Amputatie van been of arm Chirurgie
Inleiding Deze brochure geeft u een globaal overzicht van de procedure rond een amputatie van een been of arm. Het is goed u te realiseren, dat bij het vaststellen van een aandoening, de situatie voor iedereen weer anders ligt. Algemeen Onder een amputatie wordt verstaan het afzetten van een deel van het menselijk lichaam. Dat kan bijvoorbeeld een teen, een gedeelte van de voet of been, vinger, hand of een deel ervan zijn. Met een amputatie zal er afstand gedaan moeten worden van een deel van het lichaam en daarmee zal de compleetheid van het menselijk lichaam worden verstoord. Het zal voor iedereen duidelijk zijn dat een amputatie een zeer ingrijpende gebeurtenis is. Ingrijpend voor patiënt, familie, omgeving maar ook voor de chirurg. Daarom zal pas na zeer zorgvuldig afwegen een dergelijke operatie worden voorgesteld. Wanneer is een amputatie nodig? De redenen om een amputatie voor te stellen kunnen verschillend zijn. Toch komen ze in feite allemaal op hetzelfde neer. Er is meestal sprake van zodanige weefselschade (beschadiging en/of versterf), dat het niet amputeren ernstige gevolgen kan hebben voor het verdere leven. In onze samenleving betreft het meestal patiënten met ernstige bloedvatproblemen. Wanneer er geen of onvoldoende bloed naar een ledemaat - of een deel daarvan - stroomt, kan dat leiden tot ernstige weefselschade. Allereerst zal de chirurg alles in het werk stellen om de bloedvoorziening van de betreffende ledemaat te herstellen of te verbeteren door middel van een vaatoperatie. Helaas slaagt zo'n operatie niet altijd of is niet eens meer mogelijk. De operatie kan mislukken door technische problemen, door de ernst van de vaatziekte, door het optreden van complicaties, of door een combinatie van deze factoren. Indien er sprake is van ernstige weefselschade is de kans op een voortschrijdende infectie erg groot, zeker wanneer daarbij ook nog eens suikerziekte (diabetes) in het spel is. Een amputatie kan dan de enige kans zijn om het leven te behouden. Ook kunnen ondragelijke pijnklachten, veroorzaakt door een ernstige zenuw- of vaatschade, aanleiding zijn om een ledemaat te amputeren. Bij een ongeval kan er een zodanige weefselschade optreden, dat slechts met een amputatie het leven gered kan worden. De operatie Onder normale omstandigheden zal de chirurg met u de procedure rond de amputatie doornemen. Levensbedreigende situaties, waarbij vóór de operatie vaak geen of onvoldoende overleg heeft kunnen plaatsvinden, worden hier even buiten beschouwing gelaten. P a t i ë n t e n v o o r l i c h t i n g O r b i s M e d i s c h C e n t r u m 2
Afhankelijk van het te amputeren lichaamsdeel zal het amputatieniveau worden besproken. Bij een amputatie van deel van het been zal het amputatieniveau niet zozeer worden bepaald door het niveau van de weefselschade, maar door de plaats waar na de operatie een prothesevoorziening moet worden aangebracht. Zo kan bij een ernstige infectie van de voet het amputatieniveau niet bij de voet of enkel komen te liggen, maar een handbreed onder de knie. Daar is namelijk een goede en stabiele prothesevoorziening mogelijk. Bij een amputatie van een deel van de arm zal het amputatieniveau zo dicht mogelijk nabij het niveau van de weefselschade gekozen worden. Uiteraard moet amputatie altijd plaatsvinden in gezond weefsel, om wondgenezing een kans te geven. Meestal kan de wond meteen gesloten worden, maar bij ernstige infecties kan het verstandig zijn de wond later te sluiten. In dat geval wordt pas na een paar dagen, wanneer de infectieverschijnselen onder controle zijn, de stomp gecorrigeerd en de wond gesloten. Mogelijke complicaties Zoals bij alle menselijke handelingen is ook deze operatie niet vrij van de kans op complicaties. Als gevolg van het vaak grote wondoppervlak en het feit dat veelal weefselschade de reden is voor een amputatie, kunnen nabloedingen en met name infecties voorkomen. Het is voorts goed u te realiseren, dat de mate van weefselschade vóór de operatie nooit betrouwbaar is vast te stellen aan de buitenkant. Dit betekent dat het wel eens voor kan komen dat tijdens de operatie blijkt dat de chirurg meer zal moeten amputeren, dan in eerste instantie