Wanneer het huidige kabinet aanblijft, mogen we in het voorjaar van 2017 naar de stembus om te stemmen voor een nieuwe regering. De huidige regeringspartij heeft ten aanzien van de sector veel beloften gedaan. Wat rest is nog een enkel jaar waarin wordt doorgepakt of waarbij men lastige beslissingen zal doorschuiven naar een volgende kabinetsperiode. Zo ook de beloofde vrijstelling ten aanzien van de beweiding en bemesting, waarvan het nog maar de vraag is of dat het komende jaar voldoende is om die vrijstelling te bewerkstelligen. Misschien moeten we het maar zien als een voordeel dat belangrijke beslissingen met ingrijpende gevolgen voor de landbouw door de huidige regering vooruit geschoven worden en een nieuwe regering die besluitvorming zal oppakken. In deze nieuwsbrief willen wij u bijpraten over de laatste ontwikkelingen in de sector en het beleid zoals het op dit moment is. Energieweg 4a 4231 DJ Meerkerk T 0183 351 000 F 0183 359 351 E info@hansrietveldagrarischadvies.nl I www.hansrietveldagrarischadvies.nl In 2015 was registratie van actief landbouwer als neventak voldoende om betalingsrechten uitbetaald te krijgen. De Europese commissie gaat hier niet meer mee akkoord. Vanaf 2016 moet ieder bedrijf met landbouw als nevenactiviteit jaarlijks kunnen aantonen met een accountantsverklaring dat hun bedrijfsactiviteit een aanzienlijk onderdeel is van zijn totale activiteit. Accountantsverklaring moet voor 15-05-2016 binnen zijn. Hieruit moet blijken dat: Het jaarlijkse bedrag aan inkomenssteun groter is dan 5% van de totale inkomsten uit niet landbouwactiviteiten, of Betalingsrechten Met de GDI van 2015 zijn de betalingsrechten aangevraagd. Vanaf 1 december is RVO begonnen met de vaststelling van de betalingsrechten en de uitbetaling van 2015. Hierover heeft u een brief ontvangen of u krijgt haar binnenkort van RVO. Aanvragers die een voorschotbetaling of een eerste betaling hebben gehad, ontvangen na afronding van alle controles de definitieve beschikking met daarin het totale bedrag. Alle aanvragers krijgen uiterlijk 30 juni de betaling. Tegen deze beslissing kunt u bezwaar maken. Wij kunnen u hierbij helpen. Helaas verstuurt RVO voor de toekenning en uitbetaling wel 5 verschillende soorten brieven. Dit maakt het voor u als lezer niet duidelijk of u nu alles wel of niet ontvangen heeft waar u recht op heeft. Als u vragen heeft over deze brieven, stel die dan gerust aan ons! De nieuwe betalingsrechten kunnen ook in 2016 worden verhuurd. Verhuurde rechten door middel van een private overeenkomst stonden alleen op 15 mei 2015 geregistreerd bij de huurder. De rechten zijn vanaf 16 mei 2015 weer bij de eigenaar geregistreerd. Wanneer u grond blijft huren, moeten deze rechten dus opnieuw worden overgeschreven naar de huurder. Dit jaar kan dit tot 15 mei 2016. Het aantal verhuurde rechten en hectares hoeft niet meer met elkaar overeen te komen. De overdracht is pas compleet wanneer beide partijen de overdracht digitaal hebben ondertekend. Voorwaarde voor (ver)huur/ (ver)koop is dat beide partijen staan geregistreerd bij de Kamer van Koophandel en bij RVO als actief landbouwer. Het bedrag aan inkomsten is tenminste een derde van de totale inkomsten. (met inkomsten wordt omzet bedoeld) Wanneer u in 2016 niet meer in aanmerking komt voor de betalingsrechten, kunnen deze nog wel worden overgeschreven naar een actief landbouwer. Fosfaatrechten Eindelijk is het hoge woord eruit. De komst van de fosfaatrechten is een feit. Niet dat wij zozeer het besluit toejuichen maar wel dat er nu duidelijkheid komt. Als de nu voorgestelde plannen in de huidige versie tenminste door de beide kamers van het parlement komen. Toekenning van rechten Alle melkveebedrijven krijgen per 1 januari 2017 een hoeveelheid fosfaatrechten toegekend op basis van het aantal gehouden runderen op 2 juli 2015. 1
