Openbaring 1. Begin van het boek

Vergelijkbare documenten
1 Tessalonicenzen 1. Begin van de brief

2 Petrus 1. Begin van de brief

1 Maleachi was een profeet. Hij moest een boodschap van de Heer doorgeven aan Israël. Hier volgen de woorden van Maleachi.

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.

2 U geeft mij moed, God! Ik wil muziek maken en zingen, met heel mijn hart.

Kolossenzen 1. Begin van de brief

Efeziërs 1. Begin van de brief

Filippenzen 1. Begin van de brief

4 Heer, u hebt aan de mensen uw regels gegeven. Zo weet ik wat ik moet doen. 5 Ik wil leven volgens uw wetten, en dat volhouden, elke dag weer.

1 Joël, de zoon van Petuel, was een profeet. De Heer sprak tegen hem. Nu volgt wat Joël van de Heer moest zeggen.

Het verhaal van de schepping (Genesis 1 en 2)

1 Petrus 1. Begin van de brief

het boek Openbaring enkele sleutels Amos 3 : 7 Voorzeker, de Here HERE doet geen ding, of Hij openbaart zijn raad aan zijn knechten, de profeten.

Vraag 6 Moeder van de dode baby zegt: dat is goed Moeder van de levende baby zegt: nee, geef hem dan maar aan haar

Iiturgie voor de -12 jeugddienst van zondagmorgen 28 Juni in de Westerkerk te Veenendaal

1 Habakuk was een profeet. God liet hem in een droom weten wat er zou gebeuren.

1. Bij een nieuw begin

Overzicht van de zeven brieven van Openbaring 2 en 3

2

Openbaring (2) Christus aan de zeven gemeenten. Leerhuis Tehuisgemeente Donderdag 7 december 2017

Paasviering. Sing-in 2017

Ontmoeting met God. Ex 29: Daar zal ik dan de Israelieten ontmoeten, en zij zullen door Mijn heerlijkheid geheiligd worden.

Galaten 1. Begin van de brief

zondag 7 februari 2016 Voorganger: ds. J. Eertink uit Rijssen Ouderling van dienst: Ria den Boer Organist: Ineke ten Brug Lector: Jenny Senkeldam

Wij zingen voor de dienst: Lied 274: 1, 2 en 3

29 november 2018 Rotterdam

Bible for Children stelt voor. De hemel, de mooie thuis van God

De hemel, de mooie thuis van God

Heer ik kom tot u Heer, ik kom tot U, hoor naar mijn gebed. Vergeef mijn zonden nu, en reinig mijn hart.

Ooit komt er een dag dat de hemel openbreekt en de doden zullen opstaan. Ooit komt er een dag dat U terug komt op een wolk en dat U kijkt met ogen,

Voorganger: ds. Jan Willem Drost Organist: Els Dijkerman Namens de kerkenraad: Johan Meijer Lector: Gieneke van Nus T Toenadering Orgelspel

Wij zingen voor de dienst: Lied 216:1, 2 en 3

Daar juicht een toon, daar klinkt een stem, Die galmt door heel Jeruzalem; Een heerlijk morgenlicht breekt aan; De Zoon van God is opgestaan!

Noordhorn. februari Gods 12 toekomstplannen Het boek Openbaring

! "!# "$" "% %" "# % &"%"& "! " "" % #$ %#% ' %"( % ")$ " " % % ' * % %") %" % $ + "% " % & &, *! $ -". %" %" '!! "% )"%( " &%(1'!

Een geopende hemel. Opb. 4:1 Hierna had ik een visioen. Er stond een deur open in de hemel.

De hemel, de mooie thuis van God

Mededelingen door de ouderling van dienst. Margreet Reitsma Pastoraal Ouderling, sectie 7

Jeremia 33:3. Roep mij aan, en ik zal je antwoorden, ik zal je grote, wonderlijke dingen bekendmaken, dingen die je volkomen onbekend zijn.

Noordhorn. februari Gods 12 toekomstplannen Het boek Openbaring

Binnenkomst in stilte in de donkere kerk. We zingen:

Noordhorn. februari Gods 12 toekomstplannen Het boek Openbaring

EEN PRINS WORDT EEN HERDER

Romeinen 1. Begin van de brief

Ruimte voor verstilling

DE HEMEL, GODS PRACHTIGE THUIS

Mededelingen. Psalm 121: 1 >

Jakobus 1. Begin van de brief

Het wonder van het kruis. De omwisseling aan het kruis

DE HEMEL, GODS PRACHTIGE THUIS

Openbaring verbeeld in de Douce Apocalypse

1. Als het leven soms pijn doet

Wie is Jezus, deel 2. les 5b FOLLOW

Liturgie Votum en Groet. Hemelhoog 561 Ik ben zo dankbaar

Vraag 96 : Wat eist God in het tweede gebod?

Kom hierboven! - Brandstof voor je ziel - Kijken naar je eeuwige erfenis - Ingaan op je eeuwige roeping

EEN PRINS WORDT EEN HERDER

Voorganger: Ds. W. Gugler Ouderling: Ariëtte van Kempen Muziek: Double DJ Music Koster: H. Hoorn / J. Hijmissen

3 Jullie moeten jezelf niet beter vinden dan een ander, of opscheppen

Het Romeinse Rijk

19 april uur AA Kramer

Goede vrijdag Zie Het Lam!

vrijdag 1 januari NIEUWJAARSDAG De Heer zal jullie gelukkig maken en jullie beschermen. Numeri 6:24

21 april 2019 PASEN uur J Boersma piano: Piet Noort schriftlezing: Jaap Wolters

Gemeente van de Heer,

Voorganger: ds. Werner Gugler Ouderling: H.H. Hilbers Koster: Dimri Bruggeman / A. van den Bor Muziek: Double DJ Music

Muzikaal kerstverhaal: Ga je mee op zoek. Voorganger: Heidi Ebbers. M.m.v. Kinderdienstcommissie en figuranten. Muziek: Young Company en Cantorij

BIJBELLEESROOSTER VOOR GEZINNEN met kinderen in de basisschoolleeftijd

Openbaring een overzicht. Een overzicht van Openbaring, zoals toegepast in de Bijbelstudies in Christengemeente het Kruispunt, begin van 2010.

Boek1. Les 1. Dit is het verhaal van Maria. Dit is het verhaal van de engel. Dit is het verhaal van Jezus.

Bijbelstudie Door het geloof I

Liturgie morgendienst 15 oktober, voorgangers ds. W. Louwerse. Micha-zondag Thema: De knop om. Mededelingen. Zingen: Gezang 21: 1 en 4. Votum.

Ruimte voor verstilling

Thema: Staan op de schouders van je ouders

God, laat ons uw liefde zien en maak ons gelukkig.

Sterker dan de dood Paasprogramma 2016 Groep 1 t/m 4 Joh. Bogermanschool Houten

een stralende bruid, die uitziet naar (eind goed, al goed) Openbaring

Om 9.55 uur zingen we samen met de muziekgroep: U bent heilig

Een beestachtige oorlog

De boom van Isaï. Vragen. Lezen: Jesaja 11:1-10

Gebedshoeken voor jongeren: Sta op en schitter!

ORDE. voor afscheidsdienst van. Theo Cornelis Heus. Theo. Maranathakerk, Lunteren 30 november 2017

Welkom en Afkondigingen >

God houdt zijn belofte Genesis 21:1-6. De berg op Genesis 22:1-8. God heeft me heel gelukkig gemaakt! Ze noemden hun zoon Izak. Dat betekent: lachen.

Maand 9 week 1: De tabernakel.

ALS ER EEN GOD IS WAAROM IS ER DAN ZOVEEL ELLENDE IN DE WERELD?


Bob Hartman. Beste ouders en verzorgers,

Cadeautjes. Aangepaste dienst Zondag 27 november 2016 Ds. Henk Bondt

Heer, U zocht mij, toen ik was weggegaan U bracht mij veilig in Uw gezin U vergaf mij, mijn schuld is weggedaan U gaf mijn leven een nieuw begin

Het evangelie volgens Johannes

3 maart uur ZJC van Harten orgel: Peter Sneep schriftlezing: Rinke Larooy

Eredienst 2 April uur Voorganger: Ds. H. vd Berg

G. OOK MET U ZIJ DE HEER.

Het wordt licht. Genesis 1:1-5

openbaring 12:1-6 de vrouw en de draak

Welk danklied wordt beschreven in Jesaja 12?

