schoorsteen van de Reststoffen Energie Centrale B.V.

Vergelijkbare documenten
Bureau Milieumetingen

Geuronderzoek Omrin REC. OMRR12B1, september 2012 PRA Odournet bv

Autorisatie: C.J. Fledderus Afdelingshoofd Advies. Datum : 17 juni Paraaf :

Rapportage van emissiemetingen

Autorisatie: R. Vlaander Afdelingshoofd Advies a.i. Datum : Paraaf :

Facultatieve Technologies BV Emissieonderzoek 2006 Crematorium Rhijnhof, Leiden

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

Meetmethoden en meetfrequenties per luchtwasser

Zware metalen en Hg. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de monsterneming van de totale emissie van

- rapport - Geurmetingen bij KOMECO BV te Dronten, in opdracht van Provincie Flevoland.

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B

Gasvormige componenten, Absorptie-emissiemetingen naar HCl, HF, NH 3. en SO 2. Periodieke metingen

ONTWERPPROCEDURE LUC/0/001 MEETPLAATS IN HET GASKANAAL

Gassnelheid en volume metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de meting voor gassnelheid en volume

Antwoord: Ja, onder bepaalde weersomstandigheden zal de pluim zichtbaar zijn als gevolg van waterdamp in de rook.

Autorisatie: C.J. Fledderus Afdelingshoofd Advies. Datum : Paraaf :

Blanco- en doorslagbepalingen. Deze code van goede meetpraktijk geeft een richtlijn. voor het gebruik van blanco- en doorslagbepalingen van

- rapport - FUMO. Meetresultaten emissiemetingen uitgevoerd bij REC Harlingen. 15 en 16 juli 2014

feiten& weetjes energiecentrale REC Alles wat je zou moeten weten... Hoe Hoe eigenlijk? zit het eigenlijk? De REC maakt van uw afval duurzame energie

Omrin. Geurmetingen afzuiging scheidingshal. januari 2015

Reststoffen Energie Centrale - Emissiemetingen eerste sessie 2015

Beaphar geuronderzoek 2010

Bureau Milieumetingen

Emissiemetingen Omrin, REC 2e meetsessie na opstart 2011

GEURONDERZOEK BIJ IJZERGIETERIJ DE GLOBE B.V. TE HOENSBROEK. Emissiemetingen en verspreidingsberekeningen. November 2005

Parallelmetingen KBN-2 en JC metingen HCl Omrin, REC Harlingen

ALLEEN VOOR INTERN GEBRUIK

Bureau Milieumetingen

Autorisatie: C.J. Fledderus Afdelingshoofd Advies. Datum : 20 maart Paraaf :

Vocht. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de meting van vocht binnen de VKL.

Geuronderzoek aan diverse stookinstallaties bij de RWZI Utrecht. HDSR11A1, oktober 2011 PRA Odournet bv

Updates t.o.v. Ministerieel goedgekeurde versie van april 2017

AFDELING VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES

Geurverwijderingsrendementsmeting aan de Aeroxinstallatie van de centrale schoorsteen

Albemarle Catalysts Company B.V. emissiemetingen HPC en FCC 1 e kwartaal 2014

Postbus AC Goes

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B

RAPPORTAGE BETREFFENDE EMISSIEMETINGEN AAN DE SCHOORSTEEN SESSIE OMRIN

Geuremissiemetingen bij OOC T2 te Oss. OOCT18A3, maart 2018 Olfasense B.V.

Autorisatie: C.J. Fledderus Afdelingshoofd Advies. Datum : Paraaf :

Gericht op de toekomst. Stikstofoxiden. Praktische toepassing van meten van NO x

Nr. Werkveld Soort en omvang Methode & procedures

EMISSIE ONDERZOEK BIJ KOMECO IN KETELHAVEN. Meetrapport van 12 mei en 20 juli 2011

Tussentijdse analyse verhoogde dioxine-emissie

Omrin REC Emissiemetingen 2018

Toezicht lucht in het Activiteitenbesluit. Rommy Ytsma (InfoMil) 11 februari 2016

13/03/2014. Ervaringen van de labo s met het LUC

Emissiemetingen bij. Neptunus B.V. te Aalst. d.d. 16 en 17 februari 2011

Waterschap Zuiderzeeland. Geuronderzoek rwzi Dronten augustus, september 2014

TWEEDE AANGEPASTE RAPPORTAGE BETREFFENDE EMISSIEMETINGEN AAN DE SCHOORSTEEN SESSIE OMRIN

Emissiemetingen Omrin, REC 1e meetsessie 2012

Niet technisch rapport Biostoom Oostende nv

ONTWERP BESLUIT MAATWERKVOORSCHRIFTEN

Onderzoek naar de luchtkwaliteit ter hoogte van de parkeerplaats Julianastraat te Moerdijk.

