Wij zingen voor de dienst: Lied 216:1, 2 en 3

Transcriptie

1 Wij zingen voor de dienst: Lied 216:1, 2 en 3

2

3

4

5

6 Wij zingen als Intochtslied: Lied 89: 1 en 3

7

8

9

10

11 Stil gebed, votum en groet

12 Wij zingen als Intochtslied: Lied 89: 1 en 3

13

14

15 Gebed van verootmoediging

16 Woord van vergeving Matteus 20 : zoals de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.

17 Wij zingen: Lied 654: 5

18

19

20 Wet van de tien geboden Exodus 20 : Toen sprak God deze woorden: 2 Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd. 3 Vereer naast mij geen andere goden. 4 Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. 5 Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want ik, de HEER, uw God, duld geen andere goden naast mij. Voor de schuld van de ouders laat ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze mij haten; 6 maar als ze mij liefhebben en doen wat ik gebied,

21 Wet van de tien geboden bewijs ik hun mijn liefde tot in het duizendste geslacht. 7 Misbruik de naam van de HEER, uw God, niet, want wie zijn naam misbruikt laat hij niet vrijuit gaan. 8 Houd de sabbat in ere, het is een heilige dag. 9 Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, 10 maar de zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw vee, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen. 11 Want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft, en op de zevende dag rustte hij.

22 Wet van de tien geboden Daarom heeft de HEER de sabbat gezegend en heilig verklaard. 12 Toon eerbied voor uw vader en uw moeder. Dan wordt u gezegend met een lang leven in het land dat de HEER, uw God, u geven zal. 13 Pleeg geen moord. 14 Pleeg geen overspel. 15 Steel niet. 16 Leg over een ander geen vals getuigenis af. 17 Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort.

23 Wij zingen: Lied 654: 6

24

25

26 Gebed om verlichting met de Heilige Geest

27 Wij zingen: Wij gaan voor even uit elkaar

28 Wij gaan voor even uit elkaar (kindernevendienst lied)

29 Wij gaan voor even uit elkaar (kindernevendienst lied)

30 Wij gaan voor even uit elkaar (kindernevendienst lied)

31 De kinderen gaan naar de kindernevendienst

32 Schriftlezing 1 e lezing Openbaring 5

33 1 e lezing Openbaring 5 1 Toen zag ik dit: degene die op de troon zat had in zijn rechterhand een boekrol die aan beide kanten beschreven was en met zeven zegels was verzegeld. 2 Ik zag een machtige engel die met luide stem uitriep: Wie komt het toe de zegels te verbreken en de boekrol te openen? 3 Maar er was niemand in de hemel of op aarde of onder de aarde die de boekrol kon openen en inzien. 4 Het deed me veel verdriet dat blijkbaar niemand het verdiende om de boekrol te openen en hem in te zien. 5 Toen zei een van de oudsten tegen mij: Wees niet verdrietig. Want de leeuw uit de stam Juda, de telg van David, heeft de overwinning behaald,

34 1 e lezing Openbaring 5 en daarom mag hij de boekrol met de zeven zegels openen. 6 Midden voor de troon, tussen de vier wezens en de oudsten, zag ik een lam staan. Het zag eruit alsof het geslacht was en het had zeven horens en zeven ogen; dat zijn de zeven geesten van God die over de hele wereld zijn uitgestuurd. 7 Het lam ging naar degene die op de troon zat en ontving de boekrol uit zijn rechterhand. 8 Op hetzelfde moment wierpen de vier wezens en de vierentwintig oudsten zich voor het lam neer. Ieder van hen had een lier en een gouden schaal vol wierook; dat zijn de gebeden van de heiligen. 9 En ze zetten een nieuw lied in:

35 1 e lezing Openbaring 5 U verdient het om de boekrol te ontvangen en zijn zegels te verbreken. Want u bent geslacht en met uw bloed hebt u voor God mensen gekocht uit alle landen en volken, van elke stam en taal. 10 U hebt voor onze God uit hen een

36 Wij zingen: Lied 748: 1, 4 en 5

37

38

39

40

41

42

43 Uitleg en verkondiging

44 Wij zingen: Lied 412: 3, 4, 5 en 6

45

46

47

48

49

50

51

52

53 Gebeden

54 Collecten voor: 1. De kerk 2. Eigen Evangelisatie

55 De kinderen komen terug van de kindernevendienst

56 Wij zingen als slotlied: Lied 723: 1 en 2

57

58

59

60

61

62

63

64

65

66 Zondag 10 juni 2018 Aanvang: uur Volgende dienst: