Quickscan Bedrijven en milieuzonering Nieuwbouwlocatie Akkerstraat te Enschede Project 1000.8233 1000.8233 project Nieuwbouw locatie Akkerstraat te Enschede opdrachtgever Woningcorporatie Ons Huis en Koopmans Projecten b.v. versie Definitief datum 2 december 2010 auteur ing. E. Rupert Controle ing. M. ter Laak bestand G:\data\projectleiders\ehartman\2009\9038 Lycens Milieu & Ruimte B.V., Oldenzaal (tel. 0541-570730). Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 3 2 BELEIDSKADER... 5 2.1 VNG-HANDREIKING BEDRIJVEN EN MILIEUZONERING... 5 2.2 RUSTIGE WOONWIJK OF GEMENGD GEBIED... 6 3 INVENTARISATIE EN TOETSING HINDERBRONNEN... 7 3.1 AFKADERING INVENTARISATIE... 7 3.2 BEDRIJVEN IN DE OMGEVING VAN DE ONTWIKKELLOCATIE... 8 3.3 TOEKOMSTIGE BEDRIJVIGHEID OP DE ONTWIKKELLOCATIE... 8 4 CONCLUSIES... 10 5 BETROUWBAARHEID ONDERZOEK... 11 1000.9038 2van11
1 INLEIDING In opdracht van Woningcorporatie Ons Huis en Koopmans Projecten b.v. heeft Lycens Milieu & Ruimte B.V. een Quickscan Externe Veiligheid uitgevoerd voor het nieuwbouwplan op de locatie Akkerstraat te Enschede. De locatie heeft een oppervlak van ruim 3.000 vierkante meter en is gelegen in de wijk Stadsveld, tussen de straten Akkerstraat, Egstraat, Zweringweg en Wethouder Nijhuisstraat. In afbeelding 1.1 is de locatie van het plangebied op een luchtfoto vanuit vogelvluchtpositie weergegeven. Afbeelding 1.1: luchtfoto van de locatie (paars omcirkeld), met daarop de voormalige bebouwing Het voorgenomen plan is één van de eerste uitwerkingen van de herontwikkeling van (een deel van) een nieuw (winkel)hart van de wijk Stadsveld. Woningcorporatie Ons Huis en Koopmans Projecten b.v. zijn voornemens op de begane grond een supermarkt en commerciële ruimte(n) te realiseren, daarboven verdeeld over zeven lagen 77 appartementen en onder de begane grond een parkeerkelder voor de bewoners. 1000.9038 3van11
Afbeelding 1.2: plattegrond van de nieuwe situatie Voor het mogelijk maken van de ontwikkeling wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld en wordt de bijpassende procedure doorlopen. Hiertoe dient een aantal onderzoeken verricht te worden. Het plan mag mogelijkheden en ontwikkelingen in de omgeving niet beperken. Ook mogen de milieu-invloeden van de omgeving op de nieuwbouw niet te groot zijn, zodat een voldoende goed leefklimaat gewaarborgd blijft. Met deze quickscan wordt nagegaan of er op dit terrein problemen te verwachten zijn. 1000.9038 4van11
2 BELEIDSKADER 2.1 VNG-handreiking Bedrijven en Milieuzonering Elk project dat afwijkt van het geldende bestemmingsplan dient goed onderbouwd te worden. Hierbij dient ook ingegaan te worden op het voorkomen van voorzienbare hinder door milieubelastende activiteiten. Functiescheiding en milieuzonering zijn hierbij leidende begrippen. De VNG heeft een handreiking geschreven om duidelijkheid te geven in welke situaties deze begrippen dienen te worden toegepast en van welke afstanden dient te worden uitgegaan. De VNG-handreiking Bedrijven en Milieuzonering (versie 2009) geeft op systematische wijze informatie over de ruimtelijk relevante milieuaspecten van een scala aan bedrijfsactiviteiten. De handreiking is oorspronkelijk bedoeld als hulpmiddel bij de ruimtelijke planvorming. Uit de rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vloeit voort dat de handreiking als hulpmiddel erkend is. In de handreiking zijn bedrijven en bedrijfsactiviteiten ingedeeld in typen (milieubelastende) bedrijvigheid, gerangschikt naar SBI-code. Dit betekent dat er is gestandaardiseerd en dat is uitgegaan van gemiddelde situaties. De hieruit voortvloeiende richtafstanden (10 1.500 meter) geven een indicatie van de te verwachten milieubelasting. Deze milieubelasting dient vervolgens te worden afgezet tegen de belasting waarvan in de omgeving al sprake is. Ook dit is gestandaardiseerd, in dit geval in twee omgevingstypen: rustige woonwijk/rustig buitengebied en gemengd gebied. Soms is niet geheel duidelijk in welke categorie een bepaalde situatie valt. Ook kan een feitelijke situatie significant verschillen als gevolg van specifieke bedrijfsprocessen, hinderbeperkende maatregelen, de concrete inrichting van het bedrijf en/of de geldende milieuvergunning. De daadwerkelijke milieubelasting kan in dat geval aanzienlijk afwijken van de uitgangspunten die gehanteerd zijn bij het bepalen van de standaard richtafstanden. Dit is de reden dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft bepaald dat de richtafstanden niet zonder meer overgenomen mogen worden: er dient te worden gemotiveerd waarom welke afstanden gelden (ofwel waarom een situatie in een bepaalde categorie valt) en waarom hier (eventueel) van kan worden afgeweken. Voor een onderzoek naar de milieuzonering kan daarom concreet en gedetailleerd onderzoek naar de feitelijke milieubelasting zinvol of noodzakelijk zijn. De handreiking bevat hiervoor een aantal stappenplannen. 1000.9038 5van11
2.2 Rustige woonwijk of gemengd gebied In een intensief gebruikt gebied met veel functies en bedrijvigheid wordt vaak minder hinder ervaren van een milieubelastende activiteit dan in een rustige woonwijk. Dit heeft (onder andere) te maken met acceptatie, gewenning en achtergrondbelasting (/-hinder). Zoals hiervoor al aangegeven hanteert de VNG-handreiking twee omgevingstypes: 1. rustige woonwijk en rustig buitengebied Een rustige woonwijk die is ingericht volgens het principe van functiescheiding. Afgezien van wijkgebonden voorzieningen komen vrijwel geen andere functies (zoals bedrijven en kantoren) voor. Langs de randen (in de overgang naar mogelijke bedrijfsfuncties) is weinig verstoring door verkeer. Een vergelijkbaar omgevingstype qua aanvaardbare milieubelasting is een rustig buitengebied (eventueel inclusief verblijfsrecreatie), een stiltegebied of een natuurgebied. 2. gemengd gebied Een gemengd gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied. Hier kan de verhoogde milieubelasting voor geluid de toepassing van kleinere richtafstanden rechtvaardigen. Geluid is voor de te hanteren afstand van milieubelastende activiteiten veelal bepalend. Bij het bepalen van de van toepassing zijnde omgevingstype moet niet gekeken worden naar de locatie zelf maar naar het (soort) gebied waarin de locatie ligt. Het gebied waarin onderhavige locatie is gelegen valt duidelijk binnen de categorie rustige woonwijk. De afstanden zoals die in de VNG-handreiking genoemd staan zijn bedoeld voor deze omgevingscategorie. De afstanden zijn in dit opzicht één-op-één toepasbaar. 1000.9038 6van11
3 INVENTARISATIE EN TOETSING HINDERBRONNEN 3.1 Afkadering inventarisatie Tegenwoordig wordt onderkend dat het strikte scheiden van wonen en werken, vooral in nieuwe (woon)wijken, niet altijd een even gunstige uitwerking op de leefbaarheid heeft gehad. Door de monofunctionele opbouw en het ontbreken van voldoende voorzieningen in de directe woonomgeving hebben deze wijken niet veel te bieden voor jongeren en ouderen. Een gevarieerd voorzieningenaanbod in de buurt is bijvoorbeeld voor veel jongeren en ouderen een belangrijke voorwaarde om zich in een wijk te willen vestigen. Onder functiemenging wordt verstaan het (verder) mengen van de verschillende functies wonen, werken, recreëren en voorzieningen, primair op die locaties in het gebied die hiervoor als kansrijk gebied of zone kunnen worden aangemerkt en waar (verdere) functiemenging een goede kans van slagen heeft, maar ook daar waar (verdere) functiemenging in een behoefte voorziet als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen. De onderhavige ontwikkellocatie ligt in het centrumgebied van de wijk Stadsveld. Dit centrumgebied heeft de bestemming CENTRUMDOELEINDEN. Er bevinden zich diverse soorten detailhandel (o.m. supermarkt, slagerij, slijterij