TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1954 No. 126

Vergelijkbare documenten
PERDJANDJIAN ANT ARA REPUBLIK INDONESIA DAN KERADJAAN BELGIA TENTANG PENJERAHAN TEPUNG-TERIGU RANGKA BANTUAN PANGAN OVEREENKOMST

STAATSBLAD VAN NEDERLANDSCH.INDIE 1931/No.509 LOODWIT Tegengaan van het gebruik van droog loodwit, ("Loodwitordonnantie"). IN NAAM DER KONINGIN

(21 (3) STMTSBI-AD NOMOR : 37/ TAHUN 1949 ORDONANSI TANGGAL TENTANG BAHAN-BAHAN BERBAHAYA. Pasal I (1)

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1975 Nr. 132

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1954 No. 113

Ga naar

Ga naar

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1973 Nr. 15

PEMERINTAH REPUBLIK INDONESIA DAN PEMERINTAH KERAJAAN BELANDA,

PERSETUJUAN ANTARA PEMERINTAH REPUBLIK INDONESIA DAN PEMERINTAH REPUBLIK SURINAME MENGENAI PEMBEBASAN VISA BAGI PEMEGANG PASPOR DIPLOMATIK DAN DINAS

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1967 Nr. 195

REPUBLIK INDONESIA PEMERINTAH REPUBLIK INDONESIA DAN PEMERINTAH KERAJAAN BELANDA, BERKEINGINAN untuk menyepakati Protokol untuk mengubah Persetujuan

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 176

diatas; Telah menjetudjui sebagai berikut : Pasal 1.

V an D orps Publikasi tentang Pacijak Indonesia V a n D orps Indonesische B elasting Publicaties

4 United Nations Treaty Series 1950

TRAGTATENBLAD VAN HET KONINKR IJ K DER N E D E RLAN DEN. JAARGANG 1954 No. 87

Pemerintah Republik Indonesia dan Pemerintah Kerajaan Belanda,

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1956 No. 99

Toescheidingsovereenkomst inzake nationaliteiten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname

NOTA KESEPAHAMAN ANTARA KEMENTERIAN PERTAHANAN REPUBLIK INDONESIA DAN KEMENTERIAN PERTAHANAN KERAJAAN BELANDA TENTANG KERJASAMA TERKAIT PERTAHANAN

Perajaan Natal ini kami Bestir PABAN bersama Kelompok Kerdja Perajaan Natal pakai tema LAIN LIHAT LAIN

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1956 No. 104

ORANG DAN BAD ANY ANG TERCAKUP DALAM PERSETUJUAN

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1961 Nr. 74

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 100

TRAGTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1952 No. 118 Overgelegd aan de Staten-G^Q^aaT B SooT a de Minister van Buitenlandse Zaken

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1951 No. 84 Overgelegd aan de Staten-Generaal door de Minister van Buitenlandse Zaken

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1961 Nr. 11

24JAN d-d- 2 * JA;; M. Stuurgroep R.M.S, Op 13 november 19?8 werd volgende vernomen, omtrent de "Stuurgroep R.M.S^".

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1979 Nr. 6

Pemerintah Republik Indonesia dan Pemerintah Kerajaan Belanda, selanjutnya disebut "Para Pihak";

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1963 Nr. 6

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD KONINKRIJKDERNEDERLANDEN

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1961 Nr. 143

"Hakim harus mampu menyelesaikan suatu perkara. tanpa menimbulkan perkara baru"


TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJKDERNEDER LAN DEN. JAARGANG 1951 No. 4 Overgelegd aan de Staten-Generaal door de Minister van Buitenlandse Zaken

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1964 Nr. 165

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1964 Nr. 63

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1971 Nr. 163

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1988 Nr. 94

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1953 No. 14 Overgelegd aan de Staten-Generaal door de Minister van Buitenlandse Zaken

TRACTATENBLAD VAN HET KONINK R IJ K DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1957 Nr. 226

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2000 Nr. 97

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

SURAT r SURAT AHTAr A KESULTAMAP RS AU DENGAK IPEMERINTAHAN2 V.3.C. DAN HINDIA-BELANDA

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA

11 Ambonese woonoorden Capelle ad IJssel tab kamervragen

Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime,

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1976 Nr. 144

Onder afhankelijke gezinsleden wordt verstaan:

17e Jaargang. 1 Juni Afl. 11.

