PROTOCOL voor follow-up onderzoek bij pacemakerpatiënten

Vergelijkbare documenten
Pacemakers en ICD s. Symposium voor anesthesiemedewerkers. Kitty van der Beek-Schouten. Cardiac Device Specialist RdGG.

Het Twiddler syndroom

Chapter 10. Samenvatting

IMPLANTATIE VAN EEN PACEMAKER FRANCISCUS VLIETLAND

Biventriculaire therapie. Scheper Ziekenhuis. Emmen

Implantatie Reveal plus 9526

IMPLANTATIE VAN EEN HARTRITMEMONITOR

Version überholt. Nicht verwenden. Version obsolète. Ne pas utiliser. Versione obsoleta. Non utilizzare. Verouderde versie. Niet gebruiken.

App Socrative. Zonder app Kamer Naam: CNEPACEMAKER

Dringende veiligheidskennisgeving

OVERZICHT APPARAAT. Knop Type patiënt. Pacemaker. Sync. Knop Rapporten Knop Afdrukken. Navigatieknoppen. Therapiepoort. ECG-poort.

Holter onderzoek. Uw hartritme 24 of 48 uur gemeten

ECG SENSOR ML84M GEBRUIKERSHANDLEIDING

Inwendige hartritmemonitor

Klinische Genetica. Plots overlijden

DFT-test. Defibrillatie Treshold-test

Betere weergave van de resterende levensduur op de programmer

Uitleg externe tijdelijke pacemaker

Cardioverteren. Defibrilleren. Tachycardie

Pacemaker voor het hart

Recht op inzage Hoe vraag ik inzage in een patiëntendossier?

G. Schottert Handleiding Freekie 1. Nederlandse handleiding. Freekie DMX ADRES INSTELLINGEN 1

Pacemaker. In deze informatie leest u wat een pacemaker is, hoe het inbrengen gebeurt en wanneer de pacemaker gecontroleerd wordt.

Het plaatsen van een pacemaker

hier schermafdruk DM NVMBR, Digitaal Magazine MBB er in Beeld Full-text artikelen vanuit de rubriek Publicaties maart 2017 Pagina 1 van 5

Opstarten. pagina 1. Instellen programmeermodus

Intracardiale pacemaker

BRAVA CRT-D DTBC2D1. Producthandleiding

Ajmaline provocatietest

Annex 1 - Controleprotocol HFK pulstuig tbv MSC puls (openbaar) Mei 2015, CVO Versie 1

Fietsergometrie met arteriële zuurstof en ventilatie meting

HARTSLAGFREQUENTIE SENSOR BT47i

Principe Maken van een Monte Carlo data-set populatie-parameters en standaarddeviaties standaarddeviatie van de bepaling statistische verdeling

Implantatiehandleiding. Tweekamer frequentieadapterende pacemaker

Pacemakerimplantatie. Dag/datum: Afdeling:..

Alle meetgegevens. Altijd en overal. Op iedere smartphone, tablet of PC. Het WiFi dataregistratiesysteem testo Saveris 2. Analyse & Rapportage

Pacemakervervanging. Dag/datum: Tijd: Afdeling:

ECG-SENSOR BT36i GEBRUIKERSHANDLEIDING

Project P Blackbox garnalenvisserij. DCI Electronics bv Nijverheidsstraat AV Eindewege. Tel. (0113) Fax (0113)

De computerhandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken:

GEBRUIK DEZE HANDLEIDING VOOR HET OPZOEKEN EN CORRIGEREN VAN ONVOLLEDIGE VERSLAGEN IN VREST

Afdeling Eerste hart hulp

Inspanningselektrocardiogram. Met arteriële zuurstof en ventilatie meting

Handleiding ACS PCI. Versie Datum aanpassing Naam 1.0 April 2017 F. Weerdesteyn

Hartfunctie onderzoek

Handreiking voor nakijken HIS m.b.v. analyse HIS KIS zorgprogramma. Inleiding. Waar staan de inkaartrapporten?