2 Afroming van rechten Extensieve, grondgebonden bedrijven zullen worden gecompenseerd voor afroming van rechten die nodig is om de fosfaatproductie onder het plafond te brengen. Boeren met veel grond in verhouding tot het aantal koeien krijgen dus extra rechten. Omdat grondgebonden bedrijven en knelgevallen worden gecompenseerd, zal het uiteindelijke afromingspercentage op bedrijfsniveau tussen 4 en maximaal 8 procent liggen. Op 1 juli 2017 zal het exacte afromingspercentage worden vastgesteld. Overdraagbaarheid van rechten Rechten kunnen direct vanaf de inwerkingtreding van het stelsel worden overgedragen. De overdracht wordt geregistreerd bij RVO. Bij iedere transactie wordt 10% van de overgedragen rechten afgeroomd. Na elk kalender jaar wordt door RVO beoordeeld of een melkveehouder over voldoende fosfaatrechten beschikt om zijn fosfaatproductie van melkvee te verantwoorden. Knelgevallenvoorziening In een zeer beperkte mate komt er een voorziening voor knelgevallen. Fosfaatefficiëntie Melkveehouders krijgen de mogelijkheid om ontwikkelruimte te verdienen door het verhogen van de fosfaatefficiëntie. Waarschijnlijk door middel van de KringloopWijzer. AMvB Verantwoorde groei melkveehouderij Per 1 januari zijn de regels van AMvB Grondgebondenheid in werking getreden. Voor het bepalen van de fosfaatruimte wordt de totale oppervlakte van de tot het bedrijf behorende landbouwgrond vermenigvuldigd met de voor de percelen geldende fosfaatgebruiksnormen. Natuurgronden met hoofdfunctie natuur waarop enige vorm van landbouw wordt uitgeoefend tellen ook mee. De beheersovereenkomst bepaalt de hoeveelheid fosfaat die mag worden toegerekend aan de natuurgrond. Percelen in het buitenland tellen niet mee. 3. niet over extra grond te beschikken als zij meer fosfaat produceren (mits de extra fosfaatproductie onder de 20 kilo blijft). Deze bedrijven kunnen gebruik maken van de 100% verwerkingsoptie. Bedrijven die meer grond hebben dan zij nodig hebben om alle geproduceerde fosfaat te plaatsen vallen ook in deze categorie. Melkveebedrijven met een fosfaatoverschot van 20 tot en met 50 kilogram per hectare in het voorgaande jaar: 25% van de extra fosfaat moet geplaatst worden op extra eigen grond. De overige 75% van de extra fosfaat mag verwerkt worden. Melkveebedrijven met een fosfaatoverschot groter dan 50 kilo per hectare in het voorgaande jaar: 50% van de extra fosfaat moet geplaatst worden op extra eigen grond. De overige 50% van de extra fosfaat mag verwerkt worden. Voor onze klanten hebben wij inmiddels in beeld gebracht hoeveel fosfaat zij denken te gaan produceren en of dit binnen de grenzen van de Verantwoorde groei melkveehouderij past. Als wij dit nog niet voor u hebben gedaan, dan is dat alsnog mogelijk. Kringloopwijzer Dit jaar dienen alle melkveehouders mee te doen met de KringloopWijzer. Voor 1 mei 2016 moet de KringloopWijzer ingediend zijn van alle bedrijven met een melkveefosfaatreferentie (MFR) groter dan 0 kg fosfaat. De termijn is verlengd van 1 maart naar 1 mei. Dit omdat nog niet alle data koppelingen op tijd gereed zijn. Voor onze klanten zullen wij de KringloopWijzer invullen en versturen. Van belang is wel om altijd uw MFR door te geven voor 1 maart. Niets doorgeven betekent automatisch een overschot. Velen van u hebben een brief van Qlip ontvangen om dit door te geven. Soms was de MFR al digitaal doorgegeven en ontving men alsnog een brief van Qlip. Kuilmonsters Zuivel NL regelt de verplichting om de KringloopWijzer in te vullen. Wat niet verplicht is, is het nemen van kuilmonsters. Dit tegen eerdere berichtgeving in. Het maken van een schatting van al het aanwezige kuilvoer is voldoende. Het overschot per hectare wordt berekend op basis van de gegevens over het melkveefosfaatoverschot per hectare van het voorgaande kalenderjaar. De hoeveelheid grond die moet worden verworven hangt af van de categorie waarin het bedrijf zich bevindt. Melkveebedrijven met een fosfaatoverschot van minder dan 20 kilo per hectare in het voorgaande jaar: hoeven
