Ministerie van Justitie

Vergelijkbare documenten
Ministerie van Veiligheid en Justitie

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar Bijlage 1.

Ministerie van Justitie en Veiligheid

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijlage 1.

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Algemeen Dagblad T.a.v. Postbus TC ROTTERDAM

Ministerie van Justitie en Veiligheid

Het Financieele Dagblad T.a.v.: Postbus AE AMSTERDAM. Datum 2 september 2015 Onderwerp Uw Wob-verzoek van 3 juli 2015.

Ministerie van Buitenlandse Zaken

Ministerie van Justitie en Veiligheid

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Dienst Justitiële Inrichtingen Ministerie van Veiligheid en Justitie

6 NOV Rijksvastgoedbedrijf. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Kabinet Minister-President

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijlage 1.

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Ministerie van Veiligheid en Justftie

tegen het besluit van 13 maart 2017 in het kader van de subsidie SNL, kenmerk

Online Juridisch Advies voor U (OJAU) T.a.v.: Binckhorstlaan 36-C BE DEN HAAG

Ministerie van Justitie

Datum 3 juni 2016 Betreft Verzoek op grond van de Wob. Geachte,

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Besluit Ik heb besloten aan uw verzoek tegemoet te komen en de informatie waarom u verzocht openbaar te maken.

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Ministerie van Veiligheid en Justitie

Ministerie van Infrastructuur. en Waterstaat. T.a.v. Bestuurskern. (va Datum. Betreft Uw verzoek Wet op de beloodsing.

Inspectie Veiligheid en Justitie Ministerie van Veiligheid en Justitie

Ministerie van Economische Zaken

Datum 19 juni 2019 Betreft Besluit op uw Wob-verzoek. Geachte

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

LIT IE. Door deze brief wordt op de twee door u ingediende Wob-verzoeken besloten.

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Ministerie van Veiligheid en Justide

Sociaal Juridisch Medewerker-Arbeidsvoorziening en Personeelswerk (Crebo 10026) over de periode bij ROC Landstede;

De belanghebbende heeft geen bedenkingen tegen het openbaar maken van de door u gevraagd gegevens kenbaar gemaakt.

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Nationaal Coördinator. Terrorismebestrijding en Veiligheid. Wettelijk kader. Inventarisatie documenten. Ministerie van Veilfgheidenlusririe

Handleiding behandeling WOB-verzoeken

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

College van procureurs-generaal

Datum 13 juni 2019 Betreft Besluit op uw Wob-verzoek. Geachte,

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

College van procureurs-generaal

Ministerie van Economische Zaken

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Controle en handhaving Besluit Overwegingen Algemene overweging: openbaarheid t.a.v. een ieder De eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Datum 22 februari 2019 Onderwerp Uw Wob-verzoek met betrekking tot ondersteuning aan (zaken van) het tv-programma "Ontvoerd"

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijlage 1.

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

(.t, Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Datum 1 juni 2017 Betreft WOB-besluit. Geachtt

Nationaal Coordinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Ministerie van Veiligheid en Justitie

Ministerie van Veiligheid en Justitie

9 MEI Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: Betreft: Beslissing op uw Wob-verzoek. Geachte

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Datum 16 AUG2018. Betreft Wob-besluit

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: 28 DEC Betreft: Openbaarmaking van gegevens. Geachte

Ministerie van Financiën

APR 214. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: Betreft: Beslissing op uw Wob-verzoek. Geachte

2. Daarnaast heeft de verzoeker het Commissariaat verzocht de kosten van het Wobverzoek

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: 29 OKT 2013 Betreft: Openbaarmaking van gegevens. Geachte heen

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

XXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXX

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Ministerie van Veiligheid en lustide

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Ons kenmerk IENW/DSK-2018/ Datum. Uw kenmerk Betreft Beslissing op uw Wob-verzoek d.d. 7 augustus 2018 SL 500/18.012

In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten.

2 8MEI 2Ü1. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: Betreft: Besluit op uw Wob-verzoek. Geachte

( Datum 29 maart 2017

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Gemeente Amsterdam. Geachte

Op 14 augustus 2012 heeft u ingevolge mijn verzoek van 10 augustus 2012 ingestemd met verlenging van die termijn tot 18 oktober 2012.