Implanteerbare hartritme monitor Reveal DX

Het vervangen van uw pacemaker

EVERA S DR DDBC3D4. Producthandleiding

HARTSLAGSENSOR 027I GEBRUIKERSHANDLEIDING

Snel aan de slag met de Mini Squirrel datalogger

Rechts ECG: V3 t/m V6 uitpolen naar rechts om rechter ventrikel te bekijken op ischaemie. Belangrijk voor behandeling ( Vullen? ja/nee?

Handmatige invoer NHR datasets 2018 Pacemaker- en ICD registratie. Definitief / 16 augustus 2018 / versie

Hartritmemonitor Implantatie / verwijdering

Recht op inzage Kinderen Klinisch dossier, poliklinisch dossier en radiologische gegevens Klinisch dossier

Pacemaker. In deze informatie leest u wat een pacemaker is, hoe het inbrengen gebeurd en wanneer de pacemaker gecontroleerd wordt.

Handleiding Mobiel ECG Eventmonitor. (voor de gebruiker)

info voor patiënten Ik krijg een pacemaker

Cardioversie. Een behandeling voor hartritmestoornissen

Telemetrie INFORMATIEBROCHURE VOOR PATIËNTEN

VIVA QUAD XT CRT-D DTBA2QQ

Handleiding - Vivago Mobile

Hartritmemonitor Implantatie / verwijdering

HUT test (kanteltafel test)

Doel van de behandeling Het doel van de behandeling is het herstellen van het onregelmatige hartritme.

p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 2

G-sensor datalogger ES128-3S

Handleiding Uranus 1 / 5

Cardiologie Implantatie hartmonitor (reveal)

Alle meetgegevens. Altijd en overal. Op iedere smartphone, tablet of PC. Het WiFi dataregistratiesysteem testo Saveris 2. Analyse & Rapportage

Nazorg pacemaker implantatie of -wissel

p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 2

Fietstest met VO2 max meting

VDH doc Versie: v1.0 Datum: Software: ALFA75-MTT File: Do WPD Bereik: 0,0/+80,0 C per 0,1 C

Confirm -implantatie en -controle (implanteerbare hartmonitor)

FRIART. Automatische registratie Temperatuur. Handleiding bij FRI-ART van IB Prompt Harlingen

Er zijn verschillende soorten meerdaagse holters. De arts heeft afgesproken dat u een onderzoek met een eventrecorder (cardiomemo) krijgt.

Leefregels na pacemaker implantatie. Pacemakerpoli Route 44

Achtergrond. ECG en hartritmestoornissen Achtergrond en wat jullie zelf graag willen bespreken. Eryn Liem

Drukmeting in het hart en de longen

Vervanging van een pacemaker of ICD

Dit systeem is ontworpen voor een loopband. De handleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken:

Opname op verpleegafdeling

AANBEVELINGEN VOOR GOEDE PRAKTIJKVOERING OP HET GEBIED VAN HARTSTIMULATIE


ENA Bijlage. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco

Holteronderzoek. Uw hartritme 5 dagen gemeten

Elektrische Cardioversie

Chronisch Atriumfibrilleren

Klinische Neurofysiologie POLYSOMNOGRAFIE MSLT

Vervanging van een pacemaker of ICD

G-13.MFT Munttester, enkelvoudige blokkering

Kwaliteitsproject Digitale insultregistratie

Allergie Als u overgevoelig bent voor jodium, of bepaalde medicijnen verzoeken wij u dit van te voren te melden.

