VERSLAG OPENBARE VERGADERING

Vergelijkbare documenten
VERSLAG VOOROVERLEG. Nummer: Datum vergadering:

VERSLAG OPENBARE VERGADERING

VERSLAG OPENBARE VERGADERING

VERSLAG OPENBARE VERGADERING

ACTUELE ONDERWERPEN WMO / JEUGDZORG. Meedoen in de Samenleving

ACTUELE ONDERWERPEN WMO / JEUGDZORG

ACTUELE ONDERWERPEN WMO / JEUGDZORG

VERSLAG OPENBARE VERGADERING

Wmo-adviesraad West Maas en Waal. 24 november 2014

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

Verslag van de vergadering van de Wmo adviesraad Medemblik d.d. 22 juni 2015

Reactienota op de adviezen

Onderwerp Klachtenregeling sociaal domein

Toelichting BenW-adviesnota

Adviesraad- Voorzieningen voor Werk en Inkomen

Verslag van de vergadering van de Wmo adviesraad Medemblik d.d. 28 april 2014

Wijziging Nadere regels voor subsidieverstrekking Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal;

VERSLAG OPENBARE VERGADERING

VAN BESCHERMD WONEN NAAR EEN BESCHERMD THUIS IN OOST-VELUWE

Het advies van de ASD.

Telefoon Postbus 1000

Algemene gegevens Om te beginnen willen wij graag wat algemene informatie van u ontvangen. Uw gegevens worden geanonimiseerd verwerkt.

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Kompassie met elkaar Wmo maart 2014 Jacqueline van der Bos Inge van Dommelen

Toegang Sociaal Domein & Sociaal wijkteam Velsen

*ZE9BA7CFE22* Raadsvergadering d.d. 23 september 2014

Bijlage 2 Factsheet en ontwikkelagenda gemeente Ridderkerk

FORMULIER VOOR GEBUNDELDE AANVRAAG LOCATIEGEBONDEN FUNCTIES 1-2 SUBSIDIEREGELING ALGEMENE VOORZIENINGEN WMO 2015 APELDOORN

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams

Agendapunt 7. Pagina 1 van 1

Nadere regel tot wijziging van de Nadere regels subsidies gemeente Groningen Innovatieateliers Beschermd wonen en Opvang

Naam steller, Ton van Bussel Kenmerk. telefoon. Portefeuillehouder. H. Hoeksema Ontwikkeling

JAARVERSLAG ozjt/samen 14 TwenTse samenwerking op het gebied van zorg en jeugdhulp. Bijeenkomsten & mijlpalen in 2015

Antwoorden op vragen over veranderingen Wmo/Awbz

A-avond Vluchtelingen. Aanpak asielzoekers en vergunninghouders Eindhoven

Raadhuisplein 1 Bezoekadres: 2130 AG HOOFDDORP _ Mh.,., Advies plan van aanpak personen met verward gedrag Haarlemmermeer

Overlegresultaat langdurige zorg en ondersteuning: vragen & antwoorden

BOUWSTEEN 1: inbreng mensen met verward gedrag en omgeving Geeft de regio invulling aan de

Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Gelet op artikel 4 van de Algemene subsidieverordening gemeente Lingewaard 2016;

Zelftest clie ntondersteuning voor gemeenten

Blauwe zorg in de wijk. Anita Vermeer, GGD Zuid Limburg Ingeborg Wijnands, ZIO, Zorg in Ontwikkeling

Van Wmo-adviesraad naar een Adviesraad Sociaal Domein Katwijk

BESLUITENLIJST PHO MAATSCHAPPIJ d.d. 13 juli 2016

Datum : Betreft : Halfjaarsrapportage toezicht Wmo Rotterdam-Rijnmond Periode : tot

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo

Raadsstuk. Onderwerp: Beleidskader Opvang, Wonen en Herstel BBVnr: 2016/324154

MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE

De ANBO en PCOB samen verzorgen ook hulp bij het invullen van belastingformulieren tegen een minimaal bedrag.

ACTUELE ONDERWERPEN WMO / JEUGDZORG. Onderwerp Trekker Wmo-raad Periode Actie / stavaza 1 Decentralisatie AWBZ, o.a. begeleiding:

ECSD/U Lbr. 14/010

Aanvraag Transformatiefonds Jeugdhulp regio Amersfoort

Wsw-cliëntenraad Venlo Beesel Bergen

1. Onderwerp Inhoudelijk kader en subsidievoorwaarden Innovatiebudget Beschermd Wonen Rol van het

Programmabegroting

RIBW werkt in & met sociale wijkteams

Adviesraad Sociaal Domein ADVIESRAAD GILZE EN RIJEN

Nadere regels subsidie lokaal innovatiefonds gemeente Renkum 2015 en 2016

Vergadering: 16 december 2014 Agendanummer: 7

Brede Welzijnsinstelling. Stand van zaken ten behoeve van De raadscommissie Samenleving

Verslag van de vergadering van de Wmo adviesraad Medemblik d.d. 24 november 2014

Toelichting BenW-adviesnota

Op Eigen Kracht 3 decentralisaties

Regio: Noordoost Gelderland Factsheet is afgestemd met: GGD Gemeente Apeldoorn Gemeente Doetinchem GGZ

