GEMEENTEBESTUUR van VAALS

Vergelijkbare documenten
Beleid en procedure intrekken bouwvergunningen

BELEIDSREGELS INTREKKEN BOUWVERGUNNING

BELEIDSREGEL INTREKKEN VERLEENDE BOUWVERGUNNINGEN EN BOUWCOMPONENT OMGEVINGSVERGUNNING HELMOND 2010

BELEIDSREGELS INTREKKING BOUWVERGUNNING. Onderwerp: Beleid en procedure intrekken van bouwvergunningen

INTREKKINGSBELEID BOUWVERGUNNING

BELEIDSNOTA INTREKKEN BOUW- EN SLOOPVERGUNNING

BELEIDSREGELS INTREKKING BOUWVERGUNNING

BELEIDSREGEL INTREKKEN OMGEVINGSVERGUNNING MET ACTIVITEIT BOUWEN HELMOND 2012

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen

Beleidsregels Intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. gemeente Bergen (L)

In deze beleidsregel wordt ingegaan op mogelijkheden en wenselijkheden om een vergunning waarvan geen gebruik wordt gemaakt, in te trekken.

Beleidsregel intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen Deurne 2010

INTREKKINGSBELEID OMGEVINGSVERGUNNING VOOR DE ACTIVITEIT BOUWEN VAN ÉÉN OF MEER WONINGEN/ APPARTEMENTEN

GEMEENTE OLDEBROEK. Beleidsregels intrekken en actualisatie vergunningen op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

Beleidsregels gemeente Druten: intrekken omgevingsvergunning voor

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen 2. Artikel 1 Begripsbepaling 2

De beleidsregels treden in werking, de dag na publicatie, 29 maart 2013.

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen

Beleidsregel intrekken omgevingsvergunning

Beleidsregels intrekken bouwvergunningen. Afdeling B&M Mei 2009 BELEIDSREGELS INTREKKEN BOUWVERGUNNINGEN

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen gemeente Utrechtse Heuvelrug.

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

1. Inleiding Doelstelling Begripsbepaling 2

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen en milieu gemeente Bladel

Beleidsregel intrekken omgevingsvergunning gemeente Utrecht. Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Utrecht;

Beleidsregels voor het intrekken van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

Beleidsregel intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar

MAASDRIEL. Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen, slopen of aanleggen.

Ontwerp Beleidsregels intrekken omgevingsvergunningen gemeente Oldambt

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunningen gemeente Oldambt 2016

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

JURIDISCH KADER WONINGWET EN WET BIBOB

Gelet op artikel 2.33, tweede lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

REGULIERE BOUWVERGUNNING EN VRIJSTELLING EX ARTIKEL WRO

datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x R41/

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

Gelet op hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) zijn wij bevoegd om op deze aanvraag te beslissen.

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

Beleidsnota projectbesluit / partiële herziening bestemmingsplan. Gemeente Wijk bij Duurstede

datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x R41/

Intrekking omgevingsvergunning

Geachte heer Hausoul, Omgevingsvergunning

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x 2 juni

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 14 juli 2015, nummer ;

categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t.

1.2 Kennisgeving activiteit 1 Milieu

LICHTE BOUWVERGUNNING

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

GEMEENTEBLAD VAN HELMOND

Tijdelijke ontheffing en tijdelijke bouwvergunning

Wij hebben op 15 oktober 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen van

datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x

Aan de aanvraag hebben wij de volgende activiteit toegevoegd: - Planologisch afwijken (art. 2.1, lid 1 onder c Wabo);

Erfgoedverordening Nissewaard 2016

BELEIDSREGEL NIET-ZELFSTANDIGE WOONRUIMTEN (KAMERVERHUUR)

VERORDENING. De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

ONTWERP-GEDOOGBESCHIKKING. Datum ontwerpbesluit: 3 januari Inhoud. 1. Inleiding. 2. Overwegingen. 3. Voorwaarden. 4.