Februari Beste Pabanleden,

BOOS, waarom? Lezing voor Bina Da wah, januari 2004

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1972 Nr. 155

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1990 Nr. 3

KANDUNGAN HALAMAN TAJUK HALAMAN PENGAKUAN ABSTRACT PENGHARGAAN SENARAI PERUNDANGAN SENARAI ISTILAH SENARAI KEPENDEKAN TRANSLITERASI

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1993 Nr. 44

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1980 Nr. 213

PROTOCOL TUSSEN DE REPUBLIEK OOSTENRIJK EN HET KONINKRIJK BELGIË

Ibadah: Ahad Tanggal 3 juli 2016 Djemaat: Introitus (Intochtslied) - BNG 107: 1

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 180

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1952 No. 163 Overgelegd aan de Staten-Generaal üsott'ïtt^minister van Buitenlandse Zaken

Verdrag inzake de wetsconflicten betreffende de vorm van testamentaire beschikkingen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1975 Nr. 152

38 BPRM5 Activiteiten

(Vo orzi-t t er Indonesische Delegatie ) Mr. D.U, STEKER

Ter bekorting moge naar de inhoud daarvan verwezen worden.

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2008 Nr. 166

aa: 2 3 SER 1970 Verbinding september /70 ID Datum Nummer Evaluatie Organisatie Zuid-Molukkers, Onderwerp

b. _. «L Nieuwe "Badan"

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE, DE REPUBLIEK OEZBEKISTAN TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. 41 (1966) Nr. 3. JAARGANG 1974 Nr. 217

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2016 Nr. 63

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1969 Nr. 59

Thema: Vindt rust bij God Datum: 14 augustus 2016 GIM Assen. Introitus (Intochtslied) - Mazmur 138: 1

BAB V PENUTUP. perkahwinan berbeza agama sebagai sesebuah wacana pemikiran hukum Islam dan

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2015 Nr. 70

TRACTATENBLAD VAN HET

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELG IE DE REPUBLIEK TURKIJE TOT HET VERMIJDENVAN DUBBELE BELASTING

TRACTATENBLAD VAN HET

PROTOCOL TUSSEN DE REPUBLIEK OOSTENRIJK HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN MET AANVULLEND PROTOCOL

Benelux-verdrag inzake de warenmerken

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1980 Nr. 212

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1968 Nr. 1

Europees Verdrag ter voorkoming van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1967 Nr. 71

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1988 Nr. 49

Inspraakorgaan Zuid-Molukkers

Verdrag inzake de voltrekking en de erkenning van de geldigheid van huwelijken

Transcriptie:

23 (1954) No. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1954 No. 126 A. TITEL Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Indonesië, inzake overdracht door Indonesië aan Nederland van vorderingen op Nederlanders; 's-gravenhage, 11 Augustus 1954

B. TEKST Overeenkomst inzake overdracht door de Republiek.Indonesië aan het Koninkrijk der Nederlanden van vorderingen op Nederlanders De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Indonesië, Overwegende dat het wenselijk is te komen tot een regeling inzake overdracht door Indonesië van vorderingen ontstaan vóór 1 Januari 1954, welke Indonesië heeft op natuurlijke personen, die op genoemde datum de Nederlandse nationaliteit bezaten, Willende voldoen aan de op 12 Januari 1954 gesloten overeenkomst tussen de Ministers van Financiën van Nederland en Indonesië met betrekking tot de overdracht van vorderingen als vorenbedoeld, Zijn als volgt overeengekomen: Artikel 1 De Regering van de Republiek Indonesië draagt in volle eigendom over aan de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden de vorderingen van personele en sociale aard, welke de Republiek Indonesië, met inbegrip van de voormalige publiekrechtelijke gemeenschappen, welke in de Republiek Indonesië zijn opgegaan, heeft op natuurlijke personen die op 1 Januari 1954 de Nederlandse nationaliteit bezaten, mits deze vorderingen zijn ontstaan vóór 1 Januari 1954 en tot het bedrag dat zij op 12 Januari 1954 beliepen. De overdracht wordt geacht te zijn geschied op 12 Januari 1954 en werkt tegenover de debiteuren van het ogenblik af dat deze Overeenkomst in werking is getreden en de datum van deze inwerkingtreding in het Nederlandse Tractatenblad is bekendgemaakt. Alle na 12 Januari 1954 nog aan de Republiek Indonesië ten goede gekomen bedragen in mindering van de overgedragen vorderingen, al dan niet verkregen tengevolge van een voorafgaande invorderingsdaad, zullen door de Republiek Indonesië aan Nederland worden afgedragen, en wel voor ontvangsten in Nederlands courant aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken te 's-gravenhage en voor ontvangsten in Indonesisch courant aan het Hoge Commissariaat der Nederlanden te Djakarta. Artikel 2 Als koopsom van de in artikel 1 bedoelde vorderingen zal de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden aan de Regering van de Republiek Indonesië betalen, binnen 14 dagen na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst, een bedrag van f. 20.000.000 (twintig millioen gulden) Nederlands courant.