Overzicht aanpassingen aan het LUC

Biomonitoringprogramma rond de REC Harlingen

Metingen aan ABB inzetstuk hollewand inbouwdozen. Luchtdoorlatendheids metingen

Dioxine emissie oktober verspreidingsberekeningen. D. Spoelstra F. Duijm

Jaarrapportage luchtemissies

BIJLAGE V. Technische bepalingen inzake stookinstallaties. Deel 1. Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties

Compendium voor de monsterneming, meting en analyse van lucht ONTWERPMETHODE ONTWERPMETHODE ONTWERPMETHODE. Meetplaats in het gaskanaal

Niet technisch rapport Biostoom Oostende nv

Gemeente Arnhem De heer E.C. van Pruissen Postbus EL ARNHEM. Geachte heer Van Pruissen,

Thielco Staalindustrie BV - Emissieonderzoek NO 2, stof en zink. Metingen in het kader van de verandervergunning

ZAVIN resultaten emissiemetingen bij toevoeging laag calorisch vloeistof, februari 2012

Stichting Vivare De heer J. Talsma Meander MH ARNHEM. Geachte heer Talsma,

12/11/2012 Rendementsbepaling NH 3 -verwijdering van luchtwassers bij stalsystemen G. Otten, W. Swaans

Dioxines Periodieke metingen

Parallelmetingen KBN-2 NH3 Omrin, REC Harlingen 2011

MER-Evaluatie. E.ON Energy from Waste Delfzijl BV. Datum 24 juli 2012 Versie 1.0

Gemeente Arnhem De heer A. Meijers Postbus EL ARNHEM. Geachte heer Meijers,

Memo Meetonzekerheid bij continue metingen - Bepaling meetonzekerheid en correctie van gemiddelden

Royal Berry B.V. Salvia RC BEMMEL. Ontwerpbesluit vergunningaanvraag. Geachte heer van Genderen,

Jaarrapportage luchtemissies

Stikstofoxiden NO x. Periodieke metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste

NEN-EN Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij het toepassen van de NEN-EN 15259:

NOx reductie. Oscar Moers en Max Breedijk

Blootstellingsonderzoek door middel van luchtmonsters

Blootstellingsonderzoek door middel van luchtmonsters

Emissieregelgeving voor stookinstallaties

Stand van zaken REC Harlingen 16 febr. 2016

Stichting Vivare De heer J. Talsma Meander MH ARNHEM. Geachte heer Talsma,

Blootstellingsonderzoek door middel van luchtmonsters

Eerste halfjaarrapportage Luchtemissie

D BESLUIT MAATWERKVOORSCHRIFTEN

25/11/2014 Omgang met afwijkingen van meetopeningen en meetplatform W. Swaans, G. Otten, G. Lenaers

Gemeente Arnhem De heer A. Meijers Postbus EL ARNHEM. Geachte heer Meijers,

Organische koolstoffen C x. (continue FID) H y. Periodieke metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste

Ammoniakemissiemetingen aan de drie fases van het kweken van substraat ten behoeve van de oesterzwammenteelt

Vraag 1: Wat wordt in het periodiek systeem onder perioden verstaan?

Niet technisch rapport Biostoom Oostende nv

1 e Begrotingswijziging 2015

Zuurstof O 2. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de monsterneming en meting van zuurstof

HR WKK met CO 2 winning

Bepaling van de stofvormige fractie van metalen in een gaskanaal

Studiegroep Bio-energie Energy Matters

Omgevingsgvergunning

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (wijziging voorschriften) datum: 19 december 2016 Provincie Gelderland 2016W0117

Raad voor Accreditatie (RvA) Specifiek Accreditatie- Protocol (SAP) voor Luchtemissiemetingen

Transcriptie:

Zaaknummer: Geurmetingen aan de afgassen van de centrale schoorsteen van de Reststoffen Energie Centrale B.V. te Harlingen, d.d. 15 april 2015 00025849 Locatie: Lange Lijnbaan 14 te Harlingen Projectcode: EM-15-10 Aan R. Dirksma / W. Rodenhuis - FUMO Kopie aan Archief Milieumetingen Datum 06 mei 2015 Auteur Ing. R.D. Schaddenhorst Goedgekeurd door: F.W.T. te Pas Coördinator bureau Milieumetingen Datum : 30 april 2015 Paraaf : Autorisatie: C.J. Fledderus Afdelingshoofd Advies en Ondersteuning Datum : 06 mei 2015 Paraaf : Omgevingsdienst Regio Arnhem Eusebiusbuitensingel 53 6828 HZ Arnhem Postbus 9200 6800 HA Arnhem T 026 3771600 E postbus@odra.nl www.odregioarnhem.nl KvK 57137528 IBAN NL92BNGH0285158813 BTW NL 8524.52.998.B.01 Omgevingsdienst Regio Arnhem is een samenwerkingsverband van de gemeenten Arnhem, Doesburg, Duiven, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar en provincie Gelderland.

06 mei 2015 Pagina 2 van 12

Pagina 3 van 12 INHOUD Samenvatting 5 1. Inleiding 7 1.1 Algemeen 7 1.2 Doel van het onderzoek 7 2. Opzet en uitvoering van het onderzoek 7 2.1 Toetsingskader 7 2.2 Meetprogramma 8 2.3 Beoordeling bemonstering en meetstrategie 8 2.3.1 Beoordeling bemonsteringspunten 8 2.3.2 Meetstrategie 8 2.3.3 Beoordeling veldblanco s en/of doorslagen 9 2.3.4 Afwijkingen van de meetnorm 9 3. Omrin Reststoffen Energie Centrale B.V. te Harlingen 9 3.1 Procesbeschrijving 9 3.2 Procesomstandigheden tijdens het onderzoek 10 4. Meetresultaten 10 5. Toetsing aan de emissie-eisen 11 5.1 Algemeen 11 5.2 Toetsing van de meetwaarden aan de emissie-eisen 11 6. Conclusie 12 BIJLAGEN: Bijlage 1: Beoordeling meetpunten Bijlage 2: Overzicht meetgegevens Bijlage 3: Meetmethoden Bijlage 4: Analyseresultaten

06 mei 2015 Pagina 4 van 12

Pagina 5 van 12 Samenvatting Bureau Milieumetingen van de Omgevingsdienst regio Arnhem (ODRA) heeft in opdracht van de Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving (FUMO) op 15 april 2015 geurmetingen uitgevoerd bij de Reststoffen Energie Centrale B.V. te Harlingen. De geurmetingen zijn uitgevoerd aan de afgassen van de centrale schoorsteen van de afvalverbrandingsinstallatie. De metingen zijn uitgevoerd ter controle op naleving van de emissie-eis uit voorschrift 5.1.1 van de vigerende vergunning. De metingen zijn uitgevoerd tijdens representatieve bedrijfsomstandigheden. Uit de resultaten van de geurmetingen van 15 april 2015 aan de afgassen van de centrale schoorsteen bij REC te Harlingen blijkt, na correctie voor de meetonzekerheid, dat de emissieeis voor geur op deze emissiebron niet wordt overschreden. Hiermee wordt het vigerende vergunningvoorschrift 5.1.1 voor de emissie van geur via de schoorsteen nageleefd.

06 mei 2015 Pagina 6 van 12

Pagina 7 van 12 1. Inleiding 1.1 Algemeen Op 15 april 2015 is in opdracht van de Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving (FUMO) door Bureau Milieumetingen van Omgevingsdienst regio Arnhem (ODRA) bij de Reststoffen Energie Centrale B.V. te Harlingen (hierna REC) een geuronderzoek verricht. De geurmetingen zijn uitgevoerd aan de afgassen van de centrale schoorsteen van de afvalverbrandingsinstallatie. De metingen zijn uitgevoerd ter controle op naleving van de emissie-eis uit voorschrift 5.1.1 van de vigerende vergunning. Bureau Milieumetingen van Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) voert onafhankelijk milieuonderzoek uit in dienst van de overheid. Ze voert een kwaliteitssysteem conform de NEN-EN-ISO/IEC 17020. Het bureau is voor de inspectie van emissies naar de lucht (concentratie en vracht) van geur als inspectie-instelling geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie (RvA) onder nummer I-168. 1.2 Doel van het onderzoek Doel van het onderzoek is de controle op de naleving van de geuremissie-eis van de centrale schoorsteen van de REC aan voorschrift 5.1.1 van de vigerende vergunning met kenmerk 00907403. 2. Opzet en uitvoering van het onderzoek 2.1 Toetsingskader De metingen zijn uitgevoerd aan de afgassen van de centrale schoorsteen van de afvalverbrandingsinstallatie bij REC. De relevante geurvoorschriften volgens de vigerende vergunning luiden als volgt:

Pagina 8 van 12 2.2 Meetprogramma In tabel 2.2.1 is het meetprogramma van de emissiemetingen aan de centrale schoorsteen bij de REC weergegeven. Tabel 2.2.1: Meetprogramma van de emissiemetingen d.d. 15-04-2015. component geur meetvlak- beoordeling debiet bemonsterings- methode monsterneming via verwarmde leiding op de traverse punten via verdunningsprincipe meting van v en T op traversepunten snelheids-, temperatuur- en vochtmeting * meetmethode ** conform norm meetfrequentie & meetduur Q olfactometrie Q NEN-EN 13725 3 x 30 min. Q meetstrategie NEN-EN 15259 1-voud Q S-pitot en K-koppel psychrometrie ISO 10780 * : De monsterneming valt onder de accreditatie van Bureau Milieumetingen (RvA I168); 3-voud ** : De uitgevoerde analyses (uitbesteding) vallen onder de accreditatie van het uitvoerend laboratorium. De geuranalyses zijn uitbesteed aan het geurlaboratorium van Witteveen & Bos te Deventer. Zij is voor de analyse van geur conform de NEN-EN 13725 geaccrediteerd door de RvA. Het certificaat van deze analyses is opgenomen in bijlage 4. Vooraf, tijdens en na de emissiemetingen zijn conform het normvoorschrift ISO 10780 het debiet, de temperatuur en het vochtgehalte van het afgas bepaald. 2.3 Beoordeling bemonstering en meetstrategie 2.3.1 Beoordeling bemonsteringspunten Het bemonsteringspunt van de centrale schoorsteen bevindt zich in het horizontale gedeelte van het afgaskanaal. In bijlage 1 wordt de beoordeling van het meetvlak weergegeven. Het meetvlak voldoet aan de eisen zoals die in het normvoorschrift ISO 10780 zijn gesteld. 2.3.2 Meetstrategie Gasvormige componenten: Conform de NEN-EN 15259 dient voor de bepaling van de meetstrategie voor de bemonstering van gasvormige componenten een meetvlakbeoordeling met betrekking tot de homogeniteit van het afgas bekend te zijn. Deze meetvlakbeoordeling is uitgevoerd door Tauw B.V. te Deventer en weergegeven in rapport R006-4763224RHD-pws-V02-NL. Op basis

Pagina 9 van 12 van deze beoordeling kan worden geconcludeerd, dat de concentraties van gasvormige componenten in het meetvlak homogeen zijn verdeeld. Om die reden kan de bemonstering van geur op een willekeurig punt in het meetvlak worden uitgevoerd. Om de nauwkeurigheid/kwaliteit van de geurmetingen te verhogen zijn de metingen over één as op zes van de acht punten getraverseerd. Het eerste punt (0,09 m) is niet bemonsterd in verband met de onderdruk en wandinvloeden en het achtste punt eveneens niet in verband met de maximale lengte van de meetsonde. 2.3.3 Beoordeling veldblanco s en/of doorslagen Het resultaat van de veldblanco aan geur bij de REC is licht verhoogd, maar voldoet aan het criterium uit de NTA 9065 [2012 Geurmetingen - Meten en rekenen geur (vervangt het Document Meten en rekenen geur uit 1994)]. 2.3.4 Afwijkingen van de meetnorm De bemonstering van geur is uitgevoerd conform normeisen. Er is niet afgeweken van de meetnorm. 3. Omrin Reststoffen Energie Centrale B.V. te Harlingen Omrin haalt uit het huishoudelijk restafval de herbruikbare producten en materialen, die als grondstof worden gebruikt voor nieuwe producten. Het afval dat overblijft is nietherbruikbaar, maar wel brandbaar. De Reststoffen Energie Centrale te Harlingen verbrandt dit afval en wekt hierbij energie op, waaronder warmte die geleverd wordt aan een naastliggend bedrijf. 3.1 Procesbeschrijving Brandbaar afval bestaat uit verschillende stromen. De belangrijkste stromen zijn huishoudelijk restafval, bedrijfsafval, digestaat (een restproduct van vergisting) en grof huishoudelijk afval. Met de verbranding van niet-herbruikbaar afval wordt in de REC bijna 95 megawatt energie gemaakt. De verbrandingsoven in de REC kan dagelijks circa 684.000 kilo afval verwerken, waarbij de temperatuur oploopt naar 1.100 graden Celsius. In de ketel wordt vervolgens water verhit en de stoom die vrijkomt wordt in de warmtekrachtcentrale omgezet in energie. De rookgassen, die bij de verbranding vrijkomen worden in vier stappen in de rookgasreiniging behandeld. De eerste stap is het gebruik van een elektrostatisch filter waarmee circa 90% van het stof (vliegas) uit de rookgassen gehaald wordt. De tweede stap in de reiniging is het toevoegen van natriumbicarbonaat en actief kool. Natriumbicarbonaat zorgt voor opname van zure verbindingen zoals zoutzuur, zwaveldioxide en waterstoffluoride. Het actief kool zorgt voor opname van zware metalen en organische verbindingen zoals dioxinen en furanen. De derde stap in de reiniging is een doekenfilter waarin het stof en de additieven uit de rookgassen worden gefilterd.

