HYPERICUM 2, december 2003

Vergelijkbare documenten
Donker glanswier (Nitella opaca Agardh) gevonden in Oost-Nederland!

Bekenwerkgroep Nederland Een groep vrijwilligers en de wat vergeten beekplanten- Dronten 4 februari 2006

Polder Stein, Reeuwijk; PKN-excursie; perceel oostelijk van kade Polder Kort Roggebroek

Een beken-landschap in ontwikkeling Laaglandbeken vanuit een ecologen-blik

Nul-monitoring Drijvende waterweegbree en kranswieren in de deelgebieden Vlijmens ven en De Maij

Elodea densa waterpest Kan los in de vijver, maar doet het beter indien opgepot. Direct oppotten en in de vijver zetten. Waterdiepte cm.

Bekenwerkgroep Nederland Een groepje vrijwilligers en de wat vergeten echte beekplanten- Zuidlaren 23 februari 2013

Monitoringsverslag Hierdense / Staverdense beek per Bekenwerkgroep Nederland E, van den Dool

Ecologisch herstelplan De Vinkenslag

Waterplanten in poelen langs de Tongelreep bij de Achelse Kluis

HYPERICUM 1, januari 2003

Tijdelijke droogval van onderwaterbodems als maatregel ter verbetering van de waterkwaliteit? Microcosmos- en Mesocosmosstudies

Inventarisatie Polder Noord Kethel 2002

Bijlage 9 Veldformulieren 1 Algemeen. 2 Onderdelen, eisen en aanbevelingen. Handboek Hydrobiologie. 9: Veldformulieren - 1

Oeverplanten in Lelystad

veldgids Beheer van water- en oeverplanten in het gebied van Waterschap De Dommel

Excursieverslagen FWE: poelen en drasse laagtes langs Dommel en Tongelreep, John Bruinsma, Wim van der Ven, Joep Spronk

Omschrijving verschillende kwaliteitsklassen van sloten

Oever en moerasplanten

Trends in kritische soorten. Artikel in H2O Februari 2007 Hans van der Goes Bart Specken

De vegetatieontwikkeling in de vijvers Zandhorst III, te Heerhugowaard in 2004, 2005 en 2006.

Toch naar waterplanten kijken

lastige exotische invasieve water- en oeverplanten in de kleine stromende wateren

Bijlage 9 Veldformulieren 1 Algemeen. 2 Onderdelen, eisen en aanbevelingen. Handboek Hydrobiologie. 9: Veldformulieren - 1

NIEUWSBRIEF FLORON-FWT NR. 23, APRIL 2001

Kavelpaspoort. Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk. Pilot Natuurlijk Ondernemen. 2,952 ha

Datum excursie: 23/07/2012 Hokcode: C Plaats: Tongerlo Gids: Peter Engelen. Sylvain Peeters LPW

Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting.

Duiken naar waterplanten in de Zevenhuizerplas

'rodelijst' Aegopodium podagraria. Artemisia vulgaris. Bolboschoenus maritimus

Rapportage Thijssevaart uitgebracht aan de Arbo- en milieudienst van de TU Delft

18:30 uur. SLOBKOUSNIEUWS 32 jrg7. Volgende woensdag 16 augustus is de afspraak om

6,5. Werkstuk door Z woorden 11 maart keer beoordeeld. Schermbloemenfamilie. Datum gevonden:

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Alkmaar - Den Helder

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Nat schraalland

Beek of beekmoeras? Water stroomt waar het gaan kan, en anders niet. Veldwerkplaats Beekdallandschap Verslag Geeserstroomgebied, Gees, 13 mei 2008

Factor Jaar Eenheid Oude poel Nieuwe poel

Boterbloem (Ranunculus)

Aanleiding. Economische impuls regio Waterberging Natuurontwikkeling Recreatie

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Regio Alkmaar

Vegetatieve herkenning der voornaamste water-enoeverplanten

De herontdekking van de Waterleliegracht. Samenvatting. Ankie Dols, Iris Al, Stefanie van der Kaaij, Maxime Kole, Bram Omon en Evelien Keuzenkamp

Veldinventarisatie Brabantse vennen onderdeel van Huidige toestand en vervolgaanpak Brabantse vennen

Poelzone C.J. Nonhof. KNNV afdeling Delfland

Second opinion retentiebekken Slenaken - ecologie

Naam : Van Werven Holding B.V. t.a.v. : Dhr. T. van der Giessen Straat : Verlengde Looweg 7 Postcode : 8096 RR Plaats : Oldebroek - 1 -

Voorschrift - RWSV Versie: 7

Rotterdamseweg 223. KNNV afdeling Delfland. Cor Nonhof

Verlanding een handje helpen gaat het dan vlotter?

