Studiehandleiding. Engels A1/A2

Vergelijkbare documenten
Niveaus Europees Referentie Kader

Europees Referentiekader

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK)

Studiehandleiding. Engels A2

Niveaubepaling Nederlandse taal

Studiehandleiding. Engels B1

Studiehandleiding. Russisch voor beginners

Common European Framework of Reference (CEFR)

Studiehandleiding. Spoedcursus zakelijke communicatie Engels

Studiehandleiding. Duits voor beginners

Studiehandleiding. Engels voor beginners

Studiehandleiding. Engels voor gevorderden

Kan ik het wel of kan ik het niet?

Studiehandleiding. Spaans voor beginners

Beschrijving van de taalniveaus van A1 tot C1

Studiehandleiding. Positieve psychologie

Studiehandleiding. Basis medische vakken

Studiehandleiding. Italiaans voor beginners

INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN VAN UW EUROPASS TAALPASPOORT INLEIDING

Naam leerlingen. Groep BBL1 Engels. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 3 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen.

Logboek Tandem learning

Studiehandleiding. Praktijkdiploma boekhouden (PDB) compleet

Nederlands, Engels en rekenen/wiskunde

Studiehandleiding. Papiamento voor beginners

Studiehandleiding. Pianospelen met Jan Vayne voor beginners

Studiehandleiding. Excel 2010

Studiehandleiding. Basiskennis calculatie (BKC)

Studiehandleiding. Praktische Psychologie

NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN VWO/HAVO STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid

Studiehandleiding. Basisopleiding dierenartsassistent

Studiehandleiding. Basiskennis boekhouden (BKB)

Studiehandleiding. PDB Periodeafsluiting & Bedrijfseconomie

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

Kan-beschrijvingen ERK A2

VOORBLAD BIJ BIJLAGE 2 PROFIELPRODUCT

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

Gesprekjes voeren Waar sta ik nu?

Behaal je diploma secundair onderwijs

Luisteren 1 hv 2 hv 3hv

Studiehandleiding. Nederlands foutloos schrijven en spreken

Engels, vmbo gltl, Liesbeth Pennewaard kernen subkernen Context (inhoud) taalvaardigheidsniveau CE of SE Eindterm niveau GL/TL Exameneenh eid Lezen

NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN HAVO EN VWO

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat.

Standaardrapportage (strikt vertrouwelijk)

Luisteren 1 gt/h 2 gt 3/4 vmbo

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

Ik beschik over voldoende woorden om me te redden in veel voorkomende dagelijkse situaties.

Duits A1/A2 in het beroepsonderwijs

Doorlopende leerlijn vaardigheden Duits ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per kernvaardigheid

Wat kan ik na het 1 ste jaar? SPREKEN SCHRIJVEN LUISTEREN

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

COMMUNICATIE IN VREEMDE TALEN

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Taalniveaus CEFR (A1, A2, B1, B2,C1, C2)

ERK - Europees Referentiekader. luisteren. pers. prof. educ.

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Talenpaspoort Checklist

class book I am reading a book. close your books homework My teacher gave me a lot of homework. to read We are going to read that book.

Wat kan ik na het 1 ste jaar?

samenhang Kan een reeks kortere, op zichzelf staande eenvoudige elementen verbinden tot een samenhangende lineaire opeenvolging van punten.

NGT-Vaardigheden. Zelfbeoordeling. aan de hand van checklists. Naam:... Afdeling:...

Doorlopende leerlijn vaardigheden Engels ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid

Vaardigheden. 1. Q1000 Spelling- en grammatica 2. Q1000 Nauwkeurigheid 3. Q1000 Typevaardigheid 4. Q1000 Engels taalniveau

Toelichting. Leerdoelenoverzicht niveau 3c

Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo

Moderne vreemde talen havo/vwo Leerlijnen landelijke kaders

Vlot van Start Formulieren

Toelichting. Leerdoelenoverzicht niveau 3b

Toelichting. Leerdoelenoverzicht niveau 3c

Het non-formele bibliotheekaanbod voor volwassenen

Studiehandleiding. Sportmassage met examenvoorbereiding

Samenwerkingsconvenant regionaal Educatieprogramma

Vlot van Start Formulieren

Educatief Startbekwaam (STRT) - B2

Handleiding. Mijn NTI

INTAKE INTERVIEW. We help you improve your English language skills.

taal portfolio Checklist B1

TAALCOMPLEET. Nederlands voor anderstaligen KNM. 5 e druk 2016 ISBN KNM: Copyright: KleurRijker B.V.,

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen

n in het Engels, presentaties)

Moderne vreemde talen vmbo Leerlijnen landelijke kaders

Toelichting. Leerdoelenoverzicht - niveau 3a

Studiehandleiding. Criminologie

INTERNATIONAAL ERKENDE TAALNIVEAUS

Onderzoek Leesbaarheid Polisvoorwaarden Reisverzekeringen. juni 2017

Maatschappelijk Informeel (INFO) - A2

2 x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen, daarnaast verrijking en verdiepingswerk op Studiemeter.nl.

BESCHRIJVING. For more information, visit us online at

examenprogramm moderne vreemde talen vmbo gl/tl

Schrijven tekstkenmerken productief A1 A2 B1 B2 C1 C2. Bereik van de woordenschat

Inhoud. 1. Introductie Nederlands... 3

Veelgestelde vragen cursusmentoren:

Jouw leerroute om stapsgewijs Engels te leren

Vaardigheid HAVO VWO Eindtermen Eindtermen

Voorwoord. Wij wensen u veel plezier en inzicht in het gebruik van de leerlijnen! Team Mondomijn. Bedankt!

Transcriptie:

