KNMG. Heelkunde. Achtergrond. Heelkunde

Vergelijkbare documenten
KNMG. Jeugdgezondheidszorg. Perspectief

KNMG. Keel- neus- en oorheelkunde. Achtergrond. Keel- neus- en oorheelkunde

KNMG. Cardio-thoracale chirurgie. Achtergrond. Cardio-thoracale chirurgie

KNMG. Cardiologie. Achtergrond. Cardiologie

KNMG. Longziekten en tuberculose. Achtergrond. Longziekten en tuberculose

KNMG. Radiotherapie. Achtergrond. Radiotherapie

KNMG. Revalidatiegeneeskunde. Achtergrond. Revalidatiegeneeskunde

KNMG. Inwendige geneeskunde. Achtergrond. Inwendige geneeskunde

KNMG. Psychiatrie. Achtergrond. Psychiatrie

KNMG. Huisartsgeneeskunde. Achtergrond. Huisartsgeneeskunde

KNMG. Kindergeneeskunde. Achtergrond. Kindergeneeskunde

KNMG. Urologie. Achtergrond. Urologie

KNMG. Maag- darm- leverziekten. Achtergrond. Maag- darm- leverziekten

KNMG. Orthopedie. Achtergrond. Orthopedie

KNMG. Arts voor arbeids- en bedrijfsgeneeskunde bedrijfsarts. Achtergrond

KNMG. Medische microbiologie. Achtergrond. Medische microbiologie

KNMG. Nucleaire geneeskunde. Achtergrond. Nucleaire geneeskunde

KNMG. Reumatologie. Achtergrond. Reumatologie

KNMG. Radiologie. Achtergrond. Radiologie

KNMG. Oogheelkunde. Achtergrond. Oogheelkunde

KNMG. Neurochirurgie. Achtergrond. Neurochirurgie

KNMG. Obstetrie en gynaecologie. Achtergrond. Obstetrie en gynaecologie

KNMG. Dermatologie en venerologie. Achtergrond. Dermatologie en venerologie

KNMG. Klinische geriatrie. Achtergrond

KNMG. Anesthesiologie. Achtergrond. Anesthesiologie

KNMG. Klinische genetica. Achtergrond. Klinische genetica

KNMG. Arts voor arbeids- en bedrijfsgeneeskunde verzekeringsarts. Achtergrond

KNMG. Pathologie. Achtergrond. Pathologie

KNMG. Plastische chirurgie. Achtergrond. Plastische chirurgie

KNMG. Neurologie. Achtergrond. Neurologie

KNMG. Sportgeneeskunde. Achtergrond

KNMG. Arts voor verstandelijk gehandicapten. Achtergrond

KNMG. Verpleeghuisgeneeskunde. Achtergrond. Verpleeghuisgeneeskunde

Arts Maatschappij en Gezondheid

WIJZIGINGSBLAD A2. BORG 2005 versie 2 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 2.2. Publicatiedatum : 31 maart Ingangsdatum : 1 april 2010

WIJZIGINGSBLAD A2. Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI 2002 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 1.0. Publicatiedatum : 1 april 2012

Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013

INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRAND- VEILIGHEID Specifieke normen en verwijzingen

INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRANDVEILIGHEID Vakbekwaamheid en ervaring

Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet

BORG 2005 versie 2 / A10: Versie : 1.0. Publicatiedatum : 1 mei 2018

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering

INSPECTIE GASDETECTIEBEVEILIGING Vakbekwaamheid en ervaring

INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRAND- VEILIGHEID Specifieke normen en verwijzingen

Gebruik ruimte. Over het herverdelen van gebruiksruimte in het omgevingsplan en de verbinding met het beleidsconcept gebruiksruimte

Juridische handreiking relatie BIM-protocol en de DNR 2011 (voor adviseurs en opdrachtgevers) prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis

Leidraad inbrengwaarde

Prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels Mr. A.G.A. Nijmeijer Mr. J.A.M. van der Velden. Het wetsvoorstel Wabo

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties

Check je en brief

INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRANDVEILIGHEID Goed- en afkeurcriteria bouwkundige brandveiligheid