Nieuwe- en bijkomende functionaliteiten app V5.0

Diepe hersenstimulatie bij bewegingsstoornissen: Tremor

Handleiding Icespy MR software

E-Vita hartfalen: Het effect van een informatieve website en telemonitoring

Lees vóór de duik de gebruikershandleiding van de Galileo én deze freedive-handleiding goed door en zorg dat u de inhoud goed begrijpt

Boezemfibrilleren. Cardiologie

Transcriptie:

PROTOCOL voor follow-up onderzoek bij pacemakerpatiënten datum: 03-10-2001 1. De afspraken met pacemakerpatiënten voor een follow-up onderzoek worden door het pacemakerteam gemaakt. Dit kan gebeuren: 1) bij ontslag uit het ziekenhuis na een implantatie; 2) aan het eind van een follow-up onderzoek; 3) tussentijds op verzoek van de patiënt, behandelend cardioloog of pacemakerteam. De afspraken kunnen gemaakt worden voor een controle op een van de beide locaties van het Bosch Medicentrum alsmede een controle op de verpleegafdeling of Hartbewaking in geval van een klinische patiënt. De afspraken worden vastgelegd in een daarvoor in het leven geroepen agenda of middels het systeemdeel Afspraken van Hiscom. 2. Ter voor bereiding op het controle bezoek worden door het pacemakerteam de volgende handelingen verricht: 1) Het opzoeken en klaar leggen van het patiëntendossier met daarin de pacemaker meetgegevenskaart, de programmeerkaart, het blauwe bijzonderheden briefje, de eerder geregistreerde pacemakerpulsen en een ECG registratie van de vorige controle(s) met sense/stimulatie drempel van de pacemaker en magneetritme. 2) Het klaarzetten van de pacemakerkar met de juiste pacemaker programmer in geval het onderzoek op een klinische afdeling moet worden verricht. 3. Bij binnenkomst van de patiënt worden de pacemakerkaart, de afsprakenkaart en het patiëntenponsplaatje in ontvangst genomen. Met behulp van het ponsplaatje wordt een verrichtingen briefje gemaakt. 4. Het pacescope meetsysteem wordt gestart en middels het patiëntennummer worden de historische gegevens opgehaald. Bij de patiënt wordt geïnformeerd of de NAW (Naam, Adres en Woonplaats) gegevens nog correct zijn. 5. Bij de patiënt wordt geïnformeerd naar (pacemakergerelateerde) klachten, gewijzigd medicijngebruik. Indien nodig wordt hiervoor een eventuele begeleider geraadpleegd. 6. Na de inleidende handelingen wordt de patiënt op het ECG-systeem aangesloten: 1) aansluiten ECG-elektroden op standaard wijze (rood r-pols, geel l-pols, groen l-enkel en zwart r-enkel: volgens Einthoven); 2) de ECG-apparatuur wordt geijkt en ingesteld op de te gebruiken afleiding; 3) indien geen duidelijk ECG-signaal waarneembaar is dan wordt een andere afleiding geprobeerd en indien nodig de handleiding ECG-meting geraadpleegd; 4) m.b.v. de ECG-registratie wordt een eerste indruk van het functioneren van het pacemakersysteem verkregen. 7. Volgend op de globale ECG-controle wordt de vorm van de pacemakerpuls(en) geanalyseerd: 1) controleer de weergave van de pacepuls op het scherm. Voorwaarde is dat de pacemaker stimuleert. Indien dit niet het geval is dan wordt het pacemakerritme verhoogd (bijv. m.b.v. een magneet).

protocol pacemaker follow-up versie 031001 pag. 2/5 2) de afleiding met de grootste pacepulsen wordt opgezocht en de vorm wordt bestudeerd. De waargenomen pacepuls vorm wordt vergeleken met die van eerdere registraties voor alle afleidingen. Indien waarneembare veranderingen hebben plaats gevonden, dan wordt een nieuwe print-out gemaakt voor alle drie de afleidingen. 3) de volgende parameters worden (automatisch) gemeten: intervaltijd tussen twee pulsen, pulsbreedte, maximale amplitude, procentuele verhouding van voor- en achterflank, de gemiddelde waarde en variatie van de impedantie, het AV-interval met en zonder magneetritme bij tweekamer pacemakers. 8. Met behulp van de juiste programmer worden de pacemakergegevens telemetrisch opgevraagd (zie ook pacemaker handleiding). 9. Indien de patiënt voldoende eigen ritme heeft wordt het intracardiale ECG (ICECG) gemeten. 1) het pacemakerritme wordt zodanig verlaagd (minimaal 30 bpm) dat het onderliggend eigen ritme van de patiënt zichtbaar wordt (maximaal 1 min); 2) aan de hand van het vorige ICECG worden de volgende parameters bekeken: vorm en amplitude van de P-top, vorm en amplitude van het QRScomplex, de vorm van de T-top, het AV-delay en het hartritme. 10. Vervolgens wordt de gevoeligheid van de pacemaker voor cardiale signalen bepaald (sensdrempel). Hiervoor moet het eigen ritme van de patiënt waarneembaar zijn (zie stap 9). 1) de gevoeligheid (sensitivity) van de pacemaker wordt zodanig verhoogd dat de pacemaker door de waargenomen cardiale signalen (P-top of QRScomplex) onderdrukt wordt. Dit gebeurt tijdens in- en uitademen. De hoogst mogelijke waarde wordt genoteerd als de drempelwaarde; 2) de gevoeligheid van de pacemaker wordt na afloop van de meting geprogrammeerd op ten hoogste de helft van de drempelwaarde. Afwijkingen hiervan worden met de cardioloog overlegd; 3) als documentatie wordt een ECG-strook met eigen ritme uitgeschreven. 11. Ook de minimale output van de pacemaker wordt m.b.v. een drempelprocedure vastgesteld: 1) uitgaande van de beschikbaarheid van een pacemakerafhankelijke drempelprocedure (zie handleiding programmer) wordt deze geactiveerd. Indien mogelijk wordt de patiënt tijdens het drempelen gevraagd diep in en uit te ademen; 2) het hiermee verkregen resultaat wordt vergeleken met de vorige drempelwaarde; 3) voor de output van de pacemaker geldt dat de pulsspanning en -breedte respectievelijk 100 % en 200 % boven de drempelwaarde geprogrammeerd worden waarbij de minimale waarden van onderstaande tabel in acht worden genomen. atrium ventrikel pulsgrootte (V) 1,5 2,4 pulsduur (ms) 0,24 0,24

protocol pacemaker follow-up versie 031001 pag. 3/5 12. De overgang van magneetritme naar eigen ritme of ingesteld pacemakerritme wordt op een ECG-strook vastgelegd. In geval van eigen ritme moet een inhibitie van de pacemaker waargenomen worden. 13. Indien bij de stappen 7 t/m 12 afwijkende waarden gevonden worden wordt getracht deze d.m.v. herprogrammeren van de pacemaker te corrigeren. Indien daartoe aanleiding bestaat wordt een relatie gelegd tussen de in stap 5 gemelde klachten en de afwijkende meetwaarden. Als er sprake is van bijzonderheden of een ingrijpende verandering dan wordt direct contact opgenomen met de behandelend cardioloog of diens plaatsvervanger. 14. Afhankelijk van het te onderzoeken pacemakertype worden nog een aantal aanvullende tests verricht zoals: 1) retrogade geleiding (bij tweekamer pacing); 2) far field R-wave sensing (bij tweekamer pacing); 3) autocapturefunctie; 4) etc. etc. Afhankelijk van de bevindingen is de pacemaker technicus bevoegd parameters blijvend te wijzigen waarbij de in onderstaande tabel vermelde criteria in acht worden genomen. Bij verdachte waarnemingen of in het geval de situatie parameter waarden buiten de genoemde grenzen indiceert wordt de behandelend cardioloog of diens vervanger geconsulteerd. Desgewenst kan de behandelend cardioloog voor individuele patiënten de vermelde grenzen aanpassen. Het pacemakerteam wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld. parameter criterium basis frequentie (bpm) minimaal 50 maximaal 90 maximale stimulatie frequentie (bpm) maximaal 220 minus leeftijd sleep rate (bpm) minimaal 40 AV-geleidingstijd (ms) minimaal 30 maximaal 350 mode switch overdrive pacing alleen aanzetten bij patiënten bekend met minimaal één periode van AF of boezemflutter maximaal 200 minus leeftijd alleen aanzetten bij patiënten bekend met boezem aritmiën 15. Bij patiënten met een zogenaamde rate responsive pacemaker wordt aanvullend onderzoek verricht: 1) op de eerste plaats wordt telemetrisch de door de pacemaker vastgelegde trendinformatie opgehaald en bekeken; 2) op basis van deze trendinformatie wordt eventueel naar klachten geïnformeerd; 3) bij pacemakers met een piëzo sensor wordt de pacemaker handmatig gestimuleerd;