Noordhorn. februari Gods 12 toekomstplannen Het boek Openbaring

6 Stefanus gevangengenomen

k wil even bij U komen (U bent mijn vriend) Tekst: Arend Jansen Muziek: Marcel Zimmer 2005 Celmar Music / Eagle Music

Transcriptie:

Openbaring 1 Begin van het boek Waar gaat dit boek over? 1-2 In dit boek staat wat er binnenkort gaat gebeuren. God heeft zijn plannen aan Jezus Christus verteld, zodat Jezus ze aan de christenen bekend kon maken. Jezus stuurde een engel naar zijn dienaar Johannes. Die engel liet in een droom aan Johannes zien wat er zou gaan gebeuren. Johannes heeft in dit boek opgeschreven wat hij zag. Zo geeft hij de plannen van God en Jezus Christus door. 3 Gelukkig zijn de mensen die dit boek voorlezen! En gelukkig zijn de mensen die ernaar luisteren en doen wat er in dit boek staat. Want het duurt niet lang meer voordat al die dingen gaan gebeuren! Brieven aan de zeven kerken Johannes groet de christenen 4-5 Van Johannes. Aan de christenen van de zeven kerken in Asia. Ik wens jullie toe dat God, en de zeven goede geesten die voor zijn troon staan, en Jezus Christus goed voor jullie zijn. En dat zij jullie vrede geven. God is er, hij was er, en hij zal komen. En op Jezus Christus kunnen jullie vertrouwen. Hij spreekt de waarheid. Hij heeft als eerste de dood overwonnen, en hij is de machtigste koning van de aarde. Jezus houdt van ons. Hij is gestorven om ons te bevrijden van onze zonden. 6 Hij heeft van ons een volk van priesters gemaakt, zodat wij God, de Vader, kunnen dienen. Alle eer en macht aan Jezus, voor altijd en eeuwig! Amen. Johannes vertelt over de toekomst 7 Jezus Christus zal op de wolken uit de hemel komen. Iedereen zal hem zien, ook de mensen die hem gedood hebben. Dan zullen alle mensen op aarde om hem huilen en jammeren. Ja, zo zal het gaan! 8 God, de Heer, zegt: Ik ben de machtige God! Ik ben het begin en het einde. Ik ben degene die er is, die er was, en die zal komen. Johannes vertelt over een droom 9 Vrienden, ik heb het moeilijk, net als jullie. Maar omdat we samen Gods volk zijn, zullen we geduldig volhouden. En Jezus zal ons helpen. Ik vertelde de mensen over God en over Jezus. Daardoor kwam ik op het eiland Patmos terecht. 10 Op een zondag, de dag van de Heer, kreeg ik een bijzondere droom. Ik hoorde een luide stem achter me, een stem die klonk als een trompet.

11 De stem zei: Schrijf in een boek alles op wat je ziet. En stuur dat boek naar de zeven kerken in Asia: naar Efeze, Smyrna, Pergamum, Tyatira, Sardes, Filadelfia en Laodicea. Johannes ziet Jezus in zijn droom 12 Ik wilde zien wie er tegen me sprak, en draaide me om. Ik zag zeven gouden kandelaars. 13 En tussen de kandelaars stond iemand die eruitzag als een mens. Hij had een lange mantel aan, en een gouden band om zijn borst. 14 Zijn haar was zo wit als witte wol, het was zo wit als sneeuw. Zijn ogen schitterden als vlammen. 15 Zijn voeten hadden een felle glans, net als gesmolten koper. En zijn stem klonk als het geluid van de bulderende zee. 16 In zijn rechterhand had hij zeven sterren. Uit zijn mond kwam een scherp zwaard, en zijn gezicht straalde zo fel als de zon. 17 Toen ik hem zag, schrok ik heel erg, en ik viel languit op de grond alsof ik dood was. Maar hij legde zijn rechterhand op me en zei: Je hoeft niet bang te zijn. Ik ben de eerste en de laatste. 18 Ik ben degene die leeft! Ik was dood, maar nu leef ik voor altijd en eeuwig. Ik heb de macht gekregen over de dood en het land van de dood. 19 Schrijf op wat je gezien hebt. Vertel wat er nu gebeurt, en wat er daarna zal gebeuren. 20 Ik zal je vertellen wat de zeven sterren in mijn rechterhand en de zeven gouden kandelaars betekenen. De zeven kandelaars zijn de zeven kerken, en de zeven sterren zijn de engelen die bij die kerken horen. Openbaring 2 Brief aan de christenen in Efeze 1 Schrijf aan de engel van Efeze een brief voor de christenen daar. Schrijf: Jezus Christus is aanwezig tussen de zeven gouden kandelaars, en hij houdt zeven sterren in zijn rechterhand. Hij zegt: 2 Ik weet hoe jullie je gedragen. Ik weet hoe jullie je best doen en hoe jullie dat volhouden. Ik weet ook dat jullie niet van slechte mensen houden. Want er kwamen mensen bij jullie die zeiden dat ze apostelen waren. Maar jullie onderzochten dat en ontdekten dat ze leugens vertelden. 3 Jullie hebben het moeilijk omdat jullie in mij geloven. Maar jullie twijfelen niet, en jullie blijven volhouden. 4 Toch heb ik ook kritiek op jullie. Want vroeger was ik het belangrijkste in jullie leven. Maar dat is nu niet meer zo. 5 Laat zien dat jullie spijt hebben, en verander je leven. Leef weer zoals eerst. Anders kom ik naar jullie toe, en dan zal het zijn alsof het licht van je kandelaar dooft. Dan blijft er niets van jullie over.

6 Maar er is ook iets goeds over jullie te zeggen. Jullie haten de dingen die de Nikolaïeten doen, net als ik. 7 Laat de woorden van de heilige Geest goed tot je doordringen. Als jullie volhouden, zal ik jullie laten eten van de boom die eeuwig leven geeft. Die boom staat in de tuin van God. Brief aan de christenen in Smyrna 8 Schrijf aan de engel van Smyrna een brief voor de christenen daar. Schrijf: Jezus Christus is de eerste en de laatste. Hij was dood, maar nu leeft hij. Hij zegt: 9 Ik weet hoe moeilijk jullie het hebben, en hoe arm jullie zijn. Maar eigenlijk zijn jullie rijk. Ik weet dat er leugens over jullie verteld worden. De mensen die dat doen, noemen zich Joden, maar dat zijn ze niet. Ze horen niet bij God, maar bij Satan. 10 Jullie zullen het moeilijk krijgen, maar daar moeten jullie niet bang voor zijn. De duivel zal sommigen van jullie in de gevangenis laten opsluiten. Zo zal hij proberen jullie van je geloof af te brengen. In de gevangenis zullen jullie tien dagen lang lijden. Maar als jullie tot aan je dood in mij blijven geloven, beloon ik jullie met het eeuwige leven. 11 Laat de woorden van de heilige Geest goed tot je doordringen. Als jullie volhouden, zullen jullie niet voor de tweede keer sterven, en niet voor eeuwig lijden in het vuur. Brief aan de christenen in Pergamum 12 Schrijf aan de engel van Pergamum een brief voor de christenen daar. Schrijf: Jezus Christus heeft een scherp zwaard. Hij zegt: 13 Ik weet waar jullie wonen. Jullie wonen in de stad waar Satan zelf woont. Zijn troon staat in jullie stad. Toch zijn jullie trouw aan mij gebleven. Jullie zijn niet bang geweest om te zeggen dat jullie in mij geloven. Zelfs niet toen mijn dienaar Antipas gedood werd, die aan iedereen over mij vertelde. 14 Toch heb ik ook kritiek op jullie. Want er zijn bij jullie volgelingen van de profeet Bileam. Lang geleden wilde koning Balak dat de Israëlieten ongehoorzaam zouden worden aan God. Hij liet Bileam halen om hem te helpen. Die verleidde de Israëlieten om verboden seks te hebben, en om vlees te eten dat aan afgoden geofferd was. 15 Nu zijn er bij jullie volgelingen van de Nikolaïeten, en die doen precies hetzelfde. 16 Verander je leven! Als jullie dat niet doen, dan kom ik snel naar jullie toe. Dan zal ik tegen die volgelingen vechten met het zwaard dat uit mijn mond komt. 17 Laat de woorden van de heilige Geest goed tot je doordringen. Als jullie volhouden, zal ik jullie brood geven dat eeuwig leven geeft. En ik geef jullie een witte steen waar een nieuwe naam op staat. Niemand kent die naam, behalve degene die de steen krijgt. Brief aan de christenen in Tyatira 18 Schrijf aan de engel van Tyatira een brief voor de christenen daar. Schrijf: De Zoon van God heeft ogen die schitteren als vlammen, en voeten die glanzen als koper. Hij zegt:

