namen formules ionogene stoffen van Als je de negatieve ionen (behalve OH - ) koppelt aan H + - ionen ontstaan verbindingen die men zuren noemt.

Vergelijkbare documenten
Chemie: oefeningen zuren, hydroxiden en zouten

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2.4, 4, 5.1 t/m 5.3

ßCalciumChloride oplossing

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

7.0 Enkele belangrijke groepen van verbindingen

Hoofdstuk 3-5. Reacties. Klas

Stoffen, structuur en bindingen

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE

1. Geef bij de volgende reactievergelijkingen steeds aan:

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Zelfs zuiver water geleidt in zeer kleine mate elektrische stroom en dus wijst dit op de aanwezigheid van geladen deeltjes.

ZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het HAVO. versie mei 2013

ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,.

Hoofdstuk 17 Redoxreacties

Cursus Chemie 3-1. Hoofdstuk 3: Zuren, basen en zouten 1. INLEIDING

Je kunt de ph van een oplossing meten met een ph-meter, met universeelindicatorpapier of met behulp van zuur-base-indicatoren.

Uitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 15 Elektrochemie bladzijde 1

5 VWO. H8 zuren en basen

Zouten versie

Stoffen en materialen (versie )

Opgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M

vrijdag 15 juni :26:05 Midden-Europese zomertijd H6 Zuren en basen 4havo voorjaar 2012

PbSO 4(s) d NH 4Cl + KOH KCl + H 2O + NH 3(g) NH 4. + OH - NH 3(g) + H 2O e 2 NaOH + CuCl 2 Cu(OH) 2(s) + 2 NaCl

6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers.

Hoofdstuk 12 Zuren en basen

Hulpmiddelen: Binas T99, T40A. Hulpmiddelen: Binas T99, T40A

Hoofdstuk 8. Redoxreacties. Chemie 6 (2u)

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten

Wat zijn anorganische of minerale stoffen? In hoeveel stofklassen zijn de anorganische stoffen in te delen?

Scheikunde Samenvatting H4+H5

Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?

Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?

Oefenopgaven REDOX vwo

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 2

Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties

Uitwerkingen Uitwerkingen 4.3.4

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1

Chemie (ph) bij het inkuilen Scheikunde klas V41a en V41b door Erik Held

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

Hierbij is sprake van elektronenoverdracht; elk Na atoom draagt een elektron over aan Cl-atoom onder vorming van een ionrooster.

Oefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11. Opgave 1 [HCO ] [H O ] x x. = 4,5 10 [CO ] 1,00 x 10

Niet-metalen + metalen. Uit welk soort atomen is een ionbinding opgebouwd? Geef de chemische formule van gedemineraliseerd water.

Reacties en stroom 1

SCHEIKUNDE KLAS TITEL VAN HET BLAD

gelijk aan het aantal protonen in de kern. hebben allemaal hetzelfde aantal protonen in de kern.

vrijdag 2 maart :26:18 Midden-Europese standaardtijd H4 Zouten

Klas 4 GT. Atomen en ionen 3(4) VMBO-TG

5 Formules en reactievergelijkingen

29ste VLAAMSE CHEMIE OLYMPIADE EERSTE RONDE

5-1 Moleculen en atomen

Het spel: Rad van Fortuin

Redoxreacties; een aanvulling op hoofdstuk 13

Uitwerkingen van de opgaven uit: BASISCHEMIE voor het MLO ISBN , 3 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 14 Zouten bladzijde 1

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

Hoofdstuk 5. Zouten HAVO

13 Evenwichten. Hoofdstuk 13 Evenwichten Omkeerbare reacties Dynamisch evenwicht

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

SCHEIKUNDE KLAS TITEL VAN HET BLAD

OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO

ZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het VWO. versie mei 2013

Het is echter waarschijnlijker dat rood kwik bestaat uit Hg 2+ ionen en het biantimonaation met de formule Sb2O7 4.

Oefenopgaven ZUREN en BASEN havo

Wednesday, 28September, :13:59 PM Netherlands Time. Chemie Overal. Sk Havo deel 1

Opgaven zuurgraad (ph) berekenen. ph = -log [H + ] poh = -log [OH - ] [H + ] = 10 -ph [OH - ] = 10 -poh. ph = 14 poh poh = 14 ph ph + poh = 14

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

Uitwerkingen Uitwerkingen 3.7.4

Kaliumaluminiumsulfaat is een dubbelzout met drie ionsoorten, twee positieve monoatomische en één negatief polyatomisch.

Kaliumaluminiumsulfaat is een dubbelzout met drie ionsoorten, twee positieve monoatomische en één negatief polyatomisch.