Voor alle melkveebedrijven die met BEX meedoen geldt dat van al het ruwvoer een geldige ruwvoermonster beschikbaar moet zijn. Circa 6 weken na inkuilen is de kuil gestabiliseerd en kan er een monster genomen worden. De kuil wordt opgemeten. Afgelopen najaar hebben we ervaring opgedaan met het steken van kuilmonsters. Na de zomer zullen wij u benaderen om het nemen van kuilmonsters nogmaals te benadrukken en zo nodig kunnen wij ze voor u nemen. Grondgebruik Het opgeven van grond bij de GDI wordt steeds belangrijker vanuit GLB en mestwetgeving. Uit controles en voornemens van boetes kunnen we concluderen dat grondgebruik het belangrijkste aandachtspunt is. De volgende punten willen we onder uw aandacht brengen: Gebruiker is degene die risico s loopt op lukken en mislukken van oogst. Hij/Zij weet niet van te voren wat zijn opbrengsten zijn. Ze nemen de beslissingen voor de oogst van het gewas. Gebruiker heeft een schriftelijke overeenkomst met de eigenaar van de gronden. In het Kadaster kunnen we voor u controleren wie eigenaar is. 3. Van elk perceel moet binnen 10 dagen nadat het in gebruik genomen is een geldig grondmonster in het bemestingsplan opgenomen worden. 4. Derogatiebedrijven zijn verplicht van elk perceel een geldig grondmonster te hebben. 5. Natuurterreinen zijn geen landbouwgrond. Het is verboden om hier mest op uit te rijden. Uitzonderingen zijn mogelijk, als in het contract van de natuurorganisatie staat dat het toegestaan is. De mest van dieren die er grazen mag met uitscharen aan de gronden worden toegerekend. Mest die er uitgereden mag worden moet binnen 14 dagen na uitrijden met vervoersbewijzen gemeld worden. Beiden zaken zijn ook nog gemaximaliseerd. Terreinen die alleen gemaaid worden hebben geen mestruimte. 6. Moeilijke percelen zijn percelen die in gebruik zijn van organisaties, waterleiding bedrijven en waterschapen. Wetgeving is hiervoor ook aangescherpt. De regels die gesteld worden door de organisaties, zijn bepalend. Herbestemming agrarische bedrijven Het is een feit dat meerdere (voormalige) agrarische bedrijven hun agrarische functie verliezen of gaan verliezen. Uit onderzoek blijkt dat er de komende jaren meer leegstand ontstaat. Uitgedrukt in vierkante meters wordt geschreven dat 32 miljoen m2 van de gebouwen de agrarische functie verliest. Circa de helft hiervan krijgt een andere invulling. Wat rest is circa 15 miljoen m2 aan leegstand van agrarische bedrijven. Dat is, naar verwachting, veel meer dan bij kantoren en winkels. Hierdoor ontstaan er veel mogelijkheden tot verandering van het buitengebied. Voormalige agrarische locaties kunnen mogelijkheden bieden voor woon-, werk- of zorginitiatieven. Gebouwen kunnen een andere functie krijgen. De beperkingen in het beleid van de afgelopen jaren voor nieuwe activiteiten in het buitengebied, zijn nu mogelijkheden en kansen. Emissiearm Besluit huisvesting Provincies en gemeenten zien hierin in toenemende mate mogelijkheden. Hier speelt de vitaliteit van het buitengebied zowel sociaal als economisch een belangrijke rol. Want het hergebruik van vrijkomende agrarische gebouwen kan een middel zijn om de vitaliteit te behouden. Met voorgaande mogelijkheden in gedachten is het goed om breed te denken, om afwegingen te maken; wat zijn de wensen? Zijn er relaties te leggen met de omgeving? Op welke aspecten en welk niveau? In die afwegingen denken we graag met u mee en zijn we uw gesprekspartner, ook richting de overheid. Onduidelijkheid bestond er over de 50% vrijstellingsregeling bij uitbreiding van melkveestallen. Per 1 juli 2015 is het emissiearme Besluit huisvesting in werking getreden. Volgens het besluit moeten nieuwe dierenverblijven aan strengere emissiewaarden voldoen. In het ontwerpbesluit was opgenomen dat indien de uitbreiding minder bedroeg dan 50% van het staloppervlak, traditionele roostervloeren nog waren toegestaan. Met het definitief worden van het besluit is deze regeling aangepast en gaat de 50% regeling enkel op wanneer in de bestaande stal al een emissiearm systeem zit én het bevoegd gezag beoordeeld heeft dat het bedrijf niet in redelijkheid aan de maximale emissiewaarde kan voldoen.
