OXFAM in Cuba: ontmoeting met Marc Ingelbrecht De Cubaanse landbouw 29/07/2004 Gesprek met Marc Ingelbrecht vertegenwoordiger Oxfam Solidariteit in Cuba De landbouwsector is ingrijpend gewijzigd na 1989. Voor 1989 was Cuba een zeer open economie, maar die openheid beperkte zich tot de Comeconwereld. Benevens suiker, koffie, tabak, nikkel, medicamenten exporteerde Cuba vooral citrusvruchten zoals ananas, sinaasappelen, pompelmoes naar deze landen. Zij kregen olie, landbouwmachines, werktuigen, sproeistoffen, meststoffen, onkruidverdelgers, voedsel en landbouwproducten in de plaats. Bijna 80% van de Cubaanse voedselconsumptie werd geïmporteerd uit de socialistische wereld. De Comecon hanteerde een voor Cuba relatief interessante ruilvoet en zeker als we dit vergelijken met wat de internationale markt nu betaalt. Plots valt die markt weg. Het IMF en de WB verbieden de ex-comeconlanden om nog handel te drijven met Havana. Cuba reageert daarop met een programma van wat zij voedselsoevereiniteit noemen. Voedselsoevereiniteit maakt alleen maar een kans als we de productiviteit in de landbouwsector kunnen optrekken en als we dit kunnen combineren met een programma van importsubstitutie, redeneert Fidel. Het is tegen deze achtergrond dat we de gehele coöperativeringsgolf, de boerenmarkten, de nieuwe (hybride) prijzenpolitiek en de campagne om de mensen terug naar het platteland te krijgen moeten situeren. De wijze waarop de coöperatieven georganiseerd zijn hebben we kunnen zien op woensdag 21 juli bij ons bezoek aan de coöperatieve José Martí. Daar zijn ook de boerenmarkten ter sprake gekomen. Wat de prijzenpolitiek betreft zien we dat Cuba 3 soorten prijssystemen kent. De boeren zijn verplicht om van een aantal producten bepaalde hoeveelheden aan de staat te leveren tegen prijzen die de staat hen eenzijdig dicteert. Die verplichte quota s liggen laag maar ook de prijs die zij ervoor krijgen valt maar magertjes uit. Het gaat om basisproducten die de staat verkoopt, meestal tegen nog lagere prijzen in de staatswinkels (zie ook infra de voedselkorf). In de horecasector, waartoe de hotels behoren, kent men het systeem van de genegotieerde prijs. De boeren moeten de hotels bevoorraden, maar de prijs wordt vastgelegd in gemeenschappelijk overleg tussen vertegenwoordigers van de boerenorganisaties en de overheid als eigenaar van de hotels. Wat er overblijft, het surplus, kan de boer of de coöperatieve kwijt op de landbouwmarkt. Daar heerst het vrije marktmechanisme. Maar het kan ook dat de staat bijkomend producten koopt van de boeren. De boeren worden dan meestal in dollar betaald. Kopen op de landbouwmarkten is voor de Cubanen nog steeds een relatief dure aangelegenheid. Maar in Cuba krijgt elke Cubaan wel een rantsoen van basisproducten. Deze producten zijn spotgoedkoop. Men wil daarmee vermijden dat de armsten terug honger zouden lijden. In dit pakket steken onder andere rijst, eieren, olie, kip, melk (voor kinderen tot 7 jaar), suiker, aardappelen, brood, bonen,. Onlangs heeft men de tomaten eruit genomen.