3 SEP zû. Rijksvastgoedbedrijf Ministerie van BinnenlaridseZaken en Koninkrijksrelaties. Datum Betreft

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijiage

Datum 31 juli 2015 Onderwerp Eerste deelbesluit wob-verzoek ICT-incidenten. Geachte

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Datum 17 juli 2019 Betreft Herzieningsbesluit op uw Wob-verzoek. Geachte,

: esluit. Autoriteit Consument t Markt. / m46at Lo,~.

Datum 13 september 2017 Onderwerp Uw Wob-verzoek inzake correspondentie over adoptie uit Sri Lanka en de (voormalige) adoptievergunninghouder FLASH

NRC Handelsolaci Postbus NR Amsterdam. Datum 13 januari Geachte

In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten.

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Plaatsing op internet Het besluit wordt op geplaatst.

3. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit.

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Ministerie van Veiligheid en Justitie

VERZONDEN 18 JUL 2018 Datum:

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijlage 1.

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

De heer A. J. van Heusden Kruisstraat LX Oosterhout. Middelburg, 21 juni Geachte heer Van Heusden,

De met u gemaakte afspraken, bedoeld in de vorige alinea, houden het volgende in:

06 NOV, Ministerie van Infrastructuur. en Waterstaat. Datum. Betreft Eerste deelbesluit inzake uw WOB-verzoek. Geachte

Desgevraagd hebt u te kennen gegeven geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord naar aanleiding van uw bezwaar.

Ministerie van Justitie en Veiligheid

Justitiële Informatîedienst

In uw brieven, heeft u met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) gevraagd om openbaarmaking van, samenvattend:

Transcriptie:

Ministerie van Justitie > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de heer R. Zenger Nachtwachtlaan 114 1058 EO AMSTERDAM Datum 9 september 2010 Onderwerp Wobverzoek voortgang en inrichting internet kindermisbruik filter Geachte heer Zenger, Naar aanleiding van uw verzoek van 6 juli 2010 en in vervolg op mijn brieven van 23 en 26 juli 2010, resp. geen kenmerk en kenmerk 5662805/10, deel ik u het volgende mee. Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/justitie Ons kenmerk 166325 Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. Gevraagde documenten Op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) vraagt u om openbaarmaking van: 1. alle verslagen van voortgangsbesprekingen met internet providers, het Meldpunt Kinderporno, onderzoeksbureau Andersson Elffers Felix en andere betrokkenen; 2. een overzicht van de providers die meewerken aan de implementatie van het filter; 3. alle documenten die betrekking hebben op afspraken met alle betrokkenen; 4. alle documenten die betrekking hebben op de precieze doelstellingen van het filter; 5. alle documenten die betrekking hebben op de technische inrichting van het filter; 6. alle documenten die betrekking hebben op de inhoud van het filter (zoals, maar niet beperkt tot, gegevens over het totaal aantal adressen op de huidige of beoogde lijst, de criteria voor opname, de actualisatiefrequentie en een opsplitsing naar land van hosting), en 7. het rapport "Publiekprivate bestrijding van kinderporno op internet", opgesteld door het onderzoeksbureau Andersson Elffers Felix. Het wettelijk kader Uw verzoek is beoordeeld aan de hand van de Wob. Uitgangspunt van de Wob is dat er, in het belang van een goede en democratische bestuursvoering, voor degene die om informatie verzoekt een recht op openbaarmaking van de informatie bestaat. Het bestuursorgaan kan de openbaarmaking van de gevraagde informatie achterwege laten wanneer zich (één of meer) van de in de artikelen 10 en 11 van de Wob genoemde uitzonderingsgronden of beperkingen voordoen. Het recht op openbaarmaking dient het publieke belang van een goede en democratische bestuursvoering, welk belang de Wob vooronderstelt. Daarom kan ten aanzien van de openbaarheid geen onderscheid gemaakt worden naar gelang Pagina 1 van 5