19 Ik weet hoe jullie je gedragen. Ik weet hoe groot jullie liefde is, en jullie geloof. Ik weet dat jullie veel mensen helpen, en dat jullie blijven volhouden. Jullie gedrag is nu beter dan vroeger. 20 Toch heb ik ook kritiek op jullie. Want jullie laten die slechte vrouw Izebel haar gang gaan. Zij verleidt jullie. Ze zegt dat ze een profetes is, maar ze leert jullie verkeerde dingen! Ze heeft jullie verleid om verboden seks te hebben, en om vlees te eten dat aan afgoden geofferd is. 21 Ik heb haar de tijd gegeven om haar leven te veranderen en te stoppen met haar slechte gedrag. Maar dat wil ze helemaal niet! 22-23 Dus ik zal ervoor zorgen dat ze ziek wordt. Ik zal haar volgelingen doden. En ik breng iedereen die naar haar blijft luisteren, in grote moeilijkheden. Dan zullen alle christenen begrijpen dat ik het hart van de mensen ken. En dat ik iedereen geef wat hij verdient. 24 De volgelingen van Izebel zeggen dat ze de geheimen van Satan kennen. Gelukkig zijn er ook christenen in Tyatira die daar niets van willen weten. Zij hebben niet naar Izebel geluisterd. Tegen hen zeg ik: Jullie hoeven maar één ding te doen. 25 Blijf geloven totdat ik kom. 26 Als jullie volhouden en blijven doen wat ik wil, dan geef ik jullie macht over alle volken. 27 Alle landen zullen van jullie zijn. Jullie zullen je vijanden vernietigen, er zal niets van hen overblijven. 28 Ik zal macht geven aan jullie, zoals mijn Vader macht gegeven heeft aan mij. En dan zullen jullie net zo zijn als ik. 29 Laat de woorden van de heilige Geest goed tot je doordringen. Openbaring 3 Brief aan de christenen in Sardes 1 Schrijf aan de engel van Sardes een brief voor de christenen daar. Schrijf: Jezus Christus heeft de macht over de zeven sterren. Dat zijn de zeven goede geesten van God. Jezus zegt: Ik weet hoe jullie je gedragen. Jullie leven ziet er mooi uit, maar het is niets waard. 2 Want jullie doen slechte dingen, die God niet wil. Stop daarmee! Ga beter leven, jullie weten nu nog hoe dat moet. 3 Denk aan het moment dat jullie het goede nieuws over mij voor het eerst hoorden en begrepen. Houd daaraan vast en verander je leven. Als jullie dat niet doen, dan zal ik jullie plotseling overvallen. Jullie zullen niet weten wanneer ik kom. Want ik kom zo onverwachts als een dief. 4 In jullie stad zijn ook een paar christenen die trouw gebleven zijn aan Jezus. Zij zullen bij mij wonen en de witte kleren van Gods nieuwe wereld dragen. Want dat verdienen ze. 5-6 Laat de woorden van de heilige Geest goed tot je doordringen. Als jullie volhouden, zullen ook jullie die witte kleren dragen. Ik zal jullie naam dan niet wegstrepen uit het

boek van het leven. Maar ik zal tegen mijn Vader en zijn engelen zeggen dat jullie bij mij horen. Brief aan de christenen in Filadelfia 7 Schrijf aan de engel van Filadelfia een brief voor de christenen daar. Schrijf: Jezus Christus is heilig en betrouwbaar. Hij heeft de sleutel van de stad van David, het nieuwe Jeruzalem. Als Jezus de poort van die stad voor je opent, kan niemand hem weer sluiten. Als hij de poort voor je sluit, kan niemand hem weer openen. Hij zegt: 8 Ik weet hoe jullie je gedragen. Jullie hebben weinig invloed, maar jullie zijn wel trouw aan mij, en jullie doen wat ik wil. Daarom heb ik de poort naar het nieuwe Jeruzalem voor jullie opengedaan. Niemand kan die poort weer sluiten. 9 Er zijn mensen bij jullie die liegen. Ze zeggen dat ze Joden zijn, maar dat is niet zo. Ze horen niet bij God, maar bij Satan. Ik zal ervoor zorgen dat ze voor jullie knielen en jullie eren. Ze zullen begrijpen dat ik van jullie houd. 10 Er komt een tijd van grote ellende op aarde, een tijd dat alle mensen het heel moeilijk zullen hebben. Maar jullie zal ik beschermen. Want ik heb gezegd dat jullie mij trouw moesten blijven, en daar hebben jullie naar geluisterd. 11 Ik zal snel komen. Blijf in mij geloven, dan kan niemand jullie het eeuwige leven afnemen. 12-13 Laat de woorden van de heilige Geest goed tot je doordringen. Als jullie volhouden, zullen jullie belangrijk zijn in Gods nieuwe wereld. Zo belangrijk als een zuil in Gods tempel, een zuil die nooit verdwijnen zal. Jullie zullen mijn nieuwe naam dragen, en de naam van God, en de naam van Gods stad. De stad van God is het nieuwe Jeruzalem. Dat nieuwe Jeruzalem zal vanuit de hemel naar de aarde komen. Brief aan de christenen in Laodicea 14 Schrijf aan de engel van Laodicea een brief voor de christenen daar. Schrijf: Christus was het begin van Gods schepping. Hij doet wat hij belooft, hij spreekt de waarheid en je kunt op hem vertrouwen. Hij zegt: 15 Ik weet hoe jullie je gedragen. Jullie zijn niet tegen mij, maar ook niet voor mij. Waren jullie maar voor mij of tegen mij! 16 Omdat jullie geen van beide zijn, wil ik niets met jullie te maken hebben. 17 Jullie zeggen dat jullie rijk zijn. Dat jullie alles hebben wat jullie willen, en niets meer nodig hebben. Maar jullie zien niet hoe slecht het met jullie gaat! Hoe ongelukkig jullie zijn, hoe arm, blind en naakt. 18 Daarom geef ik jullie deze raad: Koop zuiver goud bij mij, want pas dan zul je echt rijk zijn. Koop witte kleren bij mij en trek ze aan, zodat je niet langer naakt bent. Koop mijn zalf en smeer die op je ogen, zodat je weer kunt zien. 19 Ik houd van jullie, en daarom straf ik jullie. Zo wil ik jullie leren goed te leven. Dus ga je best doen en verander je leven! 20 Ik roep jullie alsof ik voor jullie deur sta. Als jullie mij horen en binnenlaten, zal ik altijd bij jullie zijn. 21-22 Laat de woorden van de heilige Geest goed tot je doordringen. Als jullie volhouden, zullen jullie overwinnen en samen met mij op mijn troon zitten. Net zoals ik overwonnen heb, en nu samen met mijn Vader op zijn troon zit.