Men stimuleert de mensen om opnieuw op het platteland te gaan wonen en om er terug boer te worden.wie nu terugkeert naar het platteland krijgt een huis, een stuk land waarvan de oppervlakte kan oplopen tot 50 ha, dieren, Het laatste decennium hebben veel goed opgeleide boeren, boerenzonen en dochters het platteland ontvlucht om in de stad te komen wonen en er werk te zoeken. Het leven op de buiten was te zwaar geworden. Door het constante olietekort in het begin van de jaren 90 gebeuren vele landbouwactiviteiten niet langer machinaal. Het is terug met de blote hand. Bovendien hebben de landbouwers meestal geen geld genoeg om nieuwe en dure (westerse) machines te kopen en dan is er nog de boycot. De vele ossenspannen die u ziet zijn een recent verschijnsel en hebben niets met romantiek te maken, integendeel. Het gebrek aan machines zorgt ervoor dat de productiviteit in de Cubaanse landbouw in de jaren 90 80% lager is dan in België. Deze campagne kan geslaagd genoemd worden. Er zijn door die maatregel op korte tijd 12.000 gezinnen teruggekeerd naar de boerenbuiten. Ik ken zelf een chirurg die nu terug landbouwer is geworden. Wat koopt de wereldwinkel in Cuba? Wij kopen vooral sinaasappelen(sap), pompelmoes(sap), koffie Normaal kopen wij onze landbouwproducten rechtstreeks bij de boer. Dit is niet het geval in Cuba. Wij kopen onze producten hier van de staat. De staat heeft voor deze producten meestal de Cubaanse marktprijs betaald aan de boeren. De meerprijs die Oxfam betaalt, gaat hier niet rechtstreeks naar de individuele boer of de coöperatieve. Onze meerprijs geven wij af onder de vorm van investeringen die zij vragen. Daarjuist hebben we erop gewezen dat landbouwmachines moeilijk verkrijgbaar zijn. Ook bouwmaterialen zijn schaars. Vroeger werd een probleem op een meer centrale manier opgelost. Nu neemt de basis meer beslissingen. Oxfam heeft geleerd om samen te werken met de autoriteiten. De regering bepaalt de prioriteiten, maar er is wel een zeer belangrijke doorstroming van beneden naar boven. Fair trade Onlangs verschenen in bepaalde kranten artikelen waarin felle kritiek wordt geuit op het zogezegde Fair trade circuit. Marc is het gedeeltelijk eens met de inhoud van deze artikelen. Ook al krijgt de producent via Fair trade meer dan de internationale marktprijs, dan nog krijgt hij veel te weinig. De prijzen van de meeste landbouwproducten zijn het laatste decennium werkelijk ineengestort. Voor sommige producten betalen de multinationale opkopers, meestal Amerikaanse ondernemingen, nu nog slechts 10% van wat zij betaalden in het begin van de jaren 90. Bovendien is Fair trade niet langer het monopolie van het alternatieve circuit. Fair trade gaat via de grote supermarktketens de commerciële toer op. Er is hier dikwijls een probleem van vraag en aanbod. Op de laatste conferentie in Londen vroegen enkele grote ketens meer Fair trade thee. Bijgevolg zijn zij thee gaan kopen in Azië o.m. op plantages van zeg maar grootgrondbezitters die ook graag het label Fair trade zouden willen krijgen. Oxfam is veel strenger. Onze eisen liggen heel wat hoger. Oxfam houdt in haar aankooppolitiek ook rekening met de arbeidsomstandigheden, geeft voorrang aan de kleine producent Orkanen Ieder jaar wordt het Caribische gebied getroffen door zware orkanen. Deze wervelstormen richten enorme ravages aan zowel aan particuliere woningen als aan openbare gebouwen en overheidsinvesteringen zoals telefoonverbindingen, elektriciteitspalen, het spoor, bruggen