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek

De hybride vraag van de opdrachtgever

INSPECTIE GASDETECTIEBEVEILIGING Specifieke normen en verwijzingen

administratie afdeling debiteurenadministratie Kaderberoepsgerichte leerweg

Loopbaanoriëntatie -begeleiding

Bijzonder geschikt voor het werk

UAV 2012 Toegelicht. Handleiding voor de praktijk. prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis. Eerste druk

UvA-DARE (Digital Academic Repository) : Peeters-Podgaevskaja, A.V. Link to publication

WIJZIGINGSBLAD A1 Regeling Brandmeldinstallaties 2002

handel en administratie thema inkomende goederen

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Preadviezen Content.indd :55:32

Colofon. Titel: Xact groen Wiskunde deel 1 ISBN: NUR: 124 Trefwoord: Wiskunde groen

Colofon. Titel: Xact groen Wiskunde deel 2 ISBN: NUR: 124 Trefwoord: Wiskunde groen

Handleiding Eetmeter. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Eetmeter. februari 2007

B-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren

Werken in het management

Onderzoek als project

De Kern van Veranderen

Taal op niveau Gesprekken voeren Op weg naar niveau

Copyright SBR, Rotterdam

Praktische toelichting op de UAV 2012

PrOmotie. Rekenen en Wiskunde. Werkboek Uurwerk

Zelfstandige Externe Stage

Handleiding . Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding

Werken in een bouwmarkt

Lijmen in de bouw. deel 5. Copyright SBR, Rotterdam

PrOmotie. Cultuur en Maatschappij. Werkboek Rondkomen

handel en administratie thema inkomende goederen

Werken in het bank- en verzekeringswezen

Een eigen bedrijf beginnen

Seksuele vorming Ik Sova. Ik.indd 1 29/09/14 07:58

Ethno-territorial conflict and coexistence in the Caucasus, Central Asia and Fereydan

Werken op de verkoopadministratie

Medische terminologie

Ambitie.info. BPV Werken in de detailhandel, goederen komen binnen

Praktische toelichting op de UAV 2012 (2 e druk)

Belastingwetgeving 2015

handel en administratie thema inkomende goederen

AMBITIE.INFO. BPV Verkopen

Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik

Transcriptie:

Achtergrond Heelkunde Heelkunde Heelkunde behoort tot de zogenaamde snijdende specialismen. Heelkunde houdt zich - meer dan de beschouwende vakken - bezig met gelokaliseerde ziektes, verwondingen, gezwellen of misvormingen, of andere afwijkingen die voor een lokale therapie toegankelijk zijn. De heelkunde (algemene chirurgie) vormt de kern van de snijdende specialismen. Het vak onderscheidt zich van andere snijdende vakken - zoals neurochirurgie, orthopedie, plastische chirurgie, urologie, gynaecologie, keel- neus- en oorheelkunde, oogheelkunde en kaakchirurgie - omdat een chirurg patiënten behandelt met een breed scala aan afwijkingen van vrijwel het gehele lichaam. De enorme ontwikkelingen op het gebied van de heelkunde maken het onmogelijk dat iedere chirurg het brede gebied van de heelkunde nog volledig beheerst. Binnen het vakgebied worden daarom tegenwoordig verschillende aandachtsgebieden onderscheiden. Voor een aantal daarvan, zoals gastro-intestinale chirurgie, kinderchirurgie, longchirurgie, chirurgische oncologie, traumatologie en vaatchirurgie, kan een speciale vervolgopleiding worden gevolgd. De meeste algemeen chirurgen beheersen, naast de basischirurgie, een of twee van deze aandachtsgebieden. Dat wil niet zeggen dat heelkundigen alleen maar opereren. Diagnostiek, preoperatieve evaluatie, postoperatieve zorg en follow-up maken een belangrijk deel uit van de werkzaamheden van de chirurg. Ook niet-operatieve behandelingen worden door de chirurg uitgevoerd. Bijvoorbeeld de behandeling van bepaalde botbreuken, waarbij de patiënt niet wordt geopereerd maar een gipsverband krijgt aangelegd, of de observatie van buikklachten. Het brede karakter van de heelkunde maakt dat niet iedereen voor dit vakgebied geschikt is. Essentiële eigenschappen voor een goede chirurg zijn handvaardigheid en stressbestendigheid. Ook moet hij of zij in staat zijn snel beslissingen te nemen, overzicht kunnen houden, kunnen werken in teamverband en bereid zijn rekening te houden met de grenzen van zijn of haar eigen kunnen. 57