Oppervlaktewater in Nederland

EHW1 EW1 THW1 THW1 AA1

Waterplanten in de Kuilen, raadselachtig

Waardevolle slootkantplanten in het werkgebied van de Utrechtse Venen Een hulpmiddel bij herkenning

Put van Schoonhoven (Amerongse Bovenpolder)

ten langs ekanalen ! B I D O C (bibliotheek en documentatie) kssl i rafels mmm ÏK-.jfir^; 3**fi

Bijlage 2 Streefbeeldvegetatie van natuurvriendelijke oevers

PWG-excursie naar Tiengemeten op 6 augustus 2014

Waterplanten in Loenderveen-Oost: ontwikkelingen

GROOT MALPIEVEN. Fotoreportage: een jaar na ven-herstelwerken. (ge VALKENSWAARD. Jacques van Kessel

Flora- en Faunatoets voor uitbreidingsplan bedrijfsterrein Gebroeders Olieman, Tempeldijk 40

SLOBKOUSNIEUWS 25 jrg2

Onderzoek van de vegetaties van de natte terreinen in t Zwanenbroekje in 2010

Bij-vriendelijke natuurvriendelijke oevers

Compensatieplan Meerdink

RESTANT PRESENTATIES LEERLINGEN SOORTENKENNIS

reijrink heijmans Landschappelijk inpassingsplan Gemertseweg 26, Beek en Donk Werkdocument: Uitbreiding agrarisch bouwblok.

VERSLAG YPENBURG 2010

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Rupsklaver (Medicago)

Onderhoudsbeelden wateren en waterkeringen Overzicht beschermde flora en fauna Overzicht probleemflora en -fauna

Plantenkennis Waterplanten

EENDENKOOI SCHIPLUIDEN

Een wal van zand, klei of steen die mensen beschermt tegen hoog water. De plek waar het rivierwater in de zee uitkomt.

Wetland. Groot Wilnis-Vinkeveen

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord

Aandachtssoorten voor de natuursurvey Dilbeek

Building with Nature: maatregelen In vogelvlucht

Aaanleg steigers Werelderfgoed Kinderdijk Quickscan Flora- en Fauanwet

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Alkmaar - Den Helder

Wetenschappelijke naam: Bellis Perennis. Compositae

SLOBKOUSNIEUWS 32 jrg7

Kennisdag 8 juni B Connect: meer biodiversiteit op bedrijventerreinen

Naar een nieuw Schoonebeekerdiep Denk mee, schets mee

Groene glazenmaker en Krabbenscheer in de gemeente Emmen, 2010,

Opnames van P.Q,s op de Golfbaan Cromstrijen volgens Tansley 2014

Flora inventarisatie De Hoeken Hoornaar. Bureau Leersia Dick Kerkhof

Inventarisatie oever- en waterplanten van waterlopen in de wijk Spierveen in Eelde-Paterswolde

(on)kruiden kennen. Datum: woensdag 8 februari Leerjaar 1 en 2 Tuin, Park en Landschap

Het groeiende beek concept

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL

SLOBKOUSNIEUWS 26 jrg3

Herinrichting Hagmolenbeek Meer berging, meer stroming, meer fauna

Water- en oeverplanten in de zandwinplas in de Hiensche Uiterwaarden bij Dodewaard

SLOBKOUSNIEUWS 28 jrg7

WE ZAGEN: SLOBKOUSNIEUWS 28 jrg6. Op 27 juli gingen de slobkousje onder leiding van André plantjes zoeken in de Vennen.