Het kostenaspect is hierbij geen argument. In de praktijk komt een uitbreiding neer op het verplicht toepassen van een emissiearm systeem bijvoorbeeld roostervloeren. Vrijstelling vergunningplicht t.b.v. beweiding Begin 2015 heeft de RvS (Raad van State) een uitspraak gedaan waaruit zou blijken dat ten aanzien van het beweiden en het uitrijden van mest ook een NB-Wetvergunning nodig zou zijn. De adviesafdeling was van oordeel dat op voorhand niet is uitgesloten dat de stikstof die neerdaalt als gevolg van beweiding en bemesting een verslechterend effect zou hebben op de kwaliteit van een Natura-2000 gebied. Omdat dit niet op voorhand kan worden uitgesloten zou dit in strijd zijn met de Europese Habitatrichtlijn. Deze uitspraak was aanleiding voor onzekerheid en onrust in de sector. Daarom heeft de regering besloten een AMvB op stellen waarin het beweiden en bemesten wordt vrijgesteld van vergunningplicht. Deze AMvB is aan de Raad van State ter advisering voorgelegd. Op 22 februari jongstleden heeft de adviseringsafdeling het toetsingsadvies gepubliceerd. Vervolgonderzoek blijkt nodig, ook zou onduidelijk zijn hoe het zich verhoudt ten opzichte van de PAS. Daarnaast adviseert de RvS om met de vrijstelling in overleg te treden met de Europese Commissie en de verschillende landbouw-, natuur- en milieuorganisaties. Als we dan bedenken dat de laatste twee organisaties qua standpunten lijnrecht tegenover elkaar staan, zijn wij erg benieuwd wanneer de vrijstelling een feit zal zijn. Overigens heeft de staatssecretaris al laten weten door te gaan met de procedure voor de vrijstelling van vergunningplicht. WERK IN UITVOERING Waar: Wat: Status: Info: HRAA: Goedereede - Westerloo Oprichting melkveestal en akkerbouwschuur Afbouw - 170 st. ligplaatsen - Jersey koeien - Bedrijfsverplaatsing - Omgevingsvergunning - Melding AIM (milieu) - Vergunning (nb-wet) met 15 april 2016. Hiervoor zullen de provincies het budget inzetten van de jaren 2014 en 2015. De provincies stellen zelf een regeling voor jonge landbouwers op, waaraan een investeringslijst is gekoppeld. Investeringslijst Dit jaar komen alleen investeringen uit de lijst met 14 categorieën in aanmerking voor subsidie. Provincies mogen zelf kiezen welke categorieën worden opengesteld. Dat betekent dat de lijst per provincie anders kan zijn. Elke categorie levert een bepaald aantal punten op, het puntentotaal resulteert in de rangschikking op de lijst. Hoogte van de subsidie De berekening van het subsidiebedrag is als volgt: Voorbeeld: situatie 60% van het vermogen. 100.000,- x 30% x 60% = 18.000,- = subsidiebedrag. 4 Jonge Landbouwers - investeringssubsidie Op donderdag 21 januari maakte staatssecretaris Van Dam bekend dat de lang verwachte Jonge Landbouwersregeling wordt opengesteld. Boeren en tuinders, jonger dan 41 jaar, kunnen subsidie aanvragen voor investeringen. De Regeling Jonge Landbouwers is open van 1 maart tot en