Perspectief De opleiding heelkunde duurt zes jaar. beroepskeuze Bijna een derde (63 procent) van de 67 ondervraagde heelkundigen blijkt al tijdens de studie het vak heelkunde te hebben overwogen. Andere veel genoemde specialismen zijn: huisartsgeneeskunde (31 procent), inwendige geneeskunde (15 procent) cardio-thoracale chirurgie (15 procent), orthopedie (15 procent) en psychiatrie (15 procent). Voor 96 procent was heelkunde het eerst gekozen specialisme. De ondervraagde heelkundigen zijn tevreden met hun keuze; 84 procent geeft aan zeer tevreden te zijn, en 16 procent enigszins tevreden. beroepsgroep Gemiddeld zijn de heelkundigen 15 jaar geregistreerd in hun specialisme. Mannen zijn in de heelkunde verreweg de grootste groep: 96 procent van de respondenten. De gemiddelde leeftijd is 50 jaar. meest aantrekkelijke aspecten van heelkunde 91 procent van de respondenten noemt aantrekkelijke aspecten met betrekking tot de inhoud van het vak. 43 procent noemt bijvoorbeeld het feit dat de resultaten direct zichtbaar en meetbaar zijn positief. "Er is een duidelijk verband tussen ingreep en resultaat", aldus één van de ondervraagden. 27 procent zegt de chirurgische handelingen, de handvaardigheid, als een van de meest aantrekkelijke kanten van het vak te beschouwen. 30 procent stelt dat de afwisseling het vak zo aantrekkelijk maakt. 20 procent noemt het feit dat het een doe vak is als aantrekkelijk, en bijna een kwart (23 procent) vindt heelkunde een dynamisch en breed vak. Dergelijke positieve kwalificaties worden door 54 procent van de respondenten genoemd. "Snel en adequaat beslissen schept veel arbeidsvreugde", vat één van de respondenten samen. 58

43 procent ervaart de manier waarop het patiëntencontact in de heelkunde verloopt als positief aspect van het vak. Zo zegt een van de maag- darm- leverartsen: "Patiënten kunnen, meer dan in andere specialismen, regelmatig van een levensbedreigende kwaal worden genezen met behoud van kwaliteit van leven." minst aantrekkelijke aspecten van heelkunde Bijna de helft (47 procent) van de heelkundigen zegt de hoeveelheid diensten en de onregelmatige werktijden en nachtdiensten als een van de minst aantrekkelijke kanten van het vak te beschouwen. De hoge stress en werkdruk wordt door 28 procent als onaantrekkelijk genoemd. 11 procent stelt simpelweg dat de werkdagen te lang zijn. Voor 10 procent van de respondenten brengt het vak ook een te zware fysieke belasting met zich mee. "Het is een onrustig beroep (dat heeft z n charmes) met een hoge werkbelasting; het is in 36 uur niet echt bevredigend te doen", schrijft één van de ondervraagden. Een ander noemt het " Emotioneel en fysiek belastend; veel diensten, lange dagen." wat de co-assistent moet weten als hij voor heelkunde kiest De respondenten benadrukken bij deze vraag vooral nog eens de negatieve aspecten van het vak: 30 procent waarschuwt voor de hoge stress/ werkdruk, en eveneens 30 procent spreekt weer van de lange diensten die gedraaid moeten worden. De hoge fysieke belasting wordt door bijna een kwart (23 procent) genoemd. 21 procent zegt dat je als heelkundige weinig vrije tijd overhoudt. Ook worden er tips gegeven voor co-assistenten met aspiraties voor het vak heelkunde: 11 procent zegt dat je handig moet zijn om het vak goed uit te kunnen oefenen. Eén van de respondenten noemt als voorwaarde: "Het hebben van niet meer dan één linkerhand." Een andere raadt co-assistenten aan: " Voorafgaand aan de keuze zo n eerlijk mogelijke beoordeling maken van de eigen motorische vaardigheden." 10 procent benadrukt dat de eigen gezondheid goed op peil moet zijn om aan de zware fysieke eisen te kunnen voldoen. Ook communicatieve vaardigheden zijn in de heelkunde belangrijk, zo zegt 8 procent van de respondenten. 59