met u besproken werd. Ook kan het voorkomen, dat na de operatie moet worden vastgesteld, dat er bij nader inzien te zuinig is geamputeerd. De wond wil dan niet genezen, de weefselschade kan doorgaan, er kan een infectie optreden, enzovoort. In dat geval kan een nieuwe operatie nodig zijn. Een bijzonder maar soms ook hinderlijk verschijnsel na een amputatie is de fantoomsensatie of fantoompijn. Deze wordt veroorzaakt door de zenuwen die bij de amputatie zijn doorgenomen. Deze zenuwen blijven prikkels doorgeven naar de hersenen alsof het geamputeerde lichaamsdeel er nog is. Hierdoor kan een vreemd gevoel of pijn ervaren worden. Hinderlijke fantoomverschijnselen zijn tegenwoordig met medicijnen of injecties redelijk te controleren. Na de operatie De amputatiestomp wordt na de operatie vaak verbonden met een zogenaamd stompverband. Dat verband wordt stevig aangebracht om zodoende de stomp goed te kunnen modelleren voor een eventuele prothese. Het verbinden van de stomp kan in het begin vanzelfsprekend gevoelig zijn. De periode na de operatie zal gericht zijn op herstel van de wond en de ontwikkeling van de functie in het restant van het geamputeerde lichaamsdeel. Revalidatie en oefentherapie onder leiding van de revalidatie-arts en de fysiotherapeut(e) zijn nu erg belangrijk. De revalidatie-arts zal bekijken welke revalidatie- en prothesevoorziening er in uw nieuwe situatie mogelijk zijn. De P a t i ë n t e n v o o r l i c h t i n g O r b i s M e d i s c h C e n t r u m 3
mogelijkheden daarvan zullen sterk afhangen van uw lichamelijke conditie, bijkomende ziekte en/of gebreken, het amputatieniveau en de amputatiestomp. Afhankelijk van de situatie kan na ontslag uit het ziekenhuis de revalidatie worden voortgezet in een revalidatiecentrum of in een verzorgings- of verpleegtehuis. Voorkom vertraging van uw onderzoek en/of operatie In het ziekenhuis krijgen we steeds meer te maken met bacteriën die ongevoelig zijn voor antibiotica. Deze bacteriën noemen we Bijzonder Resistente Micro Organismen (BRMO). Een voorbeeld van een BRMO is de MRSA-bacterie. De bacteriën kunnen een nadelig effect hebben op uw gezondheid of de gezondheid van andere patiënten. Wij doen er in Orbis Medisch Centrum alles aan om te voorkomen dat deze bacteriën zich verspreiden binnen ons ziekenhuis. In onderstaande tabel staan enkele vragen. Als u één vraag met Ja beantwoordt, behoort u tot een groep die meer risico heeft een ongevoelige bacterie bij zich te dragen. Geeft u dit door aan uw behandelend arts zodra deze vaststelt dat een onderzoek of operatie noodzakelijk is. Dit voorkomt onnodige vertraging. Als namelijk pas vlak voor aanvang van onderzoek of operatie blijkt dat u het risico loopt besmet te zijn, is het mogelijk dat de arts besluit niet door te gaan, voordat onderzocht is of u een bacterie bij u draagt. Wij beseffen dat het maken van kweken en eventuele isolatiemaatregelen ingrijpend en onaangenaam zijn. Het is echter de enige manier om u zo goed mogelijk te kunnen behandelen en om andere patiënten te beschermen tegen mogelijke besmetting met resistente bacteriën. Leest u onderstaande vragen goed voordat u deze beantwoordt. Weet u een antwoord niet, vul dan Nee in. Vragen Bent u in de afgelopen 2 maanden opgenomen geweest in een buitenlandse of Nederlandse zorginstelling? (ziekenhuis, verpleeg of verzorgingshuis) Bent u langer dan 2 maanden geleden opgenomen geweest in een buitenlandse of Nederlandse zorginstelling (ziekenhuis, verpleeg of verzorgingshuis) en hebt u nog wondjes, infecties of andere gevolgen van deze opname? Komt u voor het eerst met een buitenlands adoptiekindje naar ons ziekenhuis voor onderzoek of opname? Is al bekend dat u drager bent van een BRMO (of MRSA)? Woont u samen met of verzorgt u een persoon met BRMO? Werkt u met levende varkens of vleeskalveren? Ja / Nee P a t i ë n t e n v o o r l i c h t i n g O r b i s M e d i s c h C e n t r u m 4
P a t i ë n t e n v o o r l i c h t i n g O r b i s M e d i s c h C e n t r u m 5
Chirurgie Meldpunt Oost 11 Afsprakennummer 088-459 7775 Op werkdagen: 9.00-12.00 en 14.00-16.00 uur Informatienummer 088-459 7774 Op werkdagen: 8.30-12.00 en 13.30-16.30 uur Internet www.orbismedischcentrum.nl 208 02-2014