Studiehandleiding Engels A1/A2

Lay-out en opmaak: NTI DTP Studio, Leiden 1 e druk, september 2012 001204529 2012, NTI bv, Leiden Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Voorwoord Hartelijk welkom bij de cursus Engels A1/A2! Het Engels staat in de top drie van de meest gesproken talen ter wereld. Voor veel mensen is dit een moedertaal, voor anderen is Engels een tweede taal. Engels komt vaak voor in branches zoals geneeskunde, informatica, transport en luchtvaart. In veel landen kunt u deze wereldtaal gebruiken als communicatiemiddel. Deze cursus is uitermate geschikt als u de beginselen van de Engelse taal wilt leren voor uw werk en/of studie. Wanneer u deze cursus hebt afgerond kunt u Engels lezen, schrijven, spreken en verstaan op A2- niveau. Dit is een niveau dat is vastgesteld door de Raad van Europa in het Europees Referentiekader voor de Talen. Dit kader beschrijft een zestal niveaus waarop u een moderne vreemde taal kunt beheersen. Wanneer u kunt aangeven dat u een bepaalde taal op bijvoorbeeld A2-niveau beheerst, weten werkgevers en onderwijsinstellingen wat u kunt met deze taal. Deze cursus Engels bestaat uit twee delen. Misschien hebt u voor deze cursus gekozen omdat u nooit eerder Engels hebt geleerd, of omdat dit al lang geleden is geweest. U begint in deze cursus dan ook helemaal bij het begin. Na afloop van het eerste deel beheerst u de taal op A1-niveau. Wanneer u zich vertrouwd voelt met het lesmateriaal op dit niveau, kunt u doorgaan met niveau A2. Aan het einde van de cursus kunt u ervoor kiezen om een examen af te leggen op A2-niveau. Deze studiehandleiding heeft tot doel u te ondersteunen in het leerproces. Lees deze studiehandleiding goed door voor u aan de cursus begint. Wij raden u aan de volgorde van bestuderen aan te houden zoals wordt aangegeven in het lesrooster dat u aantreft in deze studiehandleiding. Verder vindt u algemene informatie over de cursus, het Europees Referentiekader, het huiswerk en de belangrijkste exameninformatie. Ten slotte geven wij u nog de volgende tips: 1. Studeer regelmatig, met andere woorden: concentreer niet alle activiteiten op een dag, maar verdeel deze over meerdere dagen in de week. 2. Deel uw tijd precies in. Maak een tijdsplanning en houd u daaraan. 3. Ga na bij het opstellen van uw studieplanning op welke tijden van de dag u het beste studeert, en probeer die tijdstippen in uw studieplanning op te nemen. 4. Probeer bij het opstellen van uw studieplanning ook rekening te houden met het aantal uren dat u geconcentreerd achtereen kunt werken. Wij wensen u veel succes met uw studie. NTI Studiehandleiding 3

4 Engels A1/A2

Inhoud Opleidingsbeschrijving...7 Leerdoelen...7 Studiemateriaal...9 Overzicht leeractiviteiten...10 Vervolgopleiding...11 Overzicht leerdoelen van alle ERK-niveaus...12 Exameninformatie...16 Inhoud...16 Frequentie en tijd...17 Aanmelden...17 Wanneer geslaagd?...17 Exameninstantie...18 Certificaat...18 Lesrooster...19 Studiehandleiding 5

6 Engels A1/A2

Opleidingsbeschrijving De cursus Engels bestaat uit twee delen. Aan het einde van het eerste deel beheerst u de Engelse taal op A1-niveau. Dit betekent dat u het Engels voldoende beheerst zodat u zichzelf in de meest voorkomende situaties kunt redden. U kunt een eenvoudig gesprek voeren, korte en eenvoudige mededelingen doen en u weet de meest voorkomende woorden en basiszinnen om uw directe omgeving te kunnen beschrijven. Het gedeelte Engels A1 omvat onder andere de volgende thema s: kennismaken; familie; in het restaurant; klokkijken; dagelijkse routines; hobby s; onderweg; de seizoenen en maanden van het jaar; op vakantie; mijn woonplaats; in de winkel; afspraken maken. Daarna begint u aan het tweede deel. Na afloop van de gehele cursus Engels beheerst u het Engels voldoende om uzelf in vaak voorkomende situaties te redden. U kunt alledaagse gesprekken voeren, een korte brief schrijven en eenvoudige teksten lezen. U weet de meest voorkomende woorden en zinnen om uw directe omgeving te kunnen beschrijven. Het gedeelte Engels A2 omvat onder andere de volgende thema s: iemand om een gunst vragen; reizen; vrije tijd; internationale keuken; op kantoor; winkelen; mensen beschrijven; het weer; feesten en partijen. Leerdoelen In het Europees Referentiekader (ERK) is opgenomen wat u precies kunt wanneer u een moderne vreemde taal op A1- of A2-niveau beheerst. Het beheersen van een taal op ERK-niveau vereist kennis op vijf deelgebieden: lezen, luisteren, spreken (monologen en presenteren), schrijven en gesprekken voeren. Hieronder vindt u een overzicht waarin u kunt zien wat u allemaal kunt aan het einde van het cursusgedeelte Engels A1 (deze leerdoelen worden ook wel de can do statements genoemd). Studiehandleiding 7

Begrijpen Spreken Schrijven Luisteren Lezen Productie Interactie Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mijzelf, mijn familie en directe concrete omgeving betreffen, wanneer de mensen langzaam en duidelijk spreken. Ik kan vertrouwde namen, woorden en zeer eenvoudige zinnen begrijpen, bijvoorbeeld in mededelingen, op posters en in catalogi. Ik kan eenvoudige uitdrukkingen en zinnen gebruiken om mijn woonomgeving en de mensen die ik ken, te beschrijven. Ik kan deelnemen aan een eenvoudig gesprek, wanneer de gesprekspartner bereid is om zaken in een langzamer spreektempo te herhalen of opnieuw te formuleren en mij helpt bij het formuleren van wat ik probeer te zeggen. Ik kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden die een directe behoefte of zeer vertrouwde onderwerpen betreffen. Ik kan een korte, eenvoudige ansichtkaart schrijven, bijvoorbeeld voor het zenden van vakantiegroeten. Ik kan op formulieren persoonlijke details invullen, bijvoorbeeld mijn naam, nationaliteit en adres op een hotelinschrijvingsformulier. Vervolgens gaat u verder met het tweede gedeelte van de cursus. Op de volgende pagina vindt u een overzicht waarin is te zien wat u kunt aan het einde van het cursusgedeelte Engels A2. 8 Engels A1/A2

Begrijpen Spreken Schrijven Luisteren Lezen Productie Interactie Ik kan zinnen en de frequentste woorden begrijpen die betrekking hebben op gebieden die van direct persoonlijk belang zijn (bijvoorbeeld basisinformatie over mijzelf en mijn familie, winkelen, plaatselijke omgeving, werk). Ik kan de belangrijkste punten in korte, duidelijke en eenvoudige boodschappen en aankondigingen volgen. Ik kan zeer korte en eenvoudige teksten lezen. Ik kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu s en dienstregelingen en ik kan korte, eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen. Ik kan een reeks uitdrukkingen en zinnen gebruiken om in eenvoudige bewoordingen mijn familie en andere mensen, leefomstandigheden, mijn opleiding en mijn huidige of recentste baan te beschrijven. Ik kan communiceren over eenvoudige en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie over vertrouwde onderwerpen en activiteiten betreffen. Ik kan zeer korte sociale gesprekken aan, alhoewel ik gewoonlijk niet voldoende begrijp om het gesprek zelfstandig gaande te houden. Ik kan korte, eenvoudige notities en boodschappen opschrijven. Ik kan een zeer eenvoudige persoonlijke brief schrijven, bijvoorbeeld om iemand voor iets te bedanken. Studiemateriaal Uw cursus bestaat uit de volgende meegeleverde studiematerialen: First Choice A1 Textbook; First Choice A1 Phrasebook; First Choice A2 Textbook; First Choice A2 Phrasebook; vier audio-cd s; deze studiehandleiding. De antwoordenboeken van First Choice A1 Textbook en First Choice A2 Textbook vindt u op StudentenNet +. Naast het ontvangen materiaal adviseren wij u om een Engels woordenboek (Nederlands- Engels/ Engels-Nederlands) aan te schaffen. Dit is niet noodzakelijk voor de cursus, maar het zal het leren wel vergemakkelijken. Eventueel kunt u ook gebruikmaken van het internet. Op StudentenNet + kunt u een aantal websites vinden die u kunt gebruiken als onlinewoordenboek. Wees voorzichtig met het vertalen van hele zinnen door onlinevertaalmachines. Het is beter om hier geen gebruik van te maken omdat de zinnen (grammaticaal) vaak verkeerd worden vertaald. In de Algemene studiehandleiding wordt beschreven hoe studeren bij het NTI in zijn werk gaat. Studiehandleiding 9