De gemeente heeft hoger beroep ingesteld. Zo nodig kan bij de Raad van State meteen worden gezegd wat u zelf precies van de aanvraag vindt.

8 november Te besluiten om:

Burgemeester en Wethouders hebben op een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor:

2010/ Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Beverwijk,

ONTWERPBESLUIT. aan de aanvraag planologische medewerking kan worden verleend middels het nemen van een projectbesluit;

iiiiiiiiii iiini nil mi ooo 0«) Omgevingsvergunning

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G

Dubbele leges voor één vergunning Gemeente Almere Dienst Publiekszaken

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD

Burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;

de heer J.W.M. De Wit Voorstraat AT AMMERZODEN Geachte heer De Wit,

CVDR. Nr. CVDR367404_1. Coördinatieverordening gemeente Maastricht. 14 maart Officiële uitgave van Maastricht.

dat de aanvraag voorziet in het maken van een dakopbouw op de woning gelegen op het perceel Johanna Naber-erf 241;

Eerste Kamer der Staten-Generaal

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014

Beschikking Omgevingsvergunning

Uw kenmerk: Uw brief van: Ons kenmerk: Piershil: 9 april WABO Verzenddatum:

Notitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van..; gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet;

Dordrecht. Pubiieksdiensten. Verstegen Accountants en Belastingadviseurs B.V. t.a.v. de heer J.M. Paans Noordendijk RN DORDRECHT

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie

MONUMENTENVERORDENING 2006

Dit besluit is voorbereid volgens de procedure van paragraaf 3.3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

Beslissing op bezwaar

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 november 2007, nummer 2007/117;

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure 8241

Besluit - omgevingsvergunning (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)

Beleidsregels Wet bibob Bloemendaal 2008

DORDRECHT. De heer C.C.M. Duimel Campanula 44 HC Dordrecht. Geachte heer Duimel,

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk onderw erp ontw erpbeschikking omgevingsvergunning

datum ons kenmerk uw brief/kenmerk

Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies:

Wij hebben op 31 december 2014 een aanvraag voor een omgevignsvergunning ontvangen voor het bouwen van een woning.

7. Bij de planvaststelling heeft de raad (voor zover in casu relevant) besloten om:

CONCEPT-OMGEVINGSVERGUNNING

datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x 7 april

afdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling, I. Feenstra, telefoonnummer (0521) ;

RUD UTRECHT. Besluit: vast te stellen navolgend Mandaatbesluit RUD Utrecht provincie Utrecht/gemeente )

Transcriptie:

GEMEENTEBESTUUR van VAALS Kenmerk: ill 090014 Nr.: Onderwerp: Beleidsregel intrekken bouwvergunning Burgemee st er en Wethouders van Vaal s : Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 59 van de Woningwet; Overwegende dat met het instellen van beleid vorm wordt gegeven aan de handhaving van de Woningwet en de Bouwverordening. Overwegende dat er behoefte bestaat aan een uniform beleid met betrekking tot het intrekken van bouwvergunningen. Overwegende dat het beleid leidt tot helderheid bij alle burgers over de geldende procedure. Overwegende dat het gewenst is een beleidsregel vast te stellen met betrekking tot de wijze waarop en wanneer een bouwvergunning zal worden ingetrokken. BESLUIT: vast te stellen de volgende beleidsregel: BELEIDSREGEL INTREKKEN BOUWVERGUNNINGEN GEMEENTE VAALS 1. Inleiding Door de gemeente Vaals worden jaarlijks veel bouwvergunningen verleend. Veelal wordt er snel en binnen de wettelijke termijn van 26 weken uitvoering gegeven aan de bouwvergunning door middel van bouwwerkzaamheden. Het komt echter ook voor dat er geen of pas na een lange tijd gebruik wordt gemaakt van een verleende bouwvergunning. Het ongebruikt laten voortbestaan van bouwrechten die zijn verkregen uit bouwvergunningen is om de navolgende redenen ongewenst: Ten eerste moet worden voorkomen dat (nieuwe) planologische en stedenbouwkundige inzichten doorkruist worden door nog te bouwen objecten die in het verleden zijn vergund maar nog niet zijn gerealiseerd. Ten tweede moet worden voorkomen dat nieuwe, nog te bouwen objecten worden gerealiseerd naar verouderde bouwtechnische inzichten ten gevolge van bouwvergunningen die in het verleden verleend zijn. Ten derde kunnen omwonenden in principe geen rechtsmiddelen meer aanwenden tegen oude bouwrechten waarmee zij dan alsnog na langere tijd (soms zelfs jaren) ná het besluit tot vergunningverlening worden geconfronteerd. Als laatste is het vanuit administratief oogpunt gewenst dat het gemeentelijk bouwarchief (archiefkasten met lopende dossiers) zoveel als mogelijk overeenstemt met de feitelijke situatie. Gelet op de voornoemde problematiek is het wenselijk om met gebruikmaking van de wettelijke mogelijkheid daartoe de bouwvergunning na verloop van een bepaalde periode, in te trekken. In deze beleidsregel zal ingegaan worden op de wettelijke mogelijkheid om aan de bouwvergunning een geldigheidsduur te koppelen en de bevoegdheid van burgemeester en wethouders om bouwvergunningen in te (kunnen) trekken. Tijdelijke bouwvergunning die

