3 Taakcluster informatieverstrekking

3 Taakcluster informatieverstrekking Dit cluster activiteiten richt zich op het verstrekken van informatie. Enerzijds vloeit dit voort uit de inwinnings- en registratietaken (openbare registers, basisregistraties Kadaster en Topografie en Rijksdriehoeksmeting), anderzijds heeft het Kadaster specifieke informatieverstrekkingstaken voor de Basisregistraties Adressen en Gebouwen, publiekrechtelijke beperkingen, energielabels, ruimtelijke plannen en de KLIC-functie. Het Kadaster levert op datagebied zowel eindproducten als halffabricaten. Eindproducten zijn producten die direct aan de burger, aan het bedrijfsleven of aan andere overheden worden geleverd. Halffabricaten zijn producten waar het geo-bedrijfsleven eerst waarde aan moet toevoegen, voordat zij voor andere bedrijven, burgers en overheden bruikbaar zijn. In het Meerjarenbeleidsplan (MBP) 2011-2015 zijn voor dit taakcluster vier strategische ontwikkelopgaven geformuleerd: Klantfocus voor tariefgefinancierde producten. Dit houdt in dat het Kadaster steeds zal zoeken naar de grootste gemene deler in het producten- en kanalen-aanbod. De massa van de klanten wordt hierdoor goed bediend, terwijl tegelijkertijd de kosten van productontwikkeling en -beheer beheersbaar blijven. Voor (deels) budgetgefinancierde producten geldt dat er niet alleen een bilaterale verhouding is tussen de klant en het Kadaster. Er is ook een opdrachtgever/financier, in veel gevallen het ministerie van IenM. Het Kadaster stelt zich ten doel om te zoeken naar een blijvende balans tussen de wensen van de klanten, de wensen van de opdrachtgevers/ financiers en de mogelijkheden van het Kadaster. Dit onderwerp is in 2011 bij de basisregistraties Kadaster en Topografie nadrukkelijk aan de orde geweest, omdat er belangrijke besluiten zijn genomen over het opschuiven van tarieffinanciering naar budgetfinanciering. Het streven naar synergie-voordeel in het beheer van het geheel aan landelijke voorzieningen en eigen basisregistraties, zowel ten behoeve van betere klantbediening als ten behoeve van de efficiëntie van de informatieverstrekkingstaken. Op Europees niveau een toonaangevende rol spelen in het standaardiseren, vormgeven en inrichten van de cross border geoinformatievoorziening. De operationele doelstellingen voor 2011 zijn alle te koppelen aan de bovengenoemde strategische ontwikkelopgaven. 3.1 Verstrekking van kadastrale en topografische informatie Modernisering Informatieverstrekking (MIV) Het project MIV realiseert de vernieuwing van de massale output (MO) waarmee mutaties in de kadastrale registratie periodiek worden doorgegeven aan afnemers die een kopie van de regi-stratie bijhouden. De nieuwe mutatieleveringen worden gebaseerd op het vernieuwde Informatiemodel Kadaster. Uitgangspunt is het gebeurtenisgedreven leveren van de mutaties, waarbij de afnemer kan bepalen met welke frequentie de mutaties worden opgehaald. Het product wordt BRK-Levering genoemd en bevat zowel de administratieve als de kartografische informatie. Er is een overlegplatform met de softwareontwikkelaars van gemeenten ingericht. Voor deze ontwikkelaars zijn proefbestanden opgeleverd en gemeenten hebben zich aangemeld voor een pilot implementatie. De pilot wordt voorzien in het tweede kwartaal 2012. 34

We werken heel doelgericht aan een gezamenlijke standaard. Geonovum zet zich in voor laagdrempelige toegang tot geoinformatie en ontwikkelt en beheert de standaarden die daarvoor nodig zijn. Om dat te realiseren is in hun kantoor in Amersfoort de nodige deskundigheid samengebracht binnen een groep van ongeveer twintig procesmanagers en adviseurs. Zij zijn daar vanuit overheidsorganisaties en onderzoekinstellingen gedetacheerd. Daar in Amersfoort is de kiem gelegd van het programma Publieke Dienstverlening Op de Kaart (PDOK). Rob van de Velde, directeur van Geonovum, was kwartiermaker van dit programma, dat in opdracht van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu in 2008 is gestart. Nu werken het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat, het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en het Kadaster samen binnen PDOK. Het programma richt zich op het laagdrempelig beschikbaar stellen van geoinformatie van de overheid. Rob is enthousiast over het programma en roemt de pionierskracht. We werken heel doelgericht aan een gezamenlijke standaard en toegangspunt voor de nationale geoinformatie. Dat vraagt om veel samenwerking op de talloze plekken waar gebruik wordt gemaakt van geoinformatie. Daar wordt het verbond gesmeed! Het Kadaster speelt bij PDOK een belangrijke rol. Rob: Het Kadaster stelt de basisregistraties beschikbaar, zorgt voor het beheer van het Nationaal Georegister en een groeiend aantal webservices. Via deze webservices worden ook de data van de andere partners ontsloten. Het Kadaster zorgt voor een robuuste, betrouwbare service met helpdesk en tweede lijnondersteuning. jaarverslag 2011 35

Open data Het Kadaster is een voorstander van toegankelijkheid van zijn data. Op 4 oktober is hierin een belangrijke stap gezet: de minister van IenM heeft aangekondigd dat het Kadaster, als pionier, per 1 januari 2012 de Basisregistratie Topografie als open data beschikbaar stelt. Het vrijgeven van deze data zal het maatschappelijk gebruik stimuleren en leiden tot innovatieve toepassingen, bijvoorbeeld op smartphones. Deze stap is geformaliseerd in het wijzigingsbesluit voor de Regeling tarieven Kadaster. Het Kadaster is van mening dat naast optimale toegankelijkheid via open data er ook andere belangen zijn die randvoorwaarden stellen aan een open-databeleid. Betrouwbaarheid en actualiteit van vastgoedinformatie staan daarbij voorop en het ontstaan van schaduwregistraties is uit oogpunt van rechtszekerheid niet gewenst. Ook gelden er restricties voor naar personen herleidbare informatie en data van derden, zoals kabel- en leidinginformatie (KLIC). Daarnaast moet de kwaliteit van de informatie en de dienstverlening duurzaam gewaarborgd zijn. Dat betekent een financieel regime dat kostendekkend is en ruimte biedt om mee te bewegen met de behoeften van de afnemers. Ook mechanismen om met die afnemers in contact te blijven zijn noodzakelijk. Eind 2011 was het Kadaster in overleg met de minister van IenM om voor bovengenoemde vraagstukken de meest passende oplossingen te vinden. Budgetfinanciering overheidsgebruik BRK Het open-dataregime is niet van toepassing op de Basisregistratie Kadaster. Wel zijn in 2011 met het ministerie van IenM afspraken gemaakt om te komen tot een financieringsarrangement voor het overheidsgebruik van de BRK. Het verplicht gebruik binnen de overheid maakt een tariefdrempel voor het gebruik namelijk ongewenst. Het arrangement houdt in dat de digitale verstrekking van gegevens uit de basisregistratie aan overheidsorganisaties wordt gefinancierd uit een centraal budget bij het ministerie van IenM. Het Kadaster zal hiervoor geen kosten meer in rekening brengen bij de betreffende afnemers. Het arrangement omvat digitale verstrekking via MijnKadaster, bestandsleveringen uit de kadastrale registratie en kadastrale kaart en het gebruik van webservices via de in paragraaf 3.3 beschreven Publieke Dienstverlening Op de Kaart (PDOK). De afspraken zijn ingegaan per 1 januari 2012 behalve voor gemeenten. Daarvoor is nadere besluitvorming door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) nodig. Ontsluiten erfdienstbaarheden Om klanten beter en sneller te kunnen informeren over erfdienstbaarheden is een grootschalig project voor het digitaliseren en indexeren van akten uitgevoerd. Dit project is gestart in 2007. In 2011 bedroegen de kosten 1,9 miljoen. Eind 2011 waren alle historische akten gescand en beschikbaar gemaakt voor klanten via Kadaster-on-line. De gescande akten van na 1950 zijn verwerkt met een innovatief tekstherkenningssysteem, dat in samenwerking met een private partner is ontwikkeld. Dankzij de grote trefzekerheid van dit systeem zijn ruim 2 miljoen gevestigde erfdienstbaarheden gedetecteerd en opgeslagen. Om te kunnen bepalen of op een huidig perceel een erfdienstbaarheid rust is ook het Register 71, dat de relatie tussen vervallen en nieuwe percelen weergeeft, vertoetst. Gelijktijdig is het Kadaster gestart met het vectoriseren van de hulpkaarten. Dit loopt door tot het eerste kwartaal van 2012. De kwaliteit en de snelheid van erfdienstbaarhedenonderzoek is door bovengenoemde digitalisering sterk verbeterd. De volledigheid van de geactualiseerde administratie bedraagt 99,63%, terwijl de verwerkingstijd circa 50% is gedaald. Hierdoor kan het Kadaster het product erfdienstbaarhedenonderzoek 1950 nu binnen 24 uur leveren. De productieteams zijn geconcentreerd in twee vestigingen. EULIS De European Land Information Service (EULIS) biedt de mogelijkheid aan professionele gebruikers om kadastrale informatie uit andere 36

Europese landen te raadplegen. Inmiddels werkt deze service voor de landen Oostenrijk, Ierland, Litouwen, Zweden en Nederland. Voor Nederlandse gebruikers houdt dit in dat zij via MijnKadaster de kadasters van de andere vier landen kunnen raadplegen. Vijftien andere Europese landregistraties bereiden zich voor op aansluiting bij EULIS. Per maart 2011 is EULIS overgegaan in de nieuwe rechtspersoon EULIS EEIG (European Economic Interest Group). De zetel is nu gevestigd bij het Nederlandse Kadaster, dat ook verantwoordelijk is voor de financiën en de administratie. Het bestuur van EULIS EEIG wordt geleid door een Zweedse voorzitter. Vanuit EULIS is het project LINE (Land INformation in Europe) opgestart onder subsidie van de EU. Dit project zal onder meer zorgen voor de herbouw van het huidige EULIS naar een nieuw ICT-platform en voor uitbreiding van de functionaliteit LINE is gestart in september 2010 en loopt tot september 2012. Begin 2012 zal de migratie van het oude EULIS naar het nieuwe platform gerealiseerd worden, waarna de aangesloten landen kunnen gaan testen. INSPIRE De Europese Commissie heeft de lidstaten verplicht om in het kader van de EU-richtlijn Infrastructure for Spatial Information in Europe (INSPIRE) vanaf mei 2011 view services te bieden van de INSPIRE Annex I en II thema s. Deze services dienen te voldoen aan de technische specificaties voor INSPIRE netwerk services. Vanaf november 2011 moeten deze services ook voldoen aan de door INSPIRE gestelde kwaliteitseisen (snelheid, capaciteit en beschikbaarheid). Op grond van deze verplichting heeft het Kadaster de INSPIRE thema s Adressen, Kadastrale percelen, Administratieve eenheden, Geografische namen, Vervoersnetwerken en Hydrografie (Annex I) en Bodemgebruik (Annex II) beschikbaar gesteld via de PDOK-voorziening (zie paragraaf 3.3). De metadata van deze services zijn ingevoerd in het Nationaal GeoRegister, dat als nationaal INSPIRE-portaal fungeert. Proef publieksbalie Kadaster bij het Groninger Archief Vanaf oktober 2011 loopt een proef met het onderbrengen van een publieksbalie Kadaster bij het Regionaal Historisch Centrum (RHC) te Groningen. Deze proef sluit aan op het effectiever en klantgerichter kunnen bedienen van de kernklantengroep van het RHC: de particulieren en meer professionele onderzoekers van de lokale historie. In combinatie met een verdergaande digitalisering (onder meer veldwerken en hulpkaarten) kan zo op centraal niveau in de provincie volledig onderzoek worden verricht. Deze proef moet de voordelen en de haalbaarheid aantonen en een concept opleveren voor een praktisch uitvoeringsmodel. Begin 2012 volgt evaluatie van de proef en verdere besluitvorming over landelijke implementatie, overdracht en ontsluiting van gedigitaliseerde historische kadastrale documenten en registers. Tijdens de proef wordt ook wederkerige ervaring opgedaan met elkaars klantprocessen en vraagstukken aan de balie en met de afhandeling van schriftelijke aanvragen voor historisch onderzoek. Een tussentijdse evaluatie in november toonde positieve ervaringen van klanten en medewerkers RHC en Kadaster. Landelijk Archief en Documentatie Centrum Kadaster Binnen het Kadaster is de inrichting opgestart van een Landelijk Archief en Documentatie Centrum. Daar worden alle resterende analoge en deels gedigitaliseerde (historische) documenten en registraties van het Kadaster landelijk samengebracht. Zij worden meer professioneel gearchiveerd en geïndexeerd en worden onder coördinatie van een kennisteam opengesteld voor zowel interne als externe gebruikers. Een belangrijk deel van dat archief is nog steeds benodigd voor de primaire werkprocessen rechtszekerheid en/of de publieke informatievoorziening. De opening is voorzien in maart 2012. Hypothekenscan Nederland In nauwe samenspraak met enkele financiële instellingen is in 2011 het product hypothekenscan Nederland ontwikkeld en gerealiseerd. Dit jaarverslag 2011 37

product biedt financiële instellingen periodiek nader inzicht in het volume en aard van de verstrekte hypotheken in Nederland. Maatwerkportaal Maatwerkproducten die voor specifieke klanten zijn ontwikkeld, zijn in een aantal gevallen doorontwikkeld tot standaardproducten. Via het Maatwerkportaal worden producten geleverd die nog niet de status van standaard- Kadasterproduct hebben, maar al wel online besteld en geleverd kunnen worden. De producten worden samengesteld op basis van een vaste productspecificatie en door de klant op te geven parameters. Het Maatwerkportaal bevat 35 producten, onder andere: Transactiegegevens van alle vastgoedtransacties in Nederland vanaf 1993; De Kadastrale kaart met administratieve informatie; Selecties van de TOP25 en TOP10vector; Referentie informatie over vastgoed door middel van de producten Referentiepanden en Woningrapport. Het Woningrapport is ook als web service beschikbaar. Ook biedt het Maatwerkportaal toegang tot de Web Mapping Service van de TOP25, TOP50, TOP250 en het bestand van gemeentegrenzen. 3.2 Landelijke voorzieningen Adressen en Gebouwen 2011 was het tweede jaar dat het Kadaster het beheer voerde over de Landelijke Voorziening BAG. Het BAG Bronhouders- en Afnemersoverleg (BAO) is zich in 2011 meer gaan richten op de strategische onderwerpen. Gelijktijdig is het Agendaoverleg zich gaan ontwikkelen tot een tactisch operationele bestuursvorm. In april 2011 is laatste bronhouder aangesloten. Ook is de technische problematiek rondom het leveren van BAG-extracten opgelost. In november 2011 is een nieuw product gelanceerd, BAG-compact, en is, zoals eerder gemeld, de ontsluiting van BAGgegevens ten behoeve van INSPIRE via PDOK gerealiseerd. Het onderbrengen van de BAGviewer in PDOK is door prioriteitstellingen aan de PDOK-kant in 2011 niet doorgegaan. In 2011 is het aantal op de landelijke voorziening aangesloten afnemers verder gegroeid. Binnen het stelsel van basisregistraties is BAG koploper in het gebruik van digimelding en digilevering. Vanaf 1 oktober zijn aan de private partijen voor het eerst de marginale leveringskosten in rekening gebracht. Publiekrechtelijke Beperkingen De Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (Wkpb) kent een duaal stelsel. De kenbaarheid van niet-gemeentelijke publiekrechtelijke beperkingen wordt geregeld door inschrijving in de Openbare Registers. Binnen het KIK-programma (Ketenintegratie Inschrijving Kadaster) is aan deze groep aanbieders (onder andere provincies en ministeries) specifieke aandacht besteed door het beschikbaar stellen van een speciale stylesheet. Hiermee kunnen zij een rechtsgeldig besluit (publiekrechterlijke beperking) zodanig opstellen dat dit automatisch kan worden ingeschreven in de kadastrale registratie met behulp van KIK-lokaal. Als onderdeel van het duale stelsel worden gemeentelijke publiekrechtelijke beperkingen geregistreerd door de gemeente zelf. De landelijke voorziening Wkpb dient om deze publiekrechtelijke beperkingen te verzamelen en via Kadaster-on-line (KOL) landelijk te ontsluiten voor derden. Op verzoek van het ministerie van IenM is in het najaar een onderzoek gestart naar de mogelijkheden tot (efficëntere) ontsluiting samen met de ruimtelijke plannen in RO-Online. Ondanks acties gecoördineerd vanuit het ministerie en druk vanuit het Operationeel Beheeroverleg, zijn nog niet alle gemeenten actief op de landelijke voorziening. Vijf gemeenten hebben de autorisatie nog niet gerealiseerd en drie gemeenten hebben de voorziening nog niet gevuld met percelen en hun beperkingen. In 2011 hebben 98 gemeenten geen perceelsmutaties doorgevoerd, waarvan 32 zelfs sinds juli 2009 niet. 38

De problemen die zijn ontstaan door de onbetrouwbaarheid van de DigiNotar-certificaten hebben ook de Wkpb-aanleveraars getroffen. Voor circa een derde van alle gemeenten moest het (publieke deel van het) certificaat vervangen worden. Dit betreft het certificaatdeel dat wordt gebruikt voor communicatie met de landelijke voorziening. Kabels en Leidingen Sinds de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION) medio 2008 in werking is getreden is er sprake van een sterke jaarlijkse stijging van het aantal KLIC-meldingen. Ten opzichte van 2010 is het aantal meldingen met ongeveer 25% gegroeid tot circa 480.000. Om een goede bedrijfsvoering van de KLICdienst te borgen, heeft binnen het Kadaster een verdere optimalisatie van werkzaamheden plaats gevonden. Ook zijn de nodige aanpassingen in het ICT-systeem gedaan om de stabiliteit van het KLIC-systeem te kunnen garanderen bij de gestegen productie. Om dit ook voor de toekomst te kunnen borgen, is begin 2011 gestart met een ICT-verbetertraject genaamd KLIC 2012. Dit project heeft tot doel om een aantal zwakke delen van het systeem pro-actief te verbeteren en daarmee het Kabels en Leidingen Informatiecentrum voor te bereiden op verdere groei en toepassing van nieuwe technologie. De vernieuwde delen van het systeem worden in de loop van 2012 in bedrijf genomen. In 2011 werd ook de collectieve regeling ten behoeve van agrariërs uitgevoerd. In een co-productie met het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Economie (EL&I) is een eenmalige levering van kaarten voor agrariërs verzorgd. Mede als gevolg van de stabiele groei van het aantal KLIC-meldingen en bijbehorende inkomsten voor het Kadaster is besloten het KLIC-tarief per 1 januari 2012 met 10% ter verlagen tot 21,50. Ruimtelijke plannen Het Kadaster heeft samen met Geonovum het beheer over de landelijke voorziening voor ruimtelijke plannen (RO-Online). Alle bronhouders hebben inmiddels digitale plannen gepubliceerd. In totaal zijn er eind 2011 zelfs meer dan twintigduizend digitale plannen beschikbaar op www.ruimtelijkeplannen.nl. Het gebruik van de website en de afnemersservices is in 2011 flink opgelopen; hierdoor heeft ook capaciteitsuitbreiding moeten plaatsvinden. Eind 2011 zijn er gemiddeld ruim 2.800 unieke gebruikers per dag op de website die in totaal 2,5 miljoen pagina s per maand op de website opvragen. Energielabels De registratie van de Energieprestatiecertificten (de zogenaamde energielabels) gebeurt door het Agentschap NL. De ontsluiting van deze informatie vindt plaats door middel van een koppeling van de landelijke voorziening aan het kanaal MijnKadaster. Via het invoeren van postcode en huisnummer kunnen de energieklasses (range A-G) en het energie-indexcijfer worden opgevraagd. Deze gegevens geven de energiezuinigheid van een gebouw aan. Deze informatieverstrekking is kosteloos. Op 31 december 2011 zijn al meer dan 2 miljoen certificaten in de landelijke voorziening opgenomen. Grootschalige topografie In februari 2011 heeft het Kadaster van het ministerie van IenM opdracht gekregen voor de bouw en het beheer van de Landelijke Voorziening BGT. De hoofdcomponenten van het globaal ontwerp waren eind derde kwartaal gereed. In november 2011 heeft het ministerie van IenM opdracht gegeven voor realisatie van een prototype webservices. Dit betreft de distributie van pilot data via een geo-viewer, een Web Mapping Tile Service en een Web Feature Service. Hierbij werkt het Kadaster samen met het programma PDOK. WOZ Begin 2011 heeft de minister van Financiën besloten om een landelijke voorziening voor de WOZ in te richten, die het afnemers mogelijk maakt de WOZ-waarden en bijbehorende gegevens vanaf een centraal punt af te nemen. In oktober 2011 heeft de minister besloten het beheer van deze landelijke voorziening bij het Kadaster te beleggen en daarbij maximaal aansluiting te zoeken bij stelselvoorzieningen en de voorzieningen voor de Landelijke Voorziening (LV) BAG, die eveneens door het Kadaster wordt beheerd. Het Kadaster heeft in 2011 jaarverslag 2011 39

input geleverd voor de inschrijvingsleidraad ten behoeve van de openbare aanbesteding van de bouw van de landelijke voorziening WOZ door een externe partij. Verder werkt het Kadaster samen met het ministerie van Financiën en de Waarderingskamer aan een opzet voor de selectieprocedure van de leverancier en het inregelen van de exploitatie en het beheer van de LV WOZ vanaf 1 januari 2013. 3.3 Overige dienstverlening Publieke Dienstverlening Op de Kaart Het Kadaster heeft in 2011 de samenwerking met andere overheidspartijen binnen het samenwerkingsverband PDOK (Publieke Dienstverlening Op de Kaart) voortgezet. Dit samenwerkingsverband beoogt de distributie van geodata gemakkelijker, sneller en efficiënter te laten verlopen. In 2011 is het aantal datasets dat PDOK als webservice aanbiedt, uitgebreid van 6 tot 20. Daartoe behoren viewservices van de kadastrale kaart en van INSPIRE-adressen en een pilot-omgeving met services op basis van proef-datasets van de BGT. Tevens zijn in 2011 geactualiseerde datasets aangeboden voor onder meer de BRT-achtergrondkaart en de TOP10NL. Veel aandacht is verder besteed aan de voorbereiding van de ontsluiting van de geobasisregistraties BRT en BRK, en de landelijke voorzieningen BGT, BAG en Beeldmateriaal via PDOK. Zoals al beschreven in paragraaf 3.1 voldeed het Kadaster via PDOK aan zijn verplichtingen voor de publicatie van de Annex I en II INSPIRE-thema s. De PDOK-voorziening voldeed per november 2011 aan de Quality of Service vereisten van de INSPIRE wetgeving. In 2011 zijn vervolgstappen gezet in de overdracht van het beheer aan het Kadaster. Na de overdracht van het technisch beheer eind 2010, zijn per 1 juli 2011 het applicatiebeheer en de gebruikersondersteuning overgedragen. Het samenwerkingsverband heeft ultimo 2011 afspraken gemaakt over beheer en exploitatie in de periode 2012-2015. Daarmee is de continuïteit van de PDOK-dienstverlening geborgd. Vanaf 1 september 2011 was PDOK opengesteld voor overheidsgebruik. In korte tijd groeide het aantal aangesloten overheidspartijen tot meer dan honderd. Het samenwerkingsverband heeft in december 2011 het plan voor het laatste programmajaar (2012) op hoofdlijnen vastgesteld. PDOK zal doorgroeien door meer actuele datasets met meer functionaliteit te ontsluiten en meer afnemers (overheden en marktpartijen) te bedienen. De investering in de PDOK-motor bedroeg in 2011 circa 1,3 miljoen waarvan 0,9 miljoen is betaald vanuit een budget van het ministerie van IenM in het kader van het Programma Vernieuwing Rijksdienst. Shared Service Organisatie geo In maart en april 2011 is gewerkt aan het ontwerp van een shared service organisatie voor geoinformatie (SSO-geo). De aanleiding was een verzoek van het ministerie van IenM aan het Kadaster om hiervoor een ontwerp te maken samen met de belangrijkste rijkspartners (Rijkswaterstaat, Dienst Landelijk Gebied/Dienst Regelingen), Geonovum en het ministerie zelf. In een periode van zes weken heeft dit geresulteerd in een ontwerp van een SSO-geo (neergelegd in het rapport Open Kaart ), waarbij alle aspecten (vragen uit het geo-veld, compacte overheid, producten en diensten, kosten-baten analyse, maatschappelijk nut, organisatie en governance) zijn meegenomen. Een SSO-geo resulteert in een betere en goedkopere geoinformatieinfrastructuur en -voorziening op het niveau van het Rijk, en dit effect is nog veel groter als de hele publieke sector hierin deel zou nemen. Op basis van dit resultaat is er voor gekozen dat eerst met de rijkspartijen gekeken wordt hoe een 40

SSO-geo opgezet en gestart kan worden. Vanaf begin november is dit traject opgepakt door het ministerie van IenM. De focus ligt daarbij op het versterken van de samenwerking zonder organisatieveranderingen. In het eerste kwartaal 2012 resulteert dit traject in een bestuurlijk advies over de verdere samenwerking. Vernieuwen Kadaster-website In de zomer van 2012 lanceert het Kadaster zijn nieuwe website. Het hoofddoel van de ontwikkeling van de nieuwe website is een betere aansluiting op de verwachtingen en behoeften van de klanten en relaties van het Kadaster. In 2011 is het programma van eisen uitgewerkt, waarbij rekening is gehouden met de kaders van onder andere Dienstverlening 2020 en de webrichtlijnen van de overheid. Vervolgens is een start gemaakt met de realisatie van de nieuwe website. jaarverslag 2011 41