Overzicht leeractiviteiten De leeractiviteiten bestaan uit: Literatuurstudie. Dit is het lesmateriaal dat zelfstandig wordt bestudeerd. Oefenopgaven. Deze opgaven gaan dieper in op de leerstof en dagen u uit uw kennis toe te passen. U maakt deze opgaven zelfstandig en kijkt ze zelfstandig na. Schriftelijk huiswerk. Dit is het huiswerk dat u ter controle kunt opsturen naar uw docent. Gesproken huiswerk. Dit is het huiswerk dat u kunt inspreken en ter correctie aan uw docent kunt sturen. Vocabulairetoets. Dit zijn toetsen die uw woordenkennis testen. Voor deze toetsen dient u de woorden uit het Phrasebook te bestuderen. Een taal leren op ERK-niveau Deze cursus is zodanig opgesteld dat u oefent op alle vijf deelgebieden: lezen, luisteren, spreken (monologen en presenteren), schrijven en gesprekken voeren. Daarnaast adviseren wij u een taalportfolio aan te maken. Een taalportfolio is een verzameling en documentatie van al uw ervaringen die u hebt opgedaan met het leren van talen. U kunt erin aangeven welke talen u kent en ook hoe goed u die talen kent. Dat gebeurt door per vaardigheid vast te stellen op welk niveau van het ERK u zit. Daardoor is een taalportfolio heel interessant voor bedrijven of vervolgopleidingen. U kunt een taalportfolio aanmaken op www.europeestaalportfolio.nl. Meer informatie over het taalportfolio vindt u in het tekstboek en op de genoemde website. Textbook In het tekstboek (Textbook) vindt u de theorie, de oefenopgaven, uitleg over het taalportfolio, een grammaticaoverzicht en de uitgeschreven teksten van de cd s. Het Textbook bestaat uit tien tot twaalf Units. In elke Unit staat een thema centraal. Vervolgens heeft elke Unit een aantal Focussen. Elke Focus behandelt een deelonderwerp van het centrale thema. De oefenopgaven in het Textbook betreffen vocabulaire, grammatica, lezen, luisteren, schrijven en spreken. Bij de spreekoefeningen staat veelal de instructie om deze hardop te oefenen. Mocht dit er niet bij staan, dan adviseren wij u deze oefeningen alsnog hardop te oefenen zodat u ook aan deze vereiste van het ERK zult voldoen. 2 11 U kunt de luisteroefeningen herkennen aan de volgende symbolen: Dit symbool geeft aan dat u de Unit-cd nodig hebt voor de luisteroefening. Dit symbool geeft aan dat u de Highlights-cd nodig hebt voor de luisteroefening. De Units eindigen met een verhaal dat doorloopt door het hele tekstboek. Ook vindt u aan het eind van elke Unit de Highlights. De Highlights toetsen uw kennis van de doorlopen Units. Answer booklet In het antwoordenboek (Answer booklet) vindt u de uitwerkingen van de oefenopgaven uit het tekstboek. Het Answer booklet vindt u op StudentenNet +. Een aantal oefenopgaven kunt u opsturen. In uw Algemene studiehandleiding wordt beschreven hoe u het huiswerk kunt opsturen. Een aantal andere opgaven kunt u inspreken en insturen. In de handleiding Gesproken huiswerk wordt beschreven hoe u het mondelinge huiswerk kunt inspreken en opsturen. Phrasebook Daarnaast vindt u in het woordenboekje (Phrasebook) een overzicht van gebruikte woorden en zinnen, per Unit gesorteerd. Het is verstandig om de woordjes en de zinnen uit uw hoofd te leren 10 Engels A1/A2

zodat u uw vocabulaire uitbreidt. Vocabulaire leert u niet in één dag. Het is verstandig om elke dag 10 tot 15 minuten te besteden aan het leren van het vocabulaire. Dit kunt u thuis doen, maar ook in uw pauze, tussen klusjes door of onderweg. Herhaling is zeer belangrijk bij het uitbreiden van uw vocabulaire. Herhaal daarom het eerder geleerde vocabulaire regelmatig. Overzicht Na elke Unit bevindt zich een Highlights-gedeelte. Dit zijn oefenopgaven die uw kennis van de doorgenomen Unit toetsen. Na een aantal Units vindt u een Quick Check. Ook dit zijn oefenopgaven. U kunt deze oefenopgaven het beste maken zonder hulp van de theorie zodat u toetst of u de uitgelegde grammatica op een voldoende niveau beheerst. In het First Choice A2-boek kunt u na een aantal Units de Special Focus vinden. Dit gedeelte concentreert zich op de omgangsvormen op kantoor en op het werk. Het grammaticaoverzicht is nuttig omdat dit het nazoeken van bepaalde onderwerpen in de Units vergemakkelijkt. Forum en digitale leeromgeving Op StudentenNet + vindt u het forum van de cursus Engels ERK. Op het forum kunt u in contact komen met medecursisten en kunt u discussiëren over actuele onderwerpen. Hebt u moeite met een bepaald onderdeel? Op de digitale leeromgeving vindt u aanvullende oefenopgaven en verwijzingen naar websites voor extra oefening. De antwoorden van de oefenopgaven kunt u vinden in het Answer booklet dat ook op de digitale omgeving staat. Ook vindt u hier de vocabulairetoetsen die als huiswerk in uw lesrooster worden opgegeven. Lesrooster In het lesrooster op pagina 19 vindt u het studieoverzicht. Hierin is aangegeven welke onderdelen u moet bestuderen en welke oefenopgaven u kunt maken. In het studieoverzicht is ook aangegeven wat u als huiswerk kunt insturen naar uw docent. Begin pas aan een volgende Unit wanneer u het geleerde uit de voorgaande Unit onder de knie hebt. Studietempo De cursus duurt 15 maanden als u de gehele cursus in het aanbevolen studietempo volgt. Het aanbevolen studietempo voor het cursusgedeelte A1 is 7 maanden. Dit komt neer op gemiddeld 4 lessen per maand. Hierbij moet u rekening houden met ongeveer 5 uur studietijd per les voor het bestuderen van het boek, het maken van de opgaven en het leren van het vocabulaire. Het cursusgedeelte A2 duurt volgens het aanbevolen studietempo 8 maanden. Dit komt neer op gemiddeld 4 lessen per maand. Hierbij moet u rekening houden met ongeveer 6 uur studietijd per les voor het bestuderen van het boek, het maken van de opgaven en het leren van het vocabulaire. Vervolgopleiding Wilt u verder studeren? De cursus Engels B1 en Zakelijke Communicatie Engels sluit uitstekend aan op deze cursus. Als u een vervolgopleiding bij het NTI gaat volgen, krijgt u 15% korting. Studiehandleiding 11