Dat er na een orkaan 70.000 huizen verwoest zijn is geen uitzondering. Cuba is bijzonder goed voorbereid op dergelijke rampen. Cuba kan orkanen van de 4 graad aan. Om een voorbeeld te geven: in Honduras vielen er vorig jaar 300 doden toen de storm over het eiland raasde, in Cuba waren er dat nauwelijks 4. Cuba heeft een goed boekje gepubliceerd over dit onderwerp. De overheid licht de bevolking tijdig in als er een wervelstorm op komst is. De CDR s, de Volksraden en het Ministerie van Defensie worden ingeschakeld om de bevolking zo snel mogelijk te evacueren en om ze onder te brengen in scholen, ziekenhuizen, privé-huizen Er bestaat ook een systeem dat moet verhinderen dat de huizen van de afwezigen worden geplunderd. Cuba heeft daar recentelijk nog felicitaties voor gekregen van de UNO. Waarom zijn vele huizen in slechte staat? 80% van de eilandbewoners mag dan nog eigenaar zijn van zijn woning, toch vinden velen dat de overheid zou moeten instaan voor het onderhoud van hun woningen. Maar er is meer. Eigenlijk draait alles rond dollars (it s only a matter of dollars). Bouwmaterialen en in mindere mate cement moet de bevolking in dollars betalen. Er is een schaarste aan materialen en dat drukt op de prijs. Bouwmaterialen worden ingevoerd. Zowel de particulier als de overheid beschikken over onvoldoende deviezen om bouwmaterialen te kopen. De staat heeft prioriteiten. De materialen gaan in eerste instantie naar de rampgebieden (dit zijn gebieden die bv. getroffen zijn door een wervelstorm) en naar de overheid (bv. herstel telefooncentrales, klinieken, herstel Oud Havana, Trinidad...). Zo zijn er bouwbrigades gestuurd naar Matanzas om alle huizen terug op te knappen die geleden hadden onder de storm. Daarna komen de minstbedeelden aan bod waar de nood werkelijk zeer groot is. Wat er dan nog overblijft gaat naar de gewone particuliere sector. In de bouw bestaat er veel zwarte markt. Hoe zit het met de relaties met het buitenland? De VS willen Cuba volledig nekken en in het isolement duwen. Zo bv. mag elke Amerikaan nog slechts om de 3 jaar een aanvraag indienen om naar Cuba te reizen. Voor vele Cubanen in Miami komt die maatregel hard aan. Zij moeten dus toestemming vragen aan de Amerikaanse overheid om naar hun familie te mogen gaan en voortaan kan dit nog slechts éénmaal om de 3 jaar. De boetes zijn ook niet mals. Eenieder die deze wet overtreedt krijgt een boete die schommelt tussen 7.000 en 10.000 dollar. De relaties met Europa zijn iets beter, alhoewel, Op dit ogenblik zijn er slechts 3 Europese ambassades die diplomatieke relaties hebben met Cuba en dat zijn België, Oostenrijk en Hongarije. Dit heeft te maken met het feit dat de andere Europese ambassades op de receptie ter gelegenheid van hun nationale feestdag, Cubaanse dissidenten uitnodigen. Het regime van Aznar in Spanje weigert elk contact en zet ook veel Spaanssprekende landen in Latijns Amerika onder druk om geen relaties aan te gaan met Cuba. Anders riskeren ze economische represailles. Ook Nederland en Duitsland doen zeer stroef. Canada is de belangrijkste handelspartner van Cuba. Er zijn tal van samenwerkingsverdragen afgesloten tussen Canada en Cuba o.a. in de sector van de olie, nikkel Het gros van de toeristen in Cuba komt uit Canada. Nochtans doet Cuba het in vergelijking met vele andere landen behoorlijk goed. In Haïti, de Dominicaanse Republiek is er nog vrij veel honger, uitsluiting, armoede Cuba is er in geslaagd en dat is toch het minste wat we kunnen zeggen om de armoede menselijk te maken. Ze zorgt ervoor om de ongelijkheid binnen redelijke grenzen te houden. Zo heeft ze recentelijk de prijzen van bepaalde luxeproducten in de dollarwinkels met liefst 50% verhoogd. Dit is bij heel wat dollarbezitters in het verkeerde keelgat geschoten maar de staat heeft sociale prioriteiten. En eigenlijk kunnen we ze daarin gemakkelijk volgen.