Hierbij geldt een minimumsubsidie van 10.000 en een maximum van 20.000. Per jonge landbouwer mag één subsidieaanvraag worden ingediend. Er wordt per bedrijf slechts één aanvraag in behandeling genomen. Bij meerdere jonge boeren in één bedrijf mag hun gezamenlijk vermogen als eigen vermogen in de berekening worden meegenomen. Het eigen vermogen moet worden onderbouwd met een accountantsverklaring. Wel wordt als voorwaarde gesteld dat de jonge landbouwer een blokkerende zeggenschap van ondernemingsbeslissingen moet hebben, met een financieel belang van minimaal 25.000. Wanneer wordt deelgenomen vanuit een maatschap geldt er wel een korting. Deelname met een accountantsverklaring. Het subsidiebedrag wordt nogmaals vermenigvuldigd met het eigen vermogen percentage (min. 50%). Wel blijven minimum en maximumsubsidie gelden. Deelname zonder een accountantsverklaring. Het subsidiepercentage neemt met 20% af per nietjonge deelnemer in het samenwerkingsverband. Voorbeeld: man-vrouw-jonge landbouwer maatschap. Subsidiepercentage wordt dan 30% x (100-(2 x20)) = 18%. NB-Wet vergunningverlening (update) Bij het verkrijgen van een PAS-vergunning, krijgt de vergunninghouder te maken met onder andere een nieuw voorschrift. Dit voorschrift luidt: De activiteit waarvoor ontwikkelingsruimte is toegedeeld dient binnen twee jaar, na het onherroepelijk worden van deze vergunning waarbij de ontwikkelingsruimte is toegedeeld, te zijn gerealiseerd. Omgevingsdienst de verleende vergunning intrekken. Bij de aanvraag is dus van belang of van een reële situatie wordt uitgegaan. Wij adviseren onze klanten indien maximaal wordt aangevraagd, om nooit meer dieren aan te vragen dan dat daadwerkelijk in de stallen passen. Dit voorschrift dat in de PAS-vergunning wordt opgenomen verschilt ten opzichte van de oude NB-Wetvergunningen. Het nieuwe voorschrift is in lijn met de doelstelling van de PAS. Veehouders die ontwikkelingsruimte nodig hebben kunnen dit krijgen (uitzonderingen daar gelaten) en veehouders die hun stikstofruimte niet meer volledig benutten, laten deze ruimte ten goede komen van degenen die daadwerkelijk groeien. Bestemmingsplannen Meerdere bestemmingsplannen Buitengebied zijn in de afgelopen jaren herzien. Veel gemeenten voeren opnieuw een herziening uit om bepaalde situaties alsnog te repareren of om bepaalde regels aan het bestemmingsplan toe te voegen. Wij zullen onze klanten zoveel als mogelijk hierover informeren wanneer het betreffende bestemmingsplan ter inzage komt. Daarnaast heeft u zelf de mogelijkheid om te zien hoe het één en ander in het bestemmingsplan is opgenomen, www.ruimtelijkeplannen.nl. 5 Vrij vertaald betekent dit wanneer 100 st. dieren worden gehouden en er 120 st. dieren zijn aangevraagd, dat de uitbreiding van 20 st. dieren binnen twee jaar gegroeid / gerealiseerd moet zijn. Bij een ingebrekestelling, wanneer de groei of uitbreiding niet binnen die twee jaar is benut kan de provincie of de Het is altijd goed om te bekijken of er voor uw bedrijf en bedrijfsvoering zaken veranderen. Zo ja, dan is het belangrijk te reageren tijdens de momenten waarop het bestemmingsplan ter inzage ligt. Indien gewenst kunnen wij een inspraakreactie of zienswijze voor u opstellen. Asbest: overwegen, saneren en subsidie Uw stal met asbesthoudende golfplaten is jarenlang een goed functionerend gebouw geweest. Nadat u een nieuwe melkveestal bouwde is het gebouw de functie van huisvesting voor vee kwijtgeraakt en doet het dienst als bijv. opslag. Om het gebouw functioneel te houden is het wenselijk om
