CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING Preview Sectorbeeld voornemens woningcorporaties prognoseperiode 211-215 Naarden, 23 mei 211 211
Factsheet woningcorporaties 29-215 Verwachte* realisatie 21 versus realisatie 29 Realisatie 29 Verwachte realisatie 21 Activiteiten (in aantallen) Nieuwbouw huurwoongelegenheden 3.4 29.3 Sloop huurwoongelegenheden 15.8 13.4 Verkoop huurwoongelegenheden aan eigenaar-bewoners 13.1 15.5 Ingrijpende verbetering (> 2.,- investeren in één woongelegenheid) 22.5 21.4 Nieuwbouw koopwoongelegenheden 1. 7.6 * Definitieve cijfers voor 21 komen in december 211 beschikbaar. Voornemens 211-215 versus eerdere voornemens* Voornemens 29-213 21-214 211-215 Activiteiten (in aantallen) Nieuwbouw huurwoongelegenheden 24.1 175.1 164.2 Sloop huurwoongelegenheden 13.4 85. 78.9 Verkoop huurwoongelegenheden aan eigenaar-bewoners 94.8 91.5 84. Ingrijpende verbetering (> 2.,- investeren in één woongelegenheid) 11.8 15.7 117. Nieuwbouw koopwoongelegenheden 95.2 74.6 59. * Voornemens zijn vaak ambitieuzer dan uiteindelijke realisatie. 2 Centraal Fonds Volkshuisvesting
Verwachte realisatie in 21 en voornemens voor 211-215 Deze publicatie geeft een eerste beeld van hetgeen de woningcorporatiesector in 21 verwacht te hebben gerealiseerd 1 en van de voornemens van de sector voor 211-215. Een vergelijking met de realisatie in 29, respectievelijk de voornemens uit het verleden geeft hierbij zicht op trends in de sector. Voor voornemens geldt overigens dat ze in het algemeen ambitieus zijn en dat de uiteindelijke realisatie veelal lager is. Nieuwbouw van woongelegenheden voor eigen verhuur Naar verwachting bouwden de corporaties in 21 in totaal 29.3 nieuwe woongelegenheden voor verhuur 2. Dit is iets lager dan de 3.4 nieuwbouw huurwoongelegenheden die ze in 29 realiseerden. Hun voornemens in de prognoseperiode 211-215 omvatten de bouw van 164.2 nieuwe huurwoongelegenheden. Dit is lager dan in de eerdere, even lange prognoseperiodes 21-214 (175.1) en 29-213 (25.5). Grafiek 1.1 Nieuwbouw van woongelegenheden voor eigen verhuur 29-215 6. 5. 4. 3. 2. Realisatie 29 Verwachting 21 Prognoses 29-213 Prognoses 21-214 Prognoses 211-215 1. 29 21 211 212 213 214 215 1 Definitieve cijfers voor 21 komen in december 211 beschikbaar. 2 Dit is inclusief aankopen van de toegelaten instellingen bij eigen verbindingen mits deze nieuwbouw betreffen. Preview Sectorbeeld woningcorporaties prognoseperiode 211-215 3
Nieuwbouw van koopwoongelegenheden In 21 hebben de corporaties naar verwachting 7.6 nieuwe koopwoningen gebouwd. Dit is 24% minder dan de 1. koopwoningen die ze in 29 bouwden. De voorgenomen nieuwbouw van koopwoongelegenheden door corporaties ligt in de prognoseperiode 211-215 met 59. in totaal fors lager dan in beide vorige prognoseperiodes 29-213 (ruim 95.) en 21-214 (circa 75.). Grafiek 1.2 Nieuwbouw van koopwoongelegenheden 29-215 3. 25. 2. 15. 1. Realisatie 29 Verwachting 21 Prognoses 29-213 Prognoses 21-214 Prognoses 211-215 5. 29 21 211 212 213 214 215 4 Centraal Fonds Volkshuisvesting
Verkoop van huurwoongelegenheden aan eigenaar-bewoners In 21 hebben corporaties volgens de verwachtingscijfers in totaal 15.5 huurwoongelegenheden verkocht aan eigenaar-bewoners en dat is fors hoger dan in 29 (13.1 verkochte huurwoongelegenheden). In de prognoseperiode 211-215 liggen de voornemens rond deze verkopen met 84. in totaal wat lager dan bij eerdere prognoseperiodes 29-213 (94.8) en 21-214 (91.5). Grafiek 1.3 Verkoop van huurwoongelegenheden aan eigenaar-bewoners 29-215 25. 2. 15. 1. Realisatie 29 Verwachting 21 Prognoses 29-213 Prognoses 21-214 Prognoses 211-215 5. 29 21 211 212 213 214 215 Preview Sectorbeeld woningcorporaties prognoseperiode 211-215 5
Sloop van woongelegenheden Naar verwachting zijn er in 21 13.4 woongelegenheden gesloopt door de corporaties. Dit is beduidend minder dan de 15.8 woongelegenheden die ze in 29 sloopten. Met 78.9 te slopen woongelegenheden in de periode 211-215, liggen de voornemens van de corporaties voor de prognoseperiode 211-215 eveneens lager dan bij eerdere prognoseperiodes 29-213 (13.4) en 21-214 (85.). Grafiek 1.4 Sloop van woongelegenheden 29-215 3. 25. 2. 15. 1. Realisatie 29 Verwachting 21 Prognoses 29-213 Prognoses 21-214 Prognoses 211-215 5. 29 21 211 212 213 214 215 6 Centraal Fonds Volkshuisvesting