Openbaring 4 Johannes ziet de troon van God In de hemel staat een deur open 1 Daarna keek ik omhoog. En ik zag in de hemel een deur openstaan. Weer hoorde ik de stem die klonk als een trompet. De stem zei: Kom naar boven, dan laat ik je zien wat er vanaf nu zal gebeuren. 2 Op datzelfde moment kwam de Geest van God in mij. Ik zag een troon staan in de hemel. Op die troon zat iemand 3 die straalde als groene en rode edelstenen. Boven de troon was een schitterende regenboog, 4 en om de troon heen stonden 24 andere tronen. Op die tronen zaten 24 leiders van Gods volk. Ze droegen witte kleren en hadden een gouden kroon op hun hoofd. 5 Uit de troon van God kwam bliksem en donder. En voor de troon brandden zeven grote vlammen. Dat zijn de zeven goede geesten van God. 6 De grond voor de troon leek op een zee van glas, net zo helder als kristal. Bij Gods troon staan vier dieren Om de troon heen stonden vier dieren, aan elke kant één. De dieren hadden overal op hun lichaam ogen, aan de voorkant en aan de achterkant. 7 Het eerste dier leek op een leeuw. Het tweede dier leek op een jonge stier. Het derde dier had het gezicht van een mens. En het vierde dier leek op een vliegende adelaar. 8 Elk dier had zes vleugels, en ook op de vleugels zaten overal ogen. De vier dieren eren God Dag en nacht zingen de dieren: Heilig is hij! Heilig is God, de Heer. Heilig is de machtige God, die er is, die er was, en die zal komen. 9 De vier dieren zingen voor God, die op zijn troon zit en eeuwig leeft. Ze juichen, en ze eren en danken hem. 10 Telkens als de dieren zingen, knielen de 24 leiders voor Gods troon. Ze eren God, die eeuwig leeft. Ze leggen hun gouden kronen voor zijn troon neer, en zingen: 11 Heer, onze God, u hebt alles gemaakt. De wereld bestaat omdat u dat wilt. Iedereen moet voor u juichen, iedereen moet uw macht prijzen. U verdient alle eer! Openbaring 5

Johannes ziet een lam God heeft een boek dat gesloten is 1 Toen zag ik een boek in de rechterhand van God. Het boek was helemaal volgeschreven, en het was gesloten met zeven zegels. 2 Ik zag ook een machtige engel. Hij riep luid: Wie mag de zegels verbreken en het boek openen? 3 Maar er was niemand in de hemel of op de aarde of onder de aarde die het boek kon openen en lezen. 4 Niemand was het waard om dat te doen, en daarom begon ik te huilen. Jezus kan het boek openen 5 Maar toen zei één van de 24 leiders: Huil niet! Want er is iemand die de dood overwonnen heeft. Hij is een nakomeling van David, en hij wordt de Leeuw van Juda genoemd. Hij mag het boek met de zeven zegels openen. 6 Toen zag ik midden voor de troon een lam staan. Het stond tussen de vier dieren en de 24 leiders. Het leek alsof het lam geslacht was. Het had zeven hoorns en zeven ogen. Die ogen zijn de goede geesten van God, die overal in de wereld rondkijken. 7 Het lam ging naar de troon toe en kreeg het boek uit de rechterhand van God. Het lam wordt in de hemel vereerd 8 Toen het lam het boek kreeg, knielden de vier dieren en de 24 leiders. Ze hadden allemaal een harp en een gouden schaal vol wierook. Die wierook is het gebed van de gelovigen. 9 Ze begonnen een nieuw lied te zingen voor het lam: U verdient het om het boek te krijgen, u verdient het om de zegels te verbreken en het boek te openen. Want u bent gedood, en dankzij uw dood heeft God mensen bevrijd van hun schuld, mensen uit de hele wereld, van alle volken en talen. 10 U maakte van hen een heilig volk van priesters. Ze zullen als koningen heersen op aarde. Iedereen vereert het lam 11 Behalve de stemmen van de vier dieren en de 24 leiders hoorde ik ook het geluid van heel veel engelen. Ze stonden rondom de troon. Het waren er duizenden, het waren er miljoenen! 12 Ze riepen met luide stem: Het lam dat gedood werd, verdient alle macht en rijkdom, alle wijsheid en kracht, alle eer en dank! 13 En ik hoorde iedereen zingen, in de hemel, op de aarde, onder de aarde en in de zee: God en het lam verdienen alle eer, alle macht en alle kracht, altijd en overal.

14 De vier dieren antwoordden: Amen. En de 24 leiders knielden voor God en het lam, en eerden hen. Openbaring 6 Het boek met de zeven zegels Het eerste en het tweede zegel 1 Toen zag ik dat het lam één van de zeven zegels van het boek van God verbrak. En met een stem die klonk als de donder, zei één van de vier dieren: Kom! 2 Meteen zag ik een wit paard aankomen. De ruiter op het paard had een boog in zijn hand. Hij had gevochten en gewonnen, daarom kreeg hij een kroon. En hij vertrok, op weg naar nieuwe overwinningen. 3 Toen zag ik dat het lam het tweede zegel verbrak. En ik hoorde het tweede dier zeggen: Kom! 4 Ik zag nog een paard komen, een vuurrood paard. De ruiter op het paard kreeg een groot zwaard. Hij moest overal op aarde oorlogen beginnen, zodat de mensen elkaar zouden doden. Het derde en het vierde zegel 5 Toen zag ik dat het lam het derde zegel verbrak. En ik hoorde het derde dier zeggen: Kom! Nu zag ik een zwart paard. De ruiter op het paard had een weegschaal in zijn hand. 6 Tussen de vier dieren klonk een stem. De stem zei: Zorg ervoor dat brood heel erg duur wordt. Maar olijfolie en wijn mogen niet duurder worden. 7 Toen zag ik dat het lam het vierde zegel verbrak. En ik hoorde het vierde dier zeggen: Kom! 8 Nu zag ik een paard met een lichtgrijze kleur. De ruiter op het paard heette Dood en de dienaar die achter hem aan kwam, heette Land van de Dood. Zij kregen de macht over een vierde deel van de aarde. Daar lieten ze de mensen sterven door oorlogen, honger, ziektes en wilde dieren. Het vijfde zegel 9 Toen het lam het vijfde zegel verbrak, zag ik onder het altaar de zielen van de gedode christenen. Ze waren gedood omdat ze over God en Jezus gesproken hadden. 10 Nu riepen ze: Heilige en betrouwbare Heer! Wanneer komt u om recht te spreken over de mensen op aarde? Wanneer gaat u de mensen straffen die ons gedood hebben? 11 Er werd tegen de zielen gezegd dat ze nog een korte tijd geduld moesten hebben. Want eerst zouden er nog meer christenen gedood worden. Zo had God het bepaald. Maar elke ziel onder het altaar kreeg nu al witte kleren. Het zesde zegel 12 Toen het lam het zesde zegel verbrak, zag ik hoe er op aarde een zware aardbeving kwam. De zon werd zwart en de maan werd zo rood als bloed.

13 De sterren vielen op de aarde, zoals vijgen die door een storm uit een boom worden geschud. 14 Ook de hemel verdween, hij werd opgerold als een vel papier. Geen berg of eiland bleef op zijn plaats. 15 Iedereen vluchtte in grotten en tussen rotsen in de bergen. Koningen, bestuurders, legerleiders en rijke mensen verborgen zich daar, samen met slaven en alle andere mensen. 16 Allemaal riepen ze naar de bergen en rotsen: Val op ons neer en verberg ons! Zorg dat God, die op zijn troon zit, ons niet kan zien. Bescherm ons tegen de woede van het lam. 17 Want de grote dag is gekomen waarop God en het lam de mensen straffen. Wie kan er nu in leven blijven? Openbaring 7 De aarde zal gestraft worden 1 Daarna zag ik vier engelen op de vier hoeken van de aarde staan. Ze hielden de vier winden tegen die over de aarde waaien. Daardoor kon het niet meer waaien, niet over het land, niet over de zee, en niet door de bomen. 2 Zo moesten de engelen schade toebrengen aan de aarde en de zee. Toen zag ik vanuit het oosten nog een engel komen. Hij had de zegelring van de levende God bij zich. Die engel riep met luide stem naar de vier andere engelen: 3 Breng nog geen schade toe aan de aarde, de zee en de bomen. Eerst moeten we een teken zetten op het voorhoofd van de dienaren van God. 144.000 mensen krijgen een teken 4 Ik hoorde hoeveel mensen het teken op hun voorhoofd kregen: in totaal 144.000. Ze kwamen uit alle stammen van Israël. 5 Uit de stam Juda kwamen 12.000 mensen, uit de stam Ruben 12.000, uit de stam Gad 12.000, 6 uit de stam Aser 12.000, uit de stam Naftali 12.000, uit de stam Manasse 12.000, 7 uit de stam Simeon 12.000, uit de stam Levi 12.000, uit de stam Issachar 12.000, 8 uit de stam Zebulon 12.000, uit de stam Jozef 12.000 en uit de stam Benjamin 12.000. Een grote groep mensen staat voor Gods troon 9 Daarna zag ik een grote groep mensen uit de hele wereld, van alle volken en talen. Het waren zo veel mensen dat niemand ze kon tellen. Allemaal hadden ze witte kleren aan en hielden ze palmtakken in hun handen. Samen stonden ze voor de troon van God en voor het lam. 10 Ze riepen: De redding komt van onze God, die op zijn troon zit, en van het lam. 11 Rondom de troon van God stonden alle engelen. Samen met de 24 leiders van het volk en de vier dieren knielden ze voor God. En ze eerden hem