de persoon of de oogmerken van de verzoeker. Bij de te verrichten belangenafweging worden dan ook betrokken het algemene of publieke belang bij openbaarmaking van de gevraagde informatie en de door de uitzonderingsgronden te beschermen belangen, maar niet het specifieke belang van de verzoeker. Wanneer deze belangenafweging van het bestuursorgaan leidt tot het oordeel dat de gevraagde informatie geheel of gedeeltelijk verstrekt moet worden, betekent dit dat niet alleen de verzoeker, maar iedereen die dat wenst van deze informatie kennis kan nemen. Beoordeling Hieronder ga ik in de door u gehanteerde volgorde in op uw verzoek. Bij de beoordeling van uw wob-verzoek heb ik buiten beschouwing gelaten: - Documenten die reeds openbaar zijn gemaakt. Het gaat om documenten als antwoorden op Kamervragen, brieven aan de Tweede Kamer en andere Kamerstukken. Zie met name mijn brieven van 15 september 2008 (Kamerstukken 1I, 2007-2008, 31200 VI, nr 166), van 21 december 2009 (Kamerstukken 1I, 2009-2010, 32123 VI, nr 79) en van 30 maart 2010 (Kamerstukken 1I, 2009-2010, 32123 VI, nr 90). Wat de concepten van Kamerstukken betreft geldt het volgende. Ingevolge artikel 11, eerste lid, van de Wob bestaat voor documenten ten behoeve van intern beraad een beperkte openbaarmakingsverplichting. Over daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen wordt geen informatie verstrekt. Onder persoonlijke beleidsopvattingen worden verstaan: meningen, opinies, commentaren, voorstellen, conclusies met de daartoe aangevoerde argumenten. Van een belangenafweging kan bij de beslissing omtrent openbaarmaking van persoonlijke beleidsopvattingen geen sprake zijn, omdat het hier gaat om een imperatieve weigeringsgrond. Uit de wetgeschiedenis van de Wob blijkt dat deze beperking op de informatieverplichting daarin met name is opgenomen omdat een ongehinderde bijdrage van ambtenaren en van hen die van buiten bij het intern beraad zijn betrokken bij de beleidsvorming en -uitvoering gewaarborgd moet zijn. Zij moeten in alle openhartigheid onderling en met bewindspersonen kunnen communiceren. Staatsrechtelijk zijn slechts de standpunten die het bestuursorgaan voor zijn rekening wil nemen relevant. Ik acht het niet in het belang van een goede en democratische bestuursvoering indien standpunten van ambtenaren en van hen, die van buiten bij het interne beraad zijn betrokken, zelfstandig worden betrokken in de publieke discussie. Ik zie dan ook geen aanleiding om met toepassing van artikel 11, tweede lid, van de Wob in niet tot personen herleidbare vorm informatie te verstrekken over de in de documenten opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen van de betrokken ambtenaren. Voor zover in de genoemde documenten eveneens feiten worden weergegeven, zijn deze naar mijn oordeel zodanig verweven met de persoonlijke beleidsopvattingen, dat ze niet voor afzonderlijke openbaarmaking in aanmerking komen. Tot het interne beraad reken ik conéepten van documenten, zoals conceptantwoorden op kamervragen, conceptbrieven, etc., indien de definitieve versie openbaar is gemaakt. De eventuele verschillen tussen concepten en definitieve stukken zijn persoonlijke beleidsopvattingen als bedoeld in artikel 11 van de Wob. Voorts ben ik van mening dat openbaarmaking van dergelijke documenten er in de toekomst toe zal leiden dat ambtenaren met het oog op mogelijke openbaarmaking ervan afzien dergelijke berichten op te stellen of zich daarin, bewust of onbewust, beperkt voelen. Een open communicatie met mijn ambtenaren en met hen die van buiten bij het intern beraad zijn betrokken wordt daardoor belemmerd, alsmede een onbevangen advisering. Daarmee benadeelt Pagina 2 va n 5