Pagina 10 van 12 De vierde stap in de reiniging is een zogenaamde katalysator die ervoor zorgt dat stikstofoxiden door middel van een ammoniakoplossing uit de rookgassen wordt verwijderd. De gereinigde rookgassen van de REC worden via een schoorsteen op een hoogte van 44 meter geëmitteerd. 3.2 Procesomstandigheden tijdens het onderzoek De hieronder weergegeven data geven aan onder welke bedrijfs- en procesomstandigheden de geurmetingen aan de afgassen van de verbrandingsinstallatie bij de REC te Harlingen zijn uitgevoerd. Tabel 3.2.1: procesinstelling REC te Harlingen op 15-04-2015. Time Afval t/h Ammonia l/h Actief Kool kg/h Bicar kg/h Stoom t/h Temp. Flow m³/h Druk hpa 10:00-10:30 28 90 15,0 620 119 148,4 227457 1013,9 10:30-11:00 31 93 15,0 671 119 148,5 227052 1013,7 11:00-11:30 31 99 15,0 685 120 148,7 231824 1013,8 11:30-12:00 34 108 15,0 713 120 148,3 231209 1013,7 12:00-12:30 36 131 15,0 702 121 148,4 233393 1013,8 12:30-13:00 28 122 15,0 710 120 147,9 229286 1014,0 13:00-13:30 27 115 15,0 765 121 147,6 228126 1013,8 13:30-14:00 29 108 15,0 682 116 146,6 217814 1013,9 14:00-14:30 29 94 15,0 632 119 147,5 225673 1013,9 14:30-15:00 29 102 15,0 540 119 147,9 225432 1013,9 15:00-15:30 32 93 15,0 651 119 148,3 226679 1013,9 15:30-16:00 30 89 15,0 644 120 148,8 229625 1013,8 Tabel 3.2.2: Emissiemonitoring REC te Harlingen op 15-04-2015. Time HCL mg/nm3 SO2 mg/nm3 NOx mg/nm3 CO mg/nm3 NH3 mg/nm3 CxHy mg/nm3 HF mg/nm3 O2 Vol% CO2 (vol%) H2O vol% 10:00-10:30 6,8 3,0 58,2 2,7 0,04 0,04 0,17 9,6 7,8 15,2 10:30-11:00 7,1 3,1 58,6 2,8 0,02 0,04 0,19 9,6 7,8 14,9 11:00-11:30 6,9 2,6 62,5 3,1 0,04 0,03 0,20 9,3 7,8 15,6 11:30-12:00 7,2 2,9 60,8 3,1 0,03 0,03 0,18 9,3 7,8 15,1 12:00-12:30 6,9 3,4 64,3 1,7 0,03 0,03 0,17 9,1 7,8 15,6 12:30-13:00 7,0 3,7 54,2 2,0 0,03 0,04 0,17 9,3 7,8 14,5 13:00-13:30 7,2 3,3 56,3 1,5 0,04 0,04 0,17 9,2 7,9 14,6 13:30-14:00 7,3 3,2 53,0 1,8 0,04 0,05 0,15 9,8 7,9 12,9 14:00-14:30 7,0 2,7 56,5 2,8 0,04 0,04 0,16 9,5 7,8 14,2 14:30-15:00 6,8 2,1 60,0 1,9 0,05 0,04 0,20 9,6 7,8 14,4 15:00-15:30 7,4 2,7 53,5 2,4 0,04 0,04 0,23 9,6 7,7 14,3 15:30-16:00 7,0 3,1 59,7 3,3 0,03 0,04 0,23 9,5 7,7 14,8 4. Meetresultaten In de tabel 4.1 wordt een overzicht gegeven van de resultaten van de geurmetingen aan de centrale schoorsteen van de REC te Harlingen op 15 april 2015.

