PreGo! Tips om fysieke belasting te verminderen Versie niet-cliëntgebonden taken

Vergelijkbare documenten
PreGo! Tips om fysieke belasting te verminderen Versie niet-cliëntgebonden taken

Praktijkrichtlijnen Fysieke Belasting voor niet-cliëntgebonden werkzaamheden

Praktijkrichtlijnen fysieke belasting ambulancezorg

7. Tillen en Dragen. Tillen en Dragen. Fysieke belasting. Het arbothemablad Tillen en Dragen is onderdeel van de Arbocatalogus Tuincentra.

FYSIEKE BELASTING OP JE WERK PRAAT ER EENS OVER!

Management Summary 5e Landelijke Monitoring Fysieke Belasting Kraamzorg onderzoek in opdracht van A+O VVT

Dé VCA-specialist van Zuid-Nederland

TILLEN EN DRAGEN. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Glastuinbouw

groen geel rood De drie mobiliteitsklassen, aangegeven met drie kleuren onderverdeeld in drie klassen 8

WERK VEILIG EN GEZOND! FYSIEKE BELASTING 5xbeter.nl

Het BedBoekje Tips en trucs voor optimaal gebruik van het zorgbed

Gezond Blijven Werken in de Zorg

RISICORADAR. Handleiding bij de RisicoRadar INDEX 4 AKTIEBLOK-VELLEN EN ANDERE DOCUMENTATIE 3 RISICORADAR. Wat is de RisicoRadar?

Een werkgever is ook verplicht zich aan allerlei wetten te houden. Een van die wetten is de Arbeidsomstandighedenwet, kortweg de Arbo-wet.

Tips en trucs voor optimaal gebruik van het zorgbed

Beleidsinstrumenten. fysieke belasting. Praktijkrichtlijnen. fysieke belasting. ambulancezorg

Gewichtige regels voor tillen en rijden

Een checklist voor lichamelijke belasting van medewerkers in ondersteunende diensten

Praktijkrichtlijnen voor fysieke belasting. RI&E Thuiszorg. RI&E Thuiszorg. HZ-Meter. TilThermometer. Ga door met. vraag 3. geleden. n.v.t.

Volledige naam trainer

Subject: Taak

Een checklist voor lichamelijke belasting

Arbocatalogus pkgv-industrie Fysieke belasting

Let op je lijf! Zo werk je prettiger!

Rugboekje. Wat kun je zélf doen om rugklachten te voorkomen

Rrugboekje. Wat kun je zélf doen om rugklachten te voorkomen

TILLEN EN DRAGEN, DUWEN EN TREKKEN

Rugboekje Voor medewerkers van de ondersteunende diensten in de gezondheidszorg.

Ergonomie. Thema. 1 Inleiding

BOEKJE. Alles wat medewerkers van ondersteunende diensten in de VVT moeten weten om klachten aan rug, nek en schouders te voorkomen

vervolg plaatsen cv ketel/boiler/radiator

Praktische tips In dit boekje vind je enkele handige tips om fysieke overbelasting te voorkomen als je werkt met kinderen.

Basisinspectiemodule

Ook zo n gezonde. beeldschermwerker? dé arbo- en verzuimspecialisten in transport en logistiek

Gezond en veilig werken. Je hebt t zelf in de hand.

Inhoud. Functiewaardering in het kort. FWG en uw salaris

Hoofdstuk 1: cursusbijeenkomst 2, duwen/ trekken/ manoeuvreren..2

Weer aan de gang na een operatie in de halswervelkolom

Duwen en trekken (Met het gehele lichaam)

Stofzuigers en schrobmachines

FWG in vogelvlucht

Rug. boekje PRAKTIJKRICHTLIJNEN OM JE RUG TE BESCHERMEN EEN PRAKTISCHE GIDS VOOR ALLE ZORGVERLENERS IN DE GEHANDICAPTENZORG

Hogeschool van Amsterdam. Beeldschermwerk? Voorkom RSI!

MEDEWERKERS VRAGENLIJST BRANCHE-RIE TECHNISCHE GROOTHANDEL

Zitten, staan, heffen

Ook zo n gezonde. beeldschermwerker? dé specialist in arbeid en gezondheid

Sectorfonds Zorg en welzijn.

Lage Rugpijn, Aspecifieke Lage Rugpijn, Lumbago, Spit,

13 mei 2004 nr. 1. Hoi even voorstellen. Voorkomen is beter dan genezen.

Til les, les 2. A : Hogerop in bed verplaatsen bij een persoon die nog veel zelf kan Beginsituatie: Een persoon onderuitgezakt in bed

Omgaan met fysieke belasting in de zorgsector

Communiceren is teamwork

Praktijkregels voor fysieke belasting in de thuiszorg Huishoudelijke zorg

PreGo! Tips om fysieke belasting te verminderen Versie Zorg

Vijf technieken om te tillen

Aanpak fysieke belasting gehandicaptenzorg

Omgaan met fysieke belasting tijdens werk

ZORG VOOR THUISZORG. Werkpakket Aanpak fysieke belasting

Ergonomie. 1. Werkhouding

Veilig en gezond werken. Ook zo n gezonde beeldschermwerker?

Met 3 afspraken. Veilig werken. Altijd melden, Altijd bespreken, Altijd handelen. A6 boekje altijd melden :22

Globale beoordeling fysieke belasting bij particulier verhuisvervoer

in de ggz Fysieke belasting Praktijkrichtlijnen fysieke belasting voor de ggz

Adviezen voor een goed herstel in de eerste weken na de ingreep

Checklist werkplekinstelling voor de medewerker

Ben je ervan bewust dat je lichaam uitstraalt wat je in woord zegt. Verwoord je advies volledig.

10 Met haptonomie agressie voorkomen

Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Adviezen & oefeningen. Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis

Hoe zwaar ongeveer gemiddeld? tussen de 12 en 25 kg. minder dan 12 kg. meer dan 25 kg. x per dienst. Hoe vaak ongeveer? x per week

Vrijheidsbeperkende maatregelen. Vrijheidsbeperkende maatregelen terugdringen? in de langdurende zorg. Vilans helpt mee

(met beoordelingskolom) 3b.1. 1 Moet u zware lasten tillen? Bij welke werkzaamheden gebeurt dat? Hoe vaak ongeveer? x per dienst of x per week

11 Omgaan met verbale agressie

Checklist werkplekinstelling voor de werknemer

WerkPlekCheck Zorg. Maak werk van je werkplek!

Ook zo n gezonde. dé arbo- en verzuimspecialisten in transport en logistiek

Handleiding Verbetercheck in teams

niveau 2, 3, 4 thema 5.4

Glaszetter. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig glaszetten. Informatie voor de werknemer

Ergonomie in de supermarkt. Infodocument

Zwanger (geweest)? Spieren rondom uw bekken trainen? Klachten voorkomen en/of verminderen? voorkom bekkenpijn FYSIOHOLLAND

Plafond- en wandmonteur

vervolg Transport van zware materialen horizontaal en verticaal

geweldig efficiënte tips voor werk en thuis! Marieke Anthonisse

RSI. Informatie voor werknemers en werkgevers

Veiligheid, gezondheid, welzijn (ARBO)

Niosh-methode: wettelijke norm of niet? recommended weight limit

Tilweg 5b. Een tillift thuis

vervolg Verplaatsen gereedschap/laden en lossen van bedrijfswagen

Veilig werken met schoonmaakmiddelen. Zo werk je prettiger!

