Maatschappelijk Formeel (FORM)- B1

Vergelijkbare documenten
Maatschappelijk Informeel (INFO) - A2

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2

Educatief Startbekwaam (STRT) - B2

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

Schrijven tekstkenmerken productief A1 A2 B1 B2 C1 C2. Bereik van de woordenschat

samenhang Kan een reeks kortere, op zichzelf staande eenvoudige elementen verbinden tot een samenhangende lineaire opeenvolging van punten.

Kan-beschrijvingen ERK A2

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo

Luisteren 1 hv 2 hv 3hv

Tussendoelen Engels onderbouw vo vmbo

Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid

Luisteren 1 gt/h 2 gt 3/4 vmbo

Gesprekjes voeren Waar sta ik nu?

NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN VWO/HAVO STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Spreken tekstkenmerken A1 A2 B1 B2 C1 C2. Bereik van woordenschat

Ik beschik over voldoende woorden om me te redden in veel voorkomende dagelijkse situaties.

Engels, vmbo gltl, Liesbeth Pennewaard kernen subkernen Context (inhoud) taalvaardigheidsniveau CE of SE Eindterm niveau GL/TL Exameneenh eid Lezen

Profiel Professionele Taalvaardigheid

MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde

3.4. De profielbeschrijvingen Profiel Toeristische en Informele Taalvaardigheid

Niveaus Europees Referentie Kader

SLO Leerdoelenkaart Engels: streefniveaus onderbouw voortgezet onderwijs voor gedifferentieerd onderwijs

SLO Leerdoelenkaart Frans: streefniveaus onderbouw voortgezet onderwijs voor gedifferentieerd onderwijs

Beoordelingsmodel voorbeeldexamen Maatschappelijk Formeel DEEL A

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat.

A1 A2 B1 B2 C1 C2. Ondubbelzinnige standaardtaal. Binnen eigen vaken/of. interessegebied wordt ook complexer taalgebruik begrepen

Europees Referentiekader

TAALDREMPELS OPLEIDINGSVLOER INFORMATICA

SLO Leerdoelenkaart Duits: streefniveaus onderbouw voortgezet onderwijs voor gedifferentieerd onderwijs

Profiel Academische Taalvaardigheid

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK)

De leerlingen gaan in groepen een krant schrijven met als doel dat ze beter worden in het schrijven van boodschappen en notities in het Engels.

TAALPROFIEL MODERNE VREEMDE TALEN KWALIFICATIEPROFIEL MEDEWERKER TOEZICHT EN VEILIGHEID

Profiel Maatschappelijke Taalvaardigheid

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën

TAALPROFIEL MODERNE VREEMDE TALEN KWALIFICATIEPROFIEL COMMERCIEEL MEDEWERKER BANK- EN VERZEKERINGSWEZEN

COMMUNICATIE IN VREEMDE TALEN

Wat stelt de doorlichting vast? Enkele voorbeelden:

Naam leerlingen. Groep BBL1 Engels. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 3 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen.

Vaardigheid HAVO VWO Eindtermen Eindtermen

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën

Doorlopende leerlijn vaardigheden Duits ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per kernvaardigheid

a Luisteren Lezen Gesprekken voeren Spreken Schrijven

Niveaubepaling Nederlandse taal

Wat kan ik na het 1 ste jaar? SPREKEN SCHRIJVEN LUISTEREN

NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN HAVO EN VWO

Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl )

2F TAKEN SPECIFICATIE EN KENMERKEN week 1 week 2 week 3 week 4 week 5 week 6 week 7 week 8 week 9 week 10 Neemt deel aan discussie en overleg

Duidelijke taal. Binnen eigen interessegebied wordt ook complexer taalgebruik begrepen.

Beoordelingsmodel voorbeeldexamen Maatschappelijk Informeel

Kinderen leren schrijven.

FUNCTIONELE TAALVAARDIGHEID / TEKSTGELETTERDHEID IN PAV

Common European Framework of Reference (CEFR)

Profiel Academische Taalvaardigheid PAT

Lees voor gebruik eerst de uitgebreide handleiding, deel 2: Werken met beoordelingsmodellen productieve vaardigheden.

ERK - Europees Referentiekader. luisteren. pers. prof. educ.

$% & ' & , -., /.., 0 )+ # ""1 2 # ""! 3 & &&- $# 4$"4# ""! & /

Je beschrijving was vrij kort en niet echt interessant. Je neemt voor de hand liggende voorbeelden.