e.d.), kleinschalige horecabedrijven (cafetaria's, snooker en pool e.d.) en kleinschalige dienstverlening (bank, kapsalon, videotheek e.d.). Het betreft bedrijvigheid tot maximaal categorie 3.1. De locatie en zijn omgeving dient dan ook aangemerkt te worden als gemengd gebied, zoals beschreven in paragraaf 2.2. Er is dus geen sprake van een rustige woonwijk. Conform de systematiek van de VNG Publicatie Bedrijven en milieuzonering, kan derhalve de normafstand met één stap teruggebracht kunnen worden. De normafstand voor milieuhinder zou dan 30 meter worden. De onderhavige ontwikkellocatie ligt op minimaal 30 meter afstand van de bestaande omliggende centrumgebied-gerelateerde bedrijven en inrichtingen, waardoor onevenredige hinder niet valt te verwachten. Omdat bedrijven in de buurt van een woonomgeving over het algemeen een hindercirkel van niet meer dan 200 meter hebben zijn tot 200 meter rondom de onderhavige ontwikkellocatie de niet-centrumgebiedgerelateerde bedrijven en inrichtingen geïnventariseerd, zie volgende paragraaf. Hierbij zijn bedrijven die qua aard en schaal overeenkomen met de in het centrumgebied voorkomende bedrijven buiten beschouwing gelaten. 1000.9038 7van11
3.2 Bedrijven in de omgeving van de ontwikkellocatie De gemeente heeft in het kader van het opstellen van het inmiddels van krachtzijnde bestemmingsplan in de periode 1999-2002 middels bureauonderzoek en locatiebezoek een bedrijveninventarisatie uitgevoerd. Deze inventarisatie is gebruikt in het onderhavige onderzoek. De bedrijven die voldoen aan het in paragraaf 3.1geschetste kader zijn uit de inventarisatielijst gefilterd. Deze zijn weergegeven in de tabel 3.1. In deze tabel zijn het adres en de naam van de bedrijven genoemd, evenals het type bedrijf. Verder staat er het maatgevende hinderaspect genoemd en de afstand die gevoelige functies zouden moeten aanhouden tot de betreffende bedrijven/inrichtingen. Tot slot is er ook een indicatie van de werkelijke afstand gegeven. Tabel 3.1: Nabijgelegen bedrijven/inrichtingen met de bijbehorende richtafstanden Adres Naam Omschrijving activiteit Jan Vermeerstraat 7 Monninkhof Autoherstelinrichting (zonder plaatwerkerij en verfspuitinrichting) Maatgevende Indicatieve Werkelijke afstand tot Milieu aspect afstand (in m) ontwikkellocatie (in m) Geluid 30 Ca 150 Jan Vermeerstraat 49 Sted. Lyc. Dr. Kottier Lager Beroeps Onderwijs Geluid 30 Ca 150 J.H.W. Robersstraat 39 Bouw- en milieudienst gemeente Stalling materieel, werkplaats t.b.v. klein onderhoud, wasplaats voertuigen en opslag materialen en brandstoffen. Geluid en gevaar 30 Ca 125 Alle in tabel 3.1 genoemde bedrijven en inrichtingen liggen op een ruim grotere afstand dan de genoemde VNG-normafstand, waardoor vastgesteld kan worden dat er geen milieuhinder uit de omgeving te verwachten is. 3.3 Toekomstige bedrijvigheid op de ontwikkellocatie Behalve woningen voorziet het onderhavige bouwplan ook in de realisatie van een supermarkt en commerciële ruimten. Het gaat hier om bedrijvigheid uit de categorieën 1 en 2, met een normafstand van 10 meter geldend in gemengd gebied. Geluid is hierbij het maatgevende hinderaspect. In onderhavig plan worden woningen gebouwd direct op deze supermarkt en commerciële ruimte, waardoor de werkelijke afstand tot de eerste laag woningen minder dan 10 meter is. Ook de afstand tot de naastgelegen bestaande woningen aan de Zweringweg is (ruim) minder dan 10 meter. Om deze reden is het maatgevende aspect akoestiek door Lycens Milieu & Ruimte nader onderzocht. 1000.9038 8van11