Pagina 11 van 12 Tabel 4.1: Resultaten geurmetingen centrale schoorsteen REC te Harlingen op 15-04-2015. concentratie vracht component meting tijd [OU E/m 3 ] [10 6 OU E/uur] 1 12:58-13:28 3.100 760 2 13:45-14:15 1.800 430 geur 3 15:13-15:43 2.900 690 gemiddelde 2.500 610 5. Toetsing aan de emissie-eisen 5.1 Algemeen In overeenstemming met het document 'Meten en Rekenen geur' en de NTA 9065 dient het meetkundige gemiddelde van de gemeten concentraties verminderd met de meetonzekerheid van de meetmethode te worden getoetst aan de emissie-eis. Als maat voor de meetonzekerheid van de meetmethode wordt het tweezijdig 90% betrouwbaarheidsinterval van de meetmethode gehanteerd. Voor geur is dit bepaald op een factor 2. Een in de vergunning vastgelegde emissie-eis wordt nageleefd, indien het resultaat van het geometrisch (meetkundig) gemiddelde van drie deelmetingen gedeeld door de factor 2 de emissie-eis niet te boven gaat. In tabel 5.1.1 is een overzicht gegeven van de totale meetonzekerheden bij een betrouwbaarheid van 90%. Tabel 5.1.1: Meetonzekerheden. meetmethode meetonzekerheid (90% BI) geur factor 2 5.2 Toetsing van de meetwaarden aan de emissie-eisen In tabel 5.2.1 wordt de toetsingswaarde van de drie deelmetingen vergeleken met de emissie-eis voor geur van de schoorsteen, zoals opgenomen in het vergunningsvoorschrift 5.1.1 van de vigerende vergunning met kenmerk 00907403. Tabel 5.2.1: Toetsing geurresultaten bij REC te Harlingen op 15-04-2015. component eenheid toetsingswaarde emissie-eis toetsingsresultaat geur [10 6 OU E/uur] 305 495 voldoet

Pagina 12 van 12 6. Conclusie Bureau Milieumetingen van de Omgevingsdienst regio Arnhem (ODRA) heeft in opdracht van de Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving (FUMO) op 15 april 2015 geurmetingen uitgevoerd bij de Reststoffen Energie Centrale B.V. te Harlingen. De geurmetingen zijn uitgevoerd aan de afgassen van de centrale schoorsteen van de afvalverbrandingsinstallatie. De metingen zijn uitgevoerd ter controle op naleving van de emissie-eis uit voorschrift 5.1.1 van de vigerende vergunning. De metingen zijn uitgevoerd tijdens representatieve bedrijfsomstandigheden. Uit de resultaten van de geurmetingen van 15 april 2015 aan de afgassen van de centrale schoorsteen bij REC te Harlingen blijkt, na correctie voor de meetonzekerheid, dat de emissieeis voor geur op deze emissiebron niet wordt overschreden. Hiermee wordt het vigerende vergunningvoorschrift 5.1.1 voor de emissie van geur via de schoorsteen nageleefd.

