Liturgie 971 : 1,2,3 KND Opw : 369 Gebed Joh.8 : :1,3 Rom. 8 : : :1,2,3 Verkondiging 885 :1,2 Collecten 838 :1,2,3.

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Liturgie 971 : 1,2,3 KND Opw : 369 Gebed Joh.8 : :1,3 Rom. 8 : : :1,2,3 Verkondiging 885 :1,2 Collecten 838 :1,2,3."

Adriana Jansen
6 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Liturgie Welkom & afk

2 Liturgie Zingen 971

3 Liturgie 1-2 Zingen 971

4 Liturgie 2-2 Zingen 971

5 Liturgie 1-2 Zingen 971

6 Liturgie 2-2 Zingen 971

7 Liturgie 1-2 Zingen 971

8 Liturgie 2-2 Votum & groet

9 Liturgie KND

10 Liturgie 1-3 Zingen opw.369

11 Liturgie 1-2 Zingen opw.369 Door Uw genade, Vader, mogen wij hier binnengaan. Niet door rechtvaardige daden, maar door het bloed van het Lam. U roept ons in Uw nabijheid en dankzij Uw Zoon. Dankzij het bloed dat ons vrijpleit, komen wij voor Uw troon.

12 Liturgie 3-4 Gebed Nooit konden wij zonder zonde voor u staan. Maar in Uw Zoon zijn wij schoon. Door het bloed van het Lam. Door Uw genade, Vader, Mogen wij het binnengaan. Niet door rechtvaardige daden, Maar door het bloed van het Lam.

13 Liturgie Schriftlezing

14 Liturgie Schriftlezing 1. Jezus ging naar de Olijfberg, 2. en vroeg in de morgen was hij weer in de tempel. Het hele volk kwam naar hem toe, hij ging zitten en gaf hun onderricht. 3. Toen brachten de schriftgeleerden en de Farizeeen een vrouw bij hem die op overspel betrapt was.

15 Liturgie Schriftlezing Ze zetten haar in het midden en 4. zeiden tegen Jezus: 'Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt toen ze overspel pleegde. 5. Mozes draagt ons in de wet op zulke vrouwen te stenigen. Wat vindt u daarvan? 6. Dit zeiden ze om hem op de proef te stellen, om te zien of ze hem konden aanklagen.

16 Liturgie Schriftlezing Jezus bukte zich en schreef met zijn vinger op de grond. 7. Toen ze bleven aandringen, richtte hij zich op en zei: 'Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen.' 8. Hij bukte zich weer en schreef op de grond.

17 Liturgie Zingen Toen ze dat hoorden gingen ze weg, een voor een, de oudsten het eerst, en ze lieten hem alleen, met de vrouw die in het midden stond. 10. Jezus richtte zich op en vroeg haar: 'Waar zijn ze? Heeft niemand u veroordeeld?' 11. 'Niemand, heer, 'zei ze. 'Ik veroordeel u ook niet, 'zei Jezus. 'Ga naar huis, en zondig vanaf nu niet meer.'

18 Liturgie 1-2 Zingen 601

19 Liturgie 2-2 Zingen 601

20 Liturgie 1-2 Zingen 601

21 Liturgie 2-2 Schriftlezing

22 Liturgie Schriftlezing 1. Dus wie in Christus Jezus zijn, worden niet meer veroordeeld. 2. De wet van de Geest die in Christus Jezus leven brengt, heeft u bevrijd van de wet van de zonde en de dood. 3. Waartoe de wet niet in staat was, machteloos als hij was door de menselijke natuur, dat heeft God tot stand gebracht.

23 Liturgie Schriftlezing Vanwege de zonde heeft hij zijn eigen Zoon als mens in dit zondige bestaan gestuurd; zo heeft hij in dit bestaan met de zonde afgerekend, 4. opdat in ons wordt volbracht wat de wet van ons eist. Ons leven wordt immers niet langer beheerst door onze eigen natuur, maar door de Geest.

24 Liturgie Schriftlezing 5. Wie zich door zijn eigen natuur laat leiden is gericht op wat hij zelf wil, maar wie zich laat leiden door de Geest is gericht op wat de Geest wil. 6. Wat onze eigen natuur wil brengt de dood, maar wat de Geest wil brengt leven en vrede.

25 Liturgie Schriftlezing 7. Onze eigen wil staat vijandig tegenover God, want hij onderwerpt zich niet aan zijn wet en is daar ook niet toe in staat. 8. Wie zich door zijn eigen wil laat leiden, kan God niet behagen. 9. Maar u leeft niet zo. U laat u leiden door de Geest, want de Geest van God woont in u.

26 Liturgie Schriftlezing Iemand die zich niet laat leiden door de Geest van Christus behoort Christus ook niet toe. 10. Als Christus echter in u leeft, bent u door de zonde weliswaar sterfelijk, maar de Geest schenkt u leven, omdat u door God als rechtvaardigen bent aangenomen.

27 Liturgie Zingen Want als de Geest van hem die Jezus uit de dood heeft opgewekt in u woont, zal hij die Christus heeft opgewekt ook u die sterfelijk bent, levend maken door zijn Geest, die in u leeft.

28 Liturgie 1-2 Zingen 686

29 Liturgie 2-2 Zingen 686

30 Liturgie 1-2 Zingen 686

31 Liturgie 2-2 Zingen 686

32 Liturgie 1-2 Zingen 686

33 Liturgie 2-2 Zingen 686

34 Zingen: 885: 1,2

35 Liturgie 1-2 Zingen 885

36 Liturgie 2-2 Zingen 885

37 Liturgie 1-2 Zingen 885

38 Liturgie 2-2 Gebed

39 Liturgie Collecte

40 Liturgie Zingen 838 2e: de Kerk

41 Liturgie 1-2 Zingen 838

42 Liturgie 2-2 Zingen 838

43 Liturgie 1-2 Zingen 838

44 Liturgie 2-2 Zingen 838

45 Liturgie 1-2 Zingen 838

46 Liturgie 2-2 Zegen

Vergelijkbare documenten

Is het God die ons veroordeeld of doen wij dat zelf?

Is het God die ons veroordeeld of doen wij dat zelf? 1. Hoe ontstaat de manier waarop je naar jezelf kijkt? 2. Wie is God? 3. Wat is DE Waarheid over onszelf? 4. Wie worden er door God wel veroordeeld?