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo

Vaardigheid: Schrijven

Flitsbijeenkomst Steunpunt Taal en Rekenen (10 februari 2012) Handreiking Referentiekader mvt. Van Raamwerk tot Handreiking

Moderne vreemde talen havo/vwo Leerlijnen landelijke kaders

Algemeen Kan gesprekken voeren over alledaagse en niet alledaagse onderwerpen uit dagelijks leven en werk.

Leerjaar 3: Engels voor leerroute A, B en C

Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor de derde graad Moderne Talen

Hoofdstuk 1 Het Examen Luisteren Programma I 9

Hoe maak ik een instellingsexamen Nederlands? s-hertogenbosch, 27 november 2018 Charlotte Jacobs

Lees voor gebruik eerst de uitgebreide handleiding, deel 2: Werken met beoordelingsmodellen productieve vaardigheden.

ENGELS MBO-4 SYLLABUS PILOTEXAMENS VANAF

Doorlopende leerlijn vaardigheden Engels ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid

Duits A1/A2 in het beroepsonderwijs

Opleiding. Tolk Vlaamse Gebarentaal. Code + officiële benaming van de module. Module Vlaamse Gebarentaal B. Academiejaar

Toelichting. Leerdoelenoverzicht niveau 3b

Wat kan ik na het 1 ste jaar?

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen

Gesprekjes voeren Waar sta ik nu?

Toelichting M-nummers in relatie tot referentieniveaus Meijerink (4F)

Indien hier B toegekend wordt, neemt de beoordelaar contact op met de examemnverantwoordelijke in verband met de verdere beoordeling.

Beschikt over voldoende woordenschat om alledaagse handelingen uit te voeren die betrekking hebben op vertrouwde situaties en onderwerpen (A2+).

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL

Toelichting. Leerdoelenoverzicht niveau 3c

Kan ik het wel of kan ik het niet?

OVERZICHT TUSSENDOELEN GEVORDERDE GELETTERDHEID. 1. Lees- en schrijfmotivatie

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat.

A1 A2 B1 B2 C1 C2. Het gaat om ondubbelzinnige standaardtaal. Binnen het eigen vak- en/ of interessegebied wordt complexer taalgebruik wel begrepen

Streefniveaus NT2 Voorbeelden, kenmerken en inkijkjes in de les Route 2, jaar vmbo basis

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Nederlands en leren leren Matrix

VOORBLAD BIJ BIJLAGE 2 PROFIELPRODUCT

Ellis Delken. Emmeke Boot

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

STREEFDOELEN NT2 Route 2, jaar vmbo basis

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED NEDERLANDS TWEEDE TAAL

Transcriptie:

Maatschappelijk Formeel (FORM)- B1 Voor wie? Voor jongeren (16+) of volwassenen (18+) die zelfstandig willen functioneren in meer formele contexten in de Nederlandse of Vlaamse samenleving. Hoe wordt er getoetst? Toetst alle vaardigheden: luisteren, spreken en gesprekken voeren, lezen en schrijven. Wat is de inhoud van het examen? Dit examen bestaat uit situaties uit de publieke levenssfeer, zoals instructies begrijpen, officiële correspondentie lezen, formulier invullen, formeel verzoek formuleren, om informatie vragen enzovoort.

Lezen globaal begrijpen van heldere, (semi-)formele teksten; specifieke informatie selecteren uit heldere, (semi-) formele teksten (specifieke informatie opzoeken op basis van vooraf gestelde vragen); heldere, (semi-)formele teksten tot in detail begrijpen. De input Voorbeelden: gebruiksaanwijzingen betaalautomaat, documenten van de gemeente of verzekering, correspondentie, instructies, mededelingen, krantenartikel Thema en context (onderwerp) directe feitelijke teksten over onderwerpen die betrekking hebben op zijn of haar interessegebied eenvoudigere correspondentie alledaags materiaal en korte officiële documenten informatieve en argumentatieve teksten die veel worden aangetroffen in het maatschappelijke of publieke leven heldere instructieve teksten Lengte en indeling leesteksten al wat langere, maar duidelijk gestructureerde teksten (incl. complexere instructieteksten) Structuur, samenhang en lengte ook wat langere teksten met duidelijke structuur (heldere signaalwoorden) heldere lineaire reeks punten Woordenschat en taalvariëteit goede beheersing van elementaire woordenschat standaarddialect Woorden, formuleringen en uitdrukkingen zijn overwegend frequent en bekend uit de eigen taal of behorend tot internationaal woordgebruik. Grammatica duidelijk gestructureerde zinnen lange en samengestelde zinnen komen zeldzaam voor