Rapportnr. EM-15-10 Bijlage 1: Beoordeling meetpunten Tabel 1a: Beoordeling meetvlak centrale schoorsteen bij de REC conform de ISO 10780 voor de debietmetingen. voldoet / voldoet beoordeling meetvlak eis uit de norm niet gassnelheid 5 m/s < v < 50 m/s voldoet richting gasstroom < 15 t.o.v. de lengteas van kanaal voldoet fluctuaties drukverschil per meetpunt < 2,5 mm H 2O / 24 Pa voldoet verhouding snelheid per meetas 5% van het gemiddelde voldoet onverstoorde lengte up-stream > 5 dh voldoet onverstoorde lengte down-stream > 2 dh voldoet onverstoorde lengte down-stream > 5 dh (end of pipe) voldoet richting geen negatieve luchtsnelheden voldoet verhouding temperatuur 5% van het gemiddelde voldoet dynamische druk p > 0,5 mm H 2O / 5 Pa voldoet oppervlakte meetvlak > 0,07 m 2 voldoet

Rapportnr. EM-15-10 Tabel 1b: Beoordeling meetvlak centrale schoorsteen bij de REC conform EN 15259. beoordeling eis uit de norm situering afgaskanaal voldoet / voldoet niet onverstoorde lengte up-stream aanbeveling > 5 dh* voldoet onverstoorde lengte down-stream aanbeveling > 2 dh* voldoet onverstoorde lengte down-stream aanbeveling > 5 dh* (end of pipe) voldoet positionering afgaskanaal aanbeveling verticaal voldoet afgaskarakteristieken richting gasstroom < 15 t.o.v. de lengteas van kanaal voldoet richting geen negatieve luchtsnelheden voldoet dynamische druk p > 0,5 mm H 2O / 5 Pa voldoet verhouding gassnelheden v max/ v min 3 voldoet homogeniteit afgas [EN 15259] c travers < 10% c gem of GRID-meting punt configuratie van de installatie voor voldoende menging van de afgasstroom t.b.v. homogene concentratie in het meetvlak geschiktheid meetbordes / platform en meetopeningen aantal meetassen 2 voldoet hoek van de meetassen 90 voldoet aantal meetopeningen benodigd**: 3 aanwezig: 5 voldoet grootte van de meetopeningen aanbeveling 3 inch voldoet diepte van het meetbordes t.o.v. schoorsteen dh + 1,5 meter*** voldoet niet hoogte meetopeningen t.o.v. meetbordes 1,2 ~1,5 meter voldoet niet obstructies lanzen (bijv. door railing) geen obstructies voldoet niet grootte van het meetbordes voldoende ruimte voldoet niet bereikbaarheid eenvoudig en veilig voldoet transportmogelijkheden indien bordes op hoogte aanbeveling lift, takel niet aanwezig vrije ruimte om te hijsen aanwezig voldoet werkomstandigheden op het bordes: hitte afwezig voldoet stof afwezig voldoet overdruk afgas afwezig voldoet weersinvloeden aanbeveling: overkapping / verwarming voldoet niet verlichting aanwezig voldoet niet * dh = hydraulische diameter = 4 maal oppervlakte meetvlak / omtrek kanaal ** voor het gelijktijdig kunnen uitvoeren van diverse metingen *** behalve bij 2 tegenover elkaar liggende meetopeningen

Rapportnr. EM-15-10 Foto 1c: Meetvlak centrale schoorsteen REC te Harlingen

Rapportnr. EM-15-10 Bijlage 2: Overzicht meetgegevens Geurmeting Certificaat Witteveen&Bos Omrin Reststoffenenergiecentrale Harlingen Centrale Schoorsteen 15A056 Apparatuur: PGMM Thermokoppel 447/448/269 Temperatuuropnemer 104 Drukmeter 204 Barometer 357 Pitotbuis 269 O2-analyser 374 Zeepvliesmeter 348 materiaal Verwarmde sonde 404 Insteltemp. sonde 170 C Verwarmingsregelaar 404 Diluter stacksampler 420 Insteltemp. diluter 170 C Verwarmingsregelaar 68 Diluter instack/outstack outstack Algemeen; meting 1 2 3 monstercode R2 R3 R4 datum 15-apr-15 15-apr-15 15-apr-15 starttijd [h:mm] 12:58 13:45 15:13 duur meting [h:mm] 0:30 0:30 0:30 Meetresultaten; veldblanco analyseconcentratie [ou E /m 3 ] 261 147 237 41 verdunningsfactor 12,0 12,0 12,0 concentratie in afgas [ou E /m 3 ] 3144 1771 2855 [ge/m 3 ] 6288 3541 5710 toetsing (90% B.I.) [ou E /m 3 ] 1572 885 1427 [ge/m 3 ] 3144 1771 2855 vracht in afgas [10 6 ou E /uur] 762 429 692 [10 6 ge/uur] 1524 859 1384 toetsing (90% B.I.) [10 6 ou E /uur] 381 215 346 [10 6 ge/uur] 762 429 692 Afgasgegevens diameter kanaal [m] 2,60 oppervlak kanaal [m 2 ] 5,31 statischedruk kanaal [Pa] -115-125 -120 gemiddelde rookgassnelheid [m/s] 18,1 17,8 18,2 temperatuur [ o C] 147,0 145,2 145,8 vochtgehalte [%] 16,5 16,1 16,0 rookgasdichtheid [kg/m 3 ] 0,819 0,824 0,823 bedrijfsdebiet [m 3 /h] 345221 341016 348497 debiet (101,3 kpa, 20 o C, nat) [m 3 /h 20,nat ] 240488 238558 243454 debiet (101,3 kpa, 0 o C, droog) [m 0 3 /h] 187195 186585 190524

