Jeugdbarometer Mondiaal Burgerschap Juni 2012 1. Hieronder volgt een aantal stellingen over activiteiten in je dagelijks leven. Vul per stelling in of je een activiteit (bijna) nooit, soms, vaak, of (bijna) altijd doet. Er zijn geen goede of foute antwoorden. Het gaat erom of je iets echt doet of hebt gedaan en niet om wat je vindt dat je zou moeten doen. Antwoordcategorieën (één antwoord mogelijk) 00 (bijna) nooit 01 Soms 02 Vaak 03 (bijna) altijd Gedrag Wat meet het? (deze kolom weglaten voor de respondenten) 1. Ik laat de kraan lopen tijdens het tandenpoetsen. Energiezuinigheid 2. Ik laat de oplader in het stopcontact zitten als ik mijn Energiezuinigheid mobieltje heb opgeladen. 3. Ik laat het licht branden wanneer ik als laatste de Energiezuinigheid kamer verlaat. 1. Als ik mag kiezen, laat ik me liever wegbrengen met Mobiliteit en vervoer de auto dan dat ik fiets. 1. Ik gooi eten weg dat over is, ook als het nog goed is. Recycling en afvalreductie 2. Ik gebruik plastic tasjes meer dan één keer. Recycling en afvalreductie 3. Ik gooi afval op straat. Recycling en afvalreductie 1. Ik koop producten, ook al weet ik dat ze door Consumentengedrag kinderen zijn gemaakt. 2. Ik koop tweedehands spullen. Consumentengedrag 3. Ik eet vlees. Consumentengedrag 1. Ik geef online mijn mening over problemen in de Mening geven wereld via website, blog of twitter. 2. Ik steun goede doelen op Facebook of Hyves door Mening geven vind ik leuk (of like ) aan te klikken of door fan te worden. 3. Ik zeg er wat van als familie of vrienden iets doen dat Mening geven niet goed is voor het milieu. 1. Ik volg nieuws over problemen in de wereld via Informatie zoeken/delen televisie, radio of krant. 2. Ik volg nieuws over het problemen in de wereld via Informatie zoeken/delen internet. 3. Ik praat over de armoede in de wereld. Informatie zoeken/delen 4. Ik praat over milieuproblemen. Informatie zoeken/delen NCDO Jeugdbarometer Mondiaal Burgerschap juni 2012 Pagina 1 van 7
2. Er volgen nu twee vragen over het geven aan goede doelen. Antwoordcategorieën (één antwoord mogelijk) 00 nee 01 ja a. Heb je de afgelopen 12 maanden geld ingezameld voor goede doelen via een actie, bijvoorbeeld door een sponsorloop, vastenactie, verkoopactie of een andere actie? b. Heb jij de afgelopen 12 maanden zelf geld gegeven aan goede doelen via bijvoorbeeld collecte, sms-actie, Glazen Huis, of op een andere manier? <als 2b=ja> Hoeveel geld heb je de afgelopen 12 maanden (ongeveer) gegeven? Let op: het gaat hier dus alleen om geld dat je zelf hebt gegeven en dus niet om geld dat je hebt ingezameld. euro Als je het niet precies weet, wil je dan zo goed mogelijk schatten? 3. De volgende vragen gaan over of je als vrijwilliger (dus zonder betaald te worden) iets doet bij een club of organisatie. We bedoelen hier niet je maatschappelijke stage mee. NCDO Jeugdbarometer Mondiaal Burgerschap juni 2012 Pagina 2 van 7
Heb je de afgelopen 12 maanden als vrijwilliger iets gedaan voor een club of organisatie op het gebied van (meerdere antwoorden mogelijk): Antwoordcategorieën 00 nee 01 ja a. Sport b. Natuur & milieu c. Geloof (kerk, moskee, tempel, etc.) d. Ontwikkelingshulp (hulp aan arme landen) e. Buurthuis of andere activiteiten in de buurt f. Mensenrechten g. Anders, namelijk <Als 3a,3b,3c,3d, 3 e, 3f of 3g = ja> Hoe vaak ben je in de afgelopen maanden als vrijwilliger actief geweest? Antwoordcategorieën 01 Een of enkele malen per jaar 02 Ongeveer 1 keer per maand 03 Ongeveer 1 keer per week 04 Vaker dan 1 keer per week 4. Nu volgt een aantal stellingen over Nederland en de wereld. Kan je aangeven in hoeverre je het eens of oneens bent met de volgende stellingen? Antwoordcategorieën (één antwoord per stelling) 00 helemaal mee oneens 01 mee oneens 02 02 er tussen in 03 mee eens 04 helemaal mee eens 99 weet niet <Randomiseer de stellingen van de 3 principes (gedeelde verantwoordelijkheid, gelijkwaardigheid en wederzijdse afhankelijkheid. NB hier bedoelen we mee de drie verschillende principes door elkaar dient te husselen!