midden van het view staat een wit kruis, dit is het rotatie punt. Je kunt dit kruis oppakken en op een ander punt in het 3D model neer leggen waardoor je het view om dit punt kunt draaien.
Houdt de linkermuisknop een tijdje ingedrukt op het commando ROTATE VIEW en klik op OPEN AS TOOLBOX; de toolbox VIEW ROTATION verschijnt. Met de commando s in deze toolbox kun je het view draaien naar standaard rotaties (Isometric view, Top view, et cetera) Weergave en presentatie De Point Clouds worden nu in het wit getoond, hierdoor is het hoogte verschil moeilijk te zien. Je kunt de presentatie aanpassen zodat de hoogte verschillende duidelijker zichtbaar worden. Klik in de View Attributes op de optie Point Cloud Styles
Zet de style op ELEVATION; de Point Clouds krijgen een andere weergave. 3D Stadsmodellen (discussie) Verschillende organisaties kunnen op basis van BGT, BAG, puntenwolken en of obliek foto s inmiddels automatisch een stadsmodel genereren. Wat is de toegevoegde waarde van een stadsmodel?
Move to Contact Een onbekend maar erg handig commando is Move to Contact waarmee je snel 3D objecten naar een bepaalde hoogte kunt brengen. Dit commando is erg goed te gebruiken als je alle gebouwen van een stadsmodel naar één Z-hoogte wilt verplaatsen, in ons geval Z=0 Letop!! Move to Contact is een View commando (net als Create Region). Dat wil zeggen alle dat objecten inclusief het vlak waar je de objecten naar toe wilt verplaatsen moeten in beeld staan! Uitvoeren 1. Maak een nieuw model aan genaamd 3D stadsmodel en koppel de tekening 3D stadsmodelehv.dgn als reference. 2. Kopieer de reference via MERGE INTO MASTER in het model. 3. Koppel de Point Cloud en controleer het stadsmodel op afwijkingen 4. Koppel de Point Cloud af 5. Teken een rechthoek op een Z-hoogte nul welke gaat dienen als grondvlak 6. Zet de view rotatie op FRONT VIEW en klik op FIT VIEW (!) zodat alle getekende objecten in beeld staan 7. Activeer MOVE TO CONTACT en selecteer met ELEMENT SELECTION alle gebouwen 8. Snap op de onderhoek van een gebouw en wijs haaks naar beneden. 9. Accepteer met de linkermuisknop (dataknop)
Parametrisch modelleren Als je niet de beschikking hebt over een stadsmodel kun je zelf gaan modelleren. MicroStation beschikt over uitstekende modelleringscommando s. Uitvoeren: 1. Open het model 3D Kleine Berg. De BGT is als reference gekoppeld. 2. Kopieer de reference via Merge into Master in het openstaande model 3. Probeer via de Point Cloud te achterhalen wat de hoogte is van gebouwen. Gebruik Cyclorama s om meer informatie te krijgen over het uiterlijk van een gebouw Voordeel van de BGT is dat bebouwing op de laag IMGEO_pand al een shape is. Deze shapes kun je direct gebruiken om te extruderen. Solid by Extrusion Met het commando Solid by Extrusion kun je een profiel (gesloten vlak) extruderen (uitrekken) tot een solid. Activeer Solid by Extrusion via de workflow Modeling > Create Solids > Extrude. Uitvoeren: 1. Extrudeer enkele vlakken naar de juiste dakvlak of nokhoogte. 2. En extrudeer het losstaande bouwvlak naar een hoogte van 4 m Imprint en Modify Solid Het commando IMPRINT wordt vaak gebruikt in combinatie met Modify Feature commando Modify Solid Ze vormen samen de zogenaamde Push & Pull functionaliteiten. Met deze functionaliteiten is een solid werkelijk kneedbaar. Met het commando Imprint kun je een lijn, rechthoek of cirkel op een vlak van een solid tekenen waardoor nieuwe vlakken en randen gevormd worden.