x = 7,8 = 1,3 x = 7,8 = 1,4 x = 5,9 = 2,0 Kritische factoren autonomie Heelkundigen hebben een redelijke hoeveelheid autonomie; op een schaal van 1 tot 10 geven ze gemiddeld een 7,8. Slechts 12 procent van de ondervraagden geeft 6 punten of minder voor dit aspect. beperkte autonomie veel autonomie patiëntenzorg De gemiddelde score van 7,8 geeft aan dat een heelkundige duidelijk meer tijd besteedt aan directe zorg voor de patiënt dan aan andere activiteiten. Twee derde geeft een 8 of hoger. helemaal geen tijd merendeel van de tijd continuïteit behandelrelaties Heelkundigen hebben eerder met wat langere dan met wat kortere behandelrelaties te maken. De gemiddelde score ligt op 5,9. 16 procent geeft een score 1 tot en met 4, tegen 36 procent die een score van 7 of hoger geeft. korte (behandel) relaties lange (behandel) relaties 60

x = 8,3 = 1,2 x = 5,8 = 2,4 x = 7,1 = 1,6 variatie De gemiddelde score van 8,3 wijst erop dat heelkundigen gevarieerd werk hebben. 42 procent geeft zelfs van een score 9 of 10. weinig variatie veel variatie vereiste deskundigheid Op het aspect vereiste deskundigheid verschillen de meningen: 21 procent vindt dat je vooral brede kennis nodig hebt (score 1, 2 en 3) en 32 procent vindt specifieke kennis nodig (score 8, 9 en 10). brede kennis specifieke kennis standaardisering van werk Heelkundigen blijken over het algemeen veel met protocollen en standaarden te werken. De gemiddelde score ligt op 7,1. De helft werkt bijna volledig met standaardprocedures, zo blijkt uit hun score van 8, 9 of 10. niet volgens protocollen of standaarden volledig volgens protocollen en standaarden 61

x = 6,6 = 1,3 x = 7,4 = 1,1 x = 8,2 = 1,3 denken versus doen Heelkunde is meer een doe- dan een denk vak. De gemiddelde score op deze schaal is 6,6. Bij 29 procent gaat het vooral om doen (score 8 tot en met 10). Niemand geeft aan dat het vooral om denken gaat (score 3 of lager). vooral denken vooral doen medisch-technisch handelen De heelkundigen zijn, met een gemiddelde score van 7.4, duidelijk in hun mening dat een groot deel van het werk bestaat uit medisch-technisch handelen. Ruim de helft (52 procent) scoort een 8 of hoger. Niemand scoort lager dan een 4. geen medisch-technisch handelen uitsluitend medisch-technisch handelen interactie andere medische disciplines Heelkundigen hebben veel contact met andere medische disciplines. De score op deze schaal is 8,2. Bijna driekwart (72 procent) scoort een 8 of hoger. weinig contact veel contact 62

x = 8,8 = 1,1 x = 7,1 = 1,9 x = 8,0 = 1,2 inhoudelijke voldoening De heelkundigen blijken beroepsinhoudelijk veel voldoening te krijgen uit hun vak (gemiddelde score van 8,8). Slechts 3 procent waardeert het vak met 6 punten of minder. weinig voldoening veel voldoening werkdruk Bijna alle heelkundigen geven aan dat hun vak een flinke dosis stress en werkdruk met zich mee brengt. Slechts 14 procent geeft 5 punten of minder. De gemiddelde score komt uit op 7,1. weinig stress/werkdruk veel stress/werkdruk medische beleidsverantwoordelijkheid Met een gemiddelde score van 8,0 geven heelkundigen aan dat ze ruimschoots de mogelijkheid hebben hun eigen medische beleid te bepalen. Ruim driekwart (76 procent) geeft met een score 8, 9 of 10 aan dat deze bepaling nagenoeg totaal is. geen bepaling medisch beleid totale bepaling medisch beleid 63