> <Gedeelde verantwoordelijkheid> ) NCDO Jeugdbarometer Mondiaal Burgerschap juni 2012 Pagina 3 van 7
1. Nederland moet arme landen helpen met het oplossen van hun problemen. 2. Mensen in arme landen moeten zelf hun armoede oplossen. 3. Nederland moet zich niet bemoeien met hoe andere landen omgaan met hun natuur. 4. Ik voel me verantwoordelijk als ik zie hoe arm sommige mensen in de wereld zijn. 5. De Nederlandse regering moet zich alleen richten op problemen in Nederland. 6. Mensen hebben gezamenlijk de plicht om slachtoffers van natuurrampen overal ter wereld te helpen. 7. Ik vind dat de Nederlandse regering andere landen erop moet aanspreken als zij zich niet aan de mensenrechten houden. <Gelijkwaardigheid van mensen> 1. Ik vind de normen en waarden van mijn eigen cultuur beter dan die van andere culturen. 2. Vrijheid van meningsuiting is voor mensen in arme landen minder belangrijk dan voor mensen in Nederland. 3. Wij zijn in Nederland rijker dan mensen in arme landen omdat we zaken beter aanpakken. 4. Ik heb liever mensen van mijn eigen cultuur naast me wonen dan mensen uit een andere cultuur. 5. Ik vind het erg dat een kind uit een arm land minder kansen krijgt dan ik. 6. Ik vind de islam net zo goed of slecht als het christendom. 7. Ik vind dat ik meer kansen moet hebben op een baan in Nederland dan een Pool die hier een baan zoekt. <Wederzijdse afhankelijkheid in de wereld> 1. Ik kan een bijdrage leveren aan het oplossen van wereldproblemen door de keuzes die ik maak in mijn dagelijks leven. 2. Als Nederland geen asielzoekers meer toelaat, dan krijgen de landen om ons heen meer asielzoekers. 3. Rijke landen hebben voordeel bij het oplossen van armoede in arme landen. 4. Nederland heeft andere landen niet nodig om geld te verdienen. 5. Sommige kleding is in Nederland zo goedkoop omdat het wordt gemaakt in arme landen door mensen die weinig geld verdienen. 6. Nederland heeft geen last van de werkloosheid in andere landen. 7. Als de ijskappen op de Noord- en Zuidpool smelten, merken wij daar in Nederland niets van. 8. Het beschermen van grote bossen in Brazilië, zodat die niet gekapt worden, is goed voor het klimaat in Nederland. NCDO Jeugdbarometer Mondiaal Burgerschap juni 2012 Pagina 4 van 7
5. We zijn benieuwd naar jouw kennis over de wereld. Zou je daarover de volgende vragen willen beantwoorden? Kies per vraag één van de antwoordmogelijkheden. <NB Juiste antwoorden zijn in het blauw aangegeven!> a. In welk land gaan naar verhouding de minste meisjes naar school? 1. Mali (Afrika) 2. China (Azië) 3. Spanje (Europa) 4. Colombia (Zuid Amerika) b. Welk dier wordt met uitsterven bedreigd? 1. Mol 2. Tonijn 3. Zebra 4. Giraffe c. In welk land is het nu burgeroorlog? 1. Kroatië (Europa) 2. Venezuela (Zuid-Amerika) 3. Vietnam (Azië) 4. Somalië (Afrika) d. Hoe heet de regeringsleider (of bondskanselier) van Duitsland? 1. Angela Merkel 2. Heidi Klum 3. Andrea Grossman 4. Angela Grossruhl e. In welk land wonen naar verhouding de meeste mensen met honger? 1. Albanië (Europa) 2. Argentinië (Zuid-Amerika) 3. Haïti (Cariben) 4. Zuid-Afrika (Afrika) NCDO Jeugdbarometer Mondiaal Burgerschap juni 2012 Pagina 5 van 7