middels een vrijstelling/ontheffing ex artikel 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) of artikel 3.22 Wet ruimtelijke ordening (Wro) zijn verleend, worden in deze beleidsregel buiten beschouwing gelaten. 2. Wettelijke regelgeving 2.1 Artikel 59 Woningwet De Woningwet kent een specifieke regeling voor het intrekken van bouwvergunningen. Het gaat om een limitatief vormgegeven stelsel. Dit betekent dat de gronden waarop een bouwvergunning kan worden ingetrokken uitputtend in de wet (artikel 59 Woningwet) zijn opgesomd. Buiten de in deze wet genoemde gronden, kan niet tot het intrekken van een bouwvergunning worden overgegaan. De intrekkingsgronden zijn hieronder kort samengevat: a. onjuiste of onvolledige opgave of het niet tijdig overleggen van de gegevens als bedoeld in artikel 40a Woningwet; b. het niet voldoen aan een aan de bouwvergunning verbonden voorwaarde; c. het niet binnen een in de bouwverordening aan te geven termijn (26 weken na het onherroepelijk worden van de bouwvergunning, artikel 4.1 bouwverordening) beginnen van de bouwwerkzaamheden; d. indien de werkzaamheden langer dan de in de bouwverordening bepaalde termijn (26 weken artikel 4.1 bouwverordening) hebben stilgelegen; e. op verzoek van de vergunninghouder; f. indien gevaar bestaat dat de bouwvergunning gebruikt wordt om criminele activiteiten te ontplooien of te continueren, dan wel ter verkrijging van de vergunning een strafbaar feit is gepleegd (artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur: Wet BIBOB). Het intrekken van een bouwvergunning is een discretionaire bevoegdheid, dat wil zeggen dat als één van de gronden van artikel 59 Woningwet van toepassing is, burgemeester en wethouders kunnen intrekken maar daartoe niet verplicht zijn. Hierna zullen met name de intrekkingsgronden sub a tot en met d van artikel 59 Woningwet besproken worden, omdat deze gronden in de praktijk het meeste voorkomen. 2.1.1 Artikel 59 lid 1, sub a Woningwet De bouwvergunning kan op deze grond worden ingetrokken als aannemelijk is dat de bouwvergunning niet zou zijn verleend als de gegevens wel juist of volledig waren geweest. Er dient dus een causaal verband te zijn tussen de aanlevering van onjuiste of gebrekkige gegevens en de beslissing van burgemeester en wethouders. 2.1.2 Artikel 59 lid 1, sub b Woningwet Ingevolge artikel 56 van de Woningwet zijn burgemeester en wethouders bevoegd om aan een bouwvergunning voorwaarden te verbinden. Indien dergelijke voorwaarden (bijvoorbeeld sloop van reeds bestaande bouwsels) niet worden nagekomen, dan kan de bouwvergunning worden ingetrokken. 2.1.3 Artikel 59 lid 1, sub c en d Woningwet Op grond van artikel 59 lid 1 sub c en d Woningwet in samenhang met artikel 4.1 van de bouwverordening van de gemeente Vaals, zijn burgemeester en wethouders bevoegd om een verleende bouwvergunning in te trekken indien binnen 26 weken - na het onherroepelijk worden daarvan - niet is aangevangen met het bouwen. Hetzelfde geldt ingeval de reeds gestarte werkzaamheden langer dan een aaneengesloten periode van 26 weken hebben stilgelegen. Deze twee intrekkingsgronden komen vaak aan de orde als een gemeente het planologische regime heeft gewijzigd dan wel wil wijzigen en een eenmaal in het verleden vergund bouwplan daar niet meer in past. Ook komt het voor dat de bouwregelgeving dusdanig is gewijzigd, zodat de oude bouwvergunningen niet meer voldoen aan de huidige voorschriften.