OXFAM in Cuba: ontmoeting met Marc Ingelbrecht De Cubaanse landbouw 29/07/2004 Gesprek met Marc Ingelbrecht vertegenwoordiger Oxfam Solidariteit in Cuba De landbouwsector is ingrijpend gewijzigd na 1989. Voor 1989 was Cuba een zeer open economie, maar die openheid beperkte zich tot de Comeconwereld. Benevens suiker, koffie, tabak, nikkel, medicamenten exporteerde Cuba vooral citrusvruchten zoals ananas, sinaasappelen, pompelmoes naar deze landen. Zij kregen olie, landbouwmachines, werktuigen, sproeistoffen, meststoffen, onkruidverdelgers, voedsel en landbouwproducten in de plaats. Bijna 80% van de Cubaanse voedselconsumptie werd geïmporteerd uit de socialistische wereld. De Comecon hanteerde een voor Cuba relatief interessante ruilvoet en zeker als we dit vergelijken met wat de internationale markt nu betaalt. Plots valt die markt weg. Het IMF en de WB verbieden de ex-comeconlanden om nog handel te drijven met Havana. Cuba reageert daarop met een programma van wat zij voedselsoevereiniteit noemen. Voedselsoevereiniteit maakt alleen maar een kans als we de productiviteit in de landbouwsector kunnen optrekken en als we dit kunnen combineren met een programma van importsubstitutie, redeneert Fidel. Het is tegen deze achtergrond dat we de gehele coöperativeringsgolf, de boerenmarkten, de nieuwe (hybride) prijzenpolitiek en de campagne om de mensen terug naar het platteland te krijgen moeten situeren. De wijze waarop de coöperatieven georganiseerd zijn hebben we kunnen zien op woensdag 21 juli bij ons bezoek aan de coöperatieve José Martí. Daar zijn ook de boerenmarkten ter sprake gekomen. Wat de prijzenpolitiek betreft zien we dat Cuba 3 soorten prijssystemen kent. De boeren zijn verplicht om van een aantal producten bepaalde hoeveelheden aan de staat te leveren tegen prijzen die de staat hen eenzijdig dicteert. Die verplichte quota s liggen laag maar ook de prijs die zij ervoor krijgen valt maar magertjes uit. Het gaat om basisproducten die de staat verkoopt, meestal tegen nog lagere prijzen in de staatswinkels (zie ook infra de voedselkorf). In de horecasector, waartoe de hotels behoren, kent men het systeem van de genegotieerde prijs. De boeren moeten de hotels bevoorraden, maar de prijs wordt vastgelegd in gemeenschappelijk overleg tussen vertegenwoordigers van de boerenorganisaties en de overheid als eigenaar van de hotels. Wat er overblijft, het surplus, kan de boer of de coöperatieve kwijt op de landbouwmarkt. Daar heerst het vrije marktmechanisme. Maar het kan ook dat de staat bijkomend producten koopt van de boeren. De boeren worden dan meestal in dollar betaald. Kopen op de landbouwmarkten is voor de Cubanen nog steeds een relatief dure aangelegenheid. Maar in Cuba krijgt elke Cubaan wel een rantsoen van basisproducten. Deze producten zijn spotgoedkoop. Men wil daarmee vermijden dat de armsten terug honger zouden lijden. In dit pakket steken onder andere rijst, eieren, olie, kip, melk (voor kinderen tot 7 jaar), suiker, aardappelen, brood, bonen,. Onlangs heeft men de tomaten eruit genomen.