12 met de woorden: Amen! God verdient alle wijsheid, dank en eer, macht en kracht, altijd en overal! God beschermt de christenen 13 Eén van de 24 leiders vroeg mij: Wie zijn die mensen in witte kleren? En waar komen ze vandaan? 14 Ik antwoordde: Ik weet dat niet, heer, maar u weet het wel. Hij zei tegen me: Dat zijn de mensen die bij Christus horen, die voor hen is gestorven. Zij hebben de tijd van het zware lijden meegemaakt, maar ze zijn Christus steeds trouw gebleven. Daarom mogen ze nu witte kleren dragen 15 en voor de troon van God staan. Dag en nacht vereren ze hem in zijn tempel in de hemel. God zal altijd bij hen zijn. 16 Ze zullen geen honger of dorst meer hebben. Ze zullen geen last hebben van de hete wind en de brandende zon. 17 Want het lam, dat vlak bij Gods troon staat, zal hen beschermen. Het lam brengt hen naar een bron met water dat eeuwig leven geeft. En dan zal God al hun tranen drogen. Openbaring 8 Het lam verbreekt het zevende zegel 1 Toen het lam het zevende zegel van het boek van God verbrak, werd het stil in de hemel. Die stilte duurde ongeveer een half uur. 2 Toen zag ik de zeven engelen die dicht bij God zijn. Ze kregen alle zeven een trompet. 3 Daarna kwam er nog een engel, die met een gouden schaal bij het altaar ging staan. In die schaal kreeg hij veel wierook. Die moest hij offeren op het gouden altaar voor de troon, samen met de gebeden van alle gelovigen. 4 De wierook en de gebeden stegen op naar God. 5 Toen nam de engel de gouden schaal, en hij vulde die met vuur van het altaar. Dat vuur gooide hij op de aarde. Toen kwam er bliksem en donder, en de aarde beefde. De zeven trompetten De eerste en de tweede trompet 6 De zeven engelen maakten zich klaar om op hun trompet te blazen. 7 De eerste engel blies op zijn trompet. Toen werd er hagel en vuur, vermengd met bloed, op de aarde gegooid. Daardoor verbrandde een derde deel van de aarde, een derde deel van de bomen, en al het groene gras. 8 Toen blies de tweede engel op zijn trompet. Ik zag iets dat leek op een grote berg waar vlammen uit kwamen. Die berg werd in zee gegooid. Daardoor veranderde een derde deel van de zee in bloed, 9 een derde deel van alle zeedieren ging dood, en een derde deel van alle schepen zonk. De derde en de vierde trompet

10-11 De derde engel blies op zijn trompet. Er viel een grote ster brandend uit de hemel. De ster had een naam, hij heette Bitter. Hij viel op een derde deel van de rivieren en waterbronnen, en maakte het water daarvan bitter. Door dat bittere water stierven veel mensen. 12 Toen blies de vierde engel op zijn trompet. Een derde deel van de zon, een derde deel van de maan en een derde deel van de sterren werd donker. Daardoor was er een derde deel van de dag geen licht. En ook een derde deel van de nacht was het helemaal donker. 13 Toen zag ik hoog in de lucht een adelaar vliegen. Hij riep heel hard: Dit is een grote ramp! Want er zullen nog drie engelen op hun trompet blazen. Dat zal een ramp zijn voor de bewoners van de aarde! Een grote ramp! Openbaring 9 De vijfde trompet 1 De vijfde engel blies op zijn trompet. Ik zag een ster die uit de hemel op de aarde gevallen was. Die ster kreeg de sleutel van de put die in de hel uitkomt. 2 De ster opende die put en meteen kwam er veel rook naar boven. Het leek alsof die rook uit een heel grote oven kwam. De rook maakte de zon en de hemel donker. Er komen sprinkhanen uit de hel 3 Uit de rook kwamen sprinkhanen tevoorschijn, die de aarde bedekten. Die sprinkhanen konden steken, net als schorpioenen. 4 De sprinkhanen mochten geen schade toebrengen aan planten, struiken en bomen. Ook moesten ze alle mensen met rust laten die het teken van God op hun voorhoofd hadden. 5 Maar verder moesten ze iedereen vijf maanden lang pijn doen. Die pijn was net zo erg als de pijn van de steek van een schorpioen. 6 In de tijd dat al die dingen gebeuren, zullen de mensen willen sterven. Maar dat zal hun niet lukken. Ze zullen naar de dood verlangen, maar die zal niet komen. Het uiterlijk van de sprinkhanen 7-8 De sprinkhanen zagen eruit als paarden die klaarstaan voor de oorlog. Op hun hoofd droegen ze iets dat leek op een gouden kroon. Ze hadden lange haren, en een gezicht dat leek op het gezicht van een mens. Hun tanden leken op de tanden van een leeuw, 9 en hun borst leek op een ijzeren harnas. Het geluid van hun vleugels klonk als het lawaai van honderden paarden en wagens die de oorlog in gaan. 10 De sprinkhanen hadden net zulke staarten als schorpioenen. Daarmee konden ze mensen steken en pijn doen, vijf maanden lang. 11 De koning van de sprinkhanen heette in het Hebreeuws Abaddon, en in het Grieks Apollyon. Hij was de engel van de hel. 12 Als dat gebeurd is, is de eerste ramp voorbij, maar er zullen er nog twee komen! De zesde trompet

13 De zesde engel blies op zijn trompet. Ik hoorde een stem klinken uit de vier hoeken van het gouden altaar dat voor de troon van God staat. 14 De stem zei tegen de engel met de trompet: Maak de vier engelen los die vastgebonden zijn bij de grote rivier de Eufraat. 15 De vier engelen werden losgemaakt. God had bepaald dat ze precies op dat moment een derde deel van alle mensen moesten doden. 16 Toen hoorde ik hoe groot het leger van de vier engelen was: tweehonderd miljoen paarden en ruiters. 17 In mijn droom zag ik hoe ze eruitzagen. De ruiters droegen rode, blauwe en gele harnassen. De hoofden van de paarden leken op de koppen van leeuwen, en uit hun mond kwamen vuur, rook en giftig gas. 18-19 Door het vuur, de rook en het gas werd een derde deel van alle mensen gedood. Het waren drie straffen van God. De paarden gebruikten ook hun staart om mensen kwaad te doen. Want hun staarten leken op slangen met koppen, en daarmee beten ze mensen. De mensen veranderen hun gedrag niet 20-21 Veel mensen stierven door die straffen van God. Maar de mensen die in leven bleven, veranderden hun gedrag niet. Ze gingen door met moorden en stelen, met toverkunsten en verboden seks. Ze bleven knielen voor de beelden van goud, zilver, brons, steen en hout die ze zelf gemaakt hadden. En ze bleven afgoden vereren die niet konden bewegen, en die niet konden zien of horen. Openbaring 10 Een engel met een boekje 1 Toen zag ik opnieuw een machtige engel uit de hemel komen. Hij had een wolk als een mantel om zich heen, en boven zijn hoofd was een regenboog. Zijn gezicht straalde als de zon, en zijn benen leken op zuilen van vuur. 2 De engel hield een boekje open in zijn hand. Hij zette zijn rechtervoet op de zee en zijn linkervoet op het land. 3 Toen gaf hij een luide schreeuw, die klonk als het brullen van een leeuw. Direct daarna hoorde ik zeven keer het geluid van de donder. 4 Ik wilde opschrijven wat de donder mij vertelde, maar een stem uit de hemel zei: Wat de donder vertelt, moet geheim blijven. Schrijf het niet op! De engel doet een plechtige belofte 5 Ik keek naar de engel die op de zee en op het land stond. Hij deed zijn rechterhand omhoog 6 en zei: De tijd is voorbij! Dat zeg ik namens de God die altijd leeft, die de hemel, de aarde en de zee gemaakt heeft, en alles wat er is. 7 Als de zevende engel op zijn trompet blaast, is het zover. Dan gaat alles gebeuren wat God van plan is, en wat hij al aan zijn profeten bekendgemaakt heeft. Johannes eet het boekje op