Dit akoestisch onderzoek is beschreven in een tweetal akoestische onderzoeksrapporten (d.d. 20 en 23 november 2010), waarbij is ingegaan op de toekomstige akoestische situatie. Op het rapport van 20 september 2009 is een aanvullende briefrapport (d.d. 15 november 2010) geschreven. Het rapport van 20 september 2009 en de bijbehorende aanvulling gaan in op de gevelbelasting van langsrijdend wegverkeerslawaai en hoeft in dit rapport verder niet aan de orde te komen. In het rapport van 23 november 2010 is gekeken naar de geluidstraling van het te realiseren plan op de binnen het plan te realiseren woningen en buiten het plangebied gelegen bestaande woningen. In het rapport komen opeenvolgend de volgende akoestische bronnen aan de orde: - contactgeluid; - geluid uit de supermarkt: het rijden van voertuigen, winkelkarren, laad- en losactiviteiten, installaties binnen en buiten de inrichting; - rijden winkelwagens supermarkt (op de openbare weg); - geluid uit de parkeergarage: installaties en (in- en uit)rijdende auto s; - rijden vrachtwagens ten behoeve van laden/lossen. Niet meegenomen zijn: - stemgeluid van personen binnen de supermarkt en parkeergarage; - buiten het plangebied parkerende auto s (vanwege het feit dat er nu ook reeds geparkeerd wordt door bezoekers van de door dit plan te vervangen Sanders-supermarkt). Uit het onderzoek blijkt dat de gevelbelasting ten gevolge van winkelwagentjes op de gevels van de tegenover gelegen woningen aan de Akkerstraat met 50 dba de grenswaarde uit het gemeentelijk geluidbeleid met 5 dba overschrijdt. Daar het gebied door toepassing van softwielen en vlak wegdek (bronmaatregelen) er als geheel op vooruit gaat en het minimale binnenniveau van 35 dba gewaarborgd blijft is deze beperkt hogere belasting acceptabel. Geluidbelasting van alle overige bronnen blijkt binnen de maximaal toelaatbare waarden. Indien het plan gerealiseerd en gebruikt wordt conform de uitgangspunten van dit akoestisch onderzoek dan zal er sprake zijn van een geluidshinderacceptabele situatie. 1000.9038 9van11
4 CONCLUSIES Woningcorporatie Ons Huis en Koopmans Projecten b.v. zijn voornemens op ontwikkellocatie Akkerstraat te Enschede op de begane grond een supermarkt en commerciële ruimte(n) te realiseren en daarboven 77 appartementen en onder maaiveld een parkeerkelder voor de bewoners en personeel van de commerciële ruimten. De locatie maakt deel uit van een (deels) her te ontwikkelen wijkvoorzieningenhart. In deze quickscan is onderzocht of de beoogde functies qua milieuzonering passen in hun omgeving. Daartoe is nagegaan welke normen voor deze locatie en/of dit bouwplan gelden en in hoeverre daaraan wordt voldaan. Omdat er sprake is van ligging in een zogenoemd gemengd gebied gelden hier lagere afstandsnormen (zie par. 3.1). Uit de quickscan is gebleken dat de bestaande bedrijvigheid op voldoende afstand ligt van de nieuw te realiseren woningen (zie par. 3.2). De afstand tussen de nieuw te bouwen supermarkt en commerciële ruimten is beperkt, waardoor er potentieel sprake kan zijn van teveel geluidhinder. In een door Lycens Milieu & Ruimte uitgevoerd akoestisch onderzoek (projectnr. 1000.8233, d.d. 23 november 2010) is aangetoond dat, indien de juiste maatregelen worden genomen, er qua geluidhinder sprake zal zijn van een acceptabele situatie. Gelet op het vorenstaande kan geconcludeerd worden dat er voor dit plan qua milieuzonering geen belemmeringen vanuit de omgeving gelden en tevens het plan zelf geen belemmeringen voor de omgeving oplevert. 1000.9038 10van11
5 BETROUWBAARHEID ONDERZOEK Het onderhavige onderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en methoden. Desondanks kan de mogelijkheid niet worden uitgesloten dat er toch fouten en / of onvolledigheden voorkomen in deze rapportage. Lycens Milieu & Ruimte B.V. sluit iedere aansprakelijkheid uit voor hieruit voortvloeiende schade of gevolgen van welke aard ook, tenzij de schade mocht voortvloeien uit opzet of grove schuld aan de zijde van Lycens Milieu & Ruimte B.V. Naarmate er een langere tijd is verlopen na uitvoering van het onderzoek, dient meer voorzichtigheid / voorbehoud te worden betracht bij het gebruik van de onderzoeksresultaten. 1000.9038 11van11