x = 7,3 = 1,4 x = 8,4 = 1,2 x = 7,9 = 1,3 regelmaat Heelkundigen draaien veel onregelmatige diensten. Dit komt tot uiting in de gemiddelde score van 7,3. Slechts 3 procent spreekt van regelmatige uren (score 1, 2, 3), terwijl bijna de helft (49 procent) zichzelf aan de andere kant van de schaal plaatst (score 8, 9 of 10). regelmatige/vaste uren onregelmatige/onvoorspelbare uren zekerheid Heelkundigen lijken een ruime mate van zekerheid te ervaren in hun positie. De gemiddelde score van 8,4 geeft dit weer. Het merendeel (85 procent) geeft voor dit aspect een 8 of hoger, slechts 2 procent scoort een 3. Lagere scores worden niet gegeven. weinig zekerheid veel zekerheid status ten opzichte van andere medische disciplines Heelkundigen hebben gemiddeld genomen het gevoel dat hun vakgebied een hogere status heeft dan andere disciplines. Twee derde geeft aan dat de status duidelijk hoger is (score 8, 9, 10). Slechts een enkeling spreekt van een duidelijk lagere status, maar lager dan 3 wordt niet gescoord. lagere status hogere status 64

x = 4,6 = 2,2 x = 7,4 = 1,7 x = 4,8 = 2,1 vrije tijd Heelkundigen vinden dat het werk onvoldoende vrije tijd overlaat. De gemiddelde score is 4,6. Ruim de helft (54 procent) geeft een score van 4 of lager. 27 procent is wel positief gestemd over de hoeveelheid vrije tijd (score 7 of hoger). onvoldoende vrije tijd voldoende vrije tijd werkomstandigheden Heelkundigen geven aan dat ze gemiddeld genomen tevreden zijn met hun werkomstandigheden. De score komt uit op 7,4. Slechts 9 procent lijkt, met een score van 4 of minder, echt ontevreden. 58 procent is heel tevreden, blijkend uit een score 8, 9 of 10. weinig voldoening veel voldoening inkomen Heelkundigen vinden dat het inkomen niet in verhouding staat tot de gestelde eisen. De gemiddelde score 4,8 geeft dit aan. Tegenover 14 procent die het inkomen hoog vindt (score 8, 9, 10) staat 26 procent die het inkomen laag vindt (score 1, 2 of 3). inkomen laag in verhouding tot eisen inkomen hoog in verhouding tot eisen 65

Beroepsuitoefening patiëntenpopulatie Alle ondervraagde heelkundigen werken rechtstreeks met patiënten. Ze hebben gemiddeld 101 patiëntencontacten per week. Bijna twee derde (64 procent) van de contacten bestaat uit poliklinische patiënten. Naast een zeer klein percentage (5 procent) aan telefonische contacten bestaat de rest uit klinisch werk (31 procent). Leeftijdsopbouw: 65-plusser 39 % Volwassene 52 % Kind 7 % Zuigeling/kleuter 2 % De verhouding mannen-vrouwen onder patiënten is precies gelijk. Het aantal acuut zieke (25 procent) en chronische zieke patiënten (21 procent) ligt vrij dicht bij elkaar. Daarnaast is een derde deel van de patiënten over het algemeen gezond, maar heeft wel enige gezondheidsklachten, terwijl 14 procent geheel gezond is. Een heelkundige ziet weinig terminale patiënten (4 procent). De patiënten hebben in vrijwel alle gevallen een lichamelijke aandoening. Bij slechts 4 procent gaat het om psychosociale klachten en 2 procent heeft psychische gezondheidsklachten. meest voorkomende symptomen/ziektebeelden/themata Gastro-intestinale aandoeningen 95 % Trauma en ongevallen 73 % Hart- en vaataandoeningen 56 % Oncologie 39 % Mamma-pathologie 29 % Acute geneeskunde 29 % meest uitdagende symptomen/ziektebeelden/themata Oncologie 33 % Hart- en vaataandoeningen 23 % Trauma en ongevallen 21 % Gastro-intestinale aandoeningen 15 % 66

