AEG deel 3 Naam:. Klas:.
1-Video Grensverleggend Europa; Het moet van Brussel. a-in welke Europese stad staat Jan Jaap v.d. Wal? b-beschrijf in het kort waarom een betere Europese samenwerking nodig was. c-wat is een douane-unie en wat zijn de voordelen voor de deelnemende landen? d-het verdrag van Maastricht was voor de Europese samenwerking van groot belang. Welke grote stap voorwaarts werd er toen gezet? e-voor hoeveel mensen maakt het Europees parlement wetten f-de Europese commissie is te vergelijken met
g-een groot vooroordeel ten aanzien van Europa is dat het een grote instelling is die van alles oplegt aan de (burgers van) de Europese landen, zonder dat deze daar iets over te zeggen hebben. Wat heeft mevr. Buitenweg hier op te zeggen?. Europese beslissingen moeten worden goedgekeurd door.,..dat door is gekozen EN.. van de afzonderlijke landen (vertegenwoordigt in de.) die weer gekozen zijn door de burgers... Wij als burgers hebben dus invloed op Europa! h-noem een drie (nationale) zaken waarmee Europa zich nooit zal bemoeien. i-wat zijn drie belangrijke onderwerpen waarvoor Europa zich wel sterk zou moeten maken? j-waarom is juist voor deze onderwerpen een sterk Europa belangrijk?
2-Europese samenwerking; van EGKS tot Verenigde Staten van Europa? 1945. Europa was verwoest, steden lagen in puin. De allesvernietigende tweede wereldoorlog, was eindelijk voorbij." Dit mag nooit meer gebeuren", vonden veel Europeanen. De erfvijanden, Frankrijk en Duitsland namen hiervoor de eerste initiatieven. Dit waren de twee landen die drie maal op rij als vijanden in een oorlog tegen over elkaar hadden gestaan. Toen Frankrijk en Duitsland samen wilden gaan werken, voelden andere landen het als hun plicht om zich daarbij aan te sluiten. Ook Nederland wilde wel meedoen aan het nieuwe samenwerkingsverband. Om te beginnen maakte de samenwerkende landen economische afspraken. In de loop der jaren is het aantal deelnemende landen sterk gegroeid en wordt er op veel meer terreinen samengewerkt. Zijn we op weg naar een Verenigde Staten van Europa? Opdracht 1: Bekijk de clips van opdracht 1 op de ELO en maak de digitale opdracht. Noteer hier onder het juiste antwoord. (compleet en in de juiste volgorde!)
Opdracht 3: Welke landen zijn er op dit moment lid van de EU? a-zet de nummers van de landen op de juiste plaats in de kaart. België (1952) Bulgarije (2007) Cyprus (2004) Denemarken (1973) Duitsland (1952) Estland (2004) Finland (1995) Frankrijk (1952) Griekenland (1981) Hongarije (2004) Ierland (1973) Italië (1952) Kroatië (2013) Letland (2004) Litouwen (2004) Luxemburg (1952) Malta (2004) Nederland (1952) Oostenrijk (1995) Polen (2004) Portugal (1986) Roemenië (2007) Slovenië (2004) Slowakije (2004) Spanje (1986) Tsjechië (2004) Verenigd Koninkrijk (1973) Zweden (1995) EU-landen b-noorwegen en Zwitserland zijn geen lid van de EU. Waarom niet?
Opdracht 4: Nieuwe lidstaten. -a-aan welke drie eisen moet een kandidaat lidstaat voldoen om lid te mogen worden van de EU? -b-alle lidstaten van de EU hebben het vetorecht als er gestemd moet worden over de toetreding van een land tot de EU. Wat wil dat zeggen? -c-in ELO opdracht 5 worden een aantal argumenten genoemd waarom Turkije voorlopig waarschijnlijk geen lid zal worden van de EU. Noteer in het kort (GROOT gedrukte tekst op de ELO) de tegenargumenten. -d-in ELO opdracht 5 worden ook argumenten genoemd waarom Turkije wel lid zou moeten worden van de EU. Noteer hier kort de argumenten voor toetreding.