Overzicht leerdoelen van alle ERK-niveaus Het volgende overzicht geeft de leerdoelen per ERK-niveau aan (ook wel de can do statements genoemd). Zo kunt u goed zien wat u moet kunnen wanneer u doorstudeert voor een hoger niveau. C2 Begrijpen Spreken Schrijven Luisteren Lezen Productie Interactie Ik kan moeiteloos gesproken taal begrijpen, in welke vorm dan ook, hetzij in direct contact, hetzij via radio of tv, zelfs wanneer in een snel moedertaaltempo wordt gesproken, als ik tenminste enige tijd heb om vertrouwd te raken met het accent. Ik kan moeiteloos vrijwel alle vormen van de geschreven taal lezen, inclusief abstracte, structureel of linguïstisch complexe teksten zoals handleidingen, specialistische artikelen en literaire werken. Ik kan een duidelijke, goedlopende beschrijving of redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een doeltreffende, logische structuur, zodat de toehoorder in staat is de belangrijke punten op te merken en te onthouden. Ik kan zonder moeite deelnemen aan welk gesprek of welke discussie dan ook en ben zeer vertrouwd met idiomatische uitdrukkingen en spreektaal. Ik kan mijzelf vloeiend uitdrukken en de fijnere betekenisnuances precies weergeven. Als ik een probleem tegenkom, kan ik mijzelf hernemen en mijn betoog zo herstructureren dat andere mensen het nauwelijks merken. Ik kan een duidelijke en vloeiend lopende tekst in een gepaste stijl schrijven. Ik kan complexe brieven, verslagen of artikelen schrijven waarin ik een zaak weergeef in een doeltreffende, logische structuur, zodat de lezer de belangrijke punten kan opmerken en onthouden. Ik kan samenvattingen van en kritieken op professionele of literaire werken schrijven. 12 Engels A1/A2

C1 Ik kan een langer betoog begrijpen, zelfs wanneer dit niet duidelijk gestructureerd is en wanneer relaties slechts impliciet zijn en niet expliciet worden aangegeven. Ik kan zonder al te veel inspanning tvprogramma s en films begrijpen. Ik kan lange en complexe feitelijke en literaire teksten begrijpen, en het gebruik van verschillende stijlen waarderen. Ik kan gespecialiseerde artikelen en lange technische instructies begrijpen, zelfs wanneer deze geen betrekking hebben op mijn terrein. Ik kan duidelijke, gedetailleerde beschrijvingen geven over complexe onderwerpen en daarbij subthema s integreren, specifieke standpunten ontwikkelen en het geheel afronden met een passende conclusie. Ik kan mijzelf vloeiend en spontaan uitdrukken zonder merkbaar naar uitdrukkingen te hoeven zoeken. Ik kan de taal flexibel en effectief gebruiken voor sociale en professionele doeleinden. Ik kan ideeën en meningen met precisie formuleren en mijn bijdrage vaardig aan die van andere sprekers relateren. Ik kan me in duidelijke, goed gestructureerde tekst uitdrukken en daarbij redelijk uitgebreid standpunten uiteenzetten. Ik kan in een brief, een opstel of een verslag schrijven over complexe onderwerpen en daarbij de voor mij belangrijke punten benadrukken. Ik kan schrijven in een stijl die is aangepast aan de lezer die ik in gedachten heb. Ik kan een duidelijke, gedetailleerde tekst schrijven over een breed scala van onderwerpen die betrekking hebben op mijn interesses. Ik kan een opstel of verslag schrijven, informatie doorgeven of redenen aanvoeren ter ondersteuning vóór of juist tegen een specifiek standpunt. Ik kan brieven schrijven waarin ik het persoonlijk belang van gebeurtenissen en ervaringen aangeef. B2 Ik kan een langer betoog en lezingen begrijpen en zelfs complexe redeneringen volgen, wanneer het onderwerp redelijk vertrouwd is. Ik kan de meeste nieuws- en actualiteitenprogramma s op tv begrijpen. Ik kan het grootste deel van films in standaarddialect begrijpen. Ik kan artikelen en verslagen lezen die betrekking hebben op eigentijdse problemen, waarbij de schrijvers een bepaalde houding of bepaald standpunt innemen. Ik kan eigentijds literair proza begrijpen. Ik kan duidelijke, gedetailleerde beschrijvingen presenteren over een breed scala van onderwerpen die betrekking hebben op mijn interessegebied. Ik kan een standpunt over een actueel onderwerp verklaren en de voordelen en nadelen van diverse opties uiteenzetten. Ik kan zodanig deelnemen aan een vloeiend en spontaan gesprek, dat normale uitwisseling met moedertaalsprekers redelijk mogelijk is. Ik kan binnen een vertrouwde context actief deelnemen aan een discussie en hierin mijn standpunten uitleggen en ondersteunen. Studiehandleiding 13