openbaarmaking mij onevenredig. Ik beroep mij daarom tevens op de weigeringsgrond genoemd in artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob. Op grond van artikel 11 juncto artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, maak ik derhalve concepten van Kamerstukken niet openbaar. - E-mailberichten tussen ambtenaren zonder enige inhoudelijke informatie, zoals bijvoorbeeld berichten als: "Kunt u mij even bellen?" of "Ik bel u morgen even op". Dergelijke berichten hebben geen betrekking op een bestuurlijke aangelegenheid en vallen derhalve buiten de reikwijdte van de Wob. Ad 1. Ik beschik niet over deze verslagen. Bij het vormgeven van het filteren van afbeeldingen van seksueel misbruik van kinderen gaat het immers om een door de overheid gestimuleerde zelfregulering door vooral de Internet Service Providers (ISP's). Dat betekent dat ik niet degene ben die het filter ontwerpt en afspraken maakt over het filter. Dat zijn de ISP's en het particuliere meldpunt kinderpornografie op internet. Het organisatiebureau AEF heeft een rapport uitgebracht over de mogelijke invulling van de zelfregulering (zie hier verder ad 7). Nadat dat rapport is uitgebracht, is de bemoeienis van AEF afgebouwd en overgedragen aan de stichting ECP / EPN die het Platform Internet en Veiligheid faciliteert. De ISP's en het meldpunt maken bij hun overleg ook gebruik van de paraplu van het Platform Internet en Veiligheid. In dat Platform zit ook een medewerker van mijn ministerie en zo neem ik kennis van de belangrijkste punten van hun overleg. Bij de instelling van het Platvorm Internet en Veiligheid is besloten door de partijen om het filteren en blokkeren van kinderporno daar onder te brengen. Het was dan ook logisch om de bemoeienis van AEF af te bouwen. Ad 2. De providers die meewerken aan de implementatie van het filter zijn: UPC, KPN, ZIGGO, Vodafone en T-Mobile. Ad 3. Ik beschik niet over de documenten die betrekking hebben op afspraken met alle betrokkenen. Zie ook mijn toelichting onder punt 1. In mijn brief van 15 september 2008 (Kamerstukken 11, 2007-2008, 31200 VI, nr 166) heb ik bekendgemaakt dat ik niet wil stoppen met het filteren en blokkeren van kinderporno op internet. Op basis van het WODC rapport hierover dat ik bij de genoemde brief openbaar heb gemaakt, ben ik evenwel van mening dat de in dat rapport beschreven werkwijze van de politie en enkele ISP's niet moet worden voortgezet op de manier zoals die door het WODC is onderzocht. Mede op grond van overleg met verschillende ISP's in augustus 2008 ben ik van mening dat het providers zelf zijn die verder gaan met het filteren en blokkeren. De ISP's hadden mij in het gesprek van augustus 2008 aangegeven dat ook te vinden. Zij zijn van mening dat zij een verantwoordelijkheid hebben in het voorkomen van de verspreiding van afbeeldingen van seksueel misbruik van kinderen en zij zoeken daarin de samenwerking met elkaar. Zo zullen zij de techniek van het ontdekken van kinderporno proberen te verfijnen en die gebruiken voor het ontwikkelen van kinderpornofilters. En zij zullen ook een voorziening treffen voor het bijhouden en actualiseren van de zwarte lijst. Naast de inspanning van de private partners mag Pagina 3 van 5