8 Toen hoorde ik de stem uit de hemel opnieuw. Hij zei tegen me: Ga naar de engel die op de zee en op het land staat, en pak het geopende boekje dat hij in zijn hand heeft. 9 Ik ging naar de engel toe en vroeg om het boekje. De engel gaf het aan mij en zei: Eet dit boekje op. In je mond zal het zo zoet smaken als honing, maar in je maag zal het pijn doen. 10 Ik pakte het boekje en at het op. Het smaakte zoet. Maar toen ik het opgegeten had, kreeg ik pijn in mijn maag. 11 Toen hoorde ik zeggen: God gaat veel landen, volken en koningen straffen. Dat moet jij opnieuw aan de mensen gaan vertellen. Openbaring 11 Johannes moet de tempel opmeten 1 Daarna kreeg ik een meetstok, en iemand zei: Ga Gods tempel en het altaar opmeten. En tel de mensen die in de tempel God vereren. 2 Het plein voor de tempel hoef je niet op te meten, want dat plein is voor de ongelovigen. Zij zullen drieënhalf jaar lang over de heilige stad heersen. 3 Ik zal mijn twee profeten naar de stad sturen. Ze zullen rouwkleren dragen, en vertellen dat Gods straf zal komen. Dat zullen ze drieënhalf jaar lang doen. De twee profeten van God 4 De twee profeten zijn de twee olijfbomen en de twee kandelaars die voor God staan, de Heer van de wereld. 5 Als iemand die profeten kwaad wil doen, dan komt er vuur uit hun mond. Op die manier zullen ze al hun vijanden doden. Want iedereen die hun kwaad wil doen, moet sterven. 6 Die twee profeten zullen ervoor zorgen dat er geen regen meer valt. Want zolang ze over God vertellen, hebben ze de macht om de hemel te sluiten. Ze hebben ook de macht om water in bloed te veranderen. En ze kunnen op aarde allerlei rampen laten gebeuren, zo vaak als ze willen. De profeten sterven in Jeruzalem 7 Drieënhalf jaar lang zullen de twee profeten over Gods plannen vertellen. Dan zal het beest uit de hel omhoogkomen. Dat beest zal tegen de profeten strijden, hen overwinnen en hen doden. 8 Hun lichamen zullen midden in de grote stad liggen, in de stad die door sommigen Sodom genoemd wordt, of Egypte. Het is de stad waar Jezus gedood is. 9-10 Er zullen veel mensen naar de lichamen komen kijken, mensen uit de hele wereld, van alle volken en talen. Die mensen willen niet dat de profeten begraven worden. In plaats daarvan vieren ze drieënhalve dag feest. Ze zijn blij en feliciteren elkaar omdat de profeten dood zijn. Want die profeten waren de oorzaak van allerlei ellende. God laat de profeten weer leven

11 Na die drieënhalve dag zal God het leven aan de profeten teruggeven. Ze zullen opstaan uit de dood. Iedereen die het ziet, zal erg schrikken. 12 Dan klinkt er een luide stem uit de hemel, die tegen de profeten zegt: Kom hierheen! En de profeten zullen op een wolk naar de hemel gaan, terwijl hun vijanden toekijken. 13 Op hetzelfde moment komt er een zware aardbeving, die een tiende deel van de stad zal verwoesten. Zevenduizend mensen zullen door de aardbeving gedood worden. Alle andere mensen zullen bang worden, en de God van de hemel beginnen te eren. 14 Als dat gebeurd is, is de tweede ramp voorbij, maar de derde ramp zal snel volgen! De zevende engel blaast op zijn trompet 15 Toen blies de zevende engel op zijn trompet. En in de hemel klonken luide stemmen, die zeiden: Nu is de Heer, onze God, koning van de wereld, samen met de messias. Zij zullen voor altijd heersen. 16 De 24 leiders van het volk, die op hun tronen bij God zaten, knielden. Ze eerden God 17 en zeiden: Heer, onze God, u bent de machtige God, die er is, en die er was. Wij danken u, omdat u nu uw grote macht gebruikt en laat zien dat u koning bent. 18 De ongelovigen zijn kwaad en verzetten zich, maar u laat nu ook zelf uw woede zien. Want de tijd is gekomen om recht te spreken over de doden. Het is tijd om uw dienaren, de profeten, te belonen, net als de gelovigen en alle anderen die uw naam eren. En het is tijd om iedereen te vernietigen die de aarde wil vernietigen. 19 Toen ging Gods tempel in de hemel open en de heilige kist werd zichtbaar. Meteen kwam er bliksem en donder, de aarde beefde, en het ging hard hagelen. Openbaring 12 De vrouw en de draak Twee tekens aan de hemel 1 Daarna was er aan de hemel een belangrijk teken te zien. Het was een vrouw. Ze had de zon als een mantel om zich heen, ze had de maan onder haar voeten en een kroon van twaalf sterren op haar hoofd. 2 Ze was zwanger. Ze had weeën en schreeuwde van pijn. 3 Er was nog een teken aan de hemel te zien. Het was een grote, rode draak met zeven koppen en tien hoorns. Op al zijn koppen stond een kroon. 4 Met zijn staart veegde hij een derde deel van de sterren weg, en gooide ze op aarde. Toen ging de draak voor de vrouw staan die aan het bevallen was. Want hij wilde haar kind opeten, zodra het geboren was. 5 De vrouw kreeg haar kind, het was een zoon. Hij zou later alle ongelovigen vernietigen. Het kind werd meteen meegenomen naar God en bij zijn troon gebracht. 6 De vrouw vluchtte naar de woestijn, naar een plek die God voor haar klaargemaakt had. Daar werd drieënhalf jaar voor haar gezorgd.

De draak wordt op de aarde gegooid 7 Toen kwam er oorlog in de hemel. De engel Michaël vocht met zijn engelen tegen de draak. De draak en zijn engelen vochten terug, 8 maar ze verloren de strijd. Daarna was er in de hemel voor hen geen plaats meer. 9 De grote draak werd op de aarde gegooid, samen met zijn engelen. Hij is de slang uit de oude tijd, die de mensen ook wel duivel of Satan noemen. Hij verleidt de mensen op aarde om slechte dingen te doen. Feest in de hemel 10 Toen hoorde ik een luide stem in de hemel zeggen: Onze God is koning, hij heeft ons gered! Vandaag heeft hij laten zien hoeveel macht hij heeft. Vanaf nu heerst hij, samen met de messias. Want Satan is uit de hemel op de aarde gegooid. Dag en nacht vertelde hij aan God wat de christenen fout deden. 11 Maar de christenen hebben van hem gewonnen. Ze hebben gewonnen doordat Jezus Christus voor hen gestorven is. En doordat ze aan iedereen over God en Jezus vertelden. 12 Dat is een feest voor de hemel en voor iedereen die daar woont! Maar voor de aarde en de zee is het een ramp! Nu woont de duivel daar bij jullie, en hij is woedend. Want hij weet dat hij nog maar weinig tijd heeft voor zijn slechte plannen. De draak jaagt op de vrouw 13 De draak zag dat hij op aarde gegooid was. En hij begon direct te jagen op de vrouw die een zoon gekregen had. 14 Maar God gaf haar de vleugels van een adelaar, en daarmee vloog ze naar haar plek in de woestijn. Daar werd drieënhalf jaar voor haar gezorgd en was ze veilig voor de draak. 15 De draak spuugde nog wel een enorme stroom water achter de vrouw aan, om haar daarmee te doden. 16 Maar de aarde hielp haar, ging open en liet het water wegstromen. 17 Toen werd de draak woedend op de vrouw, en hij ging weg om haar andere kinderen te zoeken. Dat waren de christenen die zich hielden aan de wetten van God, en die in Jezus bleven geloven. De draak wilde hen allemaal doden. 18 Maar op het strand bij de zee bleef hij staan. Openbaring 13 De twee beesten Het beest uit de zee 1 Toen zag ik een beest uit de zee komen. Het beest had zeven koppen en tien hoorns. Op elke hoorn had het een kroon, en op elke kop stond een naam die alleen voor God gebruikt mag worden. 2 Het beest leek op een panter, maar het had de poten van een beer en de tanden van een leeuw. Aan dat beest gaf de draak zijn kracht en zijn koninklijke macht.