protocol pacemaker follow-up versie 031001 pag. 4/5 4) indien daartoe aanleiding bestaat wordt de patiënt verzocht zich enige minuten in te spannen door lopen of hardlopen. 16. Eventuele defecten aan de pacemakerdraden kunnen worden opgespoord door het nauwlettend volgen van de pacepuls vorm en het ECG-signaal tijdens een vijftal handelingen: 1) het maken van grote cirkelbewegingen met de arm (aan pacemakerzijde) van de patiënt; 2) de patiënt wordt gevraagd met zijn hand aan pacemakerzijde met kracht tegen de hand van de pacemakertechnicus te drukken; 3) de patiënt wordt gevraagd met zijn hand aan pacemakerzijde krachtig aan de hand van de pacemakertechnicus te trekken; 4) de patiënt wordt gevraagd te hoesten; 5) manipulatie van de pacemaker; Er wordt op gelet dat er tijdens deze manoeuvres geen plotselinge veranderingen in pulsvorm en ECG optreden. 17. Aan de hand van de technische gegevens van de pacemaker en de verkregen meetwaarden wordt een schatting gemaakt of de resterende levensduur nog voldoende is (> 0,5 jaar). 18. Aan het eind van het onderzoek wordt op basis van onderstaande tabel (en mede afhankelijk van de meetresultaten) een nieuwe afspraak gemaakt. De nieuwe afspraak wordt genoteerd in de pacemaker agenda, de patiënten afsprakenkaart en op de pacemaker meetgegevenskaart. onderzoek eerste follow-up onderzoek tweede follow-up onderzoek derde follow-up onderzoek vierde follow-up onderzoek overige controles eerste vijf jaar follow-up onderzoeken na vijf jaar termijn binnen 24 uur na implantatie binnen 4 tot 6 weken na inplantatie binnen 4 maanden na implantatie binnen 10 maanden na implantatie binnen 1 jaar binnen 7 maanden of korter als de pacemaker daartoe aanleiding geeft 19. Na beëindiging van het onderzoek worden de patiënten afsprakenkaart, de pacemakerkaart met geactualiseerde informatie en het patiënten ponsplaatje aan de patiënt geretourneerd. 20. Na het onderzoek worden de gewijzigde instellingen nagezien en op de pacemaker programmeerkaart vastgelegd. Eventuele bijzonderheden worden op het blauwe briefje genoteerd. De te bewaren pacepuls vormen en bijbehorende informatie worden op de PC opgeslagen. 21. Indien de programmeerinstellingen van de pacemaker gewijzigd zijn of indien er bijzonderheden te vermelden zijn, dan wordt deze informatie doorgestuurd naar de behandelend cardioloog. 22. Het onderzoek wordt afgerond door het opbergen van de patiëntengegevens: de pacemaker meetgegevenskaart, de programmeerkaart, het blauwe bijzonderheden

protocol pacemaker follow-up versie 031001 pag. 5/5 briefje, de uitgeprinte pacepuls vormen en een drietal ECG-stroken (sensing pacemaker, pacing pacemaker en magneetritme). Het verrichtingenbriefje wordt opgestuurd aan de afdeling Patiënten Administratie.