33 ste Vlaamse Chemie Olympiade

3. Welke van onderstaande formules geeft een zout aan? A. Al 2O 3 B. P 2O 3 C. C 2H 6 D. NH 3

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts

2 H 2 O(vl) H 3 O + (aq) + OH - (aq) Deze evenwichtsreactie wordt meestal eenvoudiger als volgt geschreven:

Samenvatting: Scheikunde H4 Reacties met zoutoplossingen. Don van Baar Murmelliusgymnasium Leerjaar

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN

Wet van Behoud van Massa

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 2: ATOOMBOUW EN CHEMISCHE BINDING

Hoofdstuk 6. De ph/zuurgraad is een getal waarin de hoeveelheid zuur of base wordt uitgedrukt. Dit getal ligt meestal tussen de 0 en 14.

5 Water, het begrip ph

I. Basiskennis. ijs. Een chemisch verschijnsel is het verschijnsel waarbij wel nieuwe stoffen ontstaan.

1) Stoffen, moleculen en atomen

H4SK-H7. Willem de Zwijgerteam. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Uitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 5 Argentometrie bladzijde 1

Oplossingen oefeningenreeks 1

Hoofdstuk 3: Zuren en basen

PRACTICUM CHEMIE KLEUREN

Module 4 Zuren en Basen Antwoorden

Hoofdstuk 6: Zure en base oplossingen / ph

Samenvatting Scheikunde Hoofdstukken 8&9: zuren en basen

EVENWICHTEN VOOR ZUREN EN BASEN

Molariteit van zouten in water

OEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen

H4SK-H4. Willem de Zwijgerteam. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Een reactie blijkt bij verdubbeling van alle concentraties 8 maal zo snel te verlopen. Van welke orde zou deze reactie zijn?

Frank Povel. a. Fe + 2H + Fe 2+ + H 2 Er zullen gasbelletjes te zien zijn en de oplossing zal licht groen worden.

Scheikunde hoofdstuk 8 en 9 VWO 5 SE 2 Hoofdstuk 8

Transcriptie:

namen en formules van ionogene stoffen CH 3 COO - acetaat afkomstig van azijnzuur (ethaanzuur) C 2 O 4 samengestelde ionen HC 2 O 4 - oxalaat beide afkomstig van oxaalzuur (ethaandizuur) waterstofoxalaat 4.2 voorbeelden van zuren: Als je de negatieve ionen (behalve OH - ) koppelt aan H + - ionen ontstaan verbindingen die men zuren noemt. De negatieve ionen (behalve OH - ) worden om die reden ook wel zuurrest-ionen genoemd. HCl HBr HF HI HNO 3 HClO 3 HClO 4 H 2 CO 3 H 2 SO 4 H 2 SO 3 H 3 PO 4 Zuren zijn stoffen die een H + -ion (een proton) kunnen afstaan. Als een zuur één of meerdere H + -ionen heeft afgestaan blijven er negatieve zuurrest-ionen (an-ionen) over. sterke zuren: enkele zwakke zuren: HCl HBr HF HI HNO 3 HClO 3 HClO 4 H 2 CO 3 H 2 SO 4 H 2 SO 3 H 3 PO 4 Sterke zuren leveren zuurrest-ionen die niet meer met water kunnen reageren. HF H 2 CO 3 H 2 SO 3 H 3 PO 4 Zwakke zuren leveren zuurrest-ionen die wél met water kunnen reageren. Bij de reactie van deze zuurrestionen met water ontstaan OH - -ionen. 1

Hoe meet je of een oplossing zuur is? Als maat voor de zuurtegraad van een oplossing wordt de ph gebruikt. Wanneer is een oplossing zuur? Je noemt een oplossing zuur als ph < 7. Wanneer is een oplossing neutraal? Je noemt een oplossing neutraal als ph = 7. En als de ph > 7? Bij een ph > 7 noem je de oplossing basisch. ph 0 7 14 zuur neutraal basisch In ELKE waterige oplossing geldt: [H + ]x[oh - ] = 10-14 In een neutrale oplossing: [H + ] = [OH - ] In een zure oplossing: [H + ] > [OH - ] In een basische oplossing: [H + ] < [OH - ] opbouw van ionenverbindingen de positieve en negatieve ionen gaan zich regelmatig in een kristalrooster rangschikken Dit heet een ion-rooster. De onderlinge aantrekkingskracht is van elektrische aard. Een ionenbinding is dus sterk. Het totaal aantal positieve ladingen moet gelijk zijn aan het totaal aantal negatieve ladingen. Een ionenverbinding heeft een verhoudingsformule. De verhoudingsformule geeft de verhouding aan waarin positieve en negatieve ionen in het rooster voorkomen. namen van zouten zouten opgebouwd uit metaal-ion en niet-metaal ion: - noteer eerst de naam van het metaal - noteer daarachter de naam van het niet-metaal - noteer daarachter het achtervoegsel -ide bv BaF 2 barium-fluor-ide = bariumfluoride bv In de namen komen geen getallen voor O en S hebben hun eigen naam: NaCl natrium-chloor-ide = natriumchloride oxide en sulfide namen van zouten van zouten opgebouwd uit metaal-ion en samengesteld ion eindigt de naam op -aat of -iet (m.u.v. OH -) - noteer eerst de naam van het metaal - noteer daarachter de naam van het samengesteld ion bv BaSO 4 barium -sulfaat = bariumsulfaat bv NH 4 HCO 3 ammonium -waterstofcarbonaat = ammoniumwaterstofcarbonaat In de namen komen geen getallen of griekse telwoorden voor. Een zout opgebouwd uit Na + en Cl - Beide ionsoorten hebben evengrote (tegengestelde) lading. Het ionenrooster moet elektrisch neutraal zijn. Beide ionsoorten komen dan in verhouding evenveel voor. Verhoudingsformule: NaCl Naam: Natriumchloride 2