Luisteren globaal begrijpen in eenvoudige luisterteksten en gesprekken; specifieke informatie selecteren uit een korte en duidelijke luistertekst (specifieke informatie opzoeken op basis van vooraf gestelde vragen); korte luisterteksten tot in detail begrijpen. De input Voorbeelden: voicemail, gesprek tussen moedertaalsprekers, sportwedstrijd, aanwijzingen, weerberichten, publieke aankondigingen, instructies, routebeschrijvingen... Thema en context (onderwerp) vertrouwde en/of formele onderwerpen uit het publieke domein concrete en abstractere onderwerpen (kunnen ook minder direct relevant zijn) Tempo en articulatie luisterteksten helder gearticuleerde spraak in standaardtaal eerder natuurlijk tempo Lengte en indeling leesteksten al wat langere, maar duidelijk gestructureerde teksten (incl. complexere instructieteksten) Structuur, samenhang en lengte ook wat langere teksten met duidelijke structuur (heldere signaalwoorden) heldere lineaire reeks punten Woordenschat en taalvariëteit goede beheersing van elementaire woordenschat standaarddialect Woorden, formuleringen en uitdrukkingen zijn overwegend frequent en bekend uit de eigen taal of behorend tot internationaal woordgebruik. Grammatica duidelijk gestructureerde zinnen zelden lange en samengestelde zinnen

Schrijven relevante informatie, ervaringen, meningen en gevoelens weergeven (op basis van visuele input); eenvoudige persoonlijke teksten (ervaringen, meningen, gevoelens en vragen) zelf schrijven. De output Voorbeelden: klachtformulier invullen, oproep in de wijkkrant, notities bij een telefoongesprek, mening over/verslag geven van bijv. een gebeurtenis in de wijk/maatschappij, nieuwsbrief, vragenlijst, reisverslag, verslag schrijven van een culturele activiteit... Beschikt over voldoende woorden (= variatie, af en toe letterlijke herhalingen) om zich te uiten over onderwerpen uit het dagelijkse leven, zowel uit het persoonlijke als het publieke domein in informele en formele contexten (zoals familie, werk, hobby s, etc.). Heeft een goede beheersing van elementaire woordenschat, al doen zich nog wel grote fouten voor als complexe gedachten of niet-alledaagse onderwerpen aan de orde zijn. Maakt redelijk nauwkeurig gebruik van een repertoire van veelgebruikte grammaticale constructies en maakt nog maar slechts af en toe elementaire fouten. Onvolkomenheden mogen nog voorkomen, bijv. dt- en lidwoordfouten en er op de foute plaats. Kan doorlopende tekst produceren waarin enkele spel- en interpunctiefouten (leesteken- en alineagebruik, moedertaalinvloed) voorkomen die de begrijpelijkheid niet verstoren. Vertelt een samenhangend verhaal in de vorm van een reeks kortere, op zichzelf staande elementen die verbonden zijn tot een lineaire opeenvolging van punten (door vaak voorkomende voegwoorden of rangtelwoorden, soms verwijswoorden).

Spreken relevante informatie, ervaringen, meningen en gevoelens weergeven (op basis van de input); heldere, eenvoudige teksten, ervaringen, meningen, gevoelens en vragen zelf formuleren. De output Voorbeelden: gebeurtenis op straat, persoonlijke ervaringen of mening beschrijven, op vragen reageren... Beschikt over voldoende woorden (= variatie, af en toe letterlijke herhalingen) om zich te uiten over onderwerpen uit het dagelijkse leven, zowel uit het persoonlijke als het publieke domein in informele en formele contexten (zoals familie, werk, hobby s etc.). Heeft een goede beheersing van elementaire woordenschat, al doen zich nog wel grote fouten voor als complexe gedachten of niet-alledaagse onderwerpen aan de orde zijn. Maakt redelijk nauwkeurig gebruik van een repertoire van veelgebruikte grammaticale constructies en maakt nog maar af en toe elementaire fouten. Onvolkomenheden mogen nog voorkomen, bijv. dt- en lidwoordfouten en er op de foute plaats. Vertelt een samenhangend verhaal in de vorm van een reeks kortere, op zichzelf staande elementen die verbonden zijn tot een lineaire opeenvolging van punten (door vaak voorkomende voegwoorden of rangtelwoorden, soms verwijswoorden). Heeft een uitspraak die duidelijk te verstaan is, ook al is soms een duidelijk buitenlands accent te horen en worden er incidenteel uitspraakfouten gemaakt. Gesprekken voeren Op dit niveau worden de vaardigheden spreken en gesprekken voeren samen in deel C getoetst. Voorbeelden: contact met overheidsinstanties bijv. de politie, de gemeente, excursie, verkeerssituatie... Het beoordelingsmodel met de vormelijke en inhoudelijke criteria voor alle vaardigheden vindt u in het voorbeeldexamen.