Tillen. Tips voor werknemers voor veilig tillen

Nu ook op mobiel of tablet! quez.movisie.nl. QueZ. Vragen naar zelfregie

Fenomena. Jouw werkbladen. In NEMO. Ontdek zélf hoe de wereld werkt! Mijn naam: Fenomena Groep 7-8 Leerlingen In NEMO versie

Gezond werken met. rolcontainers

Chronische pijn 3 gouden tips die direct verlichting brengen

Fysieke belasting in de bouw. Veilig en gezond werken

Meer plezier door slimmer werken

Vijf technieken om te tillen

Jobbersguide Jobbersguide

Dienst PBW 1. Wat is ergonomie

FEEDBACK GEVEN IN ZELFSTURENDE TEAMS. Yvette Paludanus

Transcriptie:

PreGo! Tips om fysieke belasting te verminderen Versie niet-cliëntgebonden taken

PreGo! Tips om fysieke belasting te verminderen Versie niet-cliëntgebonden taken

Met bijdragen van: - Corpus, Foppe Hooghiemstra - MCH Westeinde, Hanke Laurijsen - Rifa Arbo, Rob Kaasschieter - Rode Kruis Ziekenhuis Beverwijk, Wim Gijzen - Ziekenhuis Sint Jansdal, Andrew Stuijfzand Met dank aan: - Abrona, Jan Klaver - Amsterdam Thuiszorg, Josien Boomgaard - Arjo Nederland bv, Tiel - Corpus bv, Amsterdam - Fetra Nederland bv, Sleeuwijk - Fontis, locatie R.K. Zorgcentrum Sint Jacob, Amsterdam - GDVV groep Den Haag, Wijnand van Panhuys - Geestgronden, Gerard Beukers - Groot Klimmendaal, Marieke Fennema - Medisch Centrum Haaglanden, Den Haag - Medisch Centrum Leeuwarden, Leeuwarden - Nieuwland Opleidingen bv, Wageningen - Parco, Gert van Empel - Rijngeestgroep, Wil van der Giesen - Rode Kruis Ziekenhuis, Beverwijk - Thuiszorg regio s-hertogenbosch, Harry van Elderen - Ziekenhuis St Jansdal, Harderwijk Colofon Uitgave Sectorfondsen Zorg en Welzijn, september 2003 PreGo! is een uitgave van de Sectorfondsen Zorg en Welzijn in opdracht van: ABVAKABO FNV, CNV Publieke Zaak, NU '91, FHZ, GGZ Nederland, Arcares, LVT, NVZ, vereniging van ziekenhuizen, VGN, LVG, BTN, CFO, De Unie Zorg en Welzijn en de ministeries van VWS en SZW. Auteurs Nico E. Knibbe, Hanneke J.J. Knibbe, LOCOmotion (www.locomotion.nu) Concept, redactie en productie HDtt Public Relations, Nijmegen Vormgeving en opmaak Nies en Partners bno, Nijmegen Druk Janssen Print Nijmegen Fotografie Hans Oostrum Fotografie, Emil Roes, Jaap Spieker, Niels Groeneweg, Tim Eshuis Illustraties Herman Coppus, Barth Harmsen Meer informatie Wil je meer informatie of reageren op een of meer tips uit deze catalogus? Stuur dan een e-mail naar het Arbokenniscentrum voor Zorg en Welzijn: info@arbozw.nl of bel (030) 273 97 39. Bestelwijze Deze publicatie is te bestellen bij het Arbokenniscentrum. Bestel de PreGo! via de website www.arbozw.nl, per fax (030) 273 97 77 of per e-mail: producten@arbozw.nl. Vermeld bij de bestelling het publicatienummer: 920.033.51 De catalogus kost 15, (excl. verzendkosten). Oplage 7.500 Disclaimer Deze uitgave is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. Noch de schrijvers, noch de uitgevers stellen zich echter aansprakelijk voor eventuele schade als gevolg van eventuele onjuistheden en/of onvolkomenheden in deze uitgave. Ondanks de informatie in deze uitgave zal altijd de officiële gebruiksaanwijzing van producten en werkmaterialen gevolgd moeten worden en zodoende voorrang moeten krijgen boven de informatie in deze publicatie.

Inhoud Inhoudsopgave tip Hoofdstuk 1 Beleid en instrumenten pag. 1 Praktijkrichtlijnen beschermen werknemers 10 2 Patatgeneratie? 12 3 Normen voor statische belasting 13 4 Normen voor manoeuvreren 14 5 Manoeuvreren volgens de RijRegels 15 6 Weet wat je tilt 16 7 Gebruik het Rugboekje 17 8 Tillen van objecten 18 9 De BeleidsSpiegel 20 10 Met Rug- of RisicoRadar knelpunten opsporen 22 11 Ik AktieBlok, jij AktieBlokt, wij AktieBlokken 23 12 Heb je er wel grip op? 24 13 HZ-meter maakt knelpunten zichtbaar 25 14 StatMan: check je houding! 26 15 Cd-rom: Praktijkrichtlijnen in Beweging 27 16 Spelen in de Thuiszorg 28 17 De PreventieWijzer 29 18 Werkpakketten 30 19 Denkstations 31 20 Probleem Gestuurd Oplossen (PGO) 32 21 Bedrijfsfitness: meteen na je werk sporten 33 22 Meten is weten 34 23 Radarkaarten 35 24 Handige jongens, die TD ers 36 25 Training 37 Hoofdstuk 2 Werkplekinrichting 26 Maak je beeldschermwerk gezond 40 27 Hou je hoofd bij de afwas 43 28 Geef me de ruimte 44 29 Gezonder in het magazijn 45 30 Liever schuin 46 31 Let op de hanghoogte van textielwagens 47 32 Inpakken en wegwezen 48 33 Ga op de juiste hoogte zitten 49 34 Handig opscheppen aan de lopende band 50 35 Opruiming, sale, uitverkoop 51 36 Richt het magazijn praktisch in 52 37 Werktafels op hoogte 54 38 Computergestuurd pauzeren 55 39 Lawaai 56 40 Minder snel vuil: minder schoonmaken 57 Hoofdstuk 3 Hulpmiddelen 41 Werkstoel met borststeun 60 42 Een steuntje voor je armen 61 43 Armsteunen bij gebruik microscoop 62 44 Geen kopzorgen met de headset 63 45 Documenthouder biedt rust 64 46 Flexibele werkruimte 65 47 Het optimale snijplateau 66 48 Het bed op zijn kant of uit elkaar 67 49 Maak je eigen handvatten 68 50 Gebruik hefplateaus 69 51 Telescoopstelen en trapjes 70 52 Zagen, zagen, wielen wagen 71 53 Dweilen met de kraan dicht 72 54 Onderhoud het onderhoud 73 55 Staan en zitten op goede hoogte 74 56 Kapitein haak 76 57 Roosters en spatschermen voor spoelbakken 77 58 Liftje 78 59 Voorsorteren is niet nodig 79 60 Optimaal gebruik werkbank 80 61 Trap op, trap af 81 62 Hangmat voor verdoofd been 82 63 Voorkom een autorug 83 Hoofdstuk 4 Transport pag. 64 Busje komt zo 86 65 Automatisch manoeuvreren 87 66 Gebruik elektrische hulpmiddelen bij het transport 88 3

67 Afspraken voor gemotoriseerd verkeer 89 68 Verticale handvatten voor meer flexibiliteit 90 69 Kliko s op een karretje 91 70 Ik heb mijn wagen volgeladen 92 71 Handig manoeuvreren met loodswiel 93 72 Op de step, op de step 94 73 Is de logistiek logisch? 95 74 Gebruik verhuishulpmiddelen 96 75 Riksja 97 Index 124 Overzicht publicaties en instrumenten fysieke belasting per branche 127 Hoofdstuk 5 Slimmer werken 76 Blijven bewegen 100 77 Rustig boenen 101 78 Door je knieën of door je rug? 102 79 Explosieve bewegingen 103 80 RSI en zorgplicht 104 81 Draag beschermende kleding 106 82 Markeringen zorgen voor duidelijkheid 107 83 Goede conditie 108 84 Relaaaax 109 85 Voorkom RSI 110 86 Maak mensen zelf verantwoordelijk 111 87 Laat de stofzuiger het werk doen 112 88 Taakroulatie zorgt voor afwisseling 113 89 Licht maakt werk lichter 114 90 Waar wringt de 115 91 Rug extra kwetsbaar tijdens zwangerschap 116 92 Wie niet slim is, moet sterk zijn 117 93 Meer aandacht voor schoeisel 118 94 Dat zit goed 120 95 De tuin in 121 96 Pak de bron aan 122 97 Creatief met voorlichting 123 4