Opdracht 5: Wie is de baas van de Europese Unie? De Europese Unie begint steeds meer op een gewoon land te lijken: er is een vlag, een volkslied, een parlement, er zijn Europese ambtenaren en is er zelfs een Europese munt, de euro. Maar er zijn ook belangrijke verschillen met een gewoon land. Zo is er is bijvoorbeeld geen regering of een staatshoofd. In plaats daarvan zijn er drie instellingen die samen het bestuur van de Europese Unie vormen: - Europese Commissie - Europees Parlement - Raad van Ministers Dit bestuur neemt besluiten waar de nationale regeringen zich aan moeten houden. Deze Europese besluiten beïnvloeden steeds meer het dagelijks leven van de inwoners van de lidstaten. Je mag vrij reizen door veel lidstaten van de Europese Unie. Er zijn dan ook niet overal grenscontroles meer nodig. Ook mag je je in bijna alle EU-lidstaten vrij vestigen. De inwoners van de Europese Unie kunnen invloed op de Europese besluiten uitoefenen door het kiezen van de leden van het Europees Parlement. 1 keer in de 5 jaar mogen de inwoners stemmen. Instellingen in de EU De verschillende instellingen zijn oorspronkelijk opgericht om het bestuur van een steeds sterkere Unie van Europese landen te vormen. 3 belangrijke instellingen bij de Europese besluitvorming zijn: Europese Commissie De Commissie is de drijvende kracht van de Europese Unie. Zij neemt het initiatief tot voorstellen voor wetgeving en maatregelen op Europees niveau en zorgt dat deze worden uitgevoerd. De Europese Commissie wordt wel beschouwd als het 'dagelijks bestuur', te vergelijken met de Nederlandse regering. Europees Parlement Het Parlement zorgt ervoor dat wetten democratisch tot stand komen. Zij adviseert of beslist, afhankelijk van het onderwerp, over de wetsvoorstellen. Verder beslist zij mee over de begroting van de Europese Unie en over de toetreding van nieuwe landen. Als laatste taak oefent zij controle uit over de Europese Commissie. Het Europees Parlement houdt vooral rekening met Europese belangen.
Raad van Ministers (Raad van de Europese Unie) In de Raad van Ministers nemen de ministers van de afzonderlijke lidstaten de uiteindelijke beslissing over de wetgeving in de Unie. Als het gaat over economie dan vergaderen de ministers van Economische Zaken, gaat het over Europese samenwerking van de politie, dan vergaderen de ministers van Justitie, etc Dit doet zij op basis van de voorstellen van de Commissie en het advies van het Europees Parlement. De raad van ministers houdt vooral rekening met Nationale belangen van de verschillende EU-lidstaten. Europese Raad Daarnaast is er de Europese Raad. Deze bestaat uit de staatshoofden en regeringsleiders van de 27 lidstaten en de voorzitter van de Europese Commissie. Zij zetten gezamenlijk het algemene beleid van de Europese Unie in grote lijnen uit. En er zijn nog meer instellingen van de Europese Unie. Er is een Hof van Justitie, een Europese Centrale Bank, een Europese Rekenkamer, enzovoort. President van Europa Sinds november 2009 heeft de Europese Unie een president. De eerste president van de EU is de Vlaming Herman van Rompuy. Hij is de vaste voorzitter van de Europese regeringsleiders en het gezicht van de EU. De president van de EU wordt niet gekozen door de Europeanen maar door de andere EU-leiders. Europese burgers Als jij straks 18 jaar bent mag je gaan stemmen. Dat betekent dat jij invloed krijgt op Europa. Je mag natuurlijk stemmen op jouw favoriete kandidaat voor het Europees Parlement. Bedenk echter ook dat de Nederlandse politici veel te zeggen hebben over onderwerpen die in Brussel worden besproken. Let er bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer op wat de partij van jouw keuze heeft te zeggen over Europa. Niet alleen ons Parlement maar vooral onze regering mag meespreken in en over Brussel. De premier praat mee in de Europese Raad en de ministers in de Europese Raad van Ministers. En daar worden de beslissingen genomen! En als je echt zelf invloed wil uitoefenen stuur je een voorstel naar de Europese Commissie. Je moet er dan wel 1 miljoen handtekeningen van mede-europeanen bij doen om de Europese Commissie echt aan het werk te zetten.
5-a-Hoe komt een Europese wet tot stand? (Zie ELO opdracht 7) Opdracht 6: Wat heeft de EU jou te bieden. Naast veiligheid en welvaart heeft de EU er ook voor gezorgd dat jij vrij kan reizen binnen de landen die het Schengenverdrag hebben ondertekend. Wat heeft de EU jou nog meer opgeleverd. Bekijk de clip van ELO opdracht 9 en noteer de genoemde voordelen.
Opdracht 7: Hoe is de Eurocrisis ontstaan? Bekijk de clip van ELO opdracht 10. Leg daarna uit hoe de Eurocrisis is ontstaan.