Persetudjuan tentang penjerahan piutang-piutang terhadap orang Belanda oleh Republik Indonesia kepada Keradjaan Nederland Pemerintah Keradjaan Nederland dan Pemerintah Republik Indonesia; Menimbang bahwa perlu mentjapai suatu peraturan penjerahan piutang-piutang oleh Indonesia, piutang-piutang mana timbul terhadap orang-orang pribadi sebelum tanggal 1 Djanuari 1954, jang pada tanggal itu berkebangsaan Belanda; Berkehendak memenuhi persetudjuan jang diadakan pada tanggal 12 Djanuari 1954 antara Menteri-menteri Keuangan Nederland dan Indonesia berhubung dengan penjerahan piutang-piutang termaksud diatas; Telah menjetudjui sebagai berikut: Pasal 1 Pemerintah Republik Indonesia menjerahkan kepada Pemerintah Keradjaan Nederland, sehingga mendjadi miliknja sepenuhnja piutangpiutang jang bersifat kepegawaian dan sosial dari Republik Indonesia, termasuk djuga bekas persekutuan-persekutuan hukum publik jang telah tergabung dalam Republik Indonesia, terhadap orang-orang pribadi jang pada tanggal 1 Djanuari 1954 berkebangsaan Belanda, asal piutang-piutang itu timbul sebelum tanggal 1 Djanuari 1954 dan sampai djumlah jang tinggal pada tanggal 12 Djanuari 1954. Penjerahan itu dianggap terdjadi pada tanggal 12 Djanuari 1954 dan berlaku terhadap orang-orang jang berhutang sedjak Persetudjuan ini mulai berlaku dan tanggal berlakunja diumumkan dalam Het Nederlandse Tractatenblad". Segala djumlah jang sesudah tanggal 12 Djanuari masih diterima oleh Republik Indonesia untuk diri sendiri, jang mengurangkan piutang-piutang jang telah diserahkan itu dan diperoleh karena tindakan penagihan jang didjalankan sebelum itu, maupun bukan karena tindakan demikian, akan diserahkan oleh Republik Indonesia kepada Nederland, jaitu untuk penerimaan dalam nilai uang Belanda kepada Kementerian Luar Negeri di 's-gravenhage dan untuk penerimaan dalam nilai uang Indonesia kepada Komisariat Agung Nederland di Djakarta. Pasal 2 Pemerintah Keradjaan Nederland akan membajar kepada Pemerintah Republik Indonesia, jaitu dalam 14 hari sesudah Persetudjuan ini mulai berlaku, sedjumlah uang sebesar f. 20.000.000. (dua puluh djuta rupiah) dalam nilai uang Belanda sebagai uang penebus untuk piutang-piutang termaksud dalam pasal 1.