Voorwoord Alsjeblieft! Voor je ligt de PreGo!-catalogus voor niet-cliëntgebonden taken in de gezondheidszorg*. In dit handige naslagwerk vind je een keur aan tips, die kunnen helpen bij het verminderen en voorkomen van fysieke belasting in je werk. De catalogus is ontwikkeld in opdracht van Sectorfondsen Zorg en Welzijn. Medewerkers in de zorg werkzaam in niet-cliëntgebonden functies kunnen hun voordeel doen met de in deze gids beschreven best practices : werkwijzen en ervaringen die zich in de praktijk hebben bewezen. Ondersteunend personeel uit de Gehandicaptenzorg, Ziekenhuizen, Thuiszorg, Geestelijke Gezondheidszorg en Verpleeg- en Verzorgingshuizen kan zich laten inspireren en motiveren door de grote diversiteit aan tips en voorbeelden. De PreGo!-catalogus is bedoeld voor medewerkers met niet-cliëntgebonden taken, die op zoek zijn naar tips om hun dagelijkse werkzaamheden te verlichten. Daarnaast is deze catalogus een waardevolle ondersteuning en informatiebron voor arbocoördinatoren, P&O ers en managers die preventief beleid willen ontwikkelen of instrumenten willen implementeren om de fysieke overbelasting binnen hun instelling tegen te gaan. Voorkomen is beter dan genezen; dat geldt ook voor fysieke overbelasting. Vandaar dat veel tips gericht zijn op preventie. De titel van deze catalogus verwijst daar ook naar. PreGo! betekent niet alleen alsjeblieft in het Italiaans, maar geeft ook aan dat het licht op groen (Go!) moet voor preventie. Sociale partners en overheid hechten in het kader van de arboconvenanten en de CAO AG (voor de V&V) veel belang aan het voorkomen van fysieke overbelasting en het vergroten van de kennis over dit onderwerp. De gezondheid van de medewerkers in de niet-cliëntgebonden taken in de zorg hangt immers nauw samen met de mate waarin zij fysiek worden belast. Hoe meer medewerkers klachten hebben aan het bewegingsapparaat, hoe hoger het (langdurig) ziekteverzuim. Groen licht geven aan preventie is dus bittere noodzaak. De PreGo!-catalogus laat je zien hoe je dit doet en helpt je bij het vinden van creatieve oplossingen om de fysieke belasting in jouw instelling te verminderen. We gebruiken in deze catalogus de naam niet-cliëntgebonden werkzaamheden. We bedoelen daarmee alle functies en disciplines waarin geen direct cliëntencontact is. In sommige organisaties gebruikt men de naam facilitaire dienst of ondersteunende diensten. Deze catalogus is dus bedoeld voor iedereen die in de zorg werkt, maar niet in de verpleging of verzorging. Het gaat om de technische dienst (TD), het transport, de huishoudelijke dienst, de centrale sterilisatie afdeling (CSA), de administratie, de receptie et cetera. * Voor zorgverleners is in januari 2002 een speciale PreGo!-catalogus verschenen met tips die zijn afgestemd op hun werkzaamheden. 5

6

Inleiding Houd het licht op groen Wat is fysieke overbelasting en wat kun je eraan doen? In de meeste zorginstellingen is de kennis over dit onderwerp de laatste jaren aanzienlijk toegenomen. Soms blijft deze kennis echter beperkt tot een aantal personen. Deze catalogus kan een rol spelen in het aanbrengen van meer samenhang in het beleid en de kennis breed over de instelling verspreiden. Niet alle instellingen zijn even ver; de een is al jaren bezig met het tegengaan van fysieke overbelasting, bij een ander staat het beleid nog in de kinderschoenen. De PreGo!-catalogus is ontwikkeld vanuit die wetenschap. De kennis en ervaringen die erin gebundeld zijn, hebben zowel arbocoördinatoren en managers als medewerkers van de niet-cliëntgebonden taken veel te bieden. Waarom een PreGo!-catalogus? Deze bundel best practices is vooral bedoeld om te inspireren. De tips dagen je vaak uit om zélf creatieve oplossingen te bedenken. Dat werkt vaak het beste, want er zijn geen standaardoplossingen. De ene organisatie is immers de andere niet. Gemotiveerd door de tips kun je knelpunten binnen je eigen werk en organisatie aanpakken. De voorbeelden kun je naar wens kopiëren en uitdelen. Zorg dat deze PreGo!-catalogus overal beschikbaar is, leg hem in kantines, op leestafels et cetera. Zo kun je de aandacht vestigen op fysieke belasting of een actueel probleem in de schijnwerpers zetten. Daarmee draag je bij aan de bewustwording over fysieke belasting en houd je het licht op groen. Hoe vind je de weg in deze catalogus? De tips zijn onderverdeeld in vijf categorieën: beleid en instrumenten, werkplekinrichting, hulpmiddelen, transport en slimmer werken. Wil je nog gerichter zoeken, dan kun je gebruikmaken van de index achter in de PreGo!-catalogus. Je vindt daar de thema s (via trefwoorden) die aan bod komen in alfabetische volgorde. De nummers achter de trefwoorden verwijzen naar de paginanummers. Sectorfondsen Zorg en Welzijn Deze gids is ontwikkeld in opdracht van Sectorfondsen Zorg en Welzijn, die namens de sociale partners arbeidsmarktbeleid uitvoeren. Doel van deze catalogus is de fysieke belasting bij niet-cliëntgebonden taken in de zorg te verminderen en zo uitval van medewerkers te voorkomen. Alle producten van de Sectorfondsen die in deze gids worden genoemd, kun je bestellen bij het Arbokenniscentrum voor Zorg en Welzijn, per fax (030) 273 97 77, e-mail producten@arbozw.nl of via www.arbozw.nl. Samenstellers Deze catalogus is totstandgekomen in samenwerking met een groot aantal deskundigen op het gebied van fysieke belasting in de zorg, zoals onder meer arbocoördinatoren, arboadviseurs en fysiotherapeuten. Enkele tips zijn het resultaat van een wedstrijd, georganiseerd door Sectorfondsen Zorg en Welzijn. 7

Hoofdstuk 1 Beleid en instrumenten Goed (til)beleid is onontbeerlijk bij het voorkomen van fysieke overbelasting. In dit hoofdstuk lees je meer over hoe je dit beleid kunt vormgeven én over de instrumenten die je kunnen ondersteunen bij het vaststellen en toetsen van dit beleid. Met bijvoorbeeld de Rugof RisicoRadar (zie tip 10) kan een medewerker zijn of haar eigen werk beoordelen op fysieke overbelasting. Moeten medewerkers veel tillen, staan, reiken of duwen? Een instrument als het Rugboekje (zie tip 7) speelt een belangrijke rol bij de bewustwording van medewerkers van niet-cliëntgebonden taken: wat zijn rugklachten eigenlijk en wat kan ik zélf doen om deze te voorkomen? In tip 4 vind je de zes KarVragen. Met deze checklist kun je nagaan of je voldoet aan de Praktijkrichtlijnen voor duwen, trekken en manoeuvreren.

Praktijkrichtlijn Beleid en instrumenten Tip 1 Praktijkrichtlijnen* beschermen werknemers Er zijn grenzen aan wat een mens aankan. Het gaat om de balans tussen belasting en belastbaarheid. Als je bijvoorbeeld meer tilt, duwt of reikt (de belasting) dan je aankan (de belastbaarheid), is er sprake van overbelasting. Dit kan leiden tot klachten aan het bewegingsapparaat. Werken volgens de Praktijkrichtlijnen is lichter en leuker Om medewerkers in de gezondheidszorg te beschermen tegen fysieke overbelasting zijn de zogenoemde Praktijkrichtlijnen opgesteld. Dat zijn normen die precies aangeven hoeveel je zou mogen tillen, duwen, reiken et cetera. Er zijn Praktijkrichtlijnen opgesteld voor vijftien bronnen van fysieke belasting. Werkgevers en werknemers hebben in het kader van de arboconvenanten of de CAO AG op landelijk niveau afgesproken deze Praktijkrichtlijnen in te voeren. Werkplezier Het is alle betrokkenen duidelijk dat goede arbeidsomstandigheden de voorwaarde zijn voor werkplezier, behoud van personeel en verzuim en WAO-intrede helpen terugdringen. De Praktijkrichtlijnen zijn hiervoor de uitgangspunten. Waar? Er zijn Praktijkrichtlijnen fysieke belasting voor zowel zorgverleners als medewerkers van niet-cliëntgebonden taken. Praktijkrichtlijnen zijn aanwezig Onder de naam van: Te vinden in: in de volgende branches: Verpleeg- en verzorgingshuizen Praktijkrichtlijnen Werkpakket Fysieke belasting Geestelijke Gezondheidszorg Praktijkrichtlijnen Werkpakket Fysieke belasting Gehandicaptenzorg Praktijkrichtlijnen Pakketje gezond Thuiszorg Groene Praktijkregels Stilstaan bij bewegen Ziekenhuizen Praktijkrichtlijnen Beter! * In de Thuiszorg spreken we van de Groene Praktijkregels 10

en beschermen w Beleid en instrumenten Vervolg tip 1 De vijftien bronnen van fysieke belasting. Voor al deze bronnen zijn Praktijkrichtlijnen afgesproken. Armheffing Beeldscherm Dragen/lopen Drukken Duwen Hurken en knielen Manoeuvreren Reiken Repeterende beweging Staan Statische belasting Tillen Trekken Wringen Zitten 11