Hll lllllllllllllllllllllllllllllllilllllll /10/2012

Gemeentelijk spoorboekje: vervolg op de toekomstvisie op het Beschermd Wonen

Raadsvoorstel. Geachte raad,

Verslag informatiebijeenkomstjeugdzorg Winsum, 3 juni 2015

Advies van de Adviesraden Sociaal Domein in NEO-verband. Betreft: Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Datum:

raadsvergadering: 1 juli 2015 Vaststellen Technische begrotingswijziging Sociaal Domein

Doetinchem, 28 juni 2017

Samenwerking Bureau jeugdzorg Stadsregio Rotterdam en de William Schrikker Groep na 2015

Agendapunt 7. Pagina 1 van 1

Verslag van de bijeenkomst van de Cliëntenraad Participatiewet op 14 april 2016.

Nadere regels subsidie lokaal innovatiefonds gemeente Renkum 2017 en 2018

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving

Factsheet jeugdhulp, algemene informatie over de (toegang tot) jeugdhulp voor asielzoekerskinderen en amv

Datum 13 maart 2018 Tijd uur Locatie Parochieel centrum de Kapelaan, Nicholaasplein 2, Zoetermeer

Platform Maatschappelijke Ondersteuning Jaarverslag 2012

Subsidieregeling Wmo en Jeugdhulp 2016

Aanpak: GRIP-aanpak. Beschrijving

CONCEPT-BESLUITENLIJST

A. Jonges Advies Startnotitie Sociaal Domein

Verslag van de vergadering van de Wmo adviesraad Medemblik d.d. 27 januari 2014

Autisme Netwerk Zaanstreek-Waterland 25 september 2018 [1]

mandaat paraaf paraafj Leidinggevende

*Z009319C333* documentnr.: INT/M/14/10736 zaaknr.: Z/M/14/10411

De Friese jeugdhulp in context: een schets van vier gemeenten. VERSIE 25 april 2018

Afhankelijkheden. Werkagenda Menzis, gemeenten en regio s. September Regio Arnhem Regio Arnhem. Regio Groningen Regio Groningen

NOTITIE MOGELIJKHEDEN VOOR EEN FRIESE GEMEENTELIJKE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN WMO TOEZICHT. Werkgroep Provinciaal Toezicht

Advies en ondersteuning voor beschermd wonen

Presentatie inzet middelen Wmoen Jeugdwet. Commissie M 21 november 2016

Verslag van de vergadering van de Wmo adviesraad Medemblik d.d. 28 september 2015

Verslag Wmo-raad d.d

Monitor voortgang Wmo

Ambitie: de doelgroep maatschappelijke zorg woont passend en zo zelfstandig mogelijk, heeft passende ondersteuning en participeert naar vermogen.

Borging onafhankelijkheid informatie en adviespunt arbeidsintegratie (arbeidsadviseur)

ACP 68 Vergadering Adviescommissie Pakket

Rapport Onderzoek Toegang Wmo 2015

Transcriptie:

Voorzitter: dhr. J. Wesselink, e-mail: wesselinkch@gmail.com Ambtelijk Secretaris a.i.: Davy Cinjee Tel: 06-28 31 49 35 e-mail: clientenraden@apeldoorn.nl www.wmoraadapeldoorn.nl VERSLAG OPENBARE VERGADERING Nummer: 1601 Datum vergadering: 11-01-2016 Aanwezig: Henk Aartsen, Erica Brettschneider, Greeth Dekkers, Ank van der Ham,Linda Hofman, Quirine Lensvelt-Ruys, Gurdev Singh, Els Sprangers, Mient Venema, Hans Wesselink, Anneke Wilhelm en Fatma Yildirim Vanuit de gemeente: Michiel Bruins (agendapunt 3) Martine Polman (agendapunt 4) en Linda Stomphorst (agendapunt 5) Afwezig: Wim van der Meer, Kelly Steiginga, Hilda Wetemans Notulist: Davy Cinjee Verzendlijst: Allen genoemd op blz. 1, de leden en voorzitter van de Adviesraad VWI, diverse (beleids-)ambtenaren alsmede externe belangstellenden.