Men stimuleert de mensen om opnieuw op het platteland te gaan wonen en om er terug boer te worden.wie nu terugkeert naar het platteland krijgt een huis, een stuk land waarvan de oppervlakte kan oplopen tot 50 ha, dieren, Het laatste decennium hebben veel goed opgeleide boeren, boerenzonen en dochters het platteland ontvlucht om in de stad te komen wonen en er werk te zoeken. Het leven op de buiten was te zwaar geworden. Door het constante olietekort in het begin van de jaren 90 gebeuren vele landbouwactiviteiten niet langer machinaal. Het is terug met de blote hand. Bovendien hebben de landbouwers meestal geen geld genoeg om nieuwe en dure (westerse) machines te kopen en dan is er nog de boycot. De vele ossenspannen die u ziet zijn een recent verschijnsel en hebben niets met romantiek te maken, integendeel. Het gebrek aan machines zorgt ervoor dat de productiviteit in de Cubaanse landbouw in de jaren 90 80% lager is dan in België. Deze campagne kan geslaagd genoemd worden. Er zijn door die maatregel op korte tijd 12.000 gezinnen teruggekeerd naar de boerenbuiten. Ik ken zelf een chirurg die nu terug landbouwer is geworden. Wat koopt de wereldwinkel in Cuba? Wij kopen vooral sinaasappelen(sap), pompelmoes(sap), koffie Normaal kopen wij onze landbouwproducten rechtstreeks bij de boer. Dit is niet het geval in Cuba. Wij kopen onze producten hier van de staat. De staat heeft voor deze producten meestal de Cubaanse marktprijs betaald aan de boeren. De meerprijs die Oxfam betaalt, gaat hier niet rechtstreeks naar de individuele boer of de coöperatieve. Onze meerprijs geven wij af onder de vorm van investeringen die zij vragen. Daarjuist hebben we erop gewezen dat landbouwmachines moeilijk verkrijgbaar zijn. Ook bouwmaterialen zijn schaars. Vroeger werd een probleem op een meer centrale manier opgelost. Nu neemt de basis meer beslissingen. Oxfam heeft geleerd om samen te werken met de autoriteiten. De regering bepaalt de prioriteiten, maar er is wel een zeer belangrijke doorstroming van beneden naar boven. Fair trade Onlangs verschenen in bepaalde kranten artikelen waarin felle kritiek wordt geuit op het zogezegde Fair trade circuit. Marc is het gedeeltelijk eens met de inhoud van deze artikelen. Ook al krijgt de producent via Fair trade meer dan de internationale marktprijs, dan nog krijgt hij veel te weinig. De prijzen van de meeste landbouwproducten zijn het laatste decennium werkelijk ineengestort. Voor sommige producten betalen de multinationale opkopers, meestal Amerikaanse ondernemingen, nu nog slechts 10% van wat zij betaalden in het begin van de jaren 90. Bovendien is Fair trade niet langer het monopolie van het alternatieve circuit. Fair trade gaat via de grote supermarktketens de commerciële toer op. Er is hier dikwijls een probleem van vraag en aanbod. Op de laatste conferentie in Londen vroegen enkele grote ketens meer Fair trade thee. Bijgevolg zijn zij thee gaan kopen in Azië o.m. op plantages van zeg maar grootgrondbezitters die ook graag het label Fair trade zouden willen krijgen. Oxfam is veel strenger. Onze eisen liggen heel wat hoger. Oxfam houdt in haar aankooppolitiek ook rekening met de arbeidsomstandigheden, geeft voorrang aan de kleine producent Orkanen Ieder jaar wordt het Caribische gebied getroffen door zware orkanen. Deze wervelstormen richten enorme ravages aan zowel aan particuliere woningen als aan openbare gebouwen en overheidsinvesteringen zoals telefoonverbindingen, elektriciteitspalen, het spoor, bruggen