Patatgeneratie Beleid instrumenten Tip 2 Patatgeneratie? Om duidelijk te maken wat nog wel en wat niet meer kan bij fysieke belasting zijn er voor alle zorgbranches Praktijkrichtlijnen geformuleerd. Voor de Thuiszorg heten ze trouwens Groene Praktijkregels (zie tip 1). Ze geven precies aan hoeveel kilo je mag tillen, duwen, trekken of dragen. Een gezonde carrière dankzij de Praktijkrichtlijnen Maar worden we daar niet slap van? Als je niet meer mag tillen, duwen, trekken, reiken et cetera, kun je op een gegeven moment toch niets meer? Dan hebben we toch een patatgeneratie*? Dat is een misverstand. Het gaat hier om het verschil tussen overbelasting en belasting. Belasting is op zichzelf prima, heel goed zelfs. Je wordt er sterker van en je belastbaarheid neemt toe. Toch zijn er grenzen. Overbelasting voorkomen Als er sprake is van overbelasting, en die is op basis van wetenschappelijk onderzoek vastgesteld en vertaald in de Praktijkrichtlijnen, moeten we dat beperken. Om klachten aan het bewegingsapparaat te voorkomen en verzuim en WAO-instroom terug te dringen. Maar natuurlijk ook om het persoonlijke leed van medewerkers te voorkomen. Want leven met pijn en daardoor niet meer kunnen werken, is geen pretje. Voor alle branches Je vindt de Praktijkrichtlijnen op veel plaatsen terug. Ze staan in de diverse Rugboekjes (zie tip 7), op de PreventieWijzer (zie tip 17), op de RugRadar (zie tip 10) en natuurlijk in de diverse werkpakketten (zie tip 18). Er zijn inmiddels voor alle branches Praktijkrichtlijnen geformuleerd. Als je te maken hebt met meerdere branches moet je goed opletten, want ze verschillen op details. * Leo Beenhakker (1982) na Bohemians Praag Ajax (1-0). 12

Statische belast Beleid en instrumenten Tip 3 Normen voor statische belasting Personeel van niet-cliëntgebonden taken werkt regelmatig in een voorovergebogen of gedraaide houding. Houd het risico van overbelasting dan goed in de gaten, want het gevaar wordt vaak onderschat. Foute werkhouding Regelmatig werken in een voorovergebogen of gedraaide houding is erg belastend, er staat voortdurend een hoge druk op de tussenwervelschijven. Het gewicht van eigen romp, hoofd en armen is al ongeveer tweederde van je totale lichaamsgewicht (zo n 50 kilo). De spieren moeten lang aangespannen blijven om die houding vast te houden, waardoor ze snel verkrampen. Na één minuut krijgen de meeste mensen al problemen. Je voelt dan een zeurende pijn opkomen. Praktijkrichtlijn De norm voor statische belasting (in moeilijke houdingen werken) is: niet langer dan één minuut werken met gedraaide en/of meer dan 30 graden voor- of zijwaarts gebogen romp. Waar ligt de grens? Bij vaststelling van de norm voor statische belasting is de (totale) duur van de houding en de exacte stand waarin dat gebeurt van belang. De meeste houdingen zijn niet per se onaanvaardbaar als je ze maar heel kort aanneemt. Het afwisselen van houdingen is daarom belangrijk. Andere houdingen, die in eerste Juiste werkhouding* instantie niet zo slecht lijken, kunnen onaanvaardbaar zijn omdat ze te lang achtereen worden volgehouden. Voorkom statische belasting door werkplekaanpassingen, bijvoorbeeld door werkbladen in hoogte verstelbaar te maken. Bovenstaande normen zijn in de praktijk van de zorg lastig toe te passen. De StatMan (zie tip 14) is een handig hulpmiddel om in praktijksituaties te bepalen welke houdingen nog wel en welke niet meer toelaatbaar zijn. Afwisselen, afwisselen, afwisselen * Hoewel deze houding inderdaad correct is, is hier sprake van hurken of knielen. Ook daarvoor is een Praktijkrichtlijn: niet langer dan 30 seconde aaneengesloten en minder dan 15 minuten in totaal. De beste oplossing is dus: zet de wasmachine op de juiste hoogte! 13

Manoeuvreren Beleid en instrumenten Tip 4 Normen voor manoeuvreren Naast de normen voor tillen (zie tip 8) en statische belasting (zie tip 3) zijn er ook normen voor het duwen, trekken en manoeuvreren. Je kunt daarbij denken aan het rijden met voedselkarren, bedden, of het transporteren van kasten waarbij je ook een duw- of trekbeweging maakt. Houd je aan de KarVragen én de RijRegels De Praktijkrichtlijn voor duwen en trekken is: niet meer dan 25 kilo met twee handen (maximaal vijftien kilo per hand). Wanneer de kracht vooral vanuit je vingers komt omdat je niet met je volle hand het object kunt omvatten, is het maximum vijf kilo per hand. Of je hieraan voldoet, is best lastig te bepalen. Wanneer duw je nu te veel? Checklist Normen bij het manoeuvreren van rollend materiaal zijn afgeleid van de normen bij duwen en trekken. Als je globaal wilt beoordelen of het manoeuvreren met iets wat kan rijden nog toelaatbaar is, beantwoord dan de zes KarVragen. Als je alle vragen met ja kunt beantwoorden, valt de benodigde kracht in de meeste gevallen in de veilige zone*. Dit betekent trouwens niet altijd dat je je lichaam niet overbelast. Je moet natuurlijk wel goed en veilig rijden. Hoe dat moet, vind je in de tip hiernaast over de RijRegels. De zes KarVragen Ja Nee 1. Heeft het object goede en soepel lopende wielen? 2. Hebben de wielen een doorsnede van minimaal twaalf cm? 3. Is het totaalgewicht van het object kleiner dan 300 kilo? 4. Kan overal over gladde en horizontale vloeren gereden worden? 5. Zijn er op de hele transportweg geen drempels? 6. Heeft de kar handvatten of goede duwplaatsen op een juiste (instelbare) hoogte? De juiste hoogte verschilt per individu, maar ligt voor duwen meestal tussen de 100 en 150 cm en voor trekken iets lager. Als je nu op één of meer van de KarVragen nee hebt geantwoord, moet daarvoor een oplossing komen. Denk bijvoorbeeld aan het verminderen van het totale gewicht van de kar, grotere wielen, andere vloerbedekking of zelfs het motoriseren. * Als je preciezer wilt weten hoeveel je duwt of trekt kun je ook gaan meten. Zie hiervoor tip 22. 14

RijRegels Tip 5 Beleid en instrumenten Manoeuvreren volgens de RijRegels In je werk krijg je steeds meer te maken met hulpmiddelen op wielen. Let op dat je bij het rijden, voldoet aan de Praktijkrichtlijn voor manoeuvreren. Manoeuvreren of rijden kun je het beste door de zes RijRegels in acht te nemen. Voorkom overbelasting bij het rijden of manoeuvreren met karren De zes RijRegels 1. Maak gebruik van je lichaamsgewicht. Ga naar voren hangen als je duwt en naar achteren als je trekt.* 2. Duw en draai nooit tegelijk; doe óf het een óf het ander. Zorg dat je handen en je voeten in de dezelfde richting wijzen. 3. Als je draait, loop dan zelf om het object heen en neem het in die beweging met je mee. Het object zal dan soepel om zijn as draaien. Laat het object nooit om jou heen draaien: je verwringt dan je rug. Probeer het maar eens door te rijden met een vol winkelkarretje. 4. Plaats één voet op het onderstel of een richel als dat mogelijk is. Dat helpt bij het duwen. Als de zwenkwielen nog niet in de juiste richting staan, kun je ze op deze manier in de juiste rijrichting krijgen, zonder dat je met je armen hoeft te sjorren. 5. Beweeg gelijkmatig en rustig. Plotselinge bewegingen zijn slecht voor je lichaam en bij het manoeuvreren met een rolstoel ook onplezierig voor de cliënt. 6. Keep them rolling : vermijd veelvuldig stoppen en starten wanneer je over langere afstanden moet rijden. Maar pas op. Ook als je je houdt aan deze RijRegels wil dat niet altijd zeggen dat je je lichaam niet te veel belast. Misschien is de kar wel te zwaar, rijdt ze niet goed of heb je te weinig ruimte om te manoeuvreren. Je kunt dat op een eenvoudige manier checken met de zes KarVragen (zie tip hiernaast). Meer informatie Kijk voor een demonstratie van de RijRegels in bewegend beeld op www.arbozw.nl. Je kunt dezelfde filmpjes ook bekijken vanaf de cd-rom en video Praktijkrichtlijnen in Beweging. Bestel de cd-rom of video via www.arbozw.nl of bel (030) 273 97 39 (het Arbokenniscentrum). * Doe dat in stapstand (een been voor, een been achter), anders val je 15