1. OPENING EN MEDEDELINGEN 1.1. Hans Wesselink opent de vergadering en heet iedereen welkom. Hij vertelt dat er vandaag drie leden afwezig zijn: Wim van der Meer, Kelly Steiginga en Hilda Wetemans Hans Wesselink vertelt dat er aankomende donderdag tijdens de PMA een tweetal onderwerpen aan bod komen die voor de Adviesraad Wmo interessant zijn: een presentatie over het passend toewijzen door woningcorporaties, en een presentatie van vier welzijnsorganisaties over het thema de waarde van welzijnsnetwerken. Erica Brettschneider deelt mee dat afgelopen jaar is gestart met een gezamenlijke platform van OGGZ, Verslavingszorg en GGZ. Dit platform komt op 27 januari weer bijeen op verzoek van de cliëntenraden om te bespreken welke zaken de aandacht verdienen. 1.2. Vaststelling van de agenda De agenda wordt vastgesteld. 2. VASTSTELLING VAN VERSLAGEN Verslag Wmo-raad d.d. 7 december 2015 Pagina 4; Henk Aartsen merkt op dat Francine Kruitbosch een vraag heeft uitgezet over de blijverslening, en hij vraagt of hier al een reactie op is gekomen. Davy Cinjee vertelt dat hij nog geen reactie heeft vernomen. Hij zal de vraag onder de aandacht brengen bij Marjan van Loenen. Het verslag wordt vastgesteld. Actie- en besluitenlijst Geen op- en aanmerkingen. Actuele onderwerpen Geen op- en aanmerkingen 3. MEDEDELINGEN (MICHIEL BRUINS) Michiel Bruins schuift aan in de vergadering om in te gaan op de mededelingen Michiel Bruins geeft aan dat hij graag een toelichting wil geven over een aantal processtappen. Afgelopen december is de Transformatieagenda Jeugd vastgesteld in de raad (in die zin dat er in de PMA kennis van is genomen, en in de raad is het inkoopgedeelte vastgesteld). Voor de zomer van dit jaar zal een volgende versie van de Transformatieagenda Jeugd verschijnen. Michiel Bruins geeft aan graag verder in gesprek te willen met de klankbordgroep Jeugd met betrekking tot de vraag op welke deze agenda verder concreet kan worden gemaakt. Michiel Bruins vertelt dat de pleegzorg een ander belangrijk onderwerp is dat in februari tijdens de PMA zal worden besproken. Het is een belangrijk onderwerp dit jaar, en ook een belangrijk onderdeel van de Transformatieagenda. Met veel regiogemeenten, Verian en de GGD lopen ook gesprekken over de jeugdgezondheidszorg en het overbrengen van de jeugdgezondheidszorg van GGD en Verian naar het CJG. Om op deze wijze minder schotten binnen de jeugdgezondheidszorg te krijgen. 2

Michiel Bruins geeft aan dat de opvang van statushouders, met name ook de AMV ers (alleenstaande minderjarige vreemdelingen) ook een belangrijk actueel punt is. Met name gericht op de vraag waar zij opvang en scholing kunnen krijgen, en welke ondersteuning er mogelijk is vanuit de jeugdzorginstellingen. Quirine Lensvelt-Ruys wijst op het advies dat is verschenen met betrekking tot de Transformatieagenda Jeugd, een onderdeel van dit advies betreft een advies gericht op de coördinatie. Zij vertelt dat er momenteel een trend binnen de jeugdzorg waarneembaar is van een toenemende verschuiving naar de algemene voorzieningen. De valkuil bij deze ontwikkeling is dat er mogelijk voor de kwetsbare doelgroepen minder aandacht bestaat, omdat deze groep binnen de algemene voorzieningen niet altijd even goed zichtbaar is. Het is volgens haar belangrijk om die verbondenheid vast te blijven houden. Michiel Bruins reageert dat men niet het doel heeft om de gehele gezondheidszorg overhoop te halen. Het gaat volgens hem puur om een organisatorische verandering; het gaat om het beter samenwerken en het is goed als mensen vanuit één lijn worden aangestuurd. Zodat er ook een eenduidig beeld bestaat van de cliënt in een periode van zuigeling tot achttienjarige. Ank van der Ham merkt op dat door de organisatorische ontwikkelingen het CJG een spin in het web wordt, en zij vraagt om een toelichting wat dit in praktische zin betekent. Michiel Bruins vertelt dat de mensen die nu binnen de jeugdzorg van GGD en Verian werken, straks worden ondergebracht onder de stichting CJG. Henk Aartsen vraagt naar aanleiding van de vorige vergadering in december of er al meer verteld kan worden over de informatie in de decembercirculaire met betrekking tot de budget toekenningen. Michiel Bruins geeft aan dat hij nog niks durft te zeggen over de actuele situatie, hij geeft aan dat in de oktobercirculaire veel is gezegd over beschermd wonen, met het goede nieuws dat het tekort minder groot was dan gevreesd. Maar hij weet niet of hier in de decembercirculaire nog wijzigingen in zijn aangebracht. Michiel Bruins merkt op dat een ander thema dat momenteel speelt de aansluiting van jeugdzorg op het passend onderwijs betreft. Hierover is ook contact geweest met de klankbordgroep Jeugd. In het kader van dit onderwerp deelt Michiel Bruins mee dat er met de schoolbesturen afspraken zijn gemaakt over de inzet vanuit de jeugdgezondheidszorg (bijvoorbeeld schoolmaatschappelijk werk), maar ook de inzet vanuit het samenwerkingsverband primair onderwijs en voortgezet onderwijs. Het gaat hierbij om het structureren; op dit moment is de vorm van deze aansluiting en de bijbehorende verdeling van taken tussen jeugdzorg en passend onderwijs, nog per school verschillend. In het kader hiervan zijn er inmiddels werkafspraken gemaakt, en er zal nu aan de slag worden gegaan met een vast gremium van mensen die per school elkaar ontmoeten op casusniveau, om zo meer duidelijkheid te krijgen over de verantwoordelijkheden van zowel gemeente als schoolbestuur. Erica Brettschneider vertelt dat het Meldpunt Sociaal nu al een tijd functioneert, zij heeft gehoord dat er plannen zijn om dit breder te gaan uitrollen (dus minder intern gericht). Aan Michiel Bruins wordt de vraag gesteld of hij weet wanneer dit uitrollen zal gaan plaatsvinden. Michiel Bruins geeft aan dat er is gezegd om meer bekendheid te gaan geven aan het bestaan van het Meldpunt Sociaal. Op dit moment is het aantal meldingen dat bij het Meldpunt Sociaal binnenkomt redelijk beperkt. Volgens Michiel Bruins is dit op twee manieren uit te leggen. Het kan goed nieuws zijn; er komen weinig meldingen binnen omdat de toegangsloketten goed functioneren en kwesties goed worden opgelost. Of het kan slecht nieuws zijn; door de geringe bekendheid van het Meldpunt Sociaal doen maar weinig mensen een melding. Michiel Bruins vertelt dat het zekere voor het onzekere is genomen, en is besloten om de bekendheid van het Meldpunt Sociaal te vergroten. Afgelopen december is daarmee begonnen door middel van de huis-aan-huiskrant Samen goed voor elkaar. In deze krant heeft het Meldpunt Sociaal een prominente plaats gekregen. 3