3 Het beest was dodelijk gewond aan één van zijn koppen, maar de wond genas. Alle mensen waren diep onder de indruk en liepen het beest achterna. 4 Ze eerden de draak omdat hij zijn macht aan het beest gegeven had. En ze eerden het beest door te roepen: Niemand is zo sterk als het beest. Niemand kan een oorlog tegen hem winnen! Het beest heerst drieënhalf jaar lang 5 Het beest mocht slechte dingen zeggen. Het sprak vol trots over zichzelf, maar spotte met God. Drieënhalf jaar lang liet God dat toe. 6 Al die tijd beledigde het beest God, Gods naam, Gods tempel, en alle bewoners van de hemel. 7 Het beest kreeg de macht over mensen uit de hele wereld, van alle volken en talen. Het mocht van God ook oorlog voeren tegen de christenen, en hen overwinnen. Christenen moeten op God vertrouwen 8 Alle mensen op aarde zullen het beest vereren. Iedereen, behalve de mensen van wie de namen in het boek van het leven staan. Dat boek bestaat al vanaf het begin van de wereld, en het is van het lam dat geslacht is. 9-10 Als je christen bent, moet je niet bang zijn om gevangengenomen of gedood te worden. Je moet op God vertrouwen en in hem blijven geloven, wat er ook met je gebeurt. Laat dat goed tot je doordringen. Het beest uit de aarde 11 Toen zag ik nog een beest. Dat beest kwam uit de aarde. Het had twee hoorns, net als een lam, maar het sprak als een draak. 12 Dat tweede beest werkte voor het eerste beest, van wie het alle macht kreeg. Het gebruikte die macht om ervoor te zorgen dat iedereen op aarde het eerste beest vereerde. Het eerste beest was genezen van zijn dodelijke wond. Het teken van het beest 13-14 Het tweede beest deed grote wonderen in dienst van het eerste beest. Het liet zelfs vuur uit de hemel naar beneden komen. Iedereen kon dat zien. Op die manier verleidde het beest de mensen op aarde om naar hem te luisteren. Het zei dat ze een beeld moesten maken van het eerste beest. Dat beest was door een zwaard dodelijk gewond, maar nu leefde het weer. 15 Het tweede beest kreeg de macht om het beeld van het eerste beest te laten leven, en daardoor kon dat beeld spreken. En iedereen die er niet voor wilde knielen, werd gedood. 16 Het tweede beest liet een teken zetten op de rechterhand of op het voorhoofd van alle mensen. Iedereen kreeg zo n teken: jong en oud, rijk en arm, slaven en vrije mensen. 17 Alleen mensen met dat teken mochten nog dingen kopen of verkopen. Het teken was de naam van het eerste beest, of het getal dat je van zijn naam kunt maken. 18 Het getal is 666. En nu moet je slim zijn. Want als je goed nadenkt, kun je uitrekenen wie ermee bedoeld wordt.

Openbaring 14 De volgelingen van het lam Er zijn 144.000 mensen uitgekozen 1 Toen zag ik het lam op de berg Sion staan, en bij het lam waren 144.000 mensen. Op hun voorhoofd stond de naam van het lam geschreven, en de naam van God. 2 Uit de hemel hoorde ik een geluid komen, dat leek op het harde geluid van de donder of de bulderende zee. Het klonk als muziek van harpen. 3 Er werd een nieuw lied gezongen voor God, en voor de vier dieren en de 24 leiders van het volk. Niemand kon dat lied leren, behalve de 144.000 mensen die bij het lam waren. Want alleen zij zijn bevrijd van hun schuld, en verder niemand op aarde. 4-5 Zij gingen niet om met ongelovigen. Zij zijn zuiver gebleven. Ze volgden het lam, overal, zelfs tot in de dood. Ze hebben nooit gelogen, niets aan hen is verkeerd. Ze zijn bevrijd van hun schuld. En ze zijn uitgekozen om als geschenk aan God en het lam gegeven te worden. Twee engelen met een boodschap 6 Toen zag ik opnieuw een engel. Die engel vloog hoog in de lucht. Hij had een boodschap die geldt voor altijd en eeuwig. Die moest hij laten horen aan de mensen op aarde, mensen uit de hele wereld, van alle volken en talen. 7 Met luide stem riep hij: Heb eerbied voor God en vereer hem, want de dag van zijn oordeel is gekomen. Eer de God die de hemel en de aarde gemaakt heeft, de zee en de waterbronnen. 8 Daarna kwam er een tweede engel, die riep: Aan de macht van de grote stad Babylon is een einde gekomen. De stad leek op een hoer die iedereen verleidde. Maar nu is haar tijd voorbij. Een derde engel met een boodschap 9-11 Na die engelen kwam er een derde engel. Die engel riep met luide stem: Iedereen die het beest en zijn beeld vereert, zal gestraft worden. Ook iedereen die het teken van het beest op zijn voorhoofd of hand heeft, wordt gestraft. Al die mensen zullen te maken krijgen met de vreselijke woede van God. God zal hen laten lijden in de zee van vuur en giftig gas. En het lam en de engelen zullen toekijken. Het vuur waarmee die mensen gestraft worden, zal altijd blijven branden, dag en nacht. Ze zullen nooit rust hebben. 12 Blijf je dus houden aan Gods regels! Blijf in Jezus geloven! Het is belangrijk dat je dat volhoudt. 13 Toen hoorde ik een stem uit de hemel zeggen: Schrijf op: Gelukkig zijn vanaf nu de mensen die in Christus geloven als ze sterven. En de Geest antwoordde: Ja, zij mogen uitrusten. Want zij hebben volgehouden en veel goede dingen gedaan. Goede mensen zullen gered worden 14 Toen zag ik een witte wolk. Op die wolk zat iemand die eruitzag als een mens. Op zijn hoofd had hij een gouden kroon, en in zijn hand een scherpe zeis.

15 Ik zag nog een engel. Hij kwam uit de tempel in de hemel. Hij riep met luide stem: Kom met je zeis, en maai het rijpe koren. Want het is tijd om te maaien, de aarde is rijp voor de oogst. 16 Toen liet de Mensenzoon op de wolk zijn zeis over de aarde gaan. En alle goede mensen werden weggehaald, als koren dat geoogst wordt. Slechte mensen zullen gestraft worden 17 Uit de tempel in de hemel kwam een tweede engel. Ook die engel had een scherpe zeis. 18 En uit het altaar kwam een derde engel, een engel met macht over het vuur. Hij riep tegen de tweede engel: Kom met je zeis, en oogst de druiven op aarde. Want de druiven in de wijngaard zijn rijp. 19-20 Toen liet de tweede engel zijn zeis over de aarde gaan, en alle slechte mensen werden als druiven verzameld. Ze werden in een grote ton gegooid en buiten Jeruzalem vertrapt. Zo liet God zijn woede zien. Er kwam een enorme stroom bloed uit de ton. De stroom was bijna zo hoog als een paard, en wel 300 kilometer lang. Openbaring 15 De zeven straffen van God Het lied van Mozes en het lam 1 Toen zag ik in de hemel opnieuw een belangrijk en wonderlijk teken. Ik zag zeven engelen die de mensen moesten straffen. Ze hadden zeven straffen bij zich. Dat waren de laatste straffen van God, want daarna zou zijn woede voorbij zijn. 2 Ik zag ook iets dat leek op een zee van glas, die schitterde als vuur. Op die zee van glas stonden mensen. Het waren de mensen die gewonnen hadden van het beest en van zijn beeld. Zij hadden het teken met het getal van zijn naam nooit gedragen. Die mensen hadden harpen waarop ze muziek maakten voor God. 3 En ze zongen het lied van Gods dienaar Mozes, en het lied van het lam: Heer, machtige God, u doet geweldige dingen. U bent koning van alle volken, uw oordeel is eerlijk en betrouwbaar. 4 Iedereen heeft eerbied voor u, iedereen eert uw naam, want alleen u bent heilig. Alle volken zullen voor u knielen, want zij zien alle goede dingen die u doet. Zeven engelen met zeven straffen 5-6 Toen zag ik hoe in de hemel de tempel openging. Uit de tempel met de heilige tent kwamen de zeven engelen met de zeven straffen. De engelen droegen kleren van stralend wit linnen, en om hun borst hadden ze een gouden band.