Vegetatieonderzoek proefvlakken in het SES-gebied Boterdiepstrook te Groningen

Natuurontwikkeling op de de Volgermeerpolder (2012)

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Alkmaar - Den Helder

Klimopwaterranonkel op de overgang tussen trechtse Heuvelrug en Eemland. P.H. Veen

Verplaatsing houtsingel

Transcriptie:

HYPERICUM 2, december 2003 Donker glanswier (Nitella opaca AGARDH) gevonden in Oost-Nederland Maarten Zonderwijk (Waterschap Regge en Dinkel) In het vroege voorjaar van 2003 werd in het uiterste oosten van Nederland Donker glanswier (Nitella opaca) aangetroffen. Deze fraaie soort is niet eerder in deze regio gevonden; het is dus een bijzondere waarneming! Het dal van de Snoeyinksbeek Het betreft een vers natuurontwikkelingsproject in het beekdal van de Snoeyinksbeek in de gemeente Losser (afb.1). De Snoeyinksbeek is een relatief natuurlijke beek, die op veel plekken nog vrij meandert en over grote lengte wordt begeleid door houtwallen met Zwarte els (Alnus glutinosa), Es (Fraxinus excelsior) en Hazelaar (Corylus avellana). In 1988 is aan deze houtwalbeek al eens kleinschalig beekrestauratiewerk verricht door het waterschap Regge en Dinkel: op alle kaal geworden oevers is opnieuw inheems plantsoen geplant. Dit beektype wordt wel aangeduid als houtwalbeek. De omgeving was tot voor kort intensief agrarisch: maïs, aardappels en grasland. De Snoeyinksbeek zelf heeft een speciale status die maar weinig beken hebben: het is een bij wet vastgelegd Beschermd Natuurmonument. Natuurontwikkeling Het natuurontwikkelingsproject bestaat eruit dat langs de benedenloop van de beek het vroegere overstromingsdal weer in ere wordt hersteld. Door het waterschap Regge en Dinkel en de eigenaar Natuurmonumenten is de voedselrijke bovengrond in de laagste delen van het beekdal in 2001 afgevoerd. Daardoor is de minerale bodem met een mozaïek van matig fijn zand, plekken met ijzeroer en keileem vrij komen te liggen. Het terrein is bestemd voor enerzijds spontane natuurontwikkeling en anderzijds voor periodieke opvang van het neerslagoverschot in het stroomgebied (retentiegebied). 1

Door het laagste deel van het retentiegebied is een slingerende nieuwe beek gegraven, die parallel loopt aan de Snoeyinksbeek. In droge perioden voert de nieuwe beek voornamelijk kwelwater af dat wordt aangevoerd over de ondiepe keileembodem. In neerslagrijke perioden staat de oude Snoeyinksbeek deels in verbinding met de nieuwe beek. Het retentiegebied kan dan onderstromen en er wordt gedurende enkele dagen water geborgen. Een schoolvoorbeeld van de nationaal ingezette trend rond Waterbeheer in de 21e eeuw. Afb.1 Snoeyinksbeek ter hoogte van Donker Glanswier In de nieuwe beek is over een lengte van ca. 80 meter een grote groeiplaats van Donker glanswier aangetroffen. De vondst werd gedaan op 15 april 2003 door de auteur. De determinatie werd verricht door Emile Nat (LIK). Donker glanswier is het best ontwikkeld op de plaats waar de nieuwe beek het breedst en diepst is. De breedte is hier ruim 3 meter. Het water is helder en de beek wordt in droge perioden overwegend door kwelwater gevoed. De stroming is in perioden van weinig regen nihil (1 tot 5 cm/sec). De beek heeft daardoor de meeste tijd van het jaar meer weg van een sloot. De standplaats en vegetatie De beek slingert door een open, nog slechts spaarzaam begroeid retentiegebied. Tien meter ten westen van de beek ligt een smalle houtwal, haaks op de beek. Aan het einde van de dag levert deze houtwal enige schaduw. De waterdiepte varieert van 0 tot 75 cm. De drooglegging van de omgeving is zoals bedoeld nihil: het wordt moeras. In de bovenloop van de beek heeft Donker glanswier een homogene vegetatie gevormd waarboven zich een mat met draadwieren heeft ontwikkeld. Het is mogelijk dat de vrij voedselrijke situatie is ontstaan door nalevering van nutriënten uit de bodem. In de middenloop 2