Ank van der Ham vraagt in hoeverre de gemeente al verder is met het meer integraal maken van het beleid rondom mensen die van meerdere wetten gebruik moeten maken. Michiel Bruins geeft aan dit een brede vraag is, bij het volgende agendapunt zal Martine Polman iets vertellen over de CMO s en volgens hem moet dit beleid hierin zeker een plek krijgen. Bij multidisciplinaire casussen draait het ook om een goede samenwerking tussen partijen als CJG, Wmo-loket en het Werkplein Activerium. Deze samenwerking verloopt al goed, maar kan ongetwijfeld nog beter, maar dit vraagt ook heel veel kennis van de betrokken partijen. Anneke Wilhelm geeft aan dat het niet alleen draait om de interne gemeentelijke samenwerking, maar dat ook de afstemming op de diverse wetgeving (Wmo, Wlz, Zorgverzekeringswet) van belang is. Michiel Bruins erkent deze constatering en vertelt dat hierover gesprekken lopen met de zorgverzekeraar. Henk Aartsen vraagt wie dit namens de gemeente Apeldoorn doet. Michiel Bruins vertelt dat binnenkort een formele communicatie over een contactpersoon zal verschijnen. Mient Venema spreekt de zorg uit dat er veel diversiteit kan ontstaan in de afspraken wanneer alle gemeenten afzonderlijk gesprekken voeren met zorgverzekeraars. Hij vraagt in hoeverre er wordt nagedacht om in VNG verband op een landelijk niveau dit gesprek te voeren. Michiel Bruins spreekt van een terecht punt, en vertelt dat gemeente Apeldoorn vanuit de G32 om tafel zit met staatssecretaris Van Rijn. Daarnaast wordt het overleg met de zorgverzekeraars ook gevoerd met de acht gemeenten van de jeugdregio. Op deze manier kan inderdaad gezamenlijk een vuist worden gemaakt. Tocht blijft het volgens Michiel Bruins wel een ingewikkeld punt, want enerzijds wil je bepaalde zaken ook lokaal regelen omdat gemeenten deze taken ook lokaal toebedeeld hebben gekregen. Hans Wesselink bedankt Michiel Bruins voor zijn aanwezigheid en bijdrage in de vergadering. 4. DE DOORONTWIKKELING VAN DE CMO S (MARTINE POLMAN) Martine Polman schuift aan in de vergadering om een toelichting te geven over de actuele stand van zaken rondom de doorontwikkeling van de Centra voor Maatschappelijke Ontwikkeling (CMO s) Martine Polman vertelt dat er inmiddels sprake is van een viertal actieve sociale wijkteams binnen de gemeente Apeldoorn; binnen elk stadsdeel is een sociaal wijkteam actief. Voor de dorpen is geen apart sociaal wijkteam opgericht; casuïstieken die vanuit de dorpen worden aangeleverd worden opgepakt door de vier sociale wijkteams en over hen worden deze casuïstieken verdeeld. Martine Polman vertelt dat in het gehele land de term sociaal wijkteam wordt gehanteerd, maar wel met verschillende betekenissen. In bepaalde steden is er sprake van een heel breed palet aan gremia die allemaal zitting nemen in een dergelijk team. In Apeldoorn is daar niet voor gekozen; hier zijn de sociale wijkteams puur gericht op multiproblem casuïstiek. Er is binnen de gemeente Apeldoorn sprake van een viertal sociale wijkteams bestaande uit acht tot tien medewerkers. Deze medewerkers zijn allemaal nog in dienst bij hun moederorganisatie (de gevestigde zorg- en welzijnsinstellingen). Martine Polman geeft aan dat men het belangrijk vindt dat de sociale wijkteams aanhaken bij het bestaande zorg- en welzijnslandschap. In dat kader wordt er gestreefd naar de doorontwikkeling van de CMO s. Door te kiezen voor de CMO s heeft men ervoor gekozen om het bestaande zorglandschap niet compleet overhoop te halen, maar om geleidelijk met de zorg- en welzijnsinstellingen een netwerkverband op te bouwen en al werkende te evalueren wat wel werkt en wat niet werkt. Qua werkwijze is de keuze gemaakt om binnen elk stadsdeel een locatie te kiezen waar de medewerkers van de verschillende gremia samen gaan werken. Op deze manier worden de lijntjes korter, en kan het werk nog beter op elkaar worden afgestemd. Per 1 februari zal hiermee worden gestart in twee stadsdelen (De Dreven en Dok Zuid), praktisch betekent dit dat er werkkamers en spreekkamers op locatie komen, maar 4