B1 Ik kan de hoofdpunten begrijpen wanneer in duidelijk uitgesproken standaarddialect wordt gesproken over vertrouwde zaken die ik regelmatig tegenkom op mijn werk, school, in mijn vrije tijd enz. Ik kan de hoofdpunten van veel radio- of tv-programma s over actuele zaken of over onderwerpen van persoonlijk of beroepsmatig belang begrijpen, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken. Ik kan zinnen en de frequentste woorden begrijpen die betrekking hebben op gebieden die van direct persoonlijk belang zijn (bijvoorbeeld basisinformatie over mijzelf en mijn familie, winkelen, plaatselijke omgeving, werk). Ik kan de belangrijkste punten in korte, duidelijke en eenvoudige boodschappen en aankondigingen volgen. Ik kan teksten begrijpen die hoofdzakelijk bestaan uit hoogfrequente, alledaagse of aan mijn werk gerelateerde taal. Ik kan de beschrijving van gebeurtenissen, gevoelens en wensen in persoonlijke brieven begrijpen. Ik kan uitingen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden, zodat ik ervaringen en gebeurtenissen, mijn dromen, verwachtingen en ambities kan beschrijven. Ik kan in het kort redenen en verklaringen geven voor mijn meningen en plannen. Ik kan een verhaal vertellen, of de plot van een boek of film weergeven en mijn reacties beschrijven. Ik kan de meeste situaties aan die zich kunnen voordoen tijdens een reis in een gebied waar de desbetreffende taal wordt gesproken. Ik kan onvoorbereid deelnemen aan een gesprek over onderwerpen die vertrouwd zijn, of mijn persoonlijke belangstelling hebben of die betrekking hebben op het dagelijks leven (bijvoorbeeld familie, hobby s, werk, reizen en actuele gebeurtenissen). Ik kan eenvoudige samenhangende tekst schrijven over onderwerpen die vertrouwd of van persoonlijk belang zijn. Ik kan persoonlijke brieven schrijven waarin ik mijn ervaringen en indrukken beschrijf. A2 Ik kan zeer korte, eenvoudige teksten lezen. Ik kan specifieke en voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu s en dienstregelingen en ik kan korte, eenvoudige persoonlijke brieven begrijpen. Ik kan een reeks uitdrukkingen en zinnen gebruiken om in eenvoudige bewoordingen mijn familie en andere mensen, leefomstandigheden, mijn opleiding en mijn huidige of recentste baan te beschrijven. Ik kan communiceren over eenvoudige en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie over vertrouwde onderwerpen en activiteiten betreffen. Ik kan zeer korte sociale gesprekken aan, alhoewel ik gewoonlijk niet voldoende begrijp om het gesprek zelfstandig gaande te houden. Ik kan korte, eenvoudige notities en boodschappen opschrijven. Ik kan een zeer eenvoudige persoonlijke brief schrijven, bijvoorbeeld om iemand voor iets te bedanken. 14 Engels A1/A2

A1 Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mijzelf, mijn familie en directe concrete omgeving betreffen, wanneer de mensen langzaam en duidelijk spreken. Ik kan vertrouwde namen, woorden en zeer eenvoudige zinnen begrijpen, bijvoorbeeld in mededelingen, op posters en in catalogi. Ik kan eenvoudige uitdrukkingen en zinnen gebruiken om mijn woonomgeving en de mensen die ik ken, te beschrijven. Ik kan deelnemen aan een eenvoudig gesprek, wanneer de gesprekspartner bereid is om zaken in een langzamer spreektempo te herhalen of opnieuw te formuleren en mij helpt bij het formuleren van wat ik probeer te zeggen. Ik kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden die een directe behoefte of zeer vertrouwde onderwerpen betreffen. Ik kan een korte, eenvoudige ansichtkaart schrijven, bijvoorbeeld voor het zenden van vakantiegroeten. Ik kan op formulieren persoonlijke details invullen, bijvoorbeeld mijn naam, nationaliteit en adres op een hotelinschrijvingsformulier. Council of Europe/Conseil de l Europe Studiehandleiding 15

Exameninformatie U kunt de cursus afsluiten met een Cambridge-examen of door het verkrijgen van een deelnamecertificaat. Deelname aan het examen is niet verplicht, maar het vormt wel een mooie afsluiting van de cursus voor u. Het behalen van het Cambridge-examen laat zien dat u de theorie van de cursus Engels op A2-niveau voldoende beheerst. De benodigde gegevens treft u hieronder aan. Inhoud Ter afsluiting van de cursus Engels A2 kunt u deelnemen aan de Key English Test (KET) van de Cambridge ESOL-examens. Wanneer u dit examen succesvol aflegt, krijgt u een waardevol diploma. Het diploma dient ter bevestiging dat u Engels op niveau A2 van het ERK beheerst. Dit diploma wordt wereldwijd door meer dan 12.000 educatieve instanties, werknemers, regeringen en andere organisaties erkend. Het examen bestaat uit een lees- en schrijfgedeelte, een luistergedeelte en een spreekgedeelte. De tabel laat zien hoe het examen precies is opgebouwd. De resultaten van de drie onderdelen samen vormen de eindbeoordeling. Soort test Inhoud Resultaat (% of totaal) Lezen en schrijven (1 uur en 10 minuten) Luisteren (30 minuten) Spreken (8-10 minuten per 2 kandidaten) 9 onderdelen met 56 vragen 5 onderdelen met 25 vragen Doel 50% Laat zien dat u eenvoudige geschreven teksten zoals brochures, kranten en magazines kunt begrijpen. 25% Vereist dat u mededelingen en andere gesproken teksten kunt begrijpen mits er redelijk langzaam wordt gesproken. 2 onderdelen 25% Toetst uw vermogen om deel te nemen in een conversatie door het stellen en beantwoorden van eenvoudige vragen. Dit wordt getest door het voeren van een gesprek met een andere kandidaat. Let op: de informatie in deze studiehandleiding is aan verandering onderhevig. Op http://www.cambridgeesol.org/index.html kunt u de recentste informatie vinden. Het NTI kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor kosten voortvloeiend uit deze wijzigingen. 16 Engels A1/A2

Wanneer u besluit deel te nemen aan dit examen adviseren wij u vooraf een aantal oefenexamens te maken. Op deze manier raakt u bekend met de soort leesteksten, schrijfopdrachten, luisteroefeningen en spreekopdrachten die tijdens het examen aan u kunnen worden gevraagd. Een aantal van deze oefenopgaven zullen u bekend voorkomen, maar een aantal kunnen ook onbekend zijn. U zult met een zekerder gevoel deelnemen aan het examen wanneer u vooraf hebt geoefend met het KET-examen. Op StudentenNet + vindt u verwijzingen naar websites waar u kunt oefenen. Frequentie en tijd Het Cambridge-examen wordt in Alkmaar en Amsterdam afgenomen. U kunt de actuele examendata en -tijd vinden op de website van de exameninstantie. Het examengeld ligt rond de 150. Deze kosten zijn per examen (niet per vaardigheid) en kunnen verschillen per locatie. U kunt deze informatie dan ook het beste bij de testlocatie opvragen. Het lees-en schrijfgedeelte en het luistergedeelte van het examen worden op dezelfde dag afgenomen. De examens vinden overal ter wereld op dezelfde dagen plaats. Voor het onderdeel spreekvaardigheid wordt in overleg een datum vastgesteld. Deze datum wordt meestal afgesproken in de week voorafgaand aan uw examendatum. Aanmelden U dient zich tijdig aan te melden voor het examen. Aanmelden doet u bij de testlocatie. Het verdient aanbeveling om een aantal weken voordat u het examen wilt afleggen, contact op te nemen met de testlocatie. Naast het opvragen van de prijs en de testdata kunt u bij hen ook informatie opvragen over de aanmelding. Voorwaarden deelname Om te mogen deelnemen aan het examen moet u een geldig paspoort of ander legitimatiebewijs meenemen naar het examen. Uiteraard moet u zich ook vooraf hebben aangemeld. Annuleren Indien u niet aanwezig bent op het examen zonder geldige annulering, bent u wel het examengeld verschuldigd. Alleen in bijzondere gevallen vindt restitutie plaats. Deze restitutie moet binnen twee weken na de datum van het examen worden aangevraagd. Bij ziekte zal er om een doktersverklaring worden gevraagd. Bij andere gevallen zal er om een politierapport of een overlijdensakte worden gevraagd. Wanneer geslaagd? U kunt maximaal 100 punten scoren. U bent geslaagd wanneer u bij een optelling van alle testonderdelen meer dan 70 punten hebt gescoord. U krijgt in alle gevallen een statement of results waarin wordt beschreven wat uw algemene score is en wat u per onderdeel hebt gescoord. Ook krijgt u een certificaat waarop het behaalde ERK-niveau is aangegeven. Wanneer u de test niet hebt gehaald, kunt u nog wel in aanmerking komen voor een certificaat op A1-niveau. Wanneer u de test met voldoende resultaat hebt afgesloten, krijgt u een certificaat op A2-niveau. Wanneer u de test zeer goed hebt gemaakt, kunt u zelfs een certificaat op B1-niveau ontvangen. Studiehandleiding 17

Exameninstantie British Council, Amsterdam Weteringschans 85A 1017 RZ Amsterdam W: www.britishcouncil.org/netherlands T: 020 550 6068 E: exams@britishcouncil.nl Certificaat U kunt ook kiezen voor het aanvragen van een certificaat aan het einde van de cursus, waarop wordt vermeld dat u de cursus hebt gevolgd. Het certificaat geeft aan dat u de cursus Engels A2 hebt gevolgd. Om in aanmerking te komen voor een certificaat moet u ten minste twee derde van het huiswerk hebben ingeleverd. Het gaat hier om het huiswerk van het cursusgedeelte Engels A2. Het huiswerk dat u inlevert voor het cursusgedeelte Engels A1 wordt wel gecontroleerd door de docent, maar doet niet ter zake voor de aanvraag van een certificaat. De kosten voor een certificaat bedragen 25 (inclusief verzend- en administratiekosten). U kunt het certificaat aanvragen bij uw mentor. 18 Engels A1/A2

Lesrooster Hieronder vindt u een schematisch overzicht van uw lesrooster. De cursus Engels A1/A2 bestaat uit 58 lessen. Bij elke les wordt vermeld welke hoofdstukken uit de boeken u dient te bestuderen, welke oefenopgaven u kunt maken en welk schriftelijk of gesproken huiswerk u kunt opsturen naar uw docent. De oefenopgaven staan onder het kopje Do. De opgaven die u naar uw docent kunt opsturen zijn te vinden onder de koppen Written homework (schriftelijk huiswerk) en Oral homework (gesproken huiswerk). U kunt dus alleen opgaven ter controle insturen die onder deze twee koppen worden vermeld! De eerste 27 lessen zijn op A1-niveau. Mocht u tijdens deze lessen merken dat het u redelijk makkelijk afgaat, dan kunt u ervoor kiezen de lessen versneld te behandelen door bijvoorbeeld minder oefenopgaven te maken. Vervolgens gaat u weer verder op het aanbevolen studietempo vanaf les 28. De lessen zijn vanaf les 28 op A2-niveau. Let op: om in aanmerking te komen voor het certificaat moet u twee derde van het huiswerk inleveren dat in les 28 tot en met les 58 wordt opgegeven. Dit is het cursusgedeelte Engels A2. Volgorde van studeren U bestudeert altijd eerst de Unit in het Textbook en u maakt de bijbehorende (en opgegeven) oefenopgaven. De spreekoefeningen beantwoordt u hardop, de antwoorden op de overige oefenopgaven beantwoordt u schriftelijk. Vervolgens kijkt u uw antwoorden na met behulp van het Answer booklet. Het Answer booklet vindt u op StudentenNet +. Als laatste bestudeert u de woorden uit het Phrasebook. U leert de woorden van het Engels naar het Nederlands, maar ook van het Nederlands naar het Engels! Herhaling is bij het studeren van vocabulaire heel belangrijk. Het is verstandig om het studeren van het vocabulaire niet in een keer te doen, maar dit te verspreiden over meerdere dagen. U zult de beste resultaten behalen wanneer u dagelijks 10 tot 15 minuten besteedt aan de studie en herhaling van het vocabulaire. Wanneer u wordt gevraagd huiswerk in te sturen, stuur dan het gehele huiswerk van de desbetreffende les in. De docent zal uw huiswerk niet nakijken wanneer slechts één onderdeel wordt ontvangen. De spreekoefeningen moeten als gesproken huiswerk worden ingeleverd. Het gaat hier om uw uitspraak en uw vlotheid in de taal. U kunt overige huiswerkopgaven schriftelijk opsturen. Lesson Study Do Written homework Voor les 01-28 hebt u alleen de First Choice A1-boeken nodig. 01 Read the introductions in your textbook, answer booklet and phrasebook. Read the information on taalportfolio in your textbook (page 155). Create a taalportfolio on www.europeestaalportfolio.nl Oral homework Studiehandleiding 19

02 Textbook: Unit 1 First contact; Focus 1 and 2 (page 7-10) Phrasebook: Unit 1 First contact; Focus 1 and 2 (page 1-5) 03 Textbook: Unit 1 First contact; Focus 3 and Highlights (page 10-14) Phrasebook: Unit 1 First contact; Focus 3, Story and Highlights (page 5-6) 04 Textbook: Unit 2 Name, phone & email; Focus 1-3 (page 15-19) Phrasebook: Unit 2 Name, phone & email; Focus 1-3 (page 7-9) 05 Textbook: Unit 2 Name, phone and email; Focus 4, Story and Highlights (page 19-25) Phrasebook: Unit 2 Name, phone & email; Focus 4, Story and Highlights (page 9-12) 06 Textbook: Unit 3 People in my life; Focus 1-3 (page 27-31) Phrasebook: Unit 3 People in my life; Focus 1-3 (page 13 and 14) 07 Textbook: Unit 3 People in my life; Focus 4, Story and Highlights (page 31-38) Phrasebook: Unit 3 People in my life; Focus 4, Story and Highlights (page 14-17) Exercise 1-5 Exercise 6, 7 and listen to the Story Exercise 1-10 Exercise 11-13 and listen to the Story Exercise 1-6 Exercise 7-11 and listen to the Story Exercise 2 Exercise 6 and 8 Exercise 12 Exercise 9 Exercise 11 20 Engels A1/A2