Artikel 3 De Regering van de Republiek Indonesië draagt voor zover mogelijk aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken te 's-gravenhage c.q. aan het Hoge Commissariaat der Nederlanden te Djakarta over alle administratieve bescheiden, welke op de in artikel 1 genoemde vorderingen betrekking hebben; voor zover overdracht dier bescheiden niet mogelijk is, verleent Indonesië daarvan inzage en staat toe dat ervan afschriften worden genomen. Voor zover de in artikel 1 bedoelde vorderingen nog niet door de Indonesische administratie zijn vastgesteld, zal Indonesië voor zover zulks door Indonesië mogelijk wordt geacht, de daartoe aan te wijzen Nederlandse instantie(s) medewerking verlenen om alsnog tot vaststelling te kunnen komen. Artikel 4 Indien Nederland de wens daartoe te kennen geeft, houdt de Stichting Pensioensaangelegenheden Indonesië de daarbij door Nederland nominatief op te geven bedragen op de door haar te verrichten betalingen in. Artikel 5 Deze Overeenkomst treedt in werking op de dag waarop de Nederlandse Regering aan de Indonesische Regering zal hebben medegedeeld, dat de Overeenkomst de in Nederland grondwettelijk vereiste goedkeuring heeft verkregen. Ten blijke waarvan de hiertoe behoorlijk gevolmachtigde vertegenwoordigers deze Overeenkomst hebben ondertekend. Gedaan in tweevoud te 's-gravenhage, de 11de Augustus 1954, in de Nederlandse en de Indonesische taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek. Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, (w.g.) J. W. BEYEN.. (w.g.) J. LUNS. Voor de Regering van de Republiek Indonesië, (w.g.) SUSANTO TIRTOPRODJO.

Pasal 3 Pemerintah Republik Indonesia menjerahkan kepada Kementerian Luar Negeri di 's-gravenhage atau kepada Komisariat Agung di Djakarta sedapat-dapatnja segala surat-surat administrasi mengenai piutang-piutang tersebut dalam pasal 1; bilamana surat-surat itu tidak dapat diserahkan., Indonesia mengizinkan surat-surat itu dibatja dan dibuat salinannja. Sepandjang piutang-piutang termaksud dalam pasal 1 belum ditetapkan oleh administrasi Indonesia maka Indonesia akan memberi bantuan, itupun djika dianggap mungkin oleh Indonesia, kepada badan-badan Belanda jang akan ditundjuk untuk itu, supaja penetapan itu akan tertjapai djuga. Pasal 4 Djika Nederland menjataan keinginannja maka Stichting Pensioensaangelegenheden Indonesie" memotong djumlah-djumlah jang akan diberitahukan oleh Nederland dari pembajaran-pembajaran jang akan dilakukan oleh Stichting" itu. Pasal 5 Persetudjuan ini mulai berlaku pada hari Pemerintah Nederland memberitahukan kepada Pemerintah Indonesia, bahwa Persetudjuan itu telah mendapat pengesahan jang diperlukan menurut Undangundang Dasar di Nederland. Untuk mernbuktikannja, maka wakil-wakil jang telah diberi kuasa sebagai mestinja untuk itu telah menandatangani Persetudjuan ini. Dibuat rangkap dua di 's-gravenhage pada tanggal 11 Agustus 1954, dalam bahasa Belanda dan Indonesia. Kedua naskah itu sama kekuatannja. Untuk Pemerintah Keradjaan Nederland, (dtt.) J. W. BEYEN (dtt.) J. LUNS Untuk Pemerintah Republik Indonesia, (dtt.) SUSANTO TIRTOPRODJO

D. GOEDKEURING De Overeenkomst behoeft de goedkeuring der Staten-Generaal ingevolge artikel 60, lid 2, der Grondwet, alvorens in werking te kunnen treden. G. INWERKINGTREDING De bepalingen der Overeenkomst zullen ingevolge artikel 5 in werking treden op de dag van ontvangst van een nota, waarin vanwege de Nederlandse Regering aan de Indonesische Regering wordt medegedeeld, dat de in Nederland grondwettelijk vereiste goedkeuring is verkregen. J. GEGEVENS Waar in de preambule is verwezen naar een op 12 Januari 1954 tussen de Ministers van Financiën van Nederland en van Indonesië gesloten overeenkomst, wordt bedoeld de op die datum tussen de beide Ministers gemaakte afspraak, dat zij de totstandkoming zouden bevorderen van een formele overeenkomst, omtrent de elementen waarvan zij bij die afspraak overeenstemming hadden bereikt. Door de ondertekening van de onderhavige Overeenkomst op 11 Augustus 1954 is aan die afspraak voldaan. Uitgegeven de tweede October 1954. De Minister van Buitenlandse Zaken a.i., BEEL.