van de beek bevindt zich de kwelrijke situatie. Op deze plek zijn enkele vegetatieopnamen gemaakt van de water- en oeverzone. De Snoeyinksbeek is een zijbeek van de rivier de Dinkel. Tijdens hoogwater kan het Dinkelwater zo hoog terugstuwen in de beek, dat het hier beschreven retentiegebied ook enige dagen per jaar met het zeer voedselrijke rivierwater in contact komt. Het is nog de vraag welke factoren uiteindelijk het meest bepalend zullen zijn voor de samenstelling en kwaliteit van het oppervlaktewater ter hoogte van de groeiplaats van Donker glanswier. Onderstaand (Tabel 1) is een voorjaars-vegetatieopname van de standplaats weergegeven. Afb.2 Donker glanswier Over de soort Donker glanswier (afb.2) is een kosmopoliet, maar binnen het gehele areaal wel zeldzaam. Zij komt vooral voor in meren van Midden- en West-Europa, tot een diepte van wel 60 meter (Van Raam, 1998). In Nederland komt de soort zeldzaam voor in sloten en plassen van de Waddeneilanden en het midden van het land: Texel, Terschelling, het Naardermeer, bij Bodegraven, bij Raamsdonkveer en de polder Arkemheen. Tot 1970 was de soort ook bekend van een ven bij Mook en in de Maarsseveense plassen. In Nederland is de soort tot nu toe steeds aangetroffen op zandbodems, tot een diepte van 4 meter, bij helder zoet tot lichtbrak water (VAN RAAM, 1998). Donker glanswier (afb.2) is een kosmopoliet, maar binnen het gehele areaal wel zeldzaam. Zij komt vooral voor in meren van Midden- en West-Europa, tot een diepte van wel 60 meter (Van Raam, 1998). In Nederland komt de soort zeldzaam voor in sloten en plassen van de Waddeneilanden en het midden van het land: Texel, Terschelling, het Naardermeer, bij Bodegraven, bij Raamsdonkveer en de polder Arkemheen. Tot 1970 was de soort ook bekend 3

van een ven bij Mook en in de Maarsseveense plassen. In Nederland is de soort tot nu toe steeds aangetroffen op zandbodems, tot een diepte van 4 meter, bij helder zoet tot lichtbrak water (VAN RAAM, 1998). Donker glanswier kiemt laat in het voorjaar en is in juni-juli optimaal ontwikkeld. In de zomer sterft een groot deel af, maar in zachte winters kan de soort soms overwinteren. De gametangiën ontwikkelen zich vaak al in april of mei; dat is in de Snoeyinksbeek ook het geval (fig.1) De planten zijn vrij stevig, heldergroen en transparant tot een meter lang. De planten zijn sterk vertakt met lange kranstakken, een lange eindcel en een korte spitse punt. Soms zijn er grote compacte hoofdjes gevormd, die wat rommelig aan kunnen doen. De soort lijkt vegetatief veel op Buigzaam glanswier (Nitella flexilis); van vruchtbare planten geven de grotere antheridiën van Donker glanswier uitsluitsel. Een ander verschil is de tweehuizigheid van Donker glanswier (t.o.v. de eenhuizigheid van Buigzaam glanswier). Het probleem is dat de antheridiën eerder rijp zijn dan de oögoniën en dat de antheridiën eerder afvallen. Zo kan een eenhuizige plant tweehuizig lijken. De gametangiën zitten in de gaffelvormige splitsing halverwege de kranstakken en hebben geen slijmomhulsel. De kranstakken zijn 1 maal gedeeld. De oösporen van de vrouwelijke planten hebben vijf duidelijke lijsten (VAN RAAM, 1998). KRAUSE (1997) maakt echter melding van 6 of 7 krachtige lijsten. Langs de Snoeyinksbeek werden alleen mannelijke planten gevonden, volop fructificerend. A. vorm van ondiep water, x 0,7; B. top van plant, x 2; C. vorm van diep water, x 0,7; D. top van plant met naar één kant groeiende, 'gekamde', kranstakken, x 2; E. top van stromend watervorm, x 6; F. kranstak van vrouwelijke plant, x 6; G. afzonderlijke kranstakken uit een hoofdje, x 6; H. jong oögonium, x 20; I. oöspore, x 40; J. top van kranstak, x 20 (Bron: BRUINSMA & al., 1998). Fig.1 Vervolg De nieuwe natuurontwikkelingsgebieden langs de benedenloop van de Snoeyinksbeek zullen door het waterschap Regge en Dinkel en Natuurmonumenten nauwlettend worden gevolgd. Kwelindicerende soorten als Waterviolier (Hottonia palustris) en Haaksterrenkroos (Callitriche hamulata) geven aan dat hier onder water een kansrijke situatie is voor minder algemene watervegetaties in matig voedselrijke omgeving. Een deel van de pioniers zoals Naaldwaterbies (Eleocharis acicularis) zal bij uitblijven van schoningsmaatregelen vermoedelijk verdwijnen. In de pioniervegetaties in de directe omgeving van de beek zijn Pitrus (Juncus effusus) en vooral Zwarte els overtuigend aanwezig. Dat zijn de potentiële inrichters van de uiteindelijke climax vegetatie in het beekdal. 4