Het intrekken van een bouwvergunning kan, zoals blijkt uit de wettekst en de jurisprudentie, trouwens ook gedeeltelijk geschieden. ABRvS 29 december 2004, geciteerd: Vast staat dat niet binnen 26 weken na onherroepelijk worden van de bouwvergunning is aangevangen met bouwwerkzaamheden voor de kassen. Met de bouw van de werktuigenloods is wel een aanvang gemaakt. Nu deze loods ook naar het oordeel van de Afdeling zelfstandig ten dienste kan staan aan de uitoefening van een agrarisch bedrijf, heeft de rechtbank met recht geoordeeld dat het college bevoegd was de bouwvergunning gedeeltelijk in te trekken. Bovendien is in een uitspraak van ABRvS van 24 september 2003 uitdrukkelijk overwogen dat een gewijzigd planologisch regime niet perse aanwezig behoeft te zijn om de bouwvergunning te kunnen intrekken. Alleen het feit dat de vergunninghouder niet binnen de in de bouwverordening bepaalde termijn met bouwwerkzaamheden is begonnen en niet aannemelijk kan worden gemaakt dat binnen afzienbare tijd alsnog met de bouw begonnen wordt, vormden een voldoende redelijk belang om de bouwvergunning in te trekken. Bij het intrekken van een bouwvergunning zal wel altijd een afweging gemaakt moeten worden tussen de belangen van de vergunninghouder bij het instandhouden van de vergunning en het algemeen belang bij intrekking daarvan. 2.2 Artikel 56a Woningwet, intrekken bouwvergunning eerste fase Bij het verlenen van een bouwvergunning in twee fasen bestaat het risico dat een bouwplan dat in de eerste fase instemming kreeg, door wijziging van de ruimtelijke voorschriften in de loop der tijd niet meer voldoet aan de voorschriften waaraan in de eerste fase is getoetst. Volgens artikel 56a, lid 6, sub b, kunnen burgemeester en wethouders de bouwvergunning eerste fase intrekken indien niet binnen een jaar na het onherroepelijk worden van die beslissing een aanvraag voor de tweede fase is ingediend. Indien burgemeester en wethouders een bouwvergunning niet al hebben ingetrokken, vervalt de vergunning eerste fase na twee jaar van rechtswege (artikel 56a, lid 7 Woningwet). Dit om te voorkomen dat burgemeester en wethouders veel later alsnog worden geconfronteerd met de aanvraag voor de tweede fase. 2.3 Moment van aanvang bouwwerkzaamheden In het voorgaande is al een aantal malen aangehaald dat, op grond van artikel 59 lid 1 sub c en d Woningwet in samenhang met artikel 4.1 van de bouwverordening, burgemeester en wethouders bevoegd zijn een verleende bouwvergunning in te trekken indien binnen 26 weken na het onherroepelijk worden daarvan niet met het bouwen is begonnen c.q. de bouw heeft stil gelegen. De vraag is nu wanneer er sprake is van begonnen met bouwen, hetgeen op diverse wijzen uitgelegd kan worden. De uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 3 december 2003 biedt hier enige houvast. Door de vergunninghouder werd in deze casus betoogd dat hij met de bouwwerkzaamheden was begonnen, omdat hij een aannemer een offerte had laten uitbrengen, de gemeente het peil had laten bepalen, bouwplanken had geplaatst en voorts een aanwezige grasmat had verwijderd. Door de Afdeling werden deze activiteiten niet als een begin van bouwwerkzaamheden beschouwd. Ingeval er een relatie wordt gelegd met de jurisprudentie van diezelfde Afdeling inzake de uitleg van het begrip bouwen als bedoeld in artikel 1 van de Woningwet, dan is van bouwen eerst sprake indien een constructieve handeling wordt verricht waarbij een constructie van enige omvang wordt gemaakt die tevens plaatsgebonden is. 3. Beleid Gelet op het bovenstaande zal daarom het volgende beleid worden gehanteerd: Bij financiële motieven wordt éénmalig een uitstel van 26 weken verleend voor het starten/ verder gaan met de bouwwerkzaamheden. Het verzoek tot uitstel moet echter wel deugdelijk onderbouwd zijn. In perioden van economische recessie kan in plaats van 26 weken éénmalig een uitstel van 1 jaar worden verleend. Indien er sprake is van een familiare kwestie (scheiding, overlijden, ziekten en dergelijke), welke aanleiding geeft tot het afzien van het intrekken van de bouwvergunning, moet dit eveneens op een kenbare en aantoonbare wijze moeten worden onderbouwd, hetgeen uiteindelijk aan burgemeester en wethouders is om dat te bepalen. Bijkomend probleem is