Martine Polman benadrukt dat er geen sprake is van een lokettoegang. Ook het Werkplein Activerium zal hierbij aanhaken. Binnen de noordelijke sociale wijkteams loopt ook een pilot gericht op het aspect participatie. Door medewerkers van het Werkplein Activerium in deze twee teams te betrekken is de aandacht niet alleen gericht op de zorg, maar ook op participatie in de maatschappij en eventueel de doorstroming naar werk. Naar verloop van tijd zal een vergelijking worden gemaakt met de zuidelijke wijkteams, om te zien of de extra focus op participatie zijn vruchten heeft afgeworpen. Henk Aartsen merkt op dat Martine Polman in het begin van haar bijdrage iets vertelde over de dorpen. Hij heeft in de raadsbrief gelezen dat het merendeel van de vragen vanuit de dorpen uit de recreatiewoningen afkomstig is. Henk Aartsen vertelt dat in het verleden er een discussie gaande was of de gemeente Apeldoorn gesubsidieerde vormen van hulp en zorgverlening moest aanbieden aan mensen die woonachtig zijn in recreatiewoningen. Hij vraagt of dit momenteel nog steeds een punt van discussie is. Martine Polman vertelt dat naar haar weten dit momenteel geen issue is; deze groep mensen wordt ook doorverwezen naar een van de sociale wijkteams. Henk Aartsen stelt nogmaals een vraag naar aanleiding van de raadsbrief. Volgens hem is er sprake van een tegenstelling in dit stuk; in het begin van deze brief staat geschreven dat de medewerkers van de sociale wijkteams allemaal getraind en gecoacht worden in het generalistisch en systeemgericht werken. Maar een paar pagina s verderop staat vermeld dat de grootste succesfactor van deze teams de nauwe samenwerking met professionals (met diverse expertise en ervaring) betreft. Henk Aartsen vraagt hoe de generalistische werkwijze zich verhoudt tot de specialisten die op een bepaald terrein deskundig zijn. Martine Polman vertelt dat met betrekking tot de sociale wijkteams in Apeldoorn de keuze is gemaakt om het bestaande zorg- en welzijnslandschap in tact te houden en de bestaande expertise en ervaring te gebruiken. Daarom blijven de medewerkers van de sociale wijkteams ook verbonden aan hun eigen moederorganisatie (waar zij vier uur per week nog altijd worden getraind en opgeleid om hun specialisme op peil te houden). Daarnaast wordt er van alle medewerkers verwacht dat zij op een generalistische manier werken; op basis van hun specialiteit moeten zij over grenzen heen kunnen kijken. Een medewerker moet kunnen herkennen dat een bepaalde casus wellicht beter bij het specialisme van een collega past. Martine Polman erkent dat dit voor veel medewerkers op dit moment nog een leerproces is. Het gaat dus om generalistisch werken, maar wel vanuit het eigen specialisme, dat is volgens Martine Polman het uitgangspunt. Quirine Lensvelt-Ruys geeft aan dat zij nog niet een duidelijk beeld heeft van de gewenste structuur. Er is sprake van CMO s, sociale wijkteams, het CJG, de Ontmoetingsplekken; zij kan nog geen duidelijke voorstelling van deze onderlinge samenhang maken. Martine Polman vertelt dat op dit moment de opgesomde gremia zullen blijven bestaan, er is geen sprake van een opheffing of een samenvoeging. Er wordt alleen naar gestreefd om deze gremia meer te laten samenwerken en ook op één locatie, onder de werktitel CMO. Op dit moment is het plan om een viertal van deze CMO s op locatie vorm te gaan geven. Anneke Wilhelm en Henk Aartsen vertellen dat zij vanuit de cliëntenraad van MEE geluiden hebben gehoord dat een aantal cliënten van mening zijn dat zij onvoldoende deskundig behandeld en benaderd worden. Martine Polman geeft aan dat zij de indruk heeft dat de betrokken medewerkers vanuit hun moederorganisatie goed worden opgeleid, weliswaar is het een leerproces maar de medewerkers timmeren wel goed aan de weg. Dit zorgwekkende signaal herkent zij niet. Henk Aartsen licht toe dat deze zorgelijke constatering werd opgehangen aan de generalistische wijze van werken; de medewerkers die de indicatiegesprekken voeren zouden onvoldoende kennis bezitten over de doelgroep waarmee zij aan tafel zitten. Martine Polman geeft aan dat deze constatering voor haar nu duidelijker is; dit signaal over de gesprekken met de Wmoconsulenten heeft haar eerder bereikt. Dit is ook gedeeld met de teamleider van de Wmo- 5

consulenten, en hier wordt aan gewerkt. Desalniettemin geeft Martine Polman aan dit signaal nogmaals onder de aandacht te zullen brengen. Anneke Wilhelm vertelt dat enige tijd geleden ook een toelichting heeft plaatsgevonden over de sociale wijkteams, destijds werd gezegd dat men hard bezig was om de privacy van cliënten te waarborgen. Anneke Wilhelm vraagt naar de huidige stand van zaken. Martine Polman legt uit dat de privacy een belangrijk onderwerp is dat onder de aandacht blijft. Inmiddels is er ook een convenant afgesloten met alle partners, en binnen de regels van dit convenant wordt ook gewerkt. Cliënten krijgen ook voorlichting over welke informatie wel of niet gedeeld kan worden. Daarnaast wordt er in het overleg van de coördinatiegroep van de sociale wijkteams niet op casusniveau over de cliënten gesproken; namen worden niet genoemd. Martine Polman geeft aan dat dit richtlijnen zijn die scherp in de gaten worden gehouden. Erica Brettschneider vraagt hoe de cliënttevredenheid wordt gecontroleerd met betrekking tot het functioneren van de sociale wijkteams. Martine Polman geeft aan dat de cliënttevredenheid een onderdeel is van de totaalevaluatie die nog plaats moet vinden. Op dit moment wordt er gewerkt aan het opstellen van een kwaliteitskader; op bepaalde onderwerpen zal er sprake zijn van registratie en meting. Het interviewen van cliënten met betrekking tot hun indrukken, belevingen en aandachtspunten is daar een onderdeel van. Martine Polman vertelt dat er op dit moment soms wel complimenten en klachten binnen komen. In een tijdbestek van anderhalf jaar zijn er drie klachten binnen gekomen. Maar Martine Polman erkent dat een dieper kwalitatief onderzoek wel gewenst is om een beter beeld van dit onderdeel te krijgen. Daarom wordt er in 2016 gestart met registreren en monitoren. Mient Venema vraagt of er per structuur en organisatieonderdeel wordt nagedacht over hoe de kwaliteit te meten van datgene wat de beleidsmakers willen bereiken. Of komt daar een overkoepelende visie voor, waardoor alle organisatiestructuren zich laten leiden om hun eigen organisatie in te richten. Martine Polman geeft aan dat deze overkoepelende visie op termijn er zal komen, maar zover is men nog niet in het proces. Henk Aartsen komt nogmaals terug op de raadsbrief, hij vertelt dat in dit stuk letterlijk staat vermeld dat de keuzevrijheid voor langdurige maatwerkvoorzieningen bij de cliënt blijft, tenzij de veiligheid in het geding is of indien er sprake is van overlast in de omgeving. Henk Aartsen vraagt of dit inderdaad het geval is. Martine Polman bevestigt dat die keuzevrijheid inderdaad bij de cliënt blijft. Natuurlijk is er altijd wel sprake van een begeleiding van de cliënt vanuit het sociale wijkteam. Vanuit die begeleiding zal altijd een advies komen in de richting van de cliënt over wat goede opties zouden kunnen zijn qua mogelijke trajecten. Maar het is uiteindelijk de cliënt die beslist. Henk Aartsen geeft aan dat hij graag in kleiner verband nog eens dieper in wil gaan op dit onderwerp, gezien de vele vragen die bij hem leven. Martine Polman vindt dat een prima idee, en geeft aan dat het wellicht ook goed is om Coroline van der Have hierbij te betrekken. Hans Wesselink vat de bijdrage van Martine Polman kort samen; het goede behouden, beter gaan samenwerken en vervolgens misschien meer gezamenlijk naar buiten treden. Hans Wesselink bedankt Martine Polman voor haar aanwezigheid en bijdrage in de vergadering. 5. SUBSIDIETOEKENNINGSPROCES ALGEMENE VOORZIENINGEN 2016 (LINDA STOMPHORST) Hans Wesselink heet Linda Stomphorst welkom in de vergadering. Zij zal een toelichting geven over de actuele ontwikkelingen rondom het subsidietoekenningsproces algemene voorzieningen 2016. Linda Stomphorst vertelt dat zij is uitgenodigd om een toelichting te geven over het proces rondom de subsidies algemene voorzieningen. Naar aanleiding van de ervaringen 6