Weet wat je tilt Beleid en instrumenten Tip 6 Weet wat je tilt Als je tilt, bepaalt een combinatie van allerlei factoren de uiteindelijke belasting van je rug. De belangrijkste factoren vind je terug in de zogenaamde NIOSH-formule. Met de formule van het toonaangevende Amerikaanse National Institute of Occupational Safety and Health (NIOSH) kun je uitrekenen hoeveel kilo je in allerlei situaties mag tillen. De formule heeft de volgende onderdelen: de horizontale factor tussen de handen en het lichaam de verticale factor tussen de handen en de vloer de afgelegde verticale verplaatsingsafstand van het object de draaiing van de romp de tilfrequentie de kwaliteit van de grip De Praktijkrichtlijnen die onder andere aangeven hoeveel kilo je mag tillen, zijn ook afgeleid van deze NIOSH-formule. De Gezondheidsraad heeft het gebruik van de NIOSH-formule aanbevolen (zie voor de berekeningswijze tip 8). Inschatten van gewicht Uit onderzoek, uitgevoerd bij de bagageafhandeling op Schiphol, is een nieuwe tilfactor naar voren gekomen. Voor de mensen die de koffers in en uit de vliegtuigen en op en af de lopende band tillen, blijkt het erg belangrijk te zijn dat ze weten hoe zwaar de koffer ongeveer is. Ze kunnen hun lichaam instellen op een zware of juist op een lichte tilhandeling. Bij een verkeerde inschatting kan het er zomaar inschieten. Oók als de altijd zware doos die je wilt tillen opeens leeg blijkt te zijn. Weet dus wat je tilt. Kijk op het label of voel eerst even hoe zwaar het object is, dan kom je niet voor onaangename verrassingen te staan. Kom niet voor onaangename tilverrassingen te staan 16

Rugboekje Tip 7 Beleid en instrumenten Gebruik het Rugboekje Rugboekjes zijn handzame brochures waarin precies staat wat rugklachten zijn, hoe ze kunnen ontstaan en hoe je ze kunt voorkomen. De boekjes zijn opgebouwd aan de hand van de Praktijkrichtlijnen. De Rugboekjes zijn handig voor het gebruik in een training of inwerkprogramma. Als arbocoördinator kun je ze ook breed uitdelen, zodat iedere medewerker er eentje heeft. Om de kosten hoef je het niet te laten. Wél moet je er zeker van zijn dat de medewerkers iets met de informatie kunnen doen. Immers, het Rugboekje laat mensen zien welke risico s ze lopen. Als ze er niets mee kunnen doen, omdat ze bijvoorbeeld slecht meubilair of gereedschap hebben, kan dat zelfs averechts werken. Je veroorzaakt dat mensen zich machteloos gaan voelen. En dat is nou juist niet de bedoeling. Baat het niet, dan schaadt het niet, gaat hier niet op. Rugklachten kun je voorkomen Introduceer Rugboekje goed Kortom, wees er zeker van dat de medewerkers de Praktijkrichtlijnen die in de Rugboekjes staan ook echt kunnen uitvoeren; dat ze daar de middelen voor hebben. En als dat niet voor de volle 100 procent het geval is (wat in de praktijk vaak zo zal zijn), dat ze dan weten hoe en met wie ze hun werkplek kunnen verbeteren. Zorg dus voor een goede introductie. Beantwoord daarin de volgende basisvragen: wat kun je doen als je signaleert dat er iets mis is in je werk en bij wie kun je dan terecht? Waarom krijg je als medewerker nu zo n boekje? Wat zijn de plannen in de instelling? * Er zijn Rugboekjes voor: zorgverleners in de zorg (branchebreed) zorgverleners in de Gehandicaptenzorg medewerkers in niet-cliëntgebonden functies in de GGZ, Gehandicaptenzorg en de Verpleegen Verzorgingshuizen medewerkers in Ziekenhuizen die vooral niet-patiëntgebonden handelingen verrichten een Rugboekje voor zorgverleners in de Ziekenhuizen is in de maak Meer informatie Kijk voor meer informatie, bestellingen en (de lage) kosten van de Rugboekjes op www.arbozw.nl of bel (030) 273 97 39 (het Arbokenniscentrum). 17

Tillen van objec Beleid instrumenten Tip 8 Tillen van objecten Deze catalogus besteedt veel aandacht aan het tillen (of beter: het niet tillen) van objecten. Het gaat onder meer om het tillen van waszakken, röntgenschorten en zuurstofflessen. Bij het tillen van objecten kun je gemakkelijk in kilo s aangeven waar de grenzen liggen. Die grenzen zijn vastgelegd in de Praktijkrichtlijnen. Voor medewerkers van niet-cliëntgebonden taken geldt een grens van 23 kilo bij af en toe tillen. Je kunt deze en andere Praktijkrichtlijnen vinden in de diverse werkpakketten en Rugboekjes die zijn te bestellen via www.arbozw.nl. Ideale tilsituatie Toch is die 23 kilo best een heel gewicht. De 23 kilo is namelijk gebaseerd op een ideale tilsituatie. Je kunt je voorstellen dat als je het object vrij ver van je af moet tillen, bijvoorbeeld wanneer je een groot hoogteverschil moet overbruggen of wanneer je heel snel achter elkaar moet tillen, je je lichaam toch overbelast. Dat klopt. NIOSH-methode* Met de NIOSH-formule (zie tip 6) kun je in allerlei uiteenlopende situaties berekenen hoeveel kilo je zou mogen tillen. Afhankelijk van de tilsituatie daalt het maximale aanbevolen tilgewicht. Hoe minder ideaal, hoe minder gewicht je mag tillen. De formule berekent de zogenaamde tilindex: de verhouding tussen het te tillen gewicht en het aanbevolen maximale gewicht. Wanneer de tilindex groter is dan 1 is er sprake van een ongewenste situatie. Je kunt dan bijvoorbeeld het totale gewicht aanpassen, de afstand waarover je tilt verkleinen of de grip verbeteren. De tilindex zal dan dalen. Rekenen en spelen Werken volgens de NIOSH-methode is nog een aardige rekenpartij, vooral als je wilt kijken wat bijvoorbeeld het verminderen van het hoogteverschil met drie centimeter voor effect heeft op de tilindex. Daarvoor is er echter nu een eenvoudige oplossing. Op de site van FNV Bondgenoten www.arbobondgenoten.nl vind je een handig programma. Je voert heel simpel alle gegevens over de tilhandeling die je wilt analyseren in, en je pc berekent de tilindex. Dat nodigt ook uit tot spelen, want wellicht komt de tilindex onder de 1 uit als je de tilfrequentie wat naar beneden schroeft. Je kunt dus net zo lang variëren tot de tilindex onder de 1 komt en de tilhandeling dus veilig is. * NIOSH: National Institute of Occupational Safety and Health Bij het tillen van objecten is de grens gemakkelijk in kilo s aan te geven 18

ten Vervolg tip 8 Beleid en instrumenten Bereken met de NIOSH-formule het maximale tilgewicht voor een tilsituatie Tip: probeer eerst altijd de horizontale afstand tussen het te tillen object en het lichaam te minimaliseren de zogenaamde horizontale factor (Hf). Daar zit m vaak de kneep. Varieer in de formule op de site van FNV Bondgenoten maar eens met deze Hf. 19