f. Waaraan overlijden jonge kinderen in arme landen het vaakst? 1. Aids 2. Malaria 3. Diarree 4. Mazelen g. In welk land werken naar verhouding de meeste kinderen onder de 14 jaar? 1. Nigeria (Afrika) 2. Nepal (Azië) 3. Brazilië (Zuid-Amerika) 4. Canada (Noord-Amerika) h. Hoe krijg je de ziekte malaria? 1. Door onbeschermde seks met iemand die besmet is met het malariavirus 2. Door de malariabacterie binnen te krijgen via de lucht (kuchen, niezen) en via de handen van iemand anders die al besmet is 3. Door geprikt te worden door een mug die de malariaparasiet draagt 4. Door iets te eten waar de malariabacterie inzit. i. Wie is de (demissionaire) staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking op dit moment? 1. Uri Rosenthal 2. Maxime Verhagen 3. Ben Knapen 4. Jan Kees de Jager OPTIONELE VRAGEN 6. Nu volgt een aantal vragen over wat voor persoon je bent. Wil je van de onderstaande uitspraken aangeven hoe goed ze bij je passen? Denk niet te lang na, het gaat om je eerste reactie. Het gaat om wat bij jou past, er zijn geen goede of foute antwoorden. Antwoordcategorieën (één antwoordmogelijk) 00 past niet bij mij 01 past een beetje bij mij 02 past bij mij <Randomiseer de stellingen> a. Ik werk liever voor mezelf, dan voor anderen. b. Ik draag graag een steentje bij aan de Nederlandse samenleving. c. Ik heb er weinig voor over om anderen te helpen. d. Ik vind het belangrijk mijn spullen met andere mensen te delen. e. Ik besteed niet graag tijd aan het doen van dingen voor anderen. f. Ik vind het belangrijk om dingen voor anderen te doen. NCDO Jeugdbarometer Mondiaal Burgerschap juni 2012 Pagina 6 van 7
g. Ik geef niet graag aan goede doelen. h. Ik vind het belangrijk hulp te geven aan arme mensen en anderen die het nodig hebben. i. Ik heb vaak medelijden met mensen die het minder goed hebben dan ik. j. Ik voel weinig medelijden met andere mensen die problemen hebben. k. Wanneer iemand wordt misbruikt, voel ik de neiging hem of haar te beschermen. l. Wanneer iemand anders iets vervelends overkomt, doet dit me weinig. m. Ik word vaak emotioneel door dingen die ik zie gebeuren. n. Wanneer ik zie dat iemand niet eerlijk wordt behandeld, voel ik geen medelijden met hem of haar. o. Ik ben een gevoelig persoon. 7. Nu volgt een aantal stellingen over je thuissituatie. Wil je per stelling aangeven in hoeverre de uitspraak bij jou past of niet past? Ook bij deze stellingen zijn er geen goede of foute antwoorden! Antwoordcategorieën (één antwoordmogelijk) 00 past niet bij mijn thuissituatie 01 past een beetje bij mijn thuissituatie 02 past wel bij mijn thuissituatie <Randomiseer de stellingen> a. Mijn ouder(s)/verzorger(s) geven geld aan goede doelen. b. Mijn ouder(s)/verzorger(s) vinden ontwikkelingshulp weggegooid geld. c. Bij mij thuis wordt nooit over problemen in arme landen gepraat. d. Mijn ouder(s)/verzorger(s) zijn als vrijwilliger betrokken bij een club of organisatie. e. Mijn ouder(s)/verzorger(s) vinden dat je verantwoordelijk om moet gaan met het milieu. 8. Hieronder volgt een aantal stellingen over jou en je contacten. Wil je per uitspraak aangeven of die wel of niet op jou van toepassing is? Antwoordcategorieën (één antwoordmogelijk) 00 nee 01 ja <Randomiseer de stellingen> a. Ik heb één of meerdere vrienden uit andere culturen. b. Ik ben nog nooit naar landen buiten Europa geweest. c. Ik heb geen of bijna geen contact met mensen van een andere cultuur. d. Ik heb contact met iemand die momenteel in het buitenland woont. NCDO Jeugdbarometer Mondiaal Burgerschap juni 2012 Pagina 7 van 7