Over de gewenste en toelaatbare mate van dichtgroeien van het omringende gebied zullen de organisaties zich nog eens buigen. Mogelijk is extensief begrazingsbeheer over grote gebieden hier een optie. Het is duidelijk dat bijzondere soorten als Donker glanswier gebaat zijn bij voldoende licht en niet al te voedselrijk water. Literatuur BRUINSMA, J., W. KRAUSE, E. NAT & J. VAN RAAM (1998). Determinatietabel van kranswieren in de Benelux. KRAUSE, W. (1997). Charales (Charophyceae). Süsswasserflora von Mitteleuropa. Band 18. RAAM, J.C. VAN, m.m.v. E.X. MAIER, J. BRUINSMA, J. SIMONS & H. STEGENGA (1998) Handboek Kranswieren. Tabel 1 Vegetatieopname Snoeyinksbeek Nat middendeel retentiegebied langs benedenloop Snoeyinksbeek. Coördinaten: x = 266,1/y =478,4; gemeente Losser, d.d. 13 mei 2003. Maarten Zonderwijk, waterschap Regge en Dinkel, Almelo. zuidoever open water noordoever Oppervlak opname 50x200 cm 200x200 cm 50x200 cm Totale bedekking 50% 65% 80% Bedekking kruidlaag 50% 65% 80% Bedekking moslaag 5% 0% 2% Bedekking detritus 30% 30% 60% Wetenschappelijke naam Nederlandse naam Alisma plantago-aquatica Grote waterweegbree + R + Alnus glutinosa Zwarte els (40 cm) 2m. 2m Bidens Tandzaad (10 cm) 2m. 2m Callitriche platycarpa Gewoon sterrenkroos 2m 2b 2m Callitriche hamulata Haaksterrenkroos r 1. Cardamine pratensis Pinksterbloem r. r Chara vulgaris Gewoon kransblad. R. Draadwier Draadwier 2a 2a 2b Elodea nuttallii Smalle waterpest. + Eleocharis acicularis Naaldwaterbies 2m 2m 2a Eleocharis Waterbies r r. Epilobium Basterdwederik 1. R Glyceria fluitans Mannagras 2a 2a 2a Hottonia palustris Waterviolier + 2a + Iris pseudacorus Gele lis r. R Juncus articulatus Zomprus +. 0 Juncus acutiflorus Veldrus 2a. R Juncus effusus Pitrus 2b r 3 Lemna minor Klein kroos 2m 2m 2m Mentha aquatica Watermunt 2m + + Myosotis scorpioides Moerasvergeet-mij-nietje 2a 2m 2m Nitella opaca Donker glanswier 1 2b 2b Oenanthe aquatica Watertorkruid. r R Potamogeton trichoides Haarfonteinkruid. r. Lycopus europaeus Wolfspoot +. + 5

Ranunculus flammula Egelboterbloem 1.. Ranunculus peltatus var. peltatus Grote waterranonkel 2a 2a Ranunculus repens Kruipende boterbloem 2m. 2m Ranunculus sceleratus Blaartrekkende boterbloem +. + Riccia fluitans Watervorkje. 2m. Rorippa cf. microphylla Waterkers (vml. slanke) r 2m r Sparganium erectum subsp. Grote egelskop s.s. r.. erectum Taraxacum Paardenbloem r. r Trifolium dubium Kleine klaver r. r Trifolium repens Witte klaver r. r Typha latifolia Grote lisdodde 2 r r Veronica beccabunga Beekpunge 2a. r Veronica catenata Rode waterereprijs 1 1 + Marchantia polymorpha Parapluutjesmos 2a. Campylopus introflexus Ruig kronkelsteeltje 2m.. Polytrichum piliferum Ruig haarmos 2m.. Ceratodon purpureus Purpersteeltje 2m.. 6