wel dat, ingeval de intentie bestaat om af te zien van intrekking, niet vaststaat of, en zo ja binnen welke termijn, alsnog gebruik wordt gemaakt van de bouwvergunning. Teneinde te voorkomen dat de bouwvergunning vervolgens een langere periode ongebruikt blijft, moet per individueel geval een redelijke termijn (minimaal 26 weken en maximaal één jaar) worden gesteld waarbinnen alsnog gebruik moet worden gemaakt van de bouwvergunning. Vergunninghouder kan nadien, in uitzonderlijke situaties die aantoonbaar moeten worden onderbouwd, nogmaals om uitstel verzoeken, zij het dat de totale termijn waarvoor uitstel wordt verleend, nooit meer dan 2 jaar bedraagt. Onderstaand is de procedure tot het intrekken van de bouwvergunning nader uitgewerkt. 4 Procedure tot intrekken bouwvergunning 4.1 Inleiding Met uitzondering van het van rechtswege vervallen van de bouwvergunning eerste fase na een periode van twee jaar (artikel 56a, lid 7 Woningwet), is het niet mogelijk dat een bouwvergunning van rechtswege vervalt. Gezien het feit dat het een discretionaire bevoegdheid betreft, zal bij het intrekken van een bouwvergunning altijd sprake moeten zijn van een belangenafweging. Vooral bij de gronden genoemd onder artikel 59 lid 1, sub c en d van de Woningwet is het afwegen van belangen aan de orde. De hierna te beschrijven procedure kan weliswaar dienst doen voor alle intrekkingsgronden zoals opgesomd in artikel 59 lid 1 van de Woningwet, maar er dient wel een onderscheid gemaakt te worden naar het moment waarop de procedure kan worden aangevangen. Zo kan, met betrekking tot de intrekkingsgronden onder sub a, b en f, het toezenden van de brief inzake het voornemen tot intrekken van de bouwvergunning, op ieder gewenst moment plaatsvinden. Wat betreft de intrekkingsgronden onder c en d speelt de problematiek van een termijn van minimaal 26 weken alvorens de intrekkingsprocedure gestart kan worden. De te schetsen procedure zal zich daarom vooral toespitsen op de gevallen waarbij niet (tijdig) is begonnen met de bouw of dat wel is begonnen maar er een oponthoud plaatsvindt gedurende een bepaalde periode. 4.2 Schriftelijk voornemen tot intrekken bouwvergunning In de praktijk wordt een termijn van 26 weken voor het intrekken van bouwvergunningen zowel door gemeenten als vergunninghouders vrij kort ervaren en daarom zou een termijn van één jaar als redelijker worden beschouwd. Uiteraard moet de mogelijkheid blijven bestaan om van deze termijn af te wijken als bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld stedenbouwkundige omstandigheden, grote bouwprojecten of renovatie monumenten) daartoe nopen. Na één jaar krijgt de vergunninghouder een schriftelijk voornemen tot intrekken, waarna deze dan vier weken de tijd gegund wordt om op het voornemen tot intrekken te reageren middels het indienen van een zienswijze. 4.3 Besluitvorming omtrent intrekking bouwvergunning Indien de vergunninghouder in het geheel niet reageert op de brief betreffende het voornemen tot intrekking, wordt besloten om de bouwvergunning in te trekken. In het geval de vergunninghouder wel reageert op het voornemen tot intrekking dient, afhankelijk van de argumenten die worden aangevoerd inzake het niet uitvoeren van de bouwvergunning, besloten te worden of al dan niet tot intrekking wordt overgegaan. Conflicten met de aannemer of de architect leiden in beginsel niet tot het afzien van het intrekken van de bouwvergunning. Financiële en familiare motieven kunnen leiden tot een uitsteltermijn zoals genoemd onder punt 3, beleid. Bij het laten verstrijken van deze termijnen, zonder dat gebruik is gemaakt van de bouwvergunning, zal de vergunning zonder voorafgaande aankondiging worden ingetrokken.