van het afgelopen jaar is de subsidieregeling voor 2016 her en der wat aangepast en aangescherpt. Wat min of meer hetzelfde is gebleven is dat de subsidieregeling bestaat uit een zevental functies, en dat zijn de functies die subsidiabel zijn. Het betreft de functies: ontmoeting, dagbesteding, cliëntondersteuning, maatschappelijke opvang, vrijwilligersondersteuning, mantelzorgondersteuning en toeleiding/talent-plekken. Deze functies zijn in een toelichting op de subsidieregeling ook nader omschreven, zodat het voor aanvragers helder was welke activiteiten onder deze functies vallen, en aan welke kwaliteitseisen de aanvraag moest voldoen. Linda Stomphorst vertelt dat het model van de subsidie neigt naar een subsidietender, en dat betekent dat aanvragen daar waar het subsidieplafond wordt overschreden gewogen worden. Dat wegen gebeurt aan de hand van beoordelingscriteria die ook in de regeling door het college zijn vastgelegd. Op basis van deze criteria scoren de aanvragen, en de aanvragen met de hoogste score krijgt de subsidie in principe toegekend. Daar waar de score laag is kan het zijn dat een aanvraag buiten de boot valt. Linda Stomphorst vertelt dat het daarom voor de aanvragende organisaties ook spannend is om op deze wijze een aanvraag te doen. Aan de andere kant biedt het ook de mogelijkheid dat iedereen kan aanvragen; elke organisatie, stichting en vereniging die denkt iets kunnen betekenen binnen die functies in de algemene voorzieningen kunnen een aanvraag doen. Linda Stomphorst constateert dat deze werkwijze ook goed is voor het innoverende karakter, de doorontwikkeling, binnen de algemene voorzieningen. Als doelstelling geldt dat er in Apeldoorn sprake moet zijn van een dekkend aanbod van voorzieningen voor alle Apeldoornse inwoners, waaronder de kwetsbare doelgroepen. Het zijn voorzieningen die vrij toegankelijk zijn, en daarmee wordt mogelijk voorkomen dat er individuele of maatwerkvoorzieningen nodig zijn. Mient Venema constateert dat wanneer organisaties zich via een tenderconstructie kunnen profileren om te proberen om de subsidie binnen te halen, het risico aanwezig is dat diegenen die het beste en slimste kunnen schrijven de grootste kans hebben om de subsidie te verkrijgen. Mient Venema vraagt hoe nu op langere termijn geregeld kan worden dat de organisaties die de beste zorg aanbieden voor het geld, de subsidie ook daadwerkelijk krijgen. Linda Stomphorst vertelt dat het huidige model inderdaad uitgaat van de aanvraag. Dat leidt soms tot onbegrip. Het voordeel van dit model is wel een objectieve werkwijze in vergelijking met het automatisch toekennen van de subsidies aan de organisaties die al jarenlang dezelfde dienstverlening leveren. Linda Stomphorst geeft aan dat in kader van de controle van de kwaliteitseisen er een subsidiebeschikking wordt gemaakt; en er worden bepaalde afspraken gemaakt met de organisaties over hetgeen zij leveren. Mient Venema geeft aan dat je op deze wijze nog niet het risico wegneemt dat diegene die het beste kan schrijven de subsidie ontvangt. Linda Stomphorst erkent dit, maar geeft aan dat dit inherent onderdeel is van het model waarvoor is gekozen. Linda Stomphorst vertelt dat 15 september 2015 de uiterlijke indieningsdatum was voor de aanvragen. Alle aanvragen die na deze datum binnenkwamen zijn te laat en worden in principe niet in behandeling genomen. Daarna volgde het proces van het geven van beoordelingen. De beoordelingen worden in eerste instantie ambtelijk gedaan door inhoudelijk betrokken beleidsadviseurs, een financieel adviseur en een jurist. Vervolgens wordt dit in de vorm van een voorstel aan het college voorgelegd, aangezien daar een bepaalde subsidieverdeling uit naar voren komt. Linda Stomphorst vertelt dat de functie dagbesteding (F2) één van de bijzonderheden dit jaar was; er was sprake van een aantal ontwikkelingen. De partners binnen de dagbesteding zijn al jarenlang bezig met ontwikkelen en innoveren, en dat heeft er onder andere toe geleid dat er een toename was van aanvragen met betrekking tot de arbeidsmatige dagbesteding in een keten van samenwerking. Het college heeft ervoor gekozen om deze ontwikkeling ook mogelijk te maken. Dit jaar gaan de organisaties daar volop mee aan de slag. Uiteindelijk zijn in december vlak voor kerstmis de subsidiebeschikkingen per organisatie opgesteld, en zijn spoedig daarna verzonden. Erica Brettschneider geeft aan dat er dit jaar geprobeerd zou worden om de 7