- zo heb ik aangegeven - van politie en Justitie daarop worden verwacht dat zij diegenen die strafrechtelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld voor kinderporno en de verspreiding daarvan, zullen opsporen en vervolgen. Om genoemde doelen te bereiken zouden de ISP's komen met een projectvoorstel. Om de ISP's daarbij te ondersteunen, heb ik in eerste instantie aan het onderzoeksbureau AEF gevraagd een voorstudie te doen. Dat heeft het rapport opgeleverd, waarop ik onder punt 7 nader inga. In de zomer van 2009 heeft AEF de bevindingen voorgelegd aan een groot aantal mogelijke betrokkenen. Een aantal daarvan zijn daarop zelf verder gegaan, zoals gezegd onder de paraplu van het ECP/EPN die het Platform Internet en Veiligheid faciliteert. AEF heeft na de bijeenkomst in de zomer van 2009 zijn werkzaamheden afgebouwd en de nodige informatie overgedragen aan de private partijen. Vanuit mijn betrokkenheid bij het Platform kan ik uit de periode na de zomer van 2009 het volgende document openbaar maken. Terms of reference Platform Internet en Veiligheid: pagina 3 van dit document gaat over de bestuurlijke aangelegenheid waarover u geïnformeerd wilt worden, namelijk het filteren/blokkeren van kinderpornografisch materiaal. Deze pagina maak ik openbaar. Ad 4. Ik beschik niet over documenten die betrekking hebben op de precieze doelstellingen van het filter. In het overleg met de providers is wel gesproken over het blokkeren van sites (waarvoor bijna altijd betaald dient te worden) met kinderpornografie die worden gehost in landen ten aanzien waarvan het op basis van ervaring van de Nederlandse politie om verschillende redenen feitelijk onmogelijk is gebleken via rechtshulpkanalen de sites aan te pakken. Zie ook de antwoorden op kamervragen van de leden Hennis-Plasschaert en Teeven, Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009-2010, nr. 2723. Ad 5. Zie ook de toelichting onder punt 3 over de rol van de ISP's. Het gaat om documenten van de betrokken private partijen die zij in vertrouwelijkheid hebben gedeeld. Zij hebben kenbaar gemaakt er bezwaar tegen te hebben dat dergelijke documenten, voorzover ik die via het Platform heb ontvangen, openbaar worden gemaakt. Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g van de Wob, blijft het verstrekken van informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang van onevenredige benadeling van de bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen danwel van derden. Ik ben van mening dat de betrokken ISP's onevenredig worden benadeeld wanneer documenten waarin de technische inrichting van het filter beschreven staan openbaar worden gemaakt. Door openbaarmaking daarvan zouden derden het filter kunnen omzeilen, waardoor de werking van het filter gefrustreerd wordt. Met een beroep op deze uitzonderingsgrond maak ik derhalve documenten die betrekking hebben op de technische inrichting van het filter niet openbaar. Ad 6. Ik beschik niet over documenten die betrekking hebben op de inhoud van het filter. Zie ook de toelichting onder punt 3. Vanuit mijn deelname aan het Platform kan ik hier nog wel aan toevoegen dat de eindgebruiker die op een website probeert te komen die op de blacklist staat, een Stop- pagina t e zien krijgt. Pag ina 4 van 5

Ad 7. Het rapport "Publiekprivate bestrijding van kinderporno op internet" maak ik openbaar met uitzondering van de op pagina 32 vermelde namen en functieomschrijvingen op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e van de Wob. Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob blijft het verstrekken van informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Met een beroep op deze uitzonderingsgrond zijn alle passages in de documenten die tot personen herleidbaar zijn, waaronder namen, functiebeschrijvingen en andere tot personen herleidbare informatie, gezwart. Openbaarmaking van deze informatie en daarmee het vrijgeven van de identiteit van de in deze documenten voorkomende personen zou een inbreuk vormen op hun persoonlijke levenssfeer. Op het voorblad van het rapport staat "CONCEPT". In die status is het in de zomer van 2009 aan betrokkenen aangeboden. Na de bijeenkomst met betrokkenen is het rapport niet nader bijgesteld. Het rapport had zijn rol gespeeld. De twee openbaar te maken documenten treft u op bijgaande CD-rom aan. Op 7 september 2010 heb ik uw brief van 5 september 2010 met kenmerk W2010013 ontvangen. In deze brief stelt u mij in gebreke omdat de beslistermijn voor de behandeling van uw wobverzoek inzake voortgang en inrichting internet kindermisbruik filter is overschreden. Nu u de beslissing op uw wobverzoek binnen twee weken na ontvangst van uw brief waarin u mij in gebreke stelt ontvangt, betekent dit dat ik u geen dwangsom hoef te betalen. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, [verwijderd] het hoofd van de afdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken Een ieder die door een beschikking rechtstreeks in zijn belangen is getroffen kan hiertegen ingevolge de Algemene wet bestuursrecht bezwaar maken. Ingevolge de artikelen 6: 7 en 6:8 van deze wet kan een gemotiveerd bezwaarschrift worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop de beschikking bekend is gemaakt. Dit bezwaarschrift dient te worden gericht aan het Ministerie van Justitie, t.a. v. de Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden, Postbus 20301, 2500 EH DEN HAAG. Pagina 5 va n 5