Een zout opgebouwd uit Na + en O De lading van Na + is 2 keer zo klein (tegengesteld) als de lading van O. Het aantal Na + ionen moet dan 2 keer zo groot zijn als het aantal O ionen. Verhoudingsformule: Na 2 O (spreek uit: en-a-twee-o) Naam: Natriumoxide Een zout opgebouwd uit en Pt 4+ en S De lading van S is 2 keer zo klein (tegengesteld) als de lading van Pt 4+. Het aantal S ionen moet 2 keer zo groot zijn als het aantal Pt 4+ ionen. Verhoudingsformule: PtS 2 (spreek uit: pee-tee-es-twee) Naam: Platinasulfide Een zout opgebouwd uit Al 3+ en O De ladingsverhouding Al 3+ : O = 3 : 2 De ionen komen dus voor in de verhouding Al 3+ : O = 2 : 3 Verhoudingsformule: Al 2 O 3 (spreek uit: aa-el-twee-o-drie) Een zout opgebouwd uit en Na + en SO 4 De lading van Na + is 2 keer zo klein (tegengesteld) als de lading van SO 4. Het aantal Na + ionen moet 2 keer zo groot zijn als het aantal SO 4 ionen. Verhoudingsformule: Na 2 SO 4 (en-a-twee-es-o-vier) Naam: Aluminiumoxide Naam: Natriumsulfaat Een zout opgebouwd uit Mg 2+ en PO 4 De ladingsverhouding Mg 2+ en PO 4 = 2 : 3 De ionen komen dus voor in de verhouding Mg 2+ : PO 4 = 3 : 2 Verhoudingsformule: Mg 3 (PO 4 ) 2 em-gee-drie-pee-o-vier-tweemaal Naam: Magnesiumfosfaat Ionen en zouten Sommige metalen kunnen meerdere ionen maken Alléén bij deze ionen wordt ook de lading van het ion met een romeins cijfer (I, II, III, etc) vermeld in de naam om aan te geven welk ion het nu precies is!! Cu + Cu 2+ Fe 2+ Fe 3+ Hg + Hg 2+ Koper(I)-ion Koper(II)-ion IJzer(II)-ion IJzer(III)-ion Kwik(I)-ion Kwik(II)-ion Sn 2+ Sn 4+ Pb 2+ Pb 4+ Tin(II)-ion Tin(IV)-ion Lood(II)-ion Lood(IV)-ion Er zijn er meer, maar die hoef je niet uit het hoofd te kennen 3