aanpassingen te verrichten. Daarbij is het de vraag of de kosten afwegen tegen de voordelen. Met het oog op het verbod van asbest in 2024 is het goed om de juiste afweging te maken. Samen met u kunnen we dat bekijken. Bij sanering van asbest zorgen we voor de nodige verplichte onderdelen zoals de sloopmelding met bijbehorende asbestinventarisatie. Daarnaast stimuleert de overheid asbestsanering momenteel door een subsidiebedrag van 4,50 per m² asbestdak. Per provincie geldt hetzelfde subsidiebedrag, waarbij stapelen mogelijk is. Hierdoor kan een (voormalig) agrarisch bedrijf in totaal dus 9,- per m² asbestdak aan subsidie krijgen. 6 Naast subsidieverlening op sanering, is het niet onbelangrijk om de fiscale voordelen te bekijken (EIA). Bijvoorbeeld wanneer het asbest dak vervangen wordt door isolerende beplating en het gebouw een isolatiewaarde van tenminste 2,00 m² K/W kan verkrijgen. De mogelijkheden van een subsidie leggen wij u graag uit. U kunt ook dit jaar uw percelen voor 1 april bijwerken in de applicatie Raadplegen en wijzigen percelen. Dit jaar moet er een aanvraag worden gedaan voor: - Aanvraag betalingsrechten; Graasdierpremie; Premie voor jonge landbouwers; Betaalverzoek agrarisch natuurbeheer; Aanvraag voor ruimere fosfaatgebruiksnorm. Column Vliegen Ondernemen is net als vliegen met een sportvliegtuig. Laatst heeft iemand me uitgelegd hoe je vliegen moet met een sportvliegtuig. Basis regel is je richten op een stip op de horizon. Als je naar beneden blijft kijken vlieg je ook naar beneden. Verder moet je voordat je gaat vliegen een vluchtplan maken, waar vlieg je naar toe. De vluchtleiding van de vliegvelden in wiens gebied je gaat vliegen, moeten je plan goedkeuren. Voor je kunt vertrekken heb je toestemming nodig van de vluchtleiding. Om te landen heb je ook toestemming nodig van de vluchtleiding. De hoeveelheid brandstof is bepalend voor de afstand die je kunt afleggen. Deze afstand wordt mede bepaald door brandstofverbruik. Het brandstofverbruik wordt voor een deel bepaald door de windrichting, vliegen met tegenwind kost de meeste brandstof. Als je vliegtuig in problemen komt, is de belangrijkste actie om rustig te blijven en systematisch af te vinken waar de oorzaak van het probleem zich bevindt. Ik vergelijk het met ondernemen. Bij ondernemen is het nodig om een doel/plan te hebben. Brandstof kun je vergelijken met liquide middelen, in periode van tegenwind heb je meer geld nodig. Op dit moment, nu ondernemen in de agrarische sector moeilijker wordt en er bedrijven in serieuze problemen komen, zijn bovengenoemde overeenkomsten van belang. Gecombineerde Opgave 2016 Blijf je op het doel, de stip op de horizon richten. Van 1 april tot 15 mei is het tijd voor de Gecombineerde Maak een plan. Ga terug naar de periode dat het Opgave. Wij nemen contact met u op in deze periode. goed ging. Zelfs als het bedrijf activiteiten moet stoppen, een noodlanding moet maken, is het van WERK IN UITVOERING belang om rustig te blijven en vooral open te blijven Waar: Zoeterwoude Oprichting melkveestal In communiceren met de partijen die om je heen Wat: Status: In gebruik genomen staan. - 2x 12 SAC melkstal - MDV stal - Open nok, Meadowfloor HRAA - Omgevingsvergunning - Melding AIM (milieu) - Vergunning (nb-wet) - Aanbesteding Info: Hans Rietveld Uw nieuwsbrief digitaal? Stuur een email naar: info@hansrietveldagrarischadvies.nl o.v.v. nieuwsbrief-digitaal-ja