Beleidsregels Paracommercie Zoeterwoude

Vergelijkbare documenten
Beleidsregels Paracommercie Zoeterwoude 2014

Geconsolideerde tekst van de regeling Nr. RB

Pagina 1 van 6 Versie 2 Registratienr.: 2013I01516 Agendapunt 9. Afdeling: Concernzaken Leiderdorp, b e s l u i t:

2. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder de overige begrippen in deze verordening verstaan hetgeen de wet daaronder verstaat.

Voorgesteld besluit De verordening Paracommercie gemeente Wijk bij Duurstede 2013 vast te stellen.

B&W-Aanbiedingsformulier

Drank- en Horecaverordening gemeente Rijnwaarden 2013

Hierna wordt per onderdeel een toelichting gegeven op het te voeren beleid.

Wijziging Apv i.v.m. bijzondere bepalingen voor paracommerciële rechtspersonen gemeente Alkmaar

GEMEENTE ONDERBANKEN

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING DRANK- EN HORECAVERORDENING GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK

Voorstel beleidsnotitie paracommercialisme Drank- en Horecawet Meierijstad 2017

Registratienummer: GF Datum collegebesluit: 22 oktober 2013 Agendapunt: 13

HORECANOTA GEMEENTE GEERTRUIDENBERG

BELEIDSREGELS PARACOMMERCIELE RECHTSPERSONEN EX ARTIKEL 4 VAN DE DRANK- EN HORECAWET

Schenktijden alcohol in paracommerciële horecabedrijven Kenmerk

Als onderdeel van Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Heusden (APV)

Alcohol in de Sportkantine

Tielse LTC. Bestuursreglement 'alcohol in sportkantines

Drank- en Horecaverordening gemeente Overbetuwe 2013

Bestuursreglement bargebruik

GEMEENTEBLAD. Nr Drank- en Horecaverordening maart Officiële uitgave van gemeente Lisse. Artikel 1 Begripsbepalingen

Uw kenmerk: Ons kenmerk:

Stiens, 20 november Raadsvergadering: 12 december 2013 Voorstelnummer: 2013/73

NOTA PARACOMMERCIEEL BELEID. Gemeente Aalsmeer

GEMEENTEBLAD. Nr Verordening paracommercie. 6 januari Officiële uitgave van gemeente Schijndel.

Voorstelnummer: Houten, 22 oktober 2013

Loes Peters 3417

: APV regels voor paracommerciële activiteiten in kantines bij sportverenigingen in de gemeente Meerssen : / maastrichtenheuvelland@khn.

Underwerp Vaststelling Drank- en Horecaverordening gemeenten Tytsjerksteradiel en Achtkarspelen 2014

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: Regels paracommercie op grond van de Drank- en Horecawet 2013

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Reglement alcoholgebruik sportkantine WFHC Hoorn

Zwak-alcoholhoudende drank: bier, wijn en gedistilleerd met minder dan 15% alcohol.

GEMEENTE LANDERD. Onderwerp : conceptvoorstel paracommerciële verordening. Afdeling : Bestuur en Management Ondersteuning, K. Veld


Reglement Alcohol in sportkantines december 2011

Reglement Alcohol bij Korfbalvereniging Groen-Geel

BELEIDSNOTITIE PARACOMMERCIALISME. I. Inleiding:

Bestuursreglement. Preambule

Voorstel model Drank- en Horecaverordening Regio Achterhoek (versie 4 d.d. 23 januari 2013)

Drank- en Horecaverordening Koggenland i ļ win in mil ni i ii wumi mi HII in m D

Discussienota nieuwe Drank- en Horecawet

Model Bestuursreglement Alcohol in Sportkantines

gelet op de artikelen 147 van de gemeentewet, artikel 4 en artikel 25a van de Drank- en Horecawet; b e s l u i t :

Onderwerp: Drank- en Horecaverordening Gemeente Vlagtwedde 2014

Bestuursreglement alcoholverstrekking in sportkantines Tennisclub Groot Driene

1.1 Uitgangspunten Uitgangspunten bij het opstellen van deze verordening zijn (in willekeurige volgorde):

heeft het bestuur het volgende bestuursreglement Alcohol in sportkantines vastgesteld. Paragraaf 1 - Algemene bepalingen Artikel 1 - Begripsbepalingen

Bestuursreglement alcoholgebruik TC Rodhe

Uitbreiding definitiebepalingen (artikel 1 lid 8, 9 en 10) In de verordening komen nieuwe begrippen voor. Deze worden gedefinieerd.

bestuursreglement alcohol in t Baken wsv. de Gors te Arkel

Reglement sociale hygiëne RSC ALLIANCE

bestuursreglement kv De Hazenkamp richtlijnen alcohol

Deze stukken vormen de basis voor het vaststellen van de regelgeving op gebied van Dranken horeca in onze gemeente.

Ons kenmerk: Montfoort: oktober 2013 Onderwerp: Nieuwe Drank- en Horecawet Verzonden: Bijlagen: 2

BESTUURSREGLEMENT ALCOHOL IN DE SKF KANTINE

bestuursreglement alcohol in het Trefpunt

- de gemeenteraad voor 1 januari 2014 een Drank- en Horecaverordening moet hebben vastgesteld.

KORFBALVERENIGING IJSSELVOGELS BESTUURSREGLEMENT INZAKE DE VERSTREKKING EN HET GEBRUIK VAN ALCOHOL IN HET CLUBHUIS

Gemeente Hoogezand-Sappemeer Drank- en Horecaverordening

Model bestuursreglement alcohol in sportkantines. r.k.v.v. V.C.W

GMHC BESTUURSREGLEMENT ALCOHOL IN SPORTKANTINES. Preambule

Bestuursreglement Alcohol

Informatiebijeenkomst Drank- en Horecawet

BESTUURSREGLEMENT VOOR HET CLUBHUIS

BESTUURSREGLEMENT ALCOHOL IN SPORTKANTINES


Bestuursreglement. Alcohol in sportkantines. van de v.v. Wieldrecht.

Gevraagd besluit De raad van de gemeente Molenwaard besluit de Drank- en Horecaverordening 2014 Gemeente Molenwaard vast te stellen.

Model bestuursreglement alcohol in sportkantines West-Friesland

Bestuursreglement alcohol in sportkantines V.V. UFFELTE. Bestuursreglement alcohol in sportkantines V.V. UFFELTE

Bestuursreglement. alcohol in kantine van TVW. alcohol in kantine van TVW

a. Alcoholhoudende dranken: Zwak-alcoholhoudende drank: bier, wijn en gedistilleerd met minder dan 15% alcohol;

Bestuursreglement Alcohol in de sportkantine. Preambule. In overweging nemende dat:

Bestuursreglement inzake het schenken van alcohol in ons clubhuis

Bestuursreglement alcohol in de kantine van schietportvereniging Zeldenroos

CLUBHUIS reglement. Goedgekeurd 3 juli Clubhuisreglement LTCM 3 juli 2006 pagina 1 van 6

gemeente Eindhoven Bijlage 3: Toelichting Drank- en horecaverordening Eindhoven

Model bestuursreglement

Alcoholbeleid. ZV De Ham ZC d.d. 15 januari 2019

Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening (Drank- en horecaverordening gemeente Dalfsen) (geldig vanaf )

Nummer : : Drank- en Horecaverordening Eemsmond

Preambule. Paragraaf 1 - Algemene bepalingen. Artikel 1 - Begripsbepalingen

BESTUURSREGLEMENT KSV DE BETUWE

s.v. Veensche Boys BESTUURSREGLEMENT ALCOHOL IN SPORTKANTINES s.v. Veensche Boys Westerveenstraat EN Nijkerkerveen

Preambule. Paragraaf 1 - Algemene bepalingen. Artikel 1 - Begripsbepalingen

BESTUURSREGLEMENT ALCOHOL IN SPORTKANTINES Preambule

WTC Houten 80. Bestuursreglement alcohol in sportkantines

Uit oogpunt van verantwoorde alcoholverstrekking dienen de volgende wettelijke bepalingen te worden nageleefd:

bestuursreglement V.V. Bruchterveld Broekdijk TC Bruchterveld Clubhuis Noppenveste Meester Holtropstraat 3, 7695 TW Bruchterveld Inleiding

BESTUURSREGLEMENT PARACOMMERCIËLE INSTELLINGEN

Bestuursreglement alcohol in kantine Swift 64

Raadscommissievoorstel

BESTUURSREGLEMENT ALCOHOL IN SPORTKANTINES

Bestuursreglement alcohol in het clubhuis

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

REGLEMENT VERSTREKKING ALCOHOLHOUDENDE DRANKEN

Bestuursreglement Alcohol in sportkantines V.V. Schagen Vastgesteld d.d. 1 Januari 2014

Transcriptie:

1 Beleidsregels Paracommercie Zoeterwoude 1. Paracommerciële instellingen worden in drie categorieën ingedeeld: I. Sportieve instellingen II. Sociaal-culturele instellingen III. Overige instellingen 2. Voor paracommerciële instellingen gelden beperkingen die per categorie kunnen verschillen. 3. Beperkingen voor de instellingen gelden niet als: I De paracommerciële instelling op gelijke wijze en onder gelijke voorwaarden op de markt opereert als een regulier horecabedrijf (betaling volgens cao en geen subsidie ontvangst); II De horeca-activiteiten worden gedreven voor rekening en risico van een horecaondernemer; III De rechtspersoon zich richt op het verlenen van zorg IV De hoofdactiviteiten van de rechtspersoon van culturele aard zijn (zoals bij theaters en musea). 4. 1. Een ontheffing van de beperkingen (ex art. 4 lid 5 Drank- en Horecawet) zoals onder 2 genoemd kan worden verleend voor bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard die van maatschappelijke betekenis zijn en waarbij redelijkerwijs beschouwd geen sprake is van wezenlijke oneerlijke mededinging, zoals in situaties waarbij: I de reguliere horeca niet voldoende ruimte heeft om de activiteit te laten plaatsvinden, bijvoorbeeld als tijdens een bijzondere festiviteit of attractie de vraag naar horeca-activiteiten het bestaande aanbod overtreft en/of II de paracommerciële vergunninghouder geen financieel voordeel heeft van de activiteit en de activiteit als zodanig van maatschappelijke betekenis is en geen commercieel karakter heeft. 2. Aan de ontheffing kunnen beperkingen worden verbonden (bijvoorbeeld beperking naar tijdsruimte en/of alcohol). 3. De ontheffing kan worden geweigerd als de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door gebruik van de ontheffing. 5. Een ontheffing van de beperkingen (ex art. 4 lid 5 Drank- en Horecawet) is niet vereist voor de volgende activiteiten: I Sportieve instellingen (ook studentensportverenigingen): openstelling kantine voor spelers, aanhang en supporters vanaf een uur vóór tot maximaal een uur nà een wedstrijd of training; feest ter gelegenheid van een clubkampioenschap; afscheidsfeest of jubileumfeest van het bestuur/een bestuurslid; feestavond voor vrijwilligers (max. 1 keer per jaar); jaarfeest of afsluiting seizoen (max. 1 keer per jaar); toernooi met afsluitend feest; overige strikt clubgerelateerde en incidentele feesten voor leden, zoals een barbecuefeest of bingoavond; nieuwjaarsborrel (alleen voor leden);

2 bingo / klaverjas / spelavond waarbij 50% van de bezoekers lid is van de vereniging; voor horeca-activiteiten ten behoeve van niet vaste gebruikers (zowel individueel als collectief) van de betreffende para commerciële instelling geldt een maximum per instelling per kalenderjaar, te weten: - Klaverhal, 15 horeca-activiteiten. II Sociaal-culturele instellingen: bijeenkomsten/vergaderingen/feesten van en voor verenigingen en stichtingen die gebruik maken van het pand (dus alleen toegankelijk voor de leden en oud-leden); sociaal-culturele evenementen, waarbij dit evenement centraal staat (ook voor publiek toegankelijk); Koninginnedag-, sinterklaas- en kerstviering; jaarvergaderingen; nieuwjaarsborrel voor horeca-activiteiten ten behoeve van niet vaste gebruikers (zowel individueel als collectief) van de betreffende para commerciële instelling geldt een maximum per instelling per kalenderjaar, te weten: - Eendenkooi, 60 horeca-activiteiten; - Muziekcentrum, 15 horeca-activiteiten; - Ons Huis, 20 horeca-activiteiten. III Overige instellingen: bijeenkomsten/vergaderingen/feesten van en voor verenigingen en stichtingen die gebruik maken van het pand (dus alleen toegankelijk voor de doelgroep waar op van de instelling); sociaal-culturele evenementen, waarbij dit evenement centraal staat (ook voor publiek toegankelijk); Koninginnedag-, sinterklaas- en kerstviering; jaarvergaderingen; nieuwjaarsborrel 6. Als een constatering is gedaan van het houden van bijeenkomsten van persoonlijke aard, het aanprijzen daarvan of het overtreden van de eindtijd van het verstrekken van alcoholische dranken (art 4, lid 2a, b en c Drank- en Horecawet) of wanneer het bestuursreglement niet wordt nageleefd zal het een handhavingstraject worden gevolgd. 7. Wanneer een vereniging of stichting zoals bedoeld in artikel 4 zonder vergunning horeca-activiteiten uitoefent, dan zal een handhavingstraject worden gevolgd om de illegale situatie op te heffen. Samenvatting De afgelopen jaren zijn er geen klachten ontvangen van de Stichting Bevordering Eerlijke Mededingen Horeca-activiteiten (BEM). Klachten zouden betrekking kunnen hebben over oneerlijke concurrentie door verenigingen en stichtingen die subsidies ontvangen en meestal geen loonkosten hebben. Deze zogenaamde paracommerciële instellingen kunnen daardoor tegen gereduceerde tarieven horecadiensten aanbieden en concurreren op ongelijke voorwaarden met de reguliere horeca.

3 De huidige Drank- en Horecawet bepaalt dat er ter voorkoming van oneerlijke mededinging regels gesteld moeten worden waaraan paracommerciële rechtspersonen zich te houden hebben bij de verstrekking van alcoholhoudende drank (artikel 4 DHW). In deze beleidsregel is besloten de paracommerciële instellingen in drie categorieën in te delen, waarbij voor elke categorie specifieke voorschriften gelden. Ten tweede wordt voor elke categorie een aantal uitzonderingssituaties beschreven waarbij het niet noodzakelijk is zich aan de voorschriften te houden of waarin ontheffing van de voorschriften kan worden verleend. De nota maakt duidelijk dat het vaststellen van regels, naast het bevorderen van eerlijke concurrentie, ook andere positieve gevolgen heeft, namelijk: een toenemende eenduidigheid, een verheldering van de regelgeving en ook de bevordering van de volksgezondheid door het voeren van een alcoholmatigingsbeleid. Onder het begrip paracommercie wordt verstaan: het ontplooien van (semi) commerciële activiteiten door een stichting of vereniging buiten de statutaire doelstelling van de stichting of vereniging om, bestaande uit het aanbieden van horecadiensten aan het publiek. (bron: Bureau Eerlijke Mededinging)

4 Toelichting 1. Inleiding Op 6 november 2008 heeft de raad de volgende motie aangenomen: De besturen van de multifunctionele- en sportcentra (Ons Huis, Muziekcentrum, Eendenkooi en Klaverhal) in Zoeterwoude de ruimte laten behouden binnen de uitgangspunten, verwoord in de Notitie alcoholmatigingsbeleid, om hun (horeca)activiteiten te kunnen blijven voortzetten, waaronder begrepen feesten en partijen in de persoonlijke sfeer van de vaste bezoekers van de doelgroepen en een beperkt aantal daarbuiten. De activiteiten vast te leggen in een af te sluiten convenant tussen gemeente, de plaatselijke horecaondernemers en de multifunctionele en sportcentra. Om de motie van de raad uit 2008 uit te voeren is een convenant opgesteld om horecaactiviteiten voor niet vaste gebruikers te regelen. Commerciële en paracommerciële horeca zijn niet tot een akkoord gekomen om het convenant te tekenen. Per 1 januari 2013 is de Drank- en Horecawet gewijzigd. De huidige Drank- en Horecawet bepaalt dat er ter voorkoming van oneerlijke mededinging regels gesteld moeten worden waaraan paracommerciële rechtspersonen zich te houden hebben bij de verstrekking van alcoholhoudende drank (artikel 4 DHW). Het is een gegeven dat paracommerciële instellingen voor een belangrijk deel afhankelijk zijn van subsidies en barinkomsten. Paracommerciële instellingen ontplooien bepaalde activiteiten of laten deze in hun accommodatie toe, waarbij horecadiensten worden verleend, inclusief het nuttigen van alcoholhoudende dranken. Soms ligt zo'n handelswijze in het verlengde van de eigenlijke (statutaire) doelstelling van de pc-instelling, soms heeft het daarmee echter niets van doen en worden die activiteiten georganiseerd als alternatief voor de reguliere horeca of omdat ze, dankzij begunstigende voorwaarden, winst opleveren. Bij de functies maatschappelijke en recreatieve doeleinden en sport geldt vaak dat ondersteunende horeca moeilijk los kan worden gekoppeld van de hoofdfunctie. Voor het goed functioneren van een dergelijke voorziening is ondersteunende horeca een noodzaak De afgelopen jaren zijn er uit de gemeente Zoeterwoude geen klachten binnengekomen van de Stichting Bevordering Eerlijke Mededinging Horeca-activiteiten, beter bekend onder de naam Bureau Eerlijke Mededinging (BEM!). Sinds 1 januari 2000 is de Stichting Bevordering Eerlijke Mededinging horeca-activiteiten operationeel. De werknaam is Bureau Eerlijke Mededinging, ofwel BEM. BEM is door Koninklijke Horeca Nederland (KHN) in het leven geroepen om de al jaren sluimerende oneerlijke concurrentie in de horeca door met name sportverenigingen, dorpshuizen, poppodia en drankketen tegen te gaan. Klachten over oneerlijke concurrentie kunnen betrekking hebben op een aantal zogenaamde paracommerciële verenigingen en stichtingen die opereren in sociaal-culturele, sportieve en godsdienstige segmenten. Dergelijke instellingen kunnen op grond van de Drank- en Horecawet in aanmerking komen voor een vergunning voor het verstrekken van alcohol in kantines en andere verenigingsruimten. Echter doordat veel van deze instellingen profiteren van subsidies en lage loonkosten door de inzet van vrijwilligers, kunnen zij tegen gereduceerde tarieven horecadiensten aanbieden en op ongelijke voorwaarden in concurrentie treden met de reguliere horeca. De meldingen van de BEM! hebben veelal betrekking op het verhuren en ter beschikking stellen van de accommodaties en het verstrekken van alcohol aan derden voor recepties en jubilea door sportinstellingen en buurthuizen.

Door beleidsregels op te stellen voor instellingen die in concurrentie treden met de horeca is het mogelijk het ordelijk economisch verkeer te stimuleren. Bijkomend kunnen beperkende voorschriften een positief effect hebben op het probleem van schadelijk alcoholgebruik door de preventieve werking daarvan. In de rijksnota Kiezen voor gezond leven uit 2006 wordt overmatig alcoholgebruik als één van de vijf grootste gezondheidsbedreigers genoemd. Er zijn geen klachten ontvangen van de BEM (zie bijlage). In Zoeterwoude kan daarom niet worden gesproken van een ernstige verstoring van ordelijk economisch verkeer. Om inzichtelijk te maken wat verenigingen en stichtingen volgens de Drank- en horecawet wel en niet mogen is het raadzaam beleidsregels vast te stellen. Omdat er van kk de BEM geen meldingen zijn ontvangen m.b.t. oneerlijke concurrentie zal bij de opstelling van het beleid in deze nota terughoudendheid in acht worden genomen. 5 Het is belangrijk te vermelden dat gemeentelijk beleid slechts van beperkte betekenis kan zijn. De huidige Drank- en Horecawet heeft het vraagstuk van de paracommercie naar een landelijk niveau getild. Dit is een positieve ontwikkeling omdat het definiëren van de begrippen oneerlijke concurrentie en ordelijk economisch verkeer een oneigenlijke taak voor gemeenten is. Het doel van deze nota is: het formuleren van een kader voor ingevolge artikel 4, eerste lid van de Drank- en Horecawet voor paracommerciële instellingen;

6 2. Toeliching In deze notitie wordt, in het kader van de bevordering van eerlijke concurrentie en de verslavingspreventie, beleid ten aanzien paracommerciële instellingen vastgelegd. Tevens wordt een aantal gevallen beschreven waarbij beperkende voorschriften niet noodzakelijk zijn. Omdat in Zoeterwoude officieel geen sprake is van oneerlijke concurrentie staat terughoudendheid van het gebruik van beperkende voorwaarden centraal. Het beleid kan ingevolge art. 4 van de Drank -en Horecawet (DHW) alleen betrekking hebben op de tijden waarop alcohol geschonken mag worden en aan wie horecadiensten mogen worden aangeboden. De verenigingen en stichtingen zijn onderverdeeld in drie categorieën. Per categorie gelden er specifieke voorwaarden en beperkingen. Verder is er aandacht voor het bestuursreglement. Het bestuursreglement van een stichting of vereniging waarborgt naast het beleid dat de verstrekking van alcoholhoudende drank in de inrichting gedurende de openingstijden te allen tijde plaatsvindt door gekwalificeerde personen en beperkt wordt tot vastgestelde dagen en tijdstippen. Samen met de statutaire doelstellingen en artikel 4 van de DHW vormt het bestuursreglement het kader voor verantwoorde alcoholvestrekking. In een tweede conclusie wordt een aantal uitzonderingen genoemd van de verplichting tot het opnemen van beperkingen en voorschriften zoals omschreven in artikel 4. Het betreft hier onder andere verzorgingstehuizen en schouwburgen, maar ook andere stichtingen of verenigingen die op gelijke wijze en onder gelijke voorwaarden als een regulier horecabedrijf op de markt opereren. Een derde conclusie betreft handhaving van de voorschriften en beperkingen die door burgemeester en wethouders aan een drank- en horecavergunning zijn verbonden. Indien de voorschriften worden overtreden zal de vereniging of stichting tot twee maal toe gewaarschuwd worden. Bij een derde overtreding kan de vergunning worden ingetrokken. Wordt door een paracommerciële instelling zonder vergunning horeca bedreven, dan kan het bevoegd orgaan -na het aanbieden van de mogelijkheid om alsnog een vergunningaanvraag in te dienen- besluiten de horeca-inrichting te sluiten.

7 3. Het wettelijk kader van paracommercie Sinds 1991 zijn er bepalingen in de DHW opgenomen inzake paracommerciële horecaactiviteiten die kunnen plaatsvinden in dorpshuizen, buurthuizen, clubhuizen, verenigingsgebouwen, sportkantines en dergelijke. Ondanks deze regels is de vraag naar alcoholische dranken de afgelopen jaren toegenomen. Veel van de zojuist genoemde instellingen zijn op deze vraag ingesprongen door activiteiten op horecaterrein te organiseren om zodoende de inkomsten te vergroten. Te denken valt aan de verhuur van de accommodatie aan niet-leden voor verjaardagsfeesten, bruiloften en recepties. Door gunstige financiële voorwaarden kunnen de kosten en dus de prijs van deze horecaactiviteiten laag worden gehouden. De rijksoverheid is van mening dat de overheid niet passief kan blijven tegenover deze mededinging onder ongelijke voorwaarden, die uit het oogpunt van ordelijk economisch verkeer als onwenselijk moeten worden beschouwd. De prijsstelling van de aangeboden horecadiensten van paracommerciële instellingen kunnen beïnvloed worden door de volgende factoren: Directe dan wel indirecte subsidieverstrekking De versoepelde eis van het bezit van een diploma Sociale Hygiëne die voor paracommerciële instellingen is beperkt tot twee leidinggevenden; Het regelmatig en vaak structureel werken met c.q. gebruik maken van vrijwilligers; Het niet-inschrijfplichtig zijn bij het Bedrijfschap Horeca & Catering; Het van toepassing zijn van fiscaal gunstiger voorwaarden; Het verkrijgen c.q. huren van accommodaties tegen niet marktconforme (vaak symbolische) voorwaarden en prijzen; Het niet als bedrijf ingeschreven staan in het handelsregister. Niet iedereen mag zomaar alcohol verkopen. Verstrekking van alcoholische dranken is geregeld in de Drank- en Horecawet. De wet bepaalt om volksgezondheidsredenen in artikel 3 dat voor de verkoop van alcohol een vergunning van de gemeente noodzakelijk is. Naast deze vergunningplicht zijn in de wet een aantal verboden en bepalingen rond de wijze van alcoholverstrekking opgenomen. De bepalingen rond paracommercie zijn niet zozeer van sociaal-hygiënische, maar van sociaal-economische aard. Zij zijn terug te vinden in de artikel 4 en hebben betrekking op in inrichtingen te houden bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en feesten, het maken van reclame voor dergelijke bijeenkomsten en de tijden waarop de instellingen alcohol mogen verstrekken. De wet biedt ruimte voor zelfregulatie door afspraken mogelijk te maken over paracommercie tussen een vertegenwoordiger van de horeca, het Bedrijfschap Horeca en Catering en verenigingen en stichtingen. De basis voor het paracommerciële beleid wordt uiteen gezet in artikel 4. Belangrijkste middel ter bevordering van eerlijke concurrentie zijn een aantal beperkende voorwaarden die aan de drank- en horecawetvergunning kunnen worden verbonden. Volgens artikel 4, lid 3 hebben deze regels in ieder geval betrekking op de volgende onderwerpen: De tijden gedurende welke in de betrokken inrichting alcoholhoudende drank mag worden verstrekt; in inrichtingen te houden bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen; in de inrichting te houden bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende rechtspersoon betrokken zijn.

In artikel 9 van de DHW is opgenomen dat om sociaal-hygiënische (lees gezondheidsbevorderende) redenen een rechtspersoon als bedoeld in artikel 4 dient te beschikken over een bestuursreglement. Naast de waarborging alcoholverstrekking is het reglement ook op sociaal-economische gronden nuttig. Het bestuursreglement beschrijft een zelfopgelegd kader voor alcoholverstrekking en stelt het beleid vast omtrent toezicht op naleving van de regels. Onderdelen reglement regels die als doel het waarborgen van verantwoorde verstrekking van alcoholhoudende drank in de sportkantine hebben; bepalingendie tot doel hebben ongeoorloofde vormen van concurrentie met de reguliere horeca te voorkomen. Het NOC*NSF heeft een model ontwikkeld voor sportverenigingen (zie bijlage). Ook voor rechtspersonen niet zijnde sportverenigingen is het model te gebruiken: het is eenvoudig te vertalen naar de eigen situatie. Keuze activiteiten waarvoor geen ontheffing nodig is. Twee categorieën van paracommerciële instellingen kunnen activiteiten organiseren zonder dat daarvoor een ontheffing nodig is. Beleidsregel artikel 4 en 5. Er is gekozen om instellingen ruime mogelijkheden te bieden om activiteiten te organiseren om zo hun maatschappelijke rol te laten vervullen en ze in staat te stellen inkomsten te verwerven ten behoeve van de instelling. De Eendenkooi, Ons Huis, het Muziekcentrum en de Klaverhal krijgen extra mogelijkheden voor activiteiten, zie de betreffende artikelen. De activiteiten bieden extra inkomsten die deze instellingen nodig hebben om hun maatschappelijke rol te kunnen blijven vervullen. Er is dus een onderscheid tussen instellingen uit één categorie. De VNG merkt hierover het volgende op: De oneerlijke mededinging die verminderd moet worden met de regels op basis van artikel 4 DHW is de oneerlijke mededinging van paracommerciële rechtspersonen t.o.v. de reguliere horeca. Daarvoor maakt het niet uit bij welke categorie paracommerciële instelling de bijeenkomsten plaatsvinden. Wat er gebeurt als je op dit vlak onderscheid maakt tussen of binnen categorieën, dat is het in het leven roepen van een nieuwe soort oneerlijke mededinging; tussen paracommercieële instellingen onderling. Het is af te raden, tenzij er een heel goede, objectieve reden is. Dus, is het mogelijk, wetgevingstechnisch zeker. Kom je er ook mee weg gezien de doelstelling van artikel 4 DHW, misschien. Moet je dit willen, ik vrees het niet. Ik ga ervan uit dat de overwegingen duidelijk zijn en u zo op weg geholpen bent. Want het besluit hierover dient u zelf te nemen. Conclusie keuze Er wordt toch voor gekozen om de artikelen 4 en 5 van de Beleidsregel zo op te nemen omdat bij de voorbereiding van het niet getekend convenant uit 2008 de instellingen (De Eendenkooi, Ons Huis, het Muziecentrum en De Klaverhal) het aantal activiteiten aan hebben gegeven die zij per jaar willen 8

9 4. Relevante ontwikkelingen Nieuwe regelgeving m.b.t. alcoholverstrekking in (sport)kantines De oude huidige Drank- en Horecawet maakte diverse interpretaties van paracommercie mogelijk. Al deze regelingen zijn vervangen door uniforme landelijke regels m.b.t. paracommercie. Het gaat in de praktijk om regels die bepalen wannéér en aan wie in kantines van paracommerciële rechtspersonen alcohol mag worden verstrekt. Jongeren onder de achttien mogen vanaf 1 januari 2014 geen alcoholische dranken meer gebruiken of in hun bezit hebben. De Eerste Kamer heeft op 18 juni 2013 ingestemd met het initiatiefvoorstel van een aantal Tweede Kamerleden. De leeftijdsgrens in de Drank- en Horecawet verandert van zestien naar achttien. Nieuwe rol burgemeester De burgemeester in plaats van het college is belast met de uitvoering van de DHW. Door de burgemeester te benoemen gemeentelijke ambtenaren kunnen worden aangewezen als toezichthouder. De burgemeester is in staat bij vergunningplichtige inrichtingen die de regels niet naleven de vergunning voor een bepaalde periode te schorsen. Subsidiebeleid De gemeente subsidieert diverse sport- en sociaal-culturele instellingen. Met de subsidies beoogt de gemeente dat deze instellingen de belangen behartigen van (een) deel van Zoeterwoudse bevolking. De instellingen bieden hun activiteiten aan zonder winstoogmerk. Door middel van de gesubsidieerde activiteiten wil het college zoveel mogelijk sociaal isolement van kwetsbare doelgroepen (ouderen, allochtonen, chronisch ziekten en gehandicapten) en uitsluiting op het gebied van sport voorkomen.

10 5. Paracommercie Huidige situatie In de gemeente zijn momenteel 13 paracommerciele stichtingen en verenigingen actief die een drank- en horecawetvergunning hebben, omdat in deze inrichtingen alcohol wordt verstrekt. Op basis van artikel 4 van de DHW kunnen de paracommerciële instellingen op onderstaande wijze worden gecategoriseerd: I. Sportieve instellingen Het doel van de sportvereniging is het aanbieden van sportfaciliteiten aan haar leden. In tegenstelling tot een commercieel bedrijf heeft een sportvereniging geen winstdoelstelling. Winst wordt niet verdeeld onder de leden, maar gebruikt om doelstellingen te realiseren, zoals het aanbieden van sportfaciliteiten, investeringen in het clubhuis, sportvelden, materialen, trainers, et cetera. Te weten: 1. Handbalvereniging Fairplay 2. Klaverhal 3. Tennisvereniging Meerburg 4. Voetbalvereniging Meerburg 5. Voetbalvereniging S.J.Z. 6. Zoeterwoudse Tennisclub II. Sociaal-culturele instellingen Deze instellingen hebben tot doel het bevorderen van de sociale samenhang en maatschappelijke participatie door te voorzien in een sociale infrastructuur met voldoende mogelijkheden voor ontmoeting, ontplooiing en ontspanning. Daarnaast het voorkomen dat mensen in een achterstandspositie raken. Hieronder vallen de buurt- en clubhuizen. Dit zijn er zeven. Te weten: 1. Buurthuis De Weipoort 2. Eendenkooi 3. Kerkvoogdij Herv. Kerk Zoeterwoude (exploitant Ons Huis) 4. Muziekcentrum III. Overige instellingen Deze instellingen vallen buiten categorie I en II. Deze instellingen richten zich op een beperkte doelgroep: gehandicapten en hun familie, personeelsleden en partners en jongeren. 1. Gemiva Swetterhage 2. Heineken personeelsvereniging 3. Utopia Beleid ten aanzien van het verlenen van de paracommerciële vergunning was niet op schrift gesteld. Het ontbreken van beleid maakt de eenduidigheid en transparantie van een beoordeling kwetsbaar.

6. Beleidsregels handhaving: In beleidsregels worden regels gesteld ter bescherming van de leefbaarheid van wonen, werken en verblijven in de gemeente. In de beleidsregels worden o.a. regels gesteld als blijkt dat door het veroorzaken van overlast de woon- en leefsituatie nadelig wordt beïnvloed. Bij voorbeeld overlast op straat van en door bezoekers van het horecabedrijf. Gesteld zou kunnen worden dat na een 1e constatering een aanschrijving volgt, na een 2e constatering mogelijke intrekking vergunning of beperking sluitingstijden. Hiertoe kan in de APV nog een verwijzing te worden opgenomen, bijvoorbeeld: Met het oog op de in artikel 2:34 b genoemde belangen kan de burgemeester nadere regels stellen ter zake van de handhaving. 11

7. Conclusie Daar er geen klachten waren de afgelopen jaren en de maatschappelijke waarde van de paracommerciële instellingen is het niet de opzet van de gemeente om actief te controleren op paracommercie. De nadruk zal liggen op preventie van oneerlijke concurrentie door weloverwogen vergunningverlening en voorlichting. Gevolgen beleidsregels kunnen zijn. Toename van vraag naar toezicht. De beleidsregels brengen, vooralsnog, geen grote veranderingen met zich mee. Inkomstenverlies voor verenigingen en stichtingen zal beperkt zijn. De brede benadering van het probleem paracommercie moet ruimte laten voor het afwegen van individuele belangen en wisselende omstandigheden. Op deze wijze meent de gemeente de negatieve consequenties van het spanningsveld dat wordt veroorzaakt door paracommercie en maatschappelijke initiatieven zoveel mogelijk te kunnen beperken voor zowel de commerciële horeca als de maatschappelijke verenigingen en stichtingen. 12