5. Stappenplan stap 1 Indien niet binnen één jaar na onherroepelijk worden van de bouwvergunning begonnen is met de bouwwerkzaamheden of, indien men wel al met de bouwwerkzaamheden was begonnen, gedurende deze periode een oponthoud plaatsvindt van de werkzaamheden, zal aan vergunning- houder een brief worden toegezonden betreffende het voornemen tot intrekken van de bouwvergunning. Van deze termijn kan worden afgeweken als bijzondere omstandigheden daartoe nopen. In de brief waarin het voornemen tot intrekken kenbaar wordt gemaakt, krijgt de vergunninghouder vier weken de tijd om daarop te reageren middels het indienen van een zienswijze. Stap 2 Indien de vergunninghouder niet of niet binnen vier weken reageert op de brief betreffende het voornemen tot intrekking, dan de bouwvergunning intrekken en de procedure afronden. Stap 3 Ingeval de vergunninghouder wel (tijdig) reageert op het voornemen tot intrekking, dan de argumenten beoordelen. Als de conclusie is dat de argumenten niet steekhoudend zijn, dan besluiten tot het intrekken van de bouwvergunning en de procedure afronden. Stap 4 Als de conclusie is dat de argumenten wel steekhoudend zijn, dan schriftelijk meedelen dat wordt afgezien van het intrekken van de bouwvergunning. In de brief wordt een termijn gesteld waarbinnen begonnen moet zijn met bouwwerkzaamheden op straffe van alsnog intrekken van de bouwvergunning als deze termijn niet benut wordt. 6. Inwerkingtreding Deze beleidsregel treedt in werking op 25 april 2009. 7. Citeertitel Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel intrekken bouwvergunningen gemeente Vaals. Burgemeester en wethouders van de gemeente Vaals, J.W.M. Rijnders MPM Secretaris drs. R.L.T. van Loo Burgemeester Bekendgemaakt middels publicatie - in het Vaalser Weekblad d.d. 24 april 2009 - gemeentelijke website d.d. 24 april 2009 In werking getreden d.d. 25 april 2009