De BeleidsSpie Beleid en instrumenten Tip 9 De BeleidsSpiegel De BeleidsSpiegel is een instrument waarmee je het preventiebeleid fysieke belasting in je organisatie kunt beoordelen. Waar liggen de sterke en zwakke punten van het beleid? Ga met de BeleidsSpiegel na of er voldoende aandacht wordt besteed aan het voorkomen van fysieke overbelasting Fysiek zwaar werk hoeft niet tot problemen als (rug)klachten, ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid te leiden bij medewerkers in zorginstellingen. Een goed preventiebeleid fysieke belasting helpt deze problemen te voorkomen. De BeleidsSpiegel is een checklist waarmee je bijvoorbeeld als arbocoördinator kunt nagaan of er in het beleid voldoende aandacht wordt besteed aan het voorkomen van fysieke overbelasting. De BeleidsSpiegel kan zelfstandig worden gebruikt of bijvoorbeeld worden ingezet naar aanleiding van de RI&E Zorg. Doelstellingen Met de BeleidsSpiegel wordt inzicht verkregen in: a) de noodzaak tot beleid Is het nodig om een specifiek preventiebeleid fysieke belasting in de zorgorganisatie te voeren? Niet in alle organisaties, of bij alle disciplines, zijn er immers problemen door fysieke overbelasting. b) de kwaliteit van het huidige beleid Als het nodig is om preventiebeleid te voeren, is het de vraag of de kwaliteit van het huidige beleid dan voldoende is. Op welke punten is verbetering nodig? c) richting voor vervolgbeleid Als eenmaal duidelijk is wat de verbeterpunten zijn, geeft de BeleidsSpiegel aan wat de vervolgstappen zijn om deze specifieke punten aan te pakken. Wie? De BeleidsSpiegel is een instrument dat gebruikt kan worden door een functionaris die zich op beleidsniveau bezighoudt met de preventie van fysieke overbelasting in een zorgorganisatie, zoals een arbocoördinator, (bedrijfs)fysio- of ergotherapeut, stafmedewerker of hoofd niet-cliëntgebonden taken. De informatie uit de BeleidsSpiegel maakt de risico s ten aanzien van fysieke overbelasting en hieraan gerelateerd verzuim en mogelijke WAO-instroom inzichtelijk bij het management. 20

gel Vervolg tip 9 Beleid en instrumenten Hoe vul je de BeleidsSpiegel in? Het invullen van de BeleidsSpiegel is vrij eenvoudig. Je omcirkelt bij elk onderwerp het gekozen antwoord. Vervolgens bepaal je of je hierin aanleiding ziet voor een verbetering: een zogenaamd verbeterpunt. Hiervoor vergelijk je jouw antwoorden met de gewenste situatie zoals die is terug te vinden in de Praktijkrichtlijnen (zie tip 1). Als je op een verbeterpunt stuit, word je vaak verwezen naar een PreGo!-tip*. Wanneer je de BeleidsSpiegel helemaal hebt ingevuld, kun je alle verbeterpunten op een rij zetten. Deze punten kun je vervolgens prioriteren. Op basis daarvan kun je het beleidsplan op- of bijstellen. Het AktieBlok (zie tip 11) kan je helpen de plannen om te zetten in concrete acties. Bestellen Voor alle zorgbranches zijn specifieke BeleidsSpiegels ontwikkeld. De BeleidsSpiegels zijn te bestellen bij het Arbokenniscentrum, fax (030) 273 97 77, e-mail producten@arbozw.nl of www.arbozw.nl. * de BeleidsSpiegels verwijzen nu nog alleen naar de tips uit de PreGo!-catalogus, versie Zorg. Najaar 2003 zal er in de digitale versie ook verwezen worden naar de tips in deze catalogus voor niet-cliëntgebonden taken. 21

RisicoRadar Beleid en instrumenten Tip 10 Met Rug- of RisicoRadar knelpunten opsporen De Rug- of RisicoRadar is een instrument waarmee medewerkers zélf hun eigen werk kunnen beoordelen op fysieke overbelasting. Moet ik te veel tillen, staan, reiken of duwen? Het is belangrijk dat de medewerkers dit zélf doen, omdat ze zich daardoor bewust worden van de knelpunten in hun eigen werk. En die bewustwording is de eerste belangrijke, maar vaak ook de moeilijkste stap, naar een echte oplossing. Het gaat om probleembenul, dán kun je echt wat veranderen Voor de Verpleeg- en Verzorgingshuizen, Gehandicaptenzorg en de Geestelijke Gezondheidszorg bestaat de RugRadar. Voor de Ziekenhuizen en de Thuiszorg is dit instrument aangepast en heet het de RisicoRadar. Checklist De Rug- of RisicoRadar houdt het midden tussen een checklist en een dagboekje. Met de Rug- of RisicoRadar controleert de medewerker aan de hand van de Praktijkrichtlijnen of: er sprake is van een risicovolle activiteit het knelpunt wel of niet urgent is hij het zelf als een knelpunt ervaart hij verbetermogelijkheden ziet Ook geeft de Rug- of RisicoRadar suggesties voor oplossingen. Samen met bijvoorbeeld de arbocoördinator kunnen deze oplossingen worden besproken en worden ingevoerd. Per individu, groep of discipline De Rug- of RisicoRadar kan zowel op individueel als op groeps- of disciplineniveau (keuken, schoonmaak, technische diensten enzovoort) worden ingevuld. Er zijn speciale Radar-kaarten waarop de resultaten per individu of per groep grafisch inzichtelijk gemaakt kunnen worden (zie tip 23). Meer informatie De Rug- of RisicoRadar, de Radar zelf en de Radarkaarten vind je in het werkpakket Aanpak Fysieke belasting (voor de Verpleeg- en Verzorgingshuizen), Pakketje Gezond (voor de Gehandicaptenzorg), Beter! (voor de ziekenhuizen) en Zorg voor Thuiszorg (voor de Thuiszorg). In de Tilkoffer voor de GGZ vind je ook een RugRadar. Kijk ook op www.arbozw.nl. 22

AktieblokTip 11 Beleid en instrumenten Ik AktieBlok, jij AktieBlokt, wij AktieBlokken De Van Dale heeft het nog niet opgenomen, maar het kan niet lang meer duren tot het woord AktieBlokken er als werkwoord te vinden zal zijn. Letterlijk als werkwoord. Met het AktieBlok is de vrijblijvendheid er af Hebben we met bijvoorbeeld de BeleidsSpiegel (zie tip 9), de HZ-meter (zie tip 13) of de Rugen RisicoRadar (zie tip 10) de problematiek in kaart gebracht, dan is het tijd om de handen uit de mouwen te steken; om de oplossingen werkelijk in de praktijk te brengen. Voorkom dat er te veel plannen worden gemaakt en te weinig écht wordt gedaan. Spreek daarom af wie, wat, wanneer gaat doen. Om dat te stimuleren, kan het AktieBlok een handig hulpmiddel zijn. Met het AktieBlok leg je de verantwoordelijkheden (wie), taken (wat) en de planning (wanneer) vast. Ook geef je aan wanneer de klus geklaard moet zijn. Je kunt er dan altijd bij de betreffende persoon op terug komen. De vrijblijvendheid is er af. Afspraken doorgeven Gebruik het AktieBlok bijvoorbeeld tijdens een vergadering wanneer duidelijk is hoe het probleem opgelost moet worden en het tijd is om iemand hiervoor de verantwoordelijkheid te geven. Dat kan zijn tijdens een arbovergadering, maar bijvoorbeeld ook bij een cliëntbespreking. Het AktieBlok heeft twee doordrukvellen. Je kunt de vastgelegde afspraken heel gemakkelijk doorgeven aan bijvoorbeeld de OR, arbodienst, directie, opleiding of bouwcommissie. Daarmee heb je ook de acties die jij of je collega s hebben ondernomen gedocumenteerd. Het is voor iedereen in je organisatie duidelijk wat er allemaal is verbeterd en wie dat heeft gedaan. Meer informatie Het AktieBlok is beschikbaar voor de Thuiszorg, Ziekenhuizen, Gehandicaptenzorg en de Verpleeg- & Verzorgingshuizen. Meer informatie over kosten, verkrijgbaarheid et cetera is te vinden op www.arbozw.nl of via telefoon (030) 273 97 39 (het Arbokenniscentrum). 23