subsidieverordeningen Jeugd en Wmo samen te trekken; zij vraagt naar de ervaringen met deze werkwijze. Linda Stomphorst geeft aan dat er ten opzichte van het vorige jaar er inderdaad voor is gekozen om Jeugd en Wmo wat meer te incorporeren; dat betekent dat het budget voor Jeugd ook toegekend was aan de functie Ontmoeting en de functie Cliëntondersteuning, en daar konden de aanbieders ook een aanvraag op doen. Dit maakte ook gewoon onderdeel uit van het subsidieplafond. Linda Stomphorst vertelt dat je in de praktijk vooral ziet dat er vaak geen strikte scheiding mogelijk is tussen Jeugd en Wmo. Bij de Ontmoetingsplekken bijvoorbeeld kunnen ook ouders komen op een spreekuur, of kunnen ook kinderactiviteiten worden georganiseerd. Volgens haar is sprake van het steeds meer in elkaar schuiven, waarbij veel organisaties ook dienstverlening bieden voor zowel jeugd als volwassenen. Henk Aartsen geeft aan dat de Adviesraad Wmo vorige jaar een overzicht heeft gekregen van de subsidietoekenningen, hij vraagt of de Adviesraad Wmo dit overzicht ook dit jaar weer kan ontvangen. Linda Stomphorst geeft aan dat dit mogelijk is, zij zal dit per email naar de Adviesraad Wmo verzenden. Henk Aartsen vertelt dat hij in de krant heeft gelezen dat het budget is verhoogd naar twintig miljoen, hij vraagt of Linda Stomphorst weet waar dit geld vandaan komt. Linda Stomphorst geeft dat er sprake is van middelen die al in de subsidieregeling zaten, en deze zijn opnieuw gebruikt voor 2016. Daarnaast heeft er een extra investering plaatsgevonden vanuit het budget voor maatwerkvoorzieningen richting de algemene voorzieningen, en dan met name gericht op de functie Dagbesteding om daar de innovatie ook mogelijk te maken. Daarnaast is ook een deel van het Participatiebudget hiervoor ingezet. Dus ook vanuit het Werkplein Activerium is er geschoven met middelen. Linda Stomphorst geeft aan dat er op een integrale wijze gekeken wordt naar de algemene voorzieningen; en daarbij zijn natuurlijk ook arbeidsmatige aspecten aanwezig die goed passen in de Participatiewet. Henk Aartsen vraagt of een dergelijke verschuiving van maatwerkvoorzieningen naar algemene voorzieningen volgend of sturend van aard is. Komt een dergelijke verschuiving voort uit minder aanvragen voor maatwerk en meer bezoekers bij algemene voorzieningen, of is het de bedoeling om met het geld de stroom ook te beïnvloeden? Linda Stomphorst vertelt dat het nu volgend is aan de ontwikkelingen, de insteek is dat door het investeren van het geld uit maatwerk in algemene voorzieningen, dat er ook een aantoonbare verschuiving plaatsvindt van cliënten tussen maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen. Het moet voor alle Apeldoorners mogelijk zijn om dagbesteding, structuur en ritme te vinden zonder dat dit per definitie leidt tot een maatwerkvoorziening. Er zal een besparing plaatsvinden, zonder dat dit ten koste mag gaan van de kwaliteit. Ank van der Ham vraagt hoe in de algemene voorzieningen de arbeidsmatige dagbesteding vormt wordt gegeven. Linda Stomphorst legt uit dat er verschillende ketens arbeidsmatige dagbesteding zijn ontwikkeld. Bijvoorbeeld een keten Groen, gericht op de cliënten met groene vingers. Zo is er ook een keten Catering en een keten Techniek. Dat zijn een aantal voorbeelden van arbeidsmatige vormen die nu aangeboden worden binnen de algemene voorzieningen. Dit betreft ook weer een samenwerkingsverband van organisaties als GGNet, Iriszorg, Riwis en het Leger des Heils. Linda Stomphorst geeft aan dat het nog even goed is om te melden dat dit het tweede jaar is geweest waarin deze vorm van het subsidieproces is ervaren, Gebleken is dat dit een behoorlijk arbeidsintensief proces is. Er wordt nu nagedacht over de voortzetting, en de mogelijke alternatieve werkwijzen. Een alternatief kan bijvoorbeeld zijn om te gaan werken met een meerjarenperspectief. In dat geval krijgen de aanbieders langer de tijd om bepaalde zaken uit hun aanvraag tot ontwikkeling te brengen. Tot nu toe is dat nog niet gebeurd omdat er nog heel veel in beweging was sinds de decentralisaties. Nu klinkt de roep om wat meer rust en stabiliteit. Er wordt nu gekeken in hoeverre dit kan worden vormgegeven. Hans Wesselink bedankt Linda Stomphorst voor haar aanwezigheid en bijdrage in de 8

vergadering. 6. POSTZAKEN Hans Wesselink vertelt dat bij de uitgegane post een viertal recente adviezen staan vermeld. Inmiddels kan daar een vijfde advies aan worden toegevoegd; het advies dat recent is uitgegaan met betrekking tot het revisie financieel besluit maatschappelijk ondersteuning eigen bijdrage. 7. RONDVRAAG EN SLUITING Mient Venema vraagt aan de andere leden of zij ook de wens delen dat de mededelingen vanuit de eenheid JZW weer vooraf op papier worden toegezonden. Op deze manier kan daar beter op worden voorbereid en kunnen er meer gerichte vragen gesteld worden. De leden zijn het eens met de stelling van Mient Venema. Afgesproken wordt om deze wens uit te spreken bij het overleg tussen het DB van de Adviesraad Wmo en het managementteam van JZW dat later deze week op het programma staat. Hans Wesselink bedankt alle aanwezigen voor hun aanwezigheid en inbreng in de vergadering, en sluit de vergadering. 9