Een zout opgebouwd uit Hg + en Cl - Beide ionsoorten hebben evengrote (tegengestelde) lading. Het ionenrooster moet elektrisch neutraal zijn. Beide ionsoorten komen dan in verhouding evenveel voor. Verhoudingsformule: HgCl Naam: Kwik(I)chloride Een zout opgebouwd uit Cu + en O De lading van Cu + is 2 keer zo klein (tegengesteld) als de lading van O. Het aantal Cu + ionen moet dan 2 keer zo groot zijn als het aantal O ionen. Verhoudingsformule: Cu 2 O (spreek uit: cee-u-twee-o) Naam: Koper(I)oxide Een zout opgebouwd uit en Sn 4+ en S De lading van S is 2 keer zo klein (tegengesteld) als de lading van Sn 4+. Het aantal S ionen moet 2 keer zo groot zijn als het aantal Sn 4+ ionen. Verhoudingsformule: SnS 2 (spreek uit: es-en-es-twee) Naam: Tin(IV)sulfide Een zout opgebouwd uit en Cu + en SO 4 De lading van Cu + is 2 keer zo klein (tegengesteld) als de lading van SO 4. Het aantal Cu + ionen moet 2 keer zo groot zijn als het aantal SO 4 ionen. Verhoudingsformule: Cu 2 SO 4 (cee-u-twee-es-o-vier) Naam: Koper(I)sulfaat Een zout opgebouwd uit Pb 4+ en PO 4 De ladingsverhouding Pb 4+ en PO 4 = 4 : 3 De ionen komen dus voor in de verhouding Pb 4+ : PO 4 = 3 : 4 Verhoudingsformule: Pb 3 (PO 4 ) 4 pee-bee-drie-pee-o-vier-viermaal Naam: Lood(IV)fosfaat Ionen en zouten: verhoudingsformule Opgave: geef de verhoudingsformules van: Magnesiumchloride Natriumhydroxide Mangaan(IV)fosfaat IJzer(II)nitraat IJzer(III)sulfaat Mg 2+ en Cl - dus Na + en OH - dus. Mn 4+ en PO 4 dus. Fe 2+ en NO 3 - dus. Fe 3+ en SO 4 dus. Je ziet dat er in de formules van de zouten géén ladingen staan en in formules van de losse ionen wel!! 4

Ionen en zouten: naamgeving Opgave: geef de namen van CaCl 2 Calciumchloride CuOH Koper(.)hydroxide Mg 3 (PO 4 ) 2 Magnesiumfosfaat FeCl 2 IJzer( )chloride Fe 2 (SO 4 ) 3 IJzer(.)sulfaat Ionen en zouten: dubbelzouten dubbelzouten bezitten verschillende positieve ionen en/of verschillende negatieve ionen. NaKSO 4 Een paar voorbeelden: natrium-kalium-sulfaat +1 +1-2 +2-2 Controleer of NaKSO 4 elektrisch neutraal is Ionen en zouten: dubbelzouten dubbelzouten bezitten verschillende positieve ionen en/of verschillende negatieve ionen. Een paar voorbeelden: Ionen en zouten: dubbelzouten dubbelzouten bezitten verschillende positieve ionen en/of verschillende negatieve ionen. Laatste voorbeeld: Fe(NH 4 ) 2 (SO 4 ) 2 ijzer(ii)-ammonium-sulfaat +2 2 x +1 2 x -2 Fe 3 O 4 ijzer (II, III, III)-oxide +2 + 3 +3 4 x -2...... Bij oplossen van een dubbelzout komen alle ionen apart (gehydrateerd) voor in de oplossing. Bv: Fe(NH 4 ) 2 (SO 4 ) 2.6H 2 O(s) Fe 2+ (aq) + 2NH 4 + (aq) + 2SO 4 (aq)+ 6H 2 O Wat betekent ook al weer gehydrateerd? Berauniet: Oefening 2 Fe 6 (PO 4 ) 4 (OH) 5 b. Welke ijzerionen zitten hierin en hoeveel van elk? OH-groep vertegenwoordigt de negatieve lading: 5 x -1 = PO 4 groep is uitsluitend -3 en levert dus 4 x-3 = Fe-ionen moeten dus samen leveren. Dit kan slechts met 1 Fe(II)-ion en 5 Fe(III)-ionen. (2+5x3=17) 5

Sophorose: Oefening 3 C 12 H 22 O 11 Delafossiet: Oefening 4 CuFeO 2 b. Welke ionen zitten hierin? Nee, het is géén zout want de kristallen bevatten géén metaalionen b. Welke ijzer- en koperionen zitten hierin? O-ionen vertegenwoordigen de negatieve lading: 2 x -2 = -4 1 Cu-ion en 1 Fe-ion moeten dus samen een positieve lading +4 hebben. Dus: Mogelijkheid 1: 1 Cu(I)-ion en 1 Fe(III)-ion. Mogelijkheid 2: 1 Cu(II)-ion en 1 Fe(II)-ion Argyrodiet: Oefening 5 Ag 8 GeS 6 Oefening 6 alumopharmacosideriet KAl 4 (AsO 4 ) 3 (OH) 4 b. Bereken de lading van het Ge-ion in dit mineraal? S-ionen vertegenwoordigen een negatieve lading: 6 x -2 = De 8 Ag-ionen hebben samen een positieve lading... Dus: Het Ge-ion moet dus positief zijn met lading.. b. Bereken de lading van het arsenaat-ion (AsO 4 ). OH-ionen vertegenwoordigen negatieve lading: 4 x -1 = -4 1 K-ion levert een positieve lading +1 4 Al-ionen leveren een positieve lading +12 dus: De 3 arsenaationen moeten samen een negatieve lading -9 hebben. Per arsenaation is de lading dus -3 Formule arsenaation is dus: AsO 4 6