08 Textbook: Unit 4 My favourite restaurant; Focus 1 and 2 (page 39-43) Phrasebook: Unit 4 My favourite restaurant; Focus 1 and 2 (page 18-20) 09 Textbook: Unit 4 My favourite restaurant; Focus 3, Story and Highlights (page 44-50) Phrasebook: Unit 4 My favourite restaurant; Focus 3, Story and Highlights (page 20-22) 10 Repeat: Textbook: Useful language boxes Unit 1- Unit 4 Phrasebook: Unit 1- Unit 4 and Quick Check 1 11 Textbook: Unit 5 A typical day; Focus 1-3 (page 55-61) Phrasebook: Unit 5 A typical day; Focus 1-3 (page 23-25) 12 Textbook: Unit 5 A typical day; Focus 4, Story and Highlights (page 62-66) Phrasebook: Unit 5 A typical day; Focus 4, Story and Highlights (page 25-28) 13 Textbook: Unit 6 My week; Focus 1 and 2 (page 67-71) Phrasebook: Unit 6 My week; Focus 1 and 2 (page 28-31) Exercise 1-8 Exercise 9, 10 and listen to the Story Quick Check 1 (page 51-53) Exercise 1-10 Exercise 11-13 and listen to the Story Exercise 1-6 Exercise 8 Exercise 6 Take the vocabulary test Unit 1-4 Exercise 10 Now practice the dialogues out loud dialogue 1 only Exercise 3 Exercise 5 Exercise 11 Studiehandleiding 21

14 Textbook: Unit 6 My week; Focus 3, Story and Highlights (page 72-76) Phrasebook: Unit 6 My week; Focus 3, Story and Highlights (page 31-33) Exercise 7 and listen to the Story Exercise 7 Now say what they do 15 Textbook: Unit 7 Today, yesterday and last week; Focus 1-3 (page 77-83) Exercise 1-10 Exercise 10 Phrasebook: Unit 7 Today, yesterday and last week; Focus 1-3 (page 33-36) 16 Textbook: Unit 7 Today, yesterday and last week; Focus 4, Story and Highlights (page 83-88) Phrasebook: Unit 7 Today, yesterday and last week; Focus 4, Story and Highlights (page 36-39) 17 Textbook: Unit 8 From year to year; Focus 1 and 2 (page 89-93) Exercise 11-13 and listen to the Story Exercise 13 Now write a short ending to the story Exercise 1-8 Exercise 3 Phrasebook: Unit 8 From year to year; Focus 1 and 2 (page 39-41) 18 Textbook: Unit 8 From year to year; Focus 3, Story and Highlights (page 93-101) Phrasebook: Unit 8 From year to year; Focus 3, Story and Highlights (page 42-45) 19 Repeat: Textbook: Useful language boxes Unit 5- Unit 8 Exercise 9-14 and listen to the Story Exercise 12 Now write a short holiday story in the simple past using these verbs Exercise 9 Phrasebook: Unit 5- Unit 8 and Quick Check 2 Quick Check 2 (page 102-104) Take the vocabulary test Unit 5-8 22 Engels A1/A2

20 Textbook: Unit 9 Home and away; Focus 1 and 2 (page 105-109) Exercise 1-7 Exercise 4 Exercise 7 Phrasebook: Unit 9 Home and away; Focus 1 and 2 (page 45-48) 21 Textbook: Unit 9 Home and away; Focus 3, Story and Highlights (page 110-115) Phrasebook: Unit 9 Home and away; Focus 3, Story and Highlights (page 48-51) 22 Textbook: Unit 10 What sort of person are you?; Focus 1-3 (page 117-123) Exercise 8-11 and listen to the Story Exercise 8 Ask and answer Exercise 1-10 Exercise 10 Now write a dialogue for this situation Exercise 8 Phrasebook: Unit 10 What sort of person are you?; Focus 1-3 (page 51-55) 23 Textbook: Unit 10 What sort of person are you?; Focus 4, Story and Highlights (page 124-129) Phrasebook: Unit 10 What sort of person are you?; Focus 4, Story and Highlights (page 55-58) 24 Textbook: Unit 11 Out and about; Focus 1-3 (page 131-134) Exercise 11 and listen to the Story Exercise 1-10 Exercise 4 Phrasebook: Unit 11 Out and about; Focus 1-3 (page 58-61) Studiehandleiding 23

25 Textbook: Unit 11 Out and about; Focus 4, Story and Highlights (page 136-141) Phrasebook: Unit 11 Out and about; Focus 4, Story and Highlights (page 61-64) 26 Textbook: Unit 12 Looking back, looking ahead; Focus 1 and 2 (page 143-147) Exercise 11, 12 and listen to the Story Exercise 1-6 Exercise 12 Exercise 5 Phrasebook: Unit 12 Looking back, looking ahead; Focus 1 and 2 (page 64-66) 27 Textbook: Unit 12 Looking back, looking ahead; Focus 3, Story and Highlights (page 148-151) Phrasebook: Unit 12 Looking back, looking ahead; Focus 3, Story and Highlights (page 66-67) 28 Repeat: Textbook: Useful language boxes Unit 9- Unit 12 Phrasebook: Unit 9- Unit 12 and Quick Check 3 Exercise 7-9 and listen to the Story Quick Check 3 (page 152-154) Voor les 29-59 hebt u alleen de First Choice A2-boeken nodig. 29 Read the introductions in your textbook, answer booklet and phrasebook. Read the information on taalportfolio in your textbook (page 159). 30 Textbook: Unit 1 Plans and priorities; Focus 1 and 2 (page 1-6) Phrasebook: Unit 1 Plans and Priorities; Focus 1 and 2 (page 1-6) Create a taalportfolio on www.europeestaalportfolio.nl Exercise 1-7 Take the vocabulary test Unit 9-12 Exercise 8 Exercise 1 and 7 Choose one thing of your list and talk out loud about your topic 24 Engels A1/A2