Heb je er grip Beleid en instrumenten Tip 12 Heb je er wel grip op? In onder meer tip 6 is de zogenaamde NIOSH-formule ter sprake gekomen. Met een rekenformule kun je precies berekenen hoeveel kilo je in een bepaalde situatie mag tillen. Een van de factoren die de uitkomst bepaalt is de gripfactor. Probeer een goede grip op de dingen te houden Grip is niet de belangrijkste factor bij tillen maar zeker wel iets om rekening mee te houden. In de NIOSH-formule beoordeel je de factor grip als goed, gewoon of slecht. Goed betekent dat het object zonder extreme gewrichtsstanden kan worden opgetild. Onder gewoon wordt verstaan dat het object handvatten of uitsparingen heeft die niet aan het criterium goed voldoen of dat het mogelijk is het object vast te pakken wanneer de vingers 90 graden zijn gebogen. We noemen de grip slecht als er niet wordt voldaan aan een van de bovenstaande criteria. 24

HZ-meterTip 13 Beleid en instrumenten HZ-meter maakt knelpunten zichtbaar voor de Thuiszorg Om een goed preventiebeleid fysieke belasting te kunnen voeren, moet eerst duidelijk zijn of medewerkers aan te veel fysieke belasting worden blootgesteld. De HZ-meter is een instrument om de fysieke overbelasting bij medewerkers huishoudelijke zorg in de Thuiszorg vast te stellen. Niet langer dweilen met de kraan open Om welke werkzaamheden gaat het? Tillen of ramen lappen? En hoe vaak komen deze belastende werkzaamheden voor? Zijn er teams waar bepaalde problemen veel voorkomen? Met behulp van de HZ-meter (Huishoudelijke Zorg) kun je antwoord op dit soort vragen krijgen. Aangezien het instrument specifiek voor de Thuiszorg is ontwikkeld sluit het aan bij de Groene Praktijkregels. Tien taken De HZ-meter is een checklist die voor elke cliëntsituatie wordt ingevuld. De fysieke belasting is onderverdeeld in tien taken: negen huishoudelijke zorgtaken en een vraag is om na te gaan of medewerkers ook betrokken zijn bij cliëntentransfers of lichamelijke zorg voor cliënten. Oorzaken en oplossingen Wat levert het invullen van de HZ-meter op? Het kan zijn dat stofzuigen bij 20 procent van de cliënten een rode score oplevert. Idealiter is deze score 0. Verder kun je zien wat de oorzaken zijn van deze score. Voldoet het werkmateriaal bijvoorbeeld wel aan de praktijkregels? Het kan bijvoorbeeld zijn dat bij 60 procent van de cliënten waar stofzuigen als te zwaar (rood) wordt beoordeeld, de stofzuiger zelf niet voldoet. Er is dan specifiek aandacht nodig voor de kwaliteit van de stofzuigers. De slangen kunnen stuk zijn, de zuigkracht te klein of ze kunnen onveilig zijn. Veranderingen bijhouden Als je de HZ-meter regelmatig gebruikt, krijg je ook zicht op veranderingen, voor- of achteruitgang. Uit een eerste meting met de HZ-meter bleek bijvoorbeeld dat bij 50 procent van de cliënten het schoonmaken van het sanitair als oranje of rood beoordeeld werd. Bij een tweede meting is dat aantal naar 42 procent gedaald. Je weet dan dat de medewerkers minder risico lopen op fysieke overbelasting. Meer informatie De HZ-meter is het zusje van de TilThermometer (voor de zorgverlening), de RugRadar (zie tip 10) en de RisicoRadar (zie tip 10). Al deze instrumenten meten de blootstelling aan fysieke belasting maar zijn aangepast aan de typische kenmerken van het werk in de diverse zorgbranches. De HZ-meter is te verkrijgen als onderdeel van het werkpakket fysieke belasting Zorg voor Thuiszorg, via www.arbozw.nl of via telefoon (030) 273 97 39 (het Arbokenniscentrum). 25

StatMan Beleid en instrumenten Tip 14 StatMan : check je houding! Mensen in de zorg werken vaak lang in moeilijke, ongunstige houdingen. Zoals bij het sorteren van was aan een te lage tafel, zuigen in een verkeerde houding of het werken met een te lage schoonmaakkar. We noemen dat statische belasting. Met de StatMan kun je bepalen of je houding wel of niet veilig is. Beoordeel je werkhouding met de StatMan De Praktijkrichtlijn (zie tip 3) voor statische belasting is: niet langer dan één minuut werken met een gedraaide en/of meer dan 30 graden voor- of zijwaarts gebogen romp. Soms is het lastig om te bepalen wanneer dat het geval is. De StatMan is dan een handig hulpmiddel om vast te stellen of er sprake is van overbelasting. Veilige houding De StatMan is een plastic poppetje dat je in allerlei standen kunt zetten. Het poppetje heeft scharnieren in de knieën, heupen, schouders en ellebogen. Verder zitten er twee gaatjes in: één in het hoofd en één in de handen. Door de StatMan in verschillende standen te zetten, zie je een rode, oranje of groene kleur in de gaatjes verschijnen. De combinatie van de kleuren in de twee gaatjes bepaalt of de houding veilig is of niet. De StatMan kent ook zijn beperkingen. Het instrument kan bijvoorbeeld alleen symmetrische, staande houdingen in het platte vlak weergegeven. In de praktijk zien we echter veel ingewikkelder houdingen. Denk bijvoorbeeld aan een gedraaide en gebogen houding. De uitslag van de StatMan zal in zo n geval een onderschatting van de risico s geven. Didactisch hulpmiddel De StatMan is vooral een didactisch hulpmiddel. Het is nadrukkelijk geen meetinstrument. Daar zijn nauwkeuriger instrumenten voor nodig. Projecteer bijvoorbeeld tijdens een training een paar foto s van collega s die aan het werk zijn en laat hen hun eigen houding beoordelen met de StatMan. Maar de StatMan is ook gewoon leuk om eens mee te spelen. Prik hem op een bord als een herinnering aan het werken in een gezonder houding. Het werkt dan, net als in de reclame, als een zogenoemde reminder. Meer informatie Wil je meer weten over de StatMan (kosten, verkrijgbaarheid et cetera) kijk op www.arbozw.nl of bel (030) 273 97 39 (het Arbokenniscentrum). 26

BewegingTip 15 Beleid en instrumenten Cd-rom: Praktijkrichtlijnen in Beweging Fysieke belasting kan heel goed onder de aandacht worden gebracht met plaatjes en filmpjes. Daarom is er een gratis cd-rom uitgebracht met als titel Praktijkrichtlijnen in Beweging. Naast tekst en gesproken woord bevat deze cd-rom ook informatieve plaatjes en filmpjes. Zo kun je goed zien (of laten zien) hoe je volgens de Praktijkrichtlijnen in de zorg moet werken. De cd-rom is weliswaar specifiek uitgebracht voor medewerkers in de Gehandicaptenzorg, maar ook de andere branches kunnen veel opsteken van de cd-rom, en dan vooral van het onderdeel ondersteunende diensten. Neem eens een kijkje op www.arbozw.nl, daar is de cdrom ook via internet te bekijken. De vijftien hoofdbronnen Als je op de cd-rom het onderdeel Praktijkrichtlijnen ondersteunende diensten aanklikt, zie je links de vijftien hoofdbronnen voor fysieke belasting weergegeven. Het gaat dan om tillen, duwen, trekken, reiken, staan, wringen, et cetera. Vervolgens kun je op wat is het? klikken. Dan krijg je de Praktijkrichtlijn voor de betreffende hoofdbron te zien. Als je meer wilt weten, klik je op hoe doe je het? of werkwijze. Daar vind je tips, plaatjes en soms filmpjes over hoe je je kunt houden aan de Praktijkrichtlijn. Geschikt voor groepstrainingen De cd-rom is ook heel goed te gebruiken bij groepstrainingen*. Door de inhoud van de cd-rom in de groep ter discussie te stellen, zet je mensen aan het denken over wat de Praktijkrichtlijnen betekenen voor hun eigen situatie. Ook kun je de digitale plaatjes uit de cd-rom knippen en gebruiken bij voorlichting in de organisatie. Zelf bestuderen Medewerkers moeten natuurlijk vooral zélf de cd-rom bestuderen. Zorg voor mogelijkheid de cd-rom mee naar huis te nemen. Dit verlaagt de drempel om ermee aan de slag te gaan. Bestellen De cd-rom is te bestellen bij het Arbokenniscentrum, telefoon (030) 273 97 39 of www.arbozw.nl (publicatienummer 920.022.09B). De cd-rom is gratis maar is ook in zijn geheel te bekijken op www.arbozw.nl. Met de cd-rom zie je hoe je in de zorg volgens de Praktijkrichtlijnen werkt * Je kunt de beelden via pc en beamer bijvoorbeeld op een scherm of een witte muur projecteren. 27