Dat er na een orkaan 70.000 huizen verwoest zijn is geen uitzondering. Cuba is bijzonder goed voorbereid op dergelijke rampen. Cuba kan orkanen van de 4 graad aan. Om een voorbeeld te geven: in Honduras vielen er vorig jaar 300 doden toen de storm over het eiland raasde, in Cuba waren er dat nauwelijks 4. Cuba heeft een goed boekje gepubliceerd over dit onderwerp. De overheid licht de bevolking tijdig in als er een wervelstorm op komst is. De CDR s, de Volksraden en het Ministerie van Defensie worden ingeschakeld om de bevolking zo snel mogelijk te evacueren en om ze onder te brengen in scholen, ziekenhuizen, privé-huizen Er bestaat ook een systeem dat moet verhinderen dat de huizen van de afwezigen worden geplunderd. Cuba heeft daar recentelijk nog felicitaties voor gekregen van de UNO. Waarom zijn vele huizen in slechte staat? 80% van de eilandbewoners mag dan nog eigenaar zijn van zijn woning, toch vinden velen dat de overheid zou moeten instaan voor het onderhoud van hun woningen. Maar er is meer. Eigenlijk draait alles rond dollars (it s only a matter of dollars). Bouwmaterialen en in mindere mate cement moet de bevolking in dollars betalen. Er is een schaarste aan materialen en dat drukt op de prijs. Bouwmaterialen worden ingevoerd. Zowel de particulier als de overheid beschikken over onvoldoende deviezen om bouwmaterialen te kopen. De staat heeft prioriteiten. De materialen gaan in eerste instantie naar de rampgebieden (dit zijn gebieden die bv. getroffen zijn door een wervelstorm) en naar de overheid (bv. herstel telefooncentrales, klinieken, herstel Oud Havana, Trinidad...). Zo zijn er bouwbrigades gestuurd naar Matanzas om alle huizen terug op te knappen die geleden hadden onder de storm. Daarna komen de minstbedeelden aan bod waar de nood werkelijk zeer groot is. Wat er dan nog overblijft gaat naar de gewone particuliere sector. In de bouw bestaat er veel zwarte markt. Hoe zit het met de relaties met het buitenland? De VS willen Cuba volledig nekken en in het isolement duwen. Zo bv. mag elke Amerikaan nog slechts om de 3 jaar een aanvraag indienen om naar Cuba te reizen. Voor vele Cubanen in Miami komt die maatregel hard aan. Zij moeten dus toestemming vragen aan de Amerikaanse overheid om naar hun familie te mogen gaan en voortaan kan dit nog slechts éénmaal om de 3 jaar. De boetes zijn ook niet mals. Eenieder die deze wet overtreedt krijgt een boete die schommelt tussen 7.000 en 10.000 dollar. De relaties met Europa zijn iets beter, alhoewel, Op dit ogenblik zijn er slechts 3 Europese ambassades die diplomatieke relaties hebben met Cuba en dat zijn België, Oostenrijk en Hongarije. Dit heeft te maken met het feit dat de andere Europese ambassades op de receptie ter gelegenheid van hun nationale feestdag, Cubaanse dissidenten uitnodigen. Het regime van Aznar in Spanje weigert elk contact en zet ook veel Spaanssprekende landen in Latijns Amerika onder druk om geen relaties aan te gaan met Cuba. Anders riskeren ze economische represailles. Ook Nederland en Duitsland doen zeer stroef. Canada is de belangrijkste handelspartner van Cuba. Er zijn tal van samenwerkingsverdragen afgesloten tussen Canada en Cuba o.a. in de sector van de olie, nikkel Het gros van de toeristen in Cuba komt uit Canada. Nochtans doet Cuba het in vergelijking met vele andere landen behoorlijk goed. In Haïti, de Dominicaanse Republiek is er nog vrij veel honger, uitsluiting, armoede Cuba is er in geslaagd en dat is toch het minste wat we kunnen zeggen om de armoede menselijk te maken. Ze zorgt ervoor om de ongelijkheid binnen redelijke grenzen te houden. Zo heeft ze recentelijk de prijzen van bepaalde luxeproducten in de dollarwinkels met liefst 50% verhoogd. Dit is bij heel wat dollarbezitters in het verkeerde keelgat geschoten maar de staat heeft sociale prioriteiten. En eigenlijk kunnen we ze daarin gemakkelijk volgen.