7 Eén van de vier dieren gaf aan elke engel een gouden schaal. De schalen waren gevuld met de woede van God, die voor altijd en eeuwig leeft. 8 Daarna werd de tempel met rook gevuld, door de macht en de kracht van God. Niemand kon de tempel meer binnengaan, totdat de zeven straffen voorbij waren. Openbaring 16 De eerste en de tweede schaal 1 Vanuit de tempel hoorde ik een luide stem tegen de zeven engelen zeggen: Neem de schalen mee die gevuld zijn met Gods woede, en giet ze leeg op aarde. Doe dat nu! 2 De eerste engel ging weg, en goot zijn schaal leeg op aarde. Alle mensen die het beeld van het beest eerden en zijn teken droegen, werden ziek. Ze kregen pijnlijke zweren. 3 Daarna goot de tweede engel zijn schaal leeg in de zee. En het water in de zee veranderde in bloed, alsof er iemand in het water vermoord was. Alles wat in zee leefde, ging dood. De derde schaal 4 De derde engel goot zijn schaal leeg in waterbronnen en rivieren. Ook dat water veranderde in bloed. 5 En ik hoorde de engel van het water zeggen: U bent heilig. U bent de God die er is, en die er was. Uw oordeel is eerlijk. 6 Want slechte mensen hebben uw volk en uw profeten vermoord, en nu doodt u die moordenaars. Dat verdienen ze! 7 Van onder het altaar in de hemel antwoordde een stem: Ja, Heer, machtige God. Uw oordeel is eerlijk en betrouwbaar. De vierde en de vijfde schaal 8 De vierde engel goot zijn schaal leeg over de zon. En de zon kreeg de kracht om mensen te verbranden met zijn vuur. 9 Daardoor werd het vreselijk heet op aarde. De mensen vervloekten God omdat hij hen op die manier strafte. Toch veranderden ze hun leven niet, en ze eerden God niet. 10 De vijfde engel goot zijn schaal leeg over de troon van het beest, en het werd donker in het land waarover het beest heerste. De mensen beten van pijn op hun tong. 11 En ze vervloekten de God van de hemel vanwege hun pijn en hun zweren. Maar ze veranderden hun slechte gedrag niet. De zesde schaal 12 De zesde engel goot zijn schaal leeg in de Eufraat, en het water van die grote rivier droogde op. Zo ontstond er een weg voor de koningen van het Oosten met hun legers. 13 Daarna zag ik drie kwade geesten, die op kikkers leken. Eén geest kwam uit de bek van de draak, de tweede kwam uit de bek van het beest, en de derde kwam uit de mond van de valse profeet.

14 De drie kwade geesten deden wonderen. En ze gingen naar alle koningen op de aarde. Ze riepen hen bij elkaar voor de strijd. Die strijd zal gevoerd worden op de dag dat de machtige God oordeelt over de mensen. 15 Jezus zegt over die dag: Ik zal plotseling komen, net zo onverwacht als een dief. Gelukkig zijn de mensen die daarop voorbereid zijn, en die klaarstaan als ik kom. 16 De kwade geesten brachten de koningen van de wereld bij elkaar op een plek die in het Hebreeuws Harmagedon heet. De zevende schaal 17 Toen kwam de zevende engel. Die engel goot zijn schaal leeg in de lucht. En vanaf de troon in de tempel riep een luide stem: Het is voorbij. 18 Meteen kwam er bliksem en donder, en er was een zware aardbeving. Het was de grootste aardbeving ooit, nog nooit was er op aarde zo n zware aardbeving geweest. 19 God was de grote stad Babylon niet vergeten. Hij liet haar zien hoe groot zijn woede was. De stad Babylon viel in drie stukken uit elkaar, en ook alle andere steden stortten in. 20 Alle eilanden verdwenen en er was geen berg meer te vinden. 21 Uit de hemel vielen grote hagelstenen van wel 40 kilo. Die hagelstenen waren zo verschrikkelijk, dat de mensen God vervloekten. Openbaring 17 Het oordeel over Babylon Johannes ziet een hoer en een beest 1 Eén van de zeven engelen met de zeven schalen kwam naar me toe en zei: Kom, ik zal je laten zien hoe God de grote hoer gaat straffen. Ze zit op een plek waar veel rivieren bij elkaar komen. 2 Alle koningen van de wereld zijn met haar naar bed geweest. En alle mensen op aarde lieten zich door haar verleiden. Het leek wel of ze dronken waren! 3 In een droom bracht de engel me naar de woestijn. Daar zag ik een vrouw die op de rug van een rood beest zat. Het beest had zeven koppen en tien hoorns, en op zijn lichaam stonden allemaal namen die alleen voor God gebruikt mogen worden. 4 De vrouw droeg paarse en rode kleren, die versierd waren met goud, parels en edelstenen. In haar hand had ze een gouden beker. De beker was gevuld met vuil, met alle slechtheid van haar leven als hoer. 5 Op het voorhoofd van de vrouw stond een naam met een geheime betekenis. Er stond geschreven: Ik ben de grote stad Babylon, de moeder van alle hoeren en van al het kwaad in de wereld. 6 De vrouw was dronken van het bloed van de mensen die in Jezus geloofden, en die over hem verteld hadden. Ik was stomverbaasd over wat ik zag. De engel geeft uitleg aan Johannes

7 Toen zei de engel: Waarom ben je zo verbaasd? Ik zal je de betekenis uitleggen van die vrouw, en van het beest met de zeven koppen en tien hoorns. 8 Het beest dat je zag, heeft geleefd en is nu dood. Maar binnenkort zal het terugkomen uit de hel en vernietigd worden. De mensen op aarde die niet met hun naam in het boek van het leven staan, zullen zich dan verbazen. Want het beest leefde en is gestorven, maar die mensen zullen het zien terugkomen uit de dood. De zeven koppen van het beest 9 Nu moet je slim zijn en goed nadenken. De zeven koppen van het beest zijn zeven heuvels, de zeven heuvels van een stad. Maar de zeven koppen zijn ook zeven koningen, zeven koningen van die stad. 10 Vijf van die koningen zijn al dood. Op dit moment regeert de zesde koning. De zevende moet nog komen en zal maar kort koning zijn. 11 Het beest dat leefde en stierf, is één van de zeven koningen. Maar het zal ook de achtste koning zijn. Uiteindelijk wordt het vernietigd. De tien hoorns van het beest 12 De tien hoorns die je zag, zijn tien andere koningen. Zij heersen nu nog niet, maar straks zullen zij samen met het beest voor korte tijd koning zijn. 13 Allemaal hebben ze hetzelfde doel. Daarom zullen de tien koningen hun kracht en macht aan het beest geven. 14 Dan zullen ze samen oorlog voeren tegen het lam. Maar het lam zal hen overwinnen, want hij is de hoogste Heer en koning. En de mensen die door hem uitgekozen zijn en trouw aan hem blijven, zullen bij hem zijn en samen met hem overwinnen. De hoer is de grote stad Babylon 15 Verder zei de engel: Je zag dat de hoer bij rivieren zat. Die rivieren zijn de mensen uit de hele wereld, van alle volken en talen. 16 De tien hoorns van het beest zijn de tien koningen. Het beest en die koningen zullen de hoer gaan haten. Ze zullen haar alles afpakken, ze zal naakt zijn. Ze zullen haar vlees eten, en haar in brand steken. 17 Zo voeren ze Gods plan uit. Want God zorgt ervoor dat de tien koningen hun macht aan het beest geven, en dat ze hetzelfde doel hebben. Ze zullen het beest gehoorzamen totdat alles gebeurd is wat God gezegd heeft. 18 Ten slotte zei de engel: De hoer die je zag, dat is de grote stad die heerst over de koningen op aarde. Openbaring 18 Het einde van de macht van Babylon 1 Daarna zag ik een andere, heel machtige engel uit de hemel naar beneden komen. Zijn glans verlichtte de aarde, 2 en hij riep met luide stem: Aan de macht van de grote stad Babylon is een einde gekomen. Haar tijd is voorbij. De stad is een plek geworden voor kwade geesten. Het is