Spelen Beleid en instrumenten Tip 16 Spelen in de Thuiszorg Eén van de grote uitdagingen bij fysieke belasting in de zorg is om het onderwerp tussen de oren en op de agenda te houden. Om het onderwerp levend te houden, moeten medewerkers blijven praten over fysieke belasting en elkaar erop durven aanspreken. Er is een ludiek spel bedacht, dat de spelers met elkaar in discussie brengt. Er zijn drie spellen ontwikkeld, die samen in één doos zitten: Trivariant (een soort Triviant), Memospel (een soort Memory) en Quiz. Tijdens het spelen ervan fris je niet alleen je kennis van de Groene Praktijkregels op, maar ontdek je ook (weer) hoe je de regels in de praktijk toe kunt passen. De spellendoos Huishoudelijke Zorg is toegespitst op de werkomstandigheden van de thuishulpen A, B, C en D. Naast deze spellendoos bestaat er ook een spellendoos specifiek voor de verpleging en verzorging in de Thuiszorg. Ook is er sinds kort een memospel dat speciaal is ontwikkeld voor de kraamzorg. Je kunt de spellen bijvoorbeeld gebruiken bij het werk- of teamoverleg of bij themabijeenkomsten. Speel de spellen altijd onder begeleiding van een deskundige. Er ontstaan namelijk vaak discussies, die heel belangrijk zijn voor de bewustwording over fysieke belasting. Het is jammer als deze discussies doodbloeden doordat er onvoldoende knowhow en begeleiding aanwezig is. Voorbeeld Vertel aan je collega s hoe je een keukenvloer dweilt. De goede antwoorden zijn: gebruik bij voorkeur een wringer gebruik een mop, mopemmer of luiwagen om niet te hoeven knielen zet de emmer op de juiste werkhoogte zet je voeten in een lichte spreid-schredestand houd je polsen in de middenstand Naar aanleiding van deze vraag kan een discussie ontstaan. Iemand heeft bijvoorbeeld een andere handige tip: ga met beide voeten aan weerszijden van de mopemmer staan, houd één hand bovenop de stok, de andere eronder en zak iets door je knieën. De mop wringt zich door jouw gewicht uit. Meer informatie De spellen zijn prachtig vormgegeven en nodigen zeer uit tot gebruik. Ze zijn te bestellen bij het Arbokenniscentrum telefoon (030) 273 97 39 of www.arbozw.nl. Bestelnummer spellendoos Huishoudelijke Zorg: 920.022.44, bestelnummer spellendoos Zorgverlening: 920.022.45, memospel Kraamzorg: 920.033.11. Prijs per spel: _ 15,. 28 Het ontstaan van discussies is een belangrijk onderdeel van het spel

Preventiewijzer Beleid en instrumenten De PreventieWijzer Tip 17 De PreventieWijzer is een instrument waarop je de Praktijkrichtlijnen eenvoudig kunt vinden. Het lijkt op een kleurenwaaier die je bij de schilder kunt vinden. Alle Praktijkrichtlijnen staan erop, dus voor zowel de niet-cliëntgebonden handelingen als voor de wel-cliëntgebonden handelingen. Beoordeel zelf je werkplek met de PreventieWijzer De vijftien hoofdbronnen van fysieke belasting, die je ook terugvindt bij de Praktijkrichtlijnen, staan elk op een apart labeltje. Ze hebben allemaal een andere kleur. Het werkt als volgt. Stel je werkt in een magazijn en daarbij til je redelijk vaak. Dan wil je die activiteit graag beoordelen. Pak het label met nummer 1 erbij. Blader daarvoor eerst even door de labels van de zorgverleners heen. Het label over tillen vind je ongeveer op eenderde van de PreventieWijzer. Vervolgens vind je op de voorkant van het label de Praktijkrichtlijn voor tillen in drie kleuren: - meer dan 23 kilo tillen: z.s.m. actie - < 23 kilo tillen, maar vaker dan 12 keer per dag 12-23 kilo tillen: actie - bij af en toe tillen van < 23 kilo, bij vaker dan 12 keer per dag < 12 kilo tillen Je constateert bijvoorbeeld dat de activiteit oranje is. Wanneer je vervolgens op de achterkant van het labeltje kijkt, zie je tips om de handeling veilig (groen) te maken. Praktijkrichtlijnen communiceren Belangrijk is dat de medewerker zélf zijn werkplek kan beoordelen en bovendien tips krijgt over hoe het beter kan. De PreventieWijzer kan hem daarbij behulpzaam zijn. Het is van belang dat de medewerker zijn bevindingen kortsluit met een leidinggevende of arbodeskundige. De PreventieWijzer sluit nauw aan bij de Rug- of RisicoRadar (zie tip 10). Beide instrumenten noemen dezelfde hoofdbronnen van fysieke belasting en gaan uiteraard uit van dezelfde Praktijkrichtlijnen. Meer informatie De PreventieWijzer is alleen beschikbaar voor de Ziekenhuizen en de Verpleeg- en Verzorgingshuizen. Meer informatie (kosten, verkrijgbaarheid et cetera) is te vinden op www.arbozw.nl of via telefoon (030) 273 97 39 (het Arbokenniscentrum). 29

Werkpakketten Beleid en instrumenten Tip 18 Werkpakketten De invoering van de Praktijkrichtlijnen is een hele operatie: mensen moeten anders gaan denken en vaak anders gaan werken. Daarom hebben werknemers en werkgevers voor elke branche een werkpakket ontwikkeld dat zorgorganisaties ondersteunt bij een effectieve invoering van de Praktijkrichtlijnen. Stap voor stap van woorden naar daden Praktijkrichtlijnen zijn aanwezig in de volgende branches: Verpleeg- en verzorgingshuizen Geestelijke Gezondheidszorg Gehandicaptenzorg Thuiszorg Ziekenhuizen Te vinden in: Werkpakket Fysieke belasting Werkpakket Fysieke belasting Pakketje gezond Stilstaan bij bewegen* Beter! De Praktijkrichtlijnen kun je het beste invoeren volgens het stappenplan. Allereerst (stap 1) wordt de problematiek in kaart gebracht. Dat kan met de BeleidsSpiegel (zie tip 9), de Rug- of RisicoRadar (zie tip 10) of de HZ-meter (zie tip 13). Omdat binnen een organisatie meestal te veel knelpunten zijn om in een keer op te lossen is het nodig om prioriteiten te stellen (stap 2). Dit lijstje kun je aan de hand van een vijftal criteria samenstellen. Deze criteria staan ook in de werkpakketten. Na deze tweede stap heb je een behapbaar aantal verbeterpunten en kun je het plan van aanpak opstellen (stap 3). Bij deze laatste stap kan het AktieBlok (zie tip 11) behulpzaam zijn. Wat zit erin? Wat zit er in de werkpakketten? Niet alle hieronder genoemde onderdelen zitten in alle werkpakketten. Soms zijn ze los verkrijgbaar. Soms worden er ook andere instrumenten als de StatMan en het AktieBlok standaard bijgevoegd. Als je voor jouw branche iets mist, kan het geen kwaad om eens te kijken wat er voor de andere branches verkrijgbaar is. Kijk op www.arbozw.nl. Stappenplan invoeren Praktijkrichtlijnen Praktijkrichtlijnen (voor zorgverleners en niet-cliëntgebonden taken) TilThermometer (ook digitaal via www.arbozw.nl) Rug- of RisicoRadar BeleidsSpiegel Praktijkrichtlijnen op beleidsniveau Bouw en inrichting van ruimtes * Voor de Thuiszorg is naast Stilstaan bij bewegen een werkpakket ontwikkeld met daarin de hierboven genoemde instrumenten: Zorg voor Thuiszorg. 30