type praktijk Ruim driekwart (77 procent) van de heelkundigen is zelfstandig gevestigd. Alle ondervraagde heelkundigen werken binnen een georganiseerd verband; niemand heeft een solopraktijk. Er zijn beduidend meer heelkundigen werkzaam binnen algemene ziekenhuizen (70 procent), dan binnen academische ziekenhuizen (18 procent). Zes jaar geleden was deze verhouding nog 4:3. 8 procent van de heelkundigen is (ook) werkzaam bij een universiteit. invulling werkweek Heelkundigen hebben een gemiddelde werkweek van 58 uur. Maar 3 procent werkt 40 uur of minder. 22 procent werkt tussen de 40 en 50 uur. Drie kwart van de ondervraagden zegt meer dan 50 uur per week te werken. Per werkweek wordt de meeste tijd besteed aan directe patiëntenzorg: gemiddeld zo n 38 uur. Aan de andere activiteiten wordt gemiddeld zo n 3 à 5 uur besteed. De procentuele verdeling van de uren over de verschillende soorten activiteiten is als volgt: 65 % 9 % 8 % 4 % 8 % 6 % Administratie (8 %) Nascholing (4 %) Bestuur/beleid (8 %) Overig (6 %) Anders beroepsmatig (9 %) Directe patiëntenzorg (65 %) slotopmerking Bijna een vijfde (18 procent) van de heelkundigen laat met één woord weten het een mooi, boeiend, leuk ofwel interessant vak te vinden. Eén respondent zegt bijvoorbeeld: " Het is een boeiend vak, veeleisend, maar nooit saai." 11 procent benadrukt nog eens het feit dat een heelkundige veel te maken krijgt met stress en een hoge werkdruk. "Bezint eer ge begint", is dan ook een veelgehoorde slotopmerking in de heelkundigen-groep. 67

Een tiende geeft als advies dat de co-assistent eerst goed moet gaan uitzoeken wat het vak precies inhoudt, eventueel door nog extra stages of keuze-co-schappen in de heelkunde te volgen. Volgens één heelkundige moet " Elke co-assistent een lange tijd werkzaam zijn op heelkunde voor de ontwikkeling van zijn handvaardigheid; dat bepaalt zijn geschiktheid." 8 procent heeft als laatste opmerking dat het vak erg weinig vrije tijd overlaat. gemiddelde scores voor kritische factoren inhoud van het werk gemiddeld context beroepsuitoefening gemiddeld autonomie 7,8 werkdruk 7,1 patiëntenzorg 7,8 medische beleidsverantwoord. 8,0 continuïteit 5,9 regelmaat 7,3 variatie 8,3 zekerheid 8,4 vereiste deskundigheid 5,8 status 7,9 standaardisering 7,1 vrije tijd 4,6 denken versus doen 6,6 werkomstandigheden 7,4 medisch-technisch handelen 7,4 inkomen 4,8 interactie 8,2 inhoudelijke voldoening 8,8 68

Oefening Als je het bovenstaande beroepsprofiel goed hebt doorgelezen, maak dan de volgende oefening: Schrijf hieronder je top-vijf van kritische factoren; Zet in kolom A de scores die je in de Voorbereiding aan elk van deze factoren hebt gegeven; Zet in kolom B de gemiddelde scores die je in het hierboven beschreven profiel aantrof; Trek de scores in kolom B af van die in kolom A en schrijf het resultaat in kolom C; Tel de cijfers in kolom C op. Let op: negeer + en tekens! Hoe dichter het totaal-getal bij de 0 ligt, des te waarschijnlijker het is dat dit specialisme aansluit bij je wensen. Verder onderzoek is natuurlijk geboden. Dit cijfer alleen zegt niet zoveel voordat je het hebt vergeleken met die voor andere specialismen! Kritische factoren A B C (jouw waardering) (gemiddelde score) (verschil) Totaal: 69

ISBN: 90 71941 46 9 Copyright 1999 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de te Utrecht. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van art. 16b Auteurswet 1912, het besluit van 20 juli 1974, Staatsblad 471, en art. 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijke verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatie werken (art. 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de te wenden. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. Daar waar hij staat in de navolgende hoofdstukken, wordt ook zij bedoeld.