Ingrijpende verbetering van woongelegenheden Corporaties verwachten dat ze in 21 in totaal 21.4 woongelegenheden ingrijpend verbeterden. Dat is iets minder dan de 22.5 woongelegenheden die in 29 ingrijpend verbeterd werden. Er is sprake van ingrijpende verbetering indien er meer dan 2.,- wordt besteed aan de verbetering van één woongelegenheid. In de periode 211-215 willen de corporaties in totaal 117. woongelegenheden ingrijpend verbeteren. Dat is meer dan bij de vorige prognosesperiodes 29-213 (11.8) en 21-214 (15.7). Grafiek 1.5 Ingrijpende verbetering van woongelegenheden 29-215 35. 3. 25. 2. 15. 1. Realisatie 29 Verwacht 21 Prognoses 29-213 Prognoses 21-214 Prognoses 211-215 5. 29 21 211 212 213 214 215 Preview Sectorbeeld woningcorporaties prognoseperiode 211-215 7
Productiemaatregelen binnen en buiten de 4 wijken In de 4 aandachtswijken worden in de prognoseperiode 211-215 relatief nog steeds meer productiemaatregelen voorzien dan daarbuiten. Per 1. woongelegenheden die corporaties bezitten zijn er in de 4 wijken bijna 54 woongelegenheden betrokken bij productiemaatregelen en buiten de 4 wijken nog geen 41. In vergelijking met eerdere prognoses echter daalt de intensiteit van de voorgenomen productiemaatregelen in de 4 wijken wel sterker dan daarbuiten. In het bijzonder de voornemens tot sloop en nieuwbouw van koopwoongelegenheden dalen relatief sterk in de 4 wijken. Grafiek 1.6 Gemiddelde jaarlijkse intensiteit* van voorgenomen productiemaatregelen binnen en buiten de 4 wijken 29-215 8 7 6 5 4 3 2 1 29-213 21-214 211-215 29-213 21-214 211-215 29-213 21-214 211-215 Aankoop Verkoop Verbetering (> 2.) Sloop Nieuwbouw koop Nieuwbouw huur 4 wijken buiten 4 wijken Nederland * De jaarlijkse intensiteit is een promillage en geeft aan voor hoeveel van elke 1. woongelegenheden van corporaties jaarlijks productiemaatregelen worden genomen. 8 Centraal Fonds Volkshuisvesting
Maatschappelijk vastgoed In de periode 211-215 hebben de corporaties het voornemen 2,2 miljard te investeren in maatschappelijk vastgoed. Dat is fors minder dan in de prognoseperiode 21-214 ( 2,9 miljard) maar wel vergelijkbaar met de voornemens in de periode 29-213. De daling ten opzichte van de prognoseperiode 21-214 betreft vrijwel alle categoriën maatschappelijk vastgoed. Alleen de categorie onderwijs & opvoeding blijft stabiel. In de 4 aandachtswijken willen de corporaties in de periode 211-215 gemiddeld per jaar en per woongelegenheid 257,- investeren in maatschappelijk vastgoed. Dat is meer dan dat ze buiten de 4 wijken van plan zijn ( 174,-). In vergelijking met eerdere prognoses lopen de voornemens in de 4 wijken sterker terug. Ten opzichte van de prognose in de periode 21-214 dalen binnen de 4 wijken vooral de investeringsvoornemens voor de categoriën cultuur, sport & recreatie en overig maatschappelijk vastgoed sterk. Een lichte daling is daarnaast bij de categoriën onderwijs & opvoeding en wijk & buurtvoorzieningengezondheid. Voor de categorie gezondheid & zorg is er een toename. Grafiek 1.7 Voorgenomen investeringen in maatschappelijk vastgoed gemiddeld per woongelegenheid per jaar (x 1,-) 29-215 4 35 3 25 2 15 1 5 Overige Sport & Recreatie Cultuur Onderwijs & opvoeding Wijk- en buurtvoorzieningen 29-213 21-214 211-215 29-213 21-214 211-215 29-213 21-214 211-215 4 wijken buiten 4 wijken Nederland Preview Sectorbeeld woningcorporaties prognoseperiode 211-215 9
Leefbaarheidsuitgaven In vergelijking met de vorige prognoseperiode 21-214 is er voor de jaren 211-215 sprake van een lichte stijging van de voorgenomen leefbaarheidsuitgaven. Waar de prognose van de sociale activiteiten redelijk stabiel blijft, betreft deze stijging enkel de voorgenomen uitgaven aan fysieke activiteiten in het kader van de leefbaarheid. Hoewel er in vergelijking met de vorige prognoseperiode 21-214 dus een stijging is van de voorgenomen fysieke en totale leefbaarheidsuitgaven, liggen de huidige voornemens tot deze uitgaven nog wel lager dan bij de prognoseperiode 29-213. Grafiek 1.8 Ontwikkeling in jaargemiddelde voorgenomen uitgaven aan leefbaarheid naar sociale en fysieke activiteiten (x 1.,-) 29-215 Prognose 211-15 Prognose 21-14 Prognose 29-13 Realisatie 29 5. 1. 15. 2. 25. 3. 35. Sociale activiteiten Fysieke activiteiten 1 Centraal Fonds Volkshuisvesting
Preview Sectorbeeld woningcorporaties prognoseperiode 211-215 11