Uitvoeren: 1. Verdeel het bovenvlak van de losstaande solid in twee vlakken met de optie DRAW SHAPE OR LINESTRING ON SOLID, zet hierbij de optie EDGE TO EDGE aan! Vervolgens kun je met het commando MODIFY SOLID de vlakken of randen van de solid op verschillende manieren modificeren.. Uitvoeren: Activeer Modify Solid, kies de methode Edge en modifceer de zojuist gemaakte rand naar een dakvorm
Aankleden van het model: Standaard worden er bibliotheken geïnstalleerd van enkele bekende leveranciers: XFROG en Dosch Design: Check http://xfrog.com/support/microstation/ of https://www.doschdesign.com/products/3d (Standaard) Locatie van meegeleverde bomen en vegetatie: C:\ProgramData\Bentley\ConnectSharedContent\Xfrog_Samples\ Xfrog_Samples.cel (Standaard) Locatie van meegeleverde auto s: C:\ProgramData\Bentley\ConnectSharedContent\Dosch_Design\ Dosch_Design.cel Op de website van TMC staan ook bibliotheken: http://www.tmcnederland.nl/owl/browse.php?sess=0&parent=153&expand=1&order=name&curview=0&sortname=a SC Uitvoeren: 1. Open het model 3D kleine Berg en plaats enkele cellen uit deze bibliotheken op het ondervlak. Gebruik indien nodig AccuDraw Shortcut O om de cell op de juiste hoogte te plaatsen en T en de juiste oriëntatie te geven. Overige bestandsformaten Als je 3D gaat modelleren met MicroStation dan maak je gebruik van de Parasolid 3D Geometric Modeling Engine van Siemens. Check de website: http://www.plm.automation.siemens.com/en_us/products/open/parasolid/ Deze software is door MicroStation geadopteerd, deze wordt niet door Bentley Systems ontwikkeld. Dankzij deze software kun je erg goed 3D modelleren, maar ook verschillende andere bestandsformaten importeren welke direct te bewerken zijn. Bekend zijn DWG en Sketchup bestanden, nadeel van Sketchup modellen is dat deze vaak erg onnauwkeurig zijn
Via File > Import > 3D Modeling File types.kunnen onder andere de formaten: IGES (igs), Parasolid (x_t), Step (stp) en STL (stl) direct geïmporteerd worden. Met name technische bedrijven bieden via hun website vaak de producten aan in één van bovenstaande formaten. Bekijk de websites van Duravit of Traceparts of zoek naar Free 3D models met een van bovenstaande bestandsformaten. www.duravit.nl www.traceparts.com Revit RFA BIM objecten In MicroStation Connect is het mogelijk Revit RFA objecten te importeren. Dit zijn parametrische BIM objecten die ook in MicroStation parametrisch blijven. De aangekoppelde BIM informatie wordt ook getoond. MicroStation ondersteund RFA bestanden 2009 t/m 2016. Op internet zijn erg veel bibliotheken te vinden met gratis RFA objecten. Check https://www.cadaccent.nl/forum/viewtopic.php?t=885 Bentley is bezig in een vergevorderd stadium om een Catalogus op te zetten waar je BIM data en haar volledige lifecycle kan beheren wat direct gebruikt kan worden in Connect. http://www.tenlinks.com/news/bentley-announces-catalog-services-connect-edition/
Uitvoeren: 1. Maak een nieuw 3D model aan, 2. Ga naar File > Import > Exchange File types > RFA >..en kies Door_Flush.rfa. De deur wordt geïmporteerd. 3. Open het Properties venster via FILE > PROPERTIES het Properties venster wordt geopend. Je kunt dit venster langs een rand docken. 4. Selecteer het geïmporteerde object met Element Selection. Alle informatie welke aan het object is gekoppeld wordt in het Properties venster getoond. In dit venster kun je de afmetingen van het object aanpassen.