31 Textbook: Unit 1 Plans and Priorities; Focus 3 and 4 (page 6-10) Phrasebook: Unit 1 Plans and Priorities; Focus 3 and 4 (page 6-9) 32 Textbook: Unit 1 Plans and Priorities; Highlights (page 11-15) Phrasebook: Unit 1 Plans and Priorities; Highlights (page 9-12) Repeat: Vocabulary Unit 1 33 Textbook: Unit 2 Travel; Focus 1 and 2 (page 17-22) Exercise 8-13 Exercise 1-7 Exercise 10 Exercise 4 Exercise 1 and 5 Phrasebook: Unit 2 Travel; Focus 1 and 2 (page 13-18) 34 Textbook: Unit 2 Travel; Focus 3 and 4 (page 22-26) Phrasebook: Unit 2 Travel; Focus 3 and 4 (page 18-21) Exercise 8-13 Exercise 13 Exercise 8 Now talk out loud about your answers 35 Textbook: Unit 2 Travel; Highlights (page 27-30) Phrasebook: Unit 2 Travel; Highlights (page 21-23) Repeat: Vocabulary Unit 2 36 Repeat: Textbook: Useful language boxes Unit 1- Unit 2 Phrasebook: Unit 1- Unit 2 and Quick Check 1 Quick Check 1 (page 31-33) Take the vocabulary test Unit 1-2 Exercise 1 Now make five sentences about how you travel Studiehandleiding 25

37 Textbook: Unit 3 Days out; Focus 1 and 2 (page 35-42) Phrasebook: Unit 3 Days out; Focus 1 and 2 (page 24-29) 38 Textbook: Unit 3 Days out; Highlights (page 43-46) Phrasebook: Unit 3 Days out; Highlights (page 29-33) Repeat: Vocabulary Unit 3 39 Textbook: Unit 4 Food for thought; Focus 1 and 2 (page 47-52) Phrasebook: Unit 4 Food for thought; Focus 1 and 2 (page 33-36) 40 Textbook: Unit 4 Food for thought; Focus 2 and 3 (page 52-55) Phrasebook: Unit 4 Food for thought; Focus 3 (page 36-40) 41 Textbook: Unit 4 Food for thought; Highlights (page 56-59) Exercise 1-11 Exercise 3 and 6 Have you really done all these things? Exercise 1-5 Exercise 5 Exercise 6-11 Exercise 6 and 11 Exercise 6 Phrasebook: Unit 4 Food for thought; Highlights (page 40-42) Repeat: Vocabulary Unit 4 42 Textbook: Special Focus 1; (page 60-63) Phrasebook: Special Focus 1 (page 42-44) Repeat: Vocabulary Unit 1-4 Do the Special Focus Exercise 1 and 5 26 Engels A1/A2

43 Textbook: Unit 5 Home sweet home; Focus 1 and 2 (page 65-70) Exercise 1-9 Exercise 9 Exercise 4 and 6 Phrasebook: Unit 5 Home sweet home; Focus 1 and 2 (page 44-47) 44 Textbook: Unit 5 Home sweet home; Focus 3 and 4 (page 71-73) Phrasebook: Unit 5 Home sweet home; Focus 3 and 4 (page 47-48) Exercise 10-14 Exercise 11 (1 dialogue of own choice) Exercise 11 (chosen dialogue of written homework) 45 Textbook: Unit 5 Home sweet home; Highlights (page 74-77) Phrasebook: Unit 5 Home sweet home; Highlights (page 48-50) Repeat: Vocabulary Unit 5 46 Textbook: Unit 6 All in a day s work; Focus 1 and 2 (page 79-85) Exercise 1-13 Exercise 13 Phrasebook: Unit 6 All in a day s work; Focus 1 and 2 (page 50-52) 47 Textbook: Unit 6 All in a day s work; Focus 3 and Highlights (page 85-91) Phrasebook: Unit 6 All in a day s work; Focus 3 and Highlights (page 52-57) Exercise 14-16 Exercise 16 48 Repeat: Textbook: Useful language boxes Unit 3- Unit 6 Phrasebook: Unit 3- Unit 6 and Quick Check 2 Quick Check 2 (page 92-95) Take the vocabulary test Unit 3-6 Studiehandleiding 27

49 Textbook: Unit 7 Changing lifestyles; Focus 1 and 2 (page 97-105) Phrasebook: Unit 7 Changing lifestyles; Focus 1 and 2 (page 58-62) 50 Textbook: Unit 7 Changing lifestyles; Highlights (page 106-109) Phrasebook: Unit 7 Changing lifestyles; Highlights (page 62-64) Repeat: Vocabulary Unit 7 51 Textbook: Unit 8 You haven t changed a bit; Focus 1 and 2 (page 111-115) Exercise 1-12 Exercise 1-7 Exercise 5 Exercise 12 Exercise 7 Exercise 3 Phrasebook: Unit 8 You haven t changed a bit; Focus 1 and 2 (page 64-65) 52 Textbook: Unit 8 You haven t changed a bit; Focus 3 and 4 (page 115-119) Exercise 8-13 Exercise 12 and 13 Exercise 9, 10 and 14 Phrasebook: Unit 8 You haven t changed a bit; Focus 3 and 4 (page 66-67) 53 Textbook: Unit 8 You haven t changed a bit; Highlights (page 120-122) Phrasebook: Unit 8 You haven t changed a bit; Highlights (page 67-68) Repeat: Vocabulary Unit 8 54 Textbook: Special Focus 2; (page 123-125) Phrasebook: Special Focus 2 (page 68-69) Repeat: Vocabulary Unit 7-8 Do the Special Focus Exercise 6 Exercise 6 28 Engels A1/A2

55 Textbook: Unit 9 How do you feel; Focus 1 and 2 (page 127-131) Phrasebook: Unit 9 How do you feel; Focus 1 and 2 (page 69-70) 56 Textbook: Unit 9 How do you feel; Focus 3 and Highlights (page 131-140) Phrasebook: Unit 9 How do you feel; Focus 3 and Highlights (page 70-73) 57 Textbook: Unit 10 Party time; Focus 1 and 2 (page 141-146) Exercise 1-6 Exercise 7-15 Exercise 1-7 Exercise 6 Now complete these sentences with your own ideas Exercise 11 Have you ever been ill on holiday? Exercise 5 Exercise 6 Exercise 6 Phrasebook: Unit 10 Party time; Focus 1 and 2 (page 73-74) 58 Textbook: Unit 10 Party time; Focus 3 and Highlights (page 146-150) Phrasebook: Unit 10 Party time; Focus 3 and Highlights (page 74-75) Repeat: Vocabulary Unit 10 59 Repeat: Textbook: Useful language boxes Unit 7- Unit 10 Exercise 8-10 Exercise 9 and Highlights 2, 10, 11, 16, 15, 17 Highlights 1, 6, 14, 12, 18 Phrasebook: Unit 7- Unit 10 and Quick Check 3 Quick Check 3 (page 151-154) Take the vocabulary test Unit 7-10 Veel succes met uw studie! Wijzigingen in leerstof Als er wijzigingen in de leerstof zijn, wordt er op StudentenNet + informatie gegeven en eventueel een aanvulling geplaatst. Daarnaast vindt u op StudentenNet + aanvullende informatie over uw cursus. Om op de hoogte te blijven moet u dus regelmatig inloggen op StudentenNet +. Studiehandleiding 29

001204529