Rapportnr. EM-15-10 Bijlage 3: Meetmethoden Meetmethode geur (verdund) Voor het bepalen van de geurconcentratie wordt op een of meerdere punten die representatief zijn voor het afgaskanaal (conform EN 15259), gedurende een vastgestelde tijd een deelstroom van het afgas aangezogen en in een bekende verhouding verdund met geurvrije stikstof. Een deelstroom van het gasmonster wordt opgevangen in een nalophane monsterzak. De opstelling die bij de monsterneming wordt gebruikt is schematisch weergegeven in de onderstaande figuur. Waarin: 1 : verdunningssonde voorzien van een kwartswol filter 2 : drukmeter 5 : verdunningsgas 3 : temperatuurregelaar 6 : capillaire restrictie 4 : drukregelaar/reduceerventiel 7 : nalophane monsterzak Het geurmonster wordt door een door de RvA geaccrediteerd laboratorium geanalyseerd conform de NEN-EN 13725 (forced choice methode). De analyse wordt binnen 30 uur na de monsterneming uitgevoerd. De gevolgde werkwijze is vastgelegd in het interne werkvoorschrift: WVM-020. Bij handhavingsmetingen dient in overeenstemming met het document Meten en rekenen geur en de NTA 9065 het meetkundig gemiddelde van de gemeten concentratie verminderd met de meetonzekerheid van de meetmethode te worden getoetst aan de emissie-eis. Als maat voor de meetonzekerheid van de meetmethode wordt het tweezijdig 90% betrouwbaarheidsinterval van de meetwaarde gehanteerd. Voor geur is deze bepaald op een factor 2.

Rapportnr. EM-15-10 Meetmethode debiet en afgasparameters Voor de bepaling van het debiet in een afgaskanaal wordt op een aantal punten, die representatief zijn voor het doorsnede-oppervlak van het afgaskanaal, een drukverschilmeting uitgevoerd. De drukverschilmeting wordt uitgevoerd met behulp van een pitotbuis. De dichtheid van het afgas wordt berekend uit de samenstelling, absolute temperatuur en -druk en het vochtgehalte van het afgas. Uit de gemeten drukverschillen en de afgasdichtheid wordt de lokale snelheid van het afgas berekend. Uit het gemiddelde van de berekende afgassnelheden per meetpunt en het oppervlak van het afgaskanaal wordt het afgasdebiet berekend. De temperatuur van het afgas wordt vastgesteld met behulp van een thermokoppel en een uitleesunit. Het vochtgehalte wordt op een van de volgende wijze bepaald: - de natte- en droge- bol temperatuursmeting (set van thermokoppels één met en één zonder (schone witte) katoenen kous), volgens NEN-EN 14790, zie bijlage 3 van WVM- 001; - de gravimetrische methode conform NEN-EN 14790. De opstelling die bij de monsterneming wordt gebruikt is schematisch weergegeven in onderstaande figuur. Waarin: 1 temperatuurmeter 2 thermokoppel 3 thermokoppel met kous 4 pitotbuis 5 drukmeter Voor de bepaling van de afgassnelheid geldt een minimum drukverschil [ P] van 5 Pa, gemeten met een pitot- of Prandtlbuis. De meetmethode is conform de ISO 10780. De gevolgde werkwijze is vastgelegd in het interne werkvoorschrift: WVM-001.

Rapportnr. EM-15-10 Bijlage 4: Analyseresultaten

06 mei 2015 Rapportnr. EM-15-10